TECHNISCHE INSTRUCTIES. Service Campagne Elektrische HV-waterpomp Prius NHW20 modeljaar

Transcriptie

1 TECHNISCHE INSTRUCTIES Service Campagne Elektrische HV-waterpomp Prius NHW20 modeljaar

2 I. HANDELINGSSCHEMA Controleer of het VIN van de auto in het betrokken VIN-bereik ligt. Nee Geen verdere handelingen nodig. JA Vervang elektrische HV-waterpomp Einde II. IDENTIFICATIE VAN BETROKKEN AUTO'S Modelnaam Modelcode VIN-bereik WMI VDS VIS # # Prius NHW20 JTD KB20U# # # # # Productieperiode 4 aug tot en met 25 mei 2007 KB22U# # # sept

3 III. VOORBEREIDING Onderdeel Meetinstrument controleren op koelvloeistoflekkage Voor het opvangen van koelvloeistof Smeermiddel, overige Onderdeelnaam Onderdeelnu mmer/ specificatie Aantal Elektrische HV-waterpomp Onderdeel Waterpomp met motor G Pakking Momentsleutel 1 Radiateurdoptester Voor het Adapterset C radiateurdoptester Opvangbak koelvloeistof 1 Transparante slang (binnendiameter: ongeveer 6 mm / lengte: ongeveer 450 mm) TOYOTA Super Long Life Coolant Markeerstift 1 Onverdunde koelvloeistof 1,4 l Opmerkingen Voor het controleren van aanhaalmomenten Voor het bijvullen van koelvloeistof Voor het bijvullen van koelvloeistof : 50% Voor het aanbrengen van merktekens op slangen Voor het markeren van vervangen onderdelen IV. INHOUDSOPGAVE PROCEDURES INHOUDSOPGAVE.. blz. 2 PROCEDURES. blz. 3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ HET AFTAPPEN, HET BIJVULLEN EN ONTLUCHTEN VAN KOELVLOEISTOF... blz. 3 VOORZORGSMAATREGELEN BIJ ALLE WERKZAAMHEDEN... blz. 4 ACHTERGROND EN PLAATS VAN ONDERDELEN blz. 5 VERWIJDEREN WATERPOMP MET MOTOR blz. 6 PLAATSEN WATERPOMP MET MOTOR blz. 8 BIJLAGE blz. 11 2

4 V. PROCEDURES 1. TAP DE KOELVLOEISTOF AF 2. VERVANG DE WATERPOMP 3. VUL KOELVLOEISTOF BIJ Sluit de transparante slang aan op de ontluchtingsnippel en vul koelvloeistof bij tot het koelvloeistofniveau in de transparante slang zich op gelijke hoogte bevindt met het streepje FULL op het reservoir. 4. VOER KOELVLOEISTOFLEKKAGETEST UIT (EERSTE TEST) 5. ONTLUCHT HET KOELSYSTEEM (STAP 1) Draai de ontluchtingsnippel los, zet het contact AAN (IG) en laat de waterpomp gedurende 5 s werken. Vul na het ontluchten koelvloeistof bij in het reservoir. Herhaal de bovenstaande procedure drie keer. 6. ONTLUCHT HET KOELSYSTEEM (STAP 2) Draai de ontluchtingsnippel los, zet het contact AAN (IG), laat de waterpomp gedurende ongeveer 1 minuut werken, zet het contact vervolgens UIT en wacht 1 minuut. Herhaal de bovenstaande procedure ten minste drie keer. 7. VOER KOELVLOEISTOFLEKKAGETEST UIT (TWEEDE TEST) VI. BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ HET AFTAPPEN VAN KOELVLOEISTOF, BIJVULLEN VAN KOELVLOEISTOF EN ONTLUCHTEN 1. Volg bij het ontluchten van het koelsysteem de instructies in het reparatiehandboek op. Wanneer het ontluchten niet juist wordt uitgevoerd, kan er in sommige gevallen niet meer dan ongeveer 2/3 van de juiste hoeveelheid koelvloeistof worden bijgevuld. Hierdoor kunnen er bijgeluiden ontstaan, kan de waterpomp defect raken of kunnen andere onderdelen beschadigd raken. 2. Meet de hoeveelheid afgetapte en de hoeveelheid bijgevulde koelvloeistof en ga door met ontluchten tot de bijgevulde hoeveelheid gelijk is aan of meer is dan de afgetapte en de gemorste hoeveelheid samen. 3. Het ontluchten van het koelsysteem en het toevoegen van koelvloeistof zijn bij normaal gebruik van de auto geen gebruikelijke procedures, zelfs niet wanneer er koelvloeistof is bijgevuld omdat het ontluchten niet juist was uitgevoerd. Zorg ervoor dat het koelsysteem volledig is ontlucht voordat de auto aan de klant wordt teruggegeven. 3

5 VII. VOORZORGSMAATREGELEN BIJ ALLE WERKZAAMHEDEN 1. OMGAAN MET VERVANGEN ONDERDELEN a) Markeer of vernietig vervangen onderdelen en bewaar ze in een bak met vervangen onderdelen om te voorkomen dat ze opnieuw worden gebruikt. AANWIJZING: De onderdelen die in de afbeelding links worden weergegeven dienen slechts ter illustratie en kunnen afwijken van de werkelijke vervangen onderdelen. 2. REINIG DELEN WAAROP KOELVLOEISTOF IS TERECHTGEKOMEN a) Als een onderdeel in contact komt met koelvloeistof en deze droogt op, dan zal dit er uitzien als witte aanslag en kan het mogelijk problemen veroorzaken. Veeg gemorste koelvloeistof af. 3. DEK DE AUTO AF a) Gebruik beschermende materialen zoals hoezen voor de voorschermen, grille en stoelen en beschermende tape om te voorkomen dat de auto vuil wordt of beschadigd raakt. b) Om de afbeeldingen in de technische instructies zo duidelijk mogelijk te maken en voor een goede uitleg van de werkzaamheden, is bovengenoemde beschermende uitrusting mogelijk weggelaten in de afbeelding. 4

6 VIII. ACHTERGROND EN PLAATS VAN ONDERDELEN 5

7 IX. VERWIJDEREN WATERPOMP MET MOTOR 1. NEEM SLEUTEL UIT CONTACT a) Neem veiligheidshalve de sleutel uit het contact en leg deze buiten het detectiegebied buiten de auto neer voordat met de werkzaamheden wordt begonnen. 2. VERWIJDER AFDEKKAP RADIATEURSTEUN 3. TAP KOELVLOEISTOF KOELSYSTEEM INVERTER AF WAARSCHUWING: Verwijder de reservoirdop of de aftapplug van de transmissie niet wanneer de radiateur heet is. Door de druk kunnen er vloeistof en stoom uit spuiten, die brandwonden kunnen veroorzaken. a) Verwijder de dop van het koelvloeistofreservoir voor de inverter. b) Verwijder de aftapplug van de transmissie. Vang de koelvloeistof op in een opvangbak en meet de hoeveelheid afgetapte koelvloeistof. WAARSCHUWING: Pas op. De koelvloeistof zal er met kracht uitstromen. Hoeveelheid afgetapte koelvloeistof: ongeveer 2,1 l (Referentiewaarde: totale hoeveelheid = ongeveer 2,7 l) c) Verwijder de pakkingring, markeer deze als vervangen onderdeel en bewaar deze in een bak met vervangen onderdelen of iets dergelijks. d) Plaats een nieuwe pakkingring en draai de aftapplug vast. Aanhaalmoment: 39 Nm (400 kgcm, 29 ft.lbf) 6

8 4. VERWIJDER INVERTERSTEUN NR. 2 a) Verwijder de 3 bouten en verwijder de steun. 5. VERWIJDER WATERPOMP MET MOTOR a) Plaats merktekens op de slangen bij de ribben van de waterpomp om te voorkomen dat de slangen bij het plaatsen verdraaid worden. b) Neem de 2 slangen los. c) Verwijder de bouten en moeren en neem de waterpomp los. d) Maak de stekker los en verwijder de pomp via de onderkant van de auto. e) Markeer de waterpomp als vervangen onderdeel en bewaar deze in een bak met vervangen onderdelen of iets dergelijks. 7

9 X. PLAATSEN WATERPOMP MET MOTOR 1. PLAATS WATERPOMP MET MOTOR a) Plaats de nieuwe waterpomp via de onderkant van de auto en sluit de stekker aan. b) Plaats de pomp met de bouten en moeren. Aanhaalmoment: 7,0 Nm (71 kgcm, 62 ft.lbf) c) Gebruik de merktekens die geplaatst zijn bij het verwijderen van de waterpomp en sluit de 2 slangen aan op de waterpomp zonder ze te verdraaiden. 2. PLAATS INVERTERSTEUN NR. 2 a) Zet de invertersteun met bouten A (2 bouten) en B vast. Aanhaalmoment: 25 Nm (255 kgcm, 18 ft.lbf) voor bout A Aanhaalmoment: 21 Nm (214 kgcm, 16 ft.lbf) voor bout B 8

10 3. VUL KOELVLOEISTOF BIJ a) Richt het uiteinde van de slang van het reservoir naar boven. Concentratie koelvloeistof : 50% b) Leg een doek onder de ontluchtingsnippel. c) Houd de basis van de ontluchtingsnippel vast met een sleutel en draai de ontluchtingsnippel los. Sluit vervolgens de transparante slang aan (binnendiameter: ongeveer 6 mm, lengte: ongeveer 450 mm). WAARSCHUWING: Om te voorkomen dat de steun waaraan de ontluchtingsnippel bevestigd is vervormd raakt, zorg ervoor dat u de basis van de ontluchtingsnippel goed vasthoudt. d) Steek het andere uiteinde van de transparante slang in de opening van het reservoir. e) Vul koelvloeistof bij tot het koelvloeistofniveau in de slang zich op gelijke hoogte bevindt met het streepje FULL op het reservoir. f) Draai de ontluchtingsnippel dicht. Aanhaalmoment: 11 Nm (112 kgcm, 98 ft.lbf) AANWIJZING: Neem de slang niet los. 4. VOER KOELVLOEISTOFLEKKAGETEST UIT (EERSTE TEST) a) Plaats de radiateurdoptester op het reservoir. b) Pomp tot een druk van 29 kpa (0,3 kg/cm 2, 4,2 psi) en controleer of er geen lekkage is. WAARSCHUWING: Houd er rekening mee dat deze waarde lager is dan die voor het koelsysteem van de verbrandingsmotor. c) Verwijder de radiateurdoptester. 9

11 5. ONTLUCHT HET KOELSYSTEEM (STAP 1) a) Controleer of het koelvloeistofniveau zich op gelijke hoogte bevindt met het streepje FULL. Als het koelvloeistofniveau te laag is, voeg dan koelvloeistof toe. b) Draai de ontluchtingsnippel los. Zet het contact AAN (IG) (niet in stand READY), laat de waterpomp gedurende ongeveer 5 s werken en zet het contact UIT. AANWIJZING: Omdat de lucht in het koelsysteem wordt vermengd met koelvloeistof, maakt de waterpomp bij deze eerste stap veel geluid. Dit duidt echter niet op een probleem; het geluid zal afnemen wanneer de onderstaande werkzaamheden zijn uitgevoerd. c) Vul koelvloeistof bij in het reservoir. d) Herhaal de stappen b en c 3 keer en controleer of het koelvloeistofniveau niet meer daalt. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het contact na 5 s UIT wordt gezet. Wanneer de waterpomp langer dan 5 s in werking is, raakt het reservoir leeg en wordt er lucht aangezogen, wat het ontluchten moeilijker maakt. 6. ONTLUCHT HET KOELSYSTEEM (STAP 2) a) Draai de ontluchtingsnippel los, zet het contact AAN (IG), laat de waterpomp gedurende ongeveer 1 minuut werken en zet het contact vervolgens UIT. b) Wacht ongeveer 1 minuut, zet vervolgens het contact AAN (IG) en laat de waterpomp weer gedurende 1 minuut werken. Zet het contact vervolgens UIT. c) Herhaal de stappen a en b ten minste 3 keer om het koelsysteem volledig te ontluchten. 10

12 Standaard: Het ontluchten is voltooid wanneer de stappen a en b ten minste 3 keer zijn herhaald en er wordt voldaan aan de volgende drie voorwaarden. 1 Er komt geen lucht meer uit de ontluchtingsnippel. 2 De waterpomp maakt minder geluid. 3 De totale hoeveelheid bijgevulde koelvloeistof is gelijk aan of meer dan de afgetapte en de gemorste hoeveelheid samen. 7. VOER KOELVLOEISTOFLEKKAGETEST UIT (TWEEDE TEST) a) Draai de ontluchtingsnippel dicht en neem de transparante slang los. Aanhaalmoment: 11 Nm (112 kgcm, 98 ft.lbf) b) Voer nogmaals de koelvloeistoflekkagetest uit. c) Vul koelvloeistof bij tot het niveau zich op gelijke hoogte bevindt met het streepje FULL op het reservoir en plaats vervolgens de reservoirdop. d) Plaats de slang van het reservoir terug in zijn oorspronkelijke stand. 8. CONTROLEER DE MOTORRUIMTE a) Controleer of u geen onderdelen vergeten bent te plaatsen. b) Verwijder de doek, het gereedschap en andere spullen. AANWIJZING: De afbeelding dient slechts ter illustratie van de controle; de auto komt niet overeen met het werkelijke voertuig. 9. PLAATS AFDEKKAP RADIATEURSTEUN 11