Humor op de radio, hoorde ik dat nou goed?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Humor op de radio, hoorde ik dat nou goed?"

Transcriptie

1 Humor op de radio, hoorde ik dat nou goed? Een experimenteel onderzoek naar de invloed van humoristische radioreclames op merkherinnering, merkherkenning, reclameherinnering en reclamewaardering Universiteit van Amsterdam Bachelorthesis Communicatiewetenschap Naam: Cher Chin-Fo-Sieeuw Studentnummer: Begeleidster: Charlotte Blom Datum: 10 juni 2013 Aantal woorden: 7646

2 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1 Inleiding 4 2 Theoretisch kader Humor Vergelijking effecten verschillende media Merkherinnering & merkherkenning Reclameherinnering Reclamewaardering Sekseverschillen voor reclamewaardering 11 3 Methode Steekproef Onderzoeksdesign Pretest Stimulusmateriaal Pilot test Procedure Metingen Humor Merkherinnering Merkherkenning Reclameherinnering Reclamewaardering Analyseplan 17 4 Resultaten Manipulatie check Effect van humor op merkherinnering Effect van humor op merkherkenning Effect van humor op reclameherinnering 19 1

3 4.5 Effect van humor op reclamewaardering Effect van humor en sekse op reclamewaardering 20 5 Conclusie 21 6 Discussie 23 Literatuurlijst 25 Bijlage 30 2

4 Samenvatting Radioreclames bevatten net als televisiereclames vaak humor. Desondanks wordt er meer aandacht besteed aan televisiereclames dan aan radioreclames met bijvoorbeeld prijzen zoals de Gouden Loeki. Wellicht heeft humor in radioreclames een andere werking op bepaalde aspecten. Het doel van dit onderzoek is om de invloed van humoristische radioreclames op merkherinnering, merkherkenning, reclameherinnering en reclamewaardering te onderzoeken. Daarnaast wordt onderzocht of er verschillen bestaan voor sekse bij de invloed op reclamewaardering. Aan de hand van voorgaand onderzoek werd verwacht dat het gebruik van humor in radioreclame een positief effect zou hebben op merkherinnering, merkherkenning, reclameherinnering en reclamewaardering. Tevens werd verwacht dat mannen een humoristische radioreclame positiever zouden beoordelen dan vrouwen. Het onderzoek is uitgevoerd middels een experiment met een online vragenlijst onder 146 proefpersonen. De proefpersonen kregen een reclameblok te horen met daarin ofwel een humoristische reclame, ofwel een niet-humoristische reclame. De resultaten tonen aan dat het horen van een humoristische radioreclame leidt tot een betere herinnering van de reclame en een positievere waardering van de reclame. Hierbij is er geen verschil gevonden tussen mannen en vrouwen voor de waardering van de reclame. Tevens blijkt er geen significant effect van humor in radioreclame op merkherinnering en merkherkenning. De uitkomsten van dit onderzoek bieden een aanvulling op het huidige onderzoek naar humor in radioreclames dat veelal gedateerd is. Tevens vormen de resultaten een bevestiging voor adverteerders van radioreclames, dat het gebruik van humor in radioreclames een positieve uitwerking heeft op de waardering en herinnering van de reclame. 3

5 1. Inleiding Ieder jaar wordt de Gouden Loeki uitgereikt voor de beste reclame volgens de Nederlandse televisiekijker. Hierbij zijn het vooral de meest ontroerende en humoristische reclames die worden genomineerd. De Gouden Loeki heeft een grote populariteit onder consumenten. Het afgelopen jaar keken 1,4 miljoen Nederlanders naar de uitreiking voor de Gouden Loeki ( Gouden Loeki trekt, 2012). Het is opvallend dat er zoveel aandacht wordt besteed aan televisiereclames en niet aan radioreclames. Er bestaan geen prijzen voor radioreclames, terwijl ook in radioreclames veel gebruik wordt gemaakt van humor. Uit een meta-analyse blijkt dat dertig procent van de radioreclames humor bevat, tegenover 24 procent van de televisiereclames (Weinberger, Spotts, Campbell & Parsons, 1995). Radio en televisie worden beide beschouwd als geschikt medium voor het gebruik van humor. Desondanks is er meer onderzoek gedaan naar humor in televisiereclames dan in radioreclames. Uit meerdere onderzoeken naar humor in radioreclame blijkt er een relatie te zijn met reclamewaardering (Chung & Zhao, 2003) en herinnering van de reclame (Eisend, 2009; Madden & Weinberger, 1984). Voor de invloed van humor op herinnering en herkenning van het merk zijn er tegenstrijdige effecten (Eisend, 2009). In de studies die zijn gedaan naar het effect van humor in radioreclame wordt nauwelijks aandacht besteed aan de modererende variabele sekse. De onderzoeken waarbij sekse wel werd meegenomen hadden enkel betrekking op de invloed van humor op reclamewaardering. Hieruit blijken geen eenduidige effecten (Whipple & Courtney, 1981; Fugate, Gotlieb & Bolton, 2000). Deze onderzoeken zijn veelal gedateerd, net als de meeste onderzoeken naar humor in radioreclames. Het doel van dit onderzoek is het vinden van actuele effecten van humor in radioreclames op de herinnering en herkenning van een merk en op de herinnering en waardering van de reclame. Ook wordt onderzocht welke rol sekse speelt bij de invloed van humor op reclamewaardering. De volgende onderzoeksvraag staat centraal: Wat is de invloed van humoristische radioreclames op merkherinnering, merkherkenning, reclameherinnering en reclamewaardering? Het onderzoek is experimenteel van aard en biedt een aanvulling op bestaand onderzoek naar het gebruik van humor in radioreclames, dat veelal gedateerd is. Daarnaast biedt het nieuwe inzichten doordat de modererende variabele sekse wordt meegenomen. Ook wordt getracht om, in tegenstelling tot eerder uitgevoerd onderzoek, eenduidige effecten te vinden van humor 4

6 op merkherinnering en merkherkenning. Nieuw inzicht in deze effecten is tevens interessant voor adverteerders. Adverteerders van radioreclames zouden resultaten uit deze studie kunnen gebruiken om reclames beter af te stemmen op hun mannelijke ofwel vrouwelijke doelgroep. Wellicht werkt humor in radioreclames beter voor een van beide groepen. Adverteerders van radioreclames kunnen hierop inspelen door voor bepaalde groepen wel of geen humor te gebruiken. 2. Theoretisch kader In dit theoretisch kader wordt allereerst de werking van humor beschreven. Vervolgens wordt de invloed van humor op merkherinnering, merkherkenning en reclameherinnering beschreven. Tot slot wordt de invloed van humor op reclamewaardering en de rol die sekse daarbij speelt besproken Humor Om in kaart te brengen hoe humor zijn invloed uitoefent in radioreclames is allereerst van belang de werking van humor te beschrijven. De werking van humor kan worden verklaard aan de hand van superioriteitstheorieën, opluchtingtheorieën en incongruentietheorieën (Meyer, 2000; Olsthoorn, 2004). Onder superioriteitstheorieën vallen theorieën waarin een vergelijking plaatsvindt tussen bijvoorbeeld personen. Een van beide personen is inferieur aan de andere, wat bij mensen een gevoel van plezier opwekt (Olsthoorn, 2004). Een voorbeeld hiervan is het lachen om onwetende acties van kinderen. Bij volwassenen wekt dit een gevoel van plezier op, dat ervoor zorgt dat zij gaan lachen (Meyer, 2000). De superioriteitstheorie zou ook kunnen worden gezien als een vorm van leedvermaak in bijvoorbeeld talentenshows. De superieure partij krijgt zelfvertrouwen en eigenwaarde, dat ten koste gaat van de inferieure, verslagen partij (Olsthoorn, 2004). In de reclame kan de superioriteitstheorie worden toegepast doordat de persoon uit de reclame een falende actie uitvoert. Bij de ontvanger ontstaat dan een gevoel van superioriteit, wat humor opwekt (Scharrer, Kim, Lin & Liu, 2006). Een tweede manier om de werking van humor te verklaren is met behulp van opluchtingtheorieën. Met opluchtingtheorieën wordt humor verklaard doordat mensen een gevoel van spanning proberen te verminderen (Meyer, 2000). Spanning ontstaat door het gevoel van dissonantie dat mensen ervaren na het maken van een beslissing of na ongewenste gedachten. Mensen vinden het prettig om dit gevoel van dissonantie te verminderen. Humor leidt tot een vermindering van het gevoel van spanning en daarmee tot opluchting. In de 5

7 reclame wordt hierop ingespeeld door bijvoorbeeld spanning op te bouwen. Door vervolgens een grapje te maken ontstaat een gevoel van opluchting. De meest gebruikte theorieën voor de verklaring van humor zijn incongruentietheorieën. Incongruentie, ook wel tegenstrijdigheid genoemd, komt in veel definities van humor naar voren en wordt gezien als de essentie van humor (Olsthoorn, 2004). Vanuit het perspectief van de incongruentietheorie lachen mensen om wat hen verrast, of wat onverwacht of vreemd is op een niet-bedreigende manier (Meyer, 2000). Er is sprake van een niet voor de hand liggende situatie die als grappig wordt beschouwd (Olsthoorn, 2004). In de reclame wordt een bepaalde verwachting opgewekt bij de ontvanger, terwijl vervolgens iets heel anders gebeurt. Doordat de uitkomst incongruent is met de verwachting ontstaat een gevoel van humor. Anders dan bij de opluchtingtheorie, waarbij de focus ligt op het psychologische en emotionele effect van humor, doet de incongruentietheorie een beroep op de kennis de ontvanger (Meyer, 2000). De ontvanger moet kennis hebben van normale patronen van de realiteit alvorens hij of zij snapt welke situaties hiervan afwijken. Vanuit de incongruentietheorie is het dus van belang dat de ontvanger beschikt over de mentale capaciteit om incongruenties op te merken en te begrijpen, om het gevoel van humor op te wekken. 2.2 Vergelijking effecten verschillende media Omdat het aantal onderzoeken naar humor in radioreclame beperkt is, worden bij de verschillende variabelen ook effecten besproken van humor in televisie- en printreclame. Met name de effecten voor humor in radioreclame en televisiereclame kunnen goed worden vergeleken. Radio en televisie worden beide beschouwd als een geschikt medium voor het gebruik van humor (Weinberger et al., 1995). Effecten hiervan voor verschillende media worden vaker vergeleken om de rol van humor goed te kunnen verklaren (Weinberger, 2004). 2.3 Merkherinnering en merkherkenning In dit onderzoek wordt een onderscheid gemaakt tussen herinnering en herkenning van het merk. Met herinnering wordt spontane merkherinnering bedoeld, waarbij men gevraagd wordt om het merk uit de stimulusreclame te benoemen (Chung & Zhao, 2003). Met herkenning wordt geholpen merkherinnering bedoeld, waarbij men gevraagd wordt het merk uit de stimulusreclame te kiezen uit een lijst van soortgelijke merken. Uit meerdere studies naar de invloed van humoristische televisiereclames blijkt een positief effect op merkherinnering (Chung & Zhao, 2003; Chung & Zhao, 2011; Perry, 6

8 Jenzowsky, King, Hester & Gartenschlaeger, 1997; Zhang & Zinkhan, 1991). Het merk blijkt daarbij beter te worden herinnerd wanneer de humoristische reclame wordt uitgezonden tijdens een niet-humoristisch programma (Perry et al., 1997). Ook blijkt de merkherinnering hoger te zijn wanneer de humor relevant is voor de boodschap in de reclame (Krishnan & Chakravarti, 2003). In tegenstelling tot deze verscheidene positieve effecten van humor op merkherinnering, vond Eisend (2009) in zijn meta-analyse geen eenduidige effecten op merkherinnering. Echter is het aantal onderzoeken dat in deze meta-analyse is meegenomen relatief klein in vergelijking met onderzoeken naar andere effecten van humor. Dit heeft tot gevolg dat de resultaten met voorzichtigheid moeten worden aangenomen. Tevens zijn de meegenomen studies veelal uitgevoerd onder een kleine groep proefpersonen. Dit is nadelig voor de externe validiteit van zowel de meegenomen studies, als van de meta-analyse van Eisend (2009). Vanwege de kanttekeningen bij deze meta-analyse wegen de andere onderzoeken naar het effect van humor op merkherinnering zwaarder bij het opstellen van de hypothese. Omdat er met name positieve effecten zijn gevonden voor de invloed van humor op merkherinnering, wordt de volgende hypothese opgesteld: H1: Een humoristische radioreclame zal een positiever effect hebben op merkherinnering dan een niet-humoristische radioreclame. In veel onderzoeken naar het effect van humor wordt merkherinnering gebruikt voor de meting van het geheugen (Chung & Zhao, 2003; Chung & Zhao, 2011; Perry et al., 1997; Zhang & Zinkhan, 1991). Berg & Lippman (1997) zijn echter van mening dat merkherkenning een betere manier is voor het testen van het geheugen. Ten eerste veronderstellen zij dat spontane merkherinnering een zeer strikte manier is om het geheugen te meten, waarbij de kracht van het geheugen kan worden onderschat. Ten tweede zijn ze van mening dat men tijdens het meten van merkherkenning, ook wel geholpen merkherinnering, hetzelfde proces doorloopt als tijdens het doen van aankopen. Dit is tevens het doel dat adverteerders voor ogen hebben bij het maken van de reclame. Wanneer men bijvoorbeeld in de supermarkt voor het schap van de chips staat, zal er eerder worden gekozen voor een merk dat wordt herkend uit een reclame. Chung & Zhao (2003) beschrijven dit proces aan de hand van de duaal proces hypothese. Hierbij bestaat herinnering uit twee stappen; zoeken in het geheugen en herkenning. Volgens deze hypothese is herkenning een subproces van herinnering. Bij herinnering wordt er eerst in het geheugen gezocht, waarna er wordt geselecteerd door middel van herkenning. Dit vormt een logische verklaring voor het feit dat 7

9 proefpersonen doorgaans eerder een merk herkennen dan dat zij zich een merk kunnen herinneren. Ondanks dat Berg & Lippman (1997) vastberaden zijn over de manier waarop het geheugen het beste kan worden getest, verschillen hun studies wel in uitkomst voor de invloed van humor. Zo blijkt uit een onderzoek naar de herkenning van nieuwe merknamen een positief effect van humor in radioreclame op merkherkenning (Berg & Lippman, 1997). In een soortgelijk onderzoek dat enkele jaren later door hen is uitgevoerd, blijkt echter geen significant effect te zijn voor merkherkenning na het horen van een humoristische radioreclame (Berg & Lippman, 2001). Deze studie is echter ook op een andere manier uitgevoerd. Om het keuzeproces na te bootsen dat plaatsvindt bij een aankoop in de supermarkt, kregen de proefpersonen bij de test voor herkenning alleen het logo van het merk te zien. Dit is in tegenstelling tot het eerder uitgevoerde onderzoek van Berg & Lippman (1997) waarin de proefpersonen een lijst merknamen te zien kregen. Een oorzaak voor het niet significante resultaat kan zijn dat het keuzeproces tijdens een aankoop niet goed genoeg is nagebootst. De respondenten werd niet gevraagd welk product zij zouden willen kopen, zoals in een supermarkt het geval is, maar er werd hen gevraagd welke merknaam er bij het logo hoorde. Een ander onderzoek waaruit geen significante effecten blijken voor het effect van humor op merkherkenning is de meta-analyse van Eisend (2009). Humoristische reclames verschillen niet van niet-humoristische reclames bij de invloed op merkherkenning. Uit een onderzoek naar humoristische televisiereclames blijkt wel een significant effect van humor op merkherkenning (Chung & Zhao, 2003). Deze studie is dan ook uitgevoerd middels een geheel andere methode, namelijk met een telefonische vragenlijst. Deze vragenlijst is afgenomen in de periode van 1992 tot 1997, tijdens uitzendingen van het Amerikaanse sportevenement Super Bowl. Proefpersonen werden geheel random benaderd en de vragenlijst werd afgenomen in een natuurlijke omgeving. In tegenstelling tot het onderzoek van Berg & Lippman (2001), is er geen gebruik gemaakt van de weergave van logo s bij het meten van herkenning. De proefpersonen kregen een lijst merknamen te horen waarna zij konden aangeven welke merken zij hadden gehoord bij de reclameblokken tijdens Super Bowl. Ook uit een onderzoek naar printmedia blijkt een positief effect van humor op merkherkenning. Bij een hoge humorsterkte is vaker sprake van merkherkenning dan bij een lage humorsterkte (Krishnan & Chakravarti, 2003). Naarmate er dus meer humor gebruikt wordt, wordt het merk uit de advertentie vaker herkend. Omdat de meeste studies een positief effect van humor op merkherkenning aantonen, leidt dit tot de volgende hypothese: 8

10 H2: Een humoristische radioreclame zal een positiever effect hebben op merkherkenning dan een niet-humoristische radioreclame. 2.4 Reclameherinnering Met reclameherinnering wordt spontane reclameherinnering bedoeld, waarbij men de reclame zelf moet beschrijven (Chung & Zhao, 2011). Uit meerdere studies blijkt een positief effect van humor op herinnering van de reclame (Chung & Zhao, 2011; Cline & Kellaris, 2007; Eisend, 2009; Madden & Weinberger, 1984; Zhang & Zinkhan, 1991). Dit blijkt bijvoorbeeld uit een onderzoek naar het effect van humoristische televisiereclames voor zowel bekende als onbekende merken (Chung & Zhao, 2011). De proefpersonen werd gevraagd om alles te noteren wat zij zich konden herinneren uit de reclame. Na het zien van de humoristische reclame was de reclameherinnering significant hoger dan na het zien van de niethumoristische reclame. Ook blijkt uit een studie naar het effect van verschillende humorsterktes dat de reclameherinnering hoger is na het zien van een reclame met een hoge humorsterkte (Cline & Kellaris, 2007). Humor werkt dus positief voor de reclameherinnering. In studies naar het effect van humor op reclameherinnering wordt niet altijd gebruikgemaakt van spontane reclameherinnering. Zo werd er in een onderzoek naar de effecten van humor in televisiereclame onderzocht of proefpersonen zich de reclame konden herinneren, aan de hand van tien vragen over de reclame (Zhang & Zinkhan, 1991). Hierbij was er wel een positief effect van humor op reclameherinnering. In een ander onderzoek naar gepercipieerde reclameherinnering, werd de proefpersonen gevraagd in hoeverre zij zich de reclame dachten te kunnen herinneren (Perry et al., 1997). De gepercipieerde reclameherinnering was hoger bij de humoristische reclame dan bij de niet-humoristische reclame. Er zijn ook enkele studies waarbij het effect van humor op reclameherinnering niet positief was. Zo blijkt bijvoorbeeld uit een onderzoek naar de invloed van humoristische radioreclames op de mate waarin proefpersonen werden afgeleid (Nelson, Duncan & Frontczak, 1985). De proefpersonen gaven aan meer te zijn afgeleid bij de humoristische radioreclame. Dit had tot gevolg dat zij de reclame achteraf minder goed konden beschrijven. Humor in radioreclame had hier dus een negatief effect voor reclameherinnering. Tevens blijkt uit het onderzoek van Belch & Belch (1984) naar de invloed van televisiereclames geen effect van humor voor reclameherinnering. De humoristische reclame werd echter wel beter herinnerd dan de niet-humoristische reclame wanneer de reclame werd herhaald. Bij een 9

11 herhaalde blootstelling aan de reclame is er dus wel sprake van een positief effect van humor op reclameherinnering. Omdat uit het merendeel van de studies een positief effect blijkt van humor op herinnering van de reclame, kan de volgende hypothese worden opgesteld: H3: Een humoristische radioreclame zal een positiever effect hebben op reclameherinnering dan een niet-humoristische radioreclame. 2.5 Reclamewaardering Met reclamewaardering wordt de algemene evaluatie van de reclame bedoeld (Mackenzie & Lutz, 1989). Reclamewaardering kan dus worden bepaald aan de hand van de mening van een ontvanger. In veel studies naar humor in reclame wordt onderzocht wat het effect is op de waardering van de reclame. Het gebruik van humor in reclame heeft, ongeacht het soort medium, een positief effect op de reclamewaardering (Belch & Belch, 1984; Berg & Lippman, 2001; Chung & Zhao, 2003; Chung & Zhao, 2011; Eisend, 2009; Flaherty, Weinberger & Gulas, 2004; Weinberger & Gulas, 1992). Hierbij is wel van belang dat men de reclame als humoristisch beschouwt. Zo blijkt uit een studie naar humor in radioreclames dat het positieve effect op reclamewaardering alleen geldt wanneer er sprake is van waargenomen humor (Flaherty et al., 2004). Een kanttekening is dat veel studies uitgevoerd zijn in een niet-natuurlijke omgeving zoals een onderzoekslab. De waargenomen humor is hoger wanneer men de reclame-uiting samen met iemand bekijkt en wanneer de reclame in een woonkamer of andere natuurlijke omgeving wordt bekeken, dan wanneer men de reclame-uiting alleen bekijkt of in een niet-natuurlijke omgeving (Zhang & Zinkhan, 1991). Het positieve effect van humor op reclamewaardering zal dus hoger zijn wanneer de reclameuiting in de natuurlijke omgeving wordt bekeken. Een andere kanttekening bij veel studies naar het effect van humor op reclamewaardering, is dat er vaak gebruik wordt gemaakt van niet-bestaande reclames voor niet-bestaande merken (Chung & Zhao, 2011). De reden hiervoor is dat men vaak al een mening over een merk heeft bij gebruik van bestaande merknamen (Chattopadhyay & Basu, 1990). Het gebruik van niet-bestaande merken zorgt ervoor dat, net als de studies die zijn uitgevoerd in een niet-natuurlijke omgeving, de reclame minder realistisch is. Het gebruik van bestaande merken zou er echter toe kunnen leiden dat het effect van humor in de reclame anders is. Hierover bestaat echter niet voldoende inzicht. 10

12 De meerderheid van eerdere studies toont een positief effect aan van humoristische reclame op reclamewaardering. Op basis hiervan kan de volgende hypothese worden vastgesteld: H4: De humoristische radioreclame zal een positiever effect hebben op reclamewaardering dan de niet-humoristische radioreclame. 2.6 Sekseverschillen voor reclamewaardering Bij onderzoeken naar de invloed van humor in reclame wordt weinig aandacht besteed aan de modererende, demografische variabele sekse. Alleen bij studies naar de invloed van humor op reclamewaardering is de rol van sekse meegenomen. Deze studies laten geen eenduidige effecten zien. Zo tonen Whipple en Courtney (1981) aan dat sekse geen rol speelt bij de waardering van humoristische printadvertenties. Mannen en vrouwen waarderen beide humoristische reclames, maar zij verschillen wel in voorkeur voor soort humor. Mannen hebben een hogere waardering voor agressieve en seksuele humor dan vrouwen. Vrouwen hebben een hogere waardering voor nonsens humor dan mannen. Naast het verschil in voorkeur voor soort humor zijn er ook andere verschillen tussen mannen en vrouwen voor het effect van humor in reclame. Zo blijkt uit meerdere studies dat humor in reclame positiever werkt bij mannen dan bij vrouwen. Dit geldt niet alleen voor waardering van de reclame. Lammers (1991) toont aan dat mannen met een hoge mate van zelfcontrole humoristische radioreclames positiever beoordelen dan vrouwen met een hoge mate van zelfcontrole. Mannen waarderen de humoristische reclame dus positiever dan vrouwen. Zelfs wanneer humor niet past bij het product of de dienst, wordt een humoristische reclame positiever beoordeeld door mannen dan door vrouwen (Fugate et al., 2000). Uit een ander onderzoek blijkt dat vrouwen meer tegenargumenten geven na het zien van een humoristische reclame dan mannen (Lammers, Leibowitz, Seymour & Hennessey, 1983). Over het algemeen blijkt de invloed van humoristische reclames positiever te werken voor mannen dan voor vrouwen. Dit leidt tot de volgende hypothese: H5: De humoristische radioreclame zal voor mannen een positiever effect hebben op reclamewaardering dan voor vrouwen. De verbanden die in deze studie worden onderzocht, worden in Figuur 1 weergeven. 11

13 Figuur 1 Conceptueel model. 3. Methode In de methodesectie zal allereerst de steekproef worden besproken. Daarna zal worden ingegaan op het onderzoeksdesign en het gebruikte stimulusmateriaal. Vervolgens worden de metingen, pretest, pilot test en de procedure beschreven. Tot slot wordt het analyseplan beschreven. 3.1 Steekproef Het onderzoek is uitgevoerd onder 246 proefpersonen. Daarvan hebben 146 proefpersonen de vragenlijst volledig ingevuld. Van de proefpersonen was 39,7% procent man (n = 58) en 60,3% procent vrouw (n = 88). De proefpersonen varieerden in leeftijd van 15 tot 69 jaar (M = 32,05, SD = 13,96). De meeste proefpersonen hebben WO als hoogst afgeronde opleiding (n = 64, P = 43,8). De proefpersonen zijn geworven via en Facebook. Bij de werving via Facebook is allereerst gebruikgemaakt van een convenience sample. Er werden alleen mensen uit het netwerk van de onderzoekers benaderd en hieronder vallen veel studenten Communicatiewetenschap. Dit heeft wellicht de externe validiteit van het onderzoek omlaag gebracht. Het voordeel van een convenience sample is dat er in beperkte tijd gemakkelijk veel proefpersonen benaderd kunnen worden (Bryman, 2008). Het nadeel is dat niet iedereen een gelijke kans krijgt om benaderd te worden. Om ook mensen buiten het netwerk van de onderzoekers te kunnen benaderen, is er tevens een sneeuwbalsteekproef uitgevoerd. Dit is gedaan door te vragen of men de link naar de enquête wilde delen via Facebook. Het nadeel 12

14 van de sneeuwbalsteekproef is dat er geen representatieve weergave van de populatie plaatsvindt ( t Hart, Boeije & Hox, 2009). Het voordeel van deze steekproef is dat er in een relatief korte tijd veel proefpersonen konden worden benaderd. 3.2 Onderzoeksdesign Het onderzoek is uitgevoerd middels een experiment met een online vragenlijst. Er is gekozen voor een experiment omdat hiermee causale verbanden kunnen worden gemeten. De vragenlijst is gemaakt met behulp van de online surveysoftware Qualtrics. Een online vragenlijst is een geschikte manier voor het experiment omdat de radioreclames gemakkelijk konden worden ingevoegd in de vragenlijst. In dit onderzoek is gebruikgemaakt van een één factorieel tussenpersonen design met twee condities. Het experimenteel design is te zien in Figuur 2. De factor in het design is humor in radioreclames. Hierbij zijn reclames gekozen die helemaal geen humor bevatten en reclames die wel humor bevatten. Het is een tussenpersonen design omdat iedere proefpersoon één uiting te zien kreeg, waardoor de verschillen konden worden gemeten tussen personen uit de verschillende condities. De proefpersonen werden random toegewezen aan een van beide condities. Het onderzoek maakte deel uit van een groter onderzoek met twee andere onderzoekers. Omdat ook variabelen van hen werden meegenomen in de vragenlijst, zijn de reclames eveneens geselecteerd op productbetrokkenheid. Dit vormt een gunstig aspect voor het huidige onderzoek. De geselecteerde reclames zijn namelijk voor verschillende productcategorieën, wat zorgt voor variëteit in de reclames. In dit onderzoek zijn de data samengevoegd tot enkel humoristische en niet-humoristische reclames. Voor de analyses is er alleen gebruikgemaakt van de relevante data voor dit onderzoek. Figuur 2 Experimenteel design voor humor in radioreclames. 13

15 3.3 Pretest Bij de selectie van radioreclames voor de verschillende condities is er een pretest uitgevoerd onder veertien personen. De pretest is uitgevoerd met behulp van een online vragenlijst. In de pretest werden twaalf radioreclames getest voor producten met een hoge en lage betrokkenheid. Er zijn radioreclames gebruikt van verschillende radiozenders (onder andere Sky Radio, Radio 538, 3FM en Wild FM) en van de website radioacties.nl, een online database voor radioreclames. Bij het kiezen van humoristische radioreclames zijn reclames geselecteerd die humor bevatten op grond van superioriteitstheorieën, opluchtingtheorieën en incongruentietheorieën. Hierbij is er geselecteerd op basis van kenmerken van de drie theorieën. De mate van humor werd gemeten middels vier items op een zespunts semantisch differentiaalschaal. De gebruikte items waren niet grappig/grappig, niet humoristisch/humoristisch, niet vermakelijk/vermakelijk en saai/niet saai. Er is voor gekozen om in het experiment gebruik te maken van twee reclames met de hoogste mate van humor: een reclame voor opticien Pearle (M = 4,05, SD = 1,64) en een reclame voor Aviko s smulfrieten (M = 5,13, SD = 1,28). Ook zijn twee reclames gekozen met de laagste mate van humor: een reclame voor opticien EyeWish Groeneveld (M = 1,27, SD = 0,45) en een reclame voor sauzen van Maggi (M = 1,39, SD = 0,68). Hierbij is gekozen voor reclames uit dezelfde productcategorieën, namelijk etenswaren en opticiens, zodat deze goed konden worden vergeleken. Dit zorgde tevens voor variëteit in de reclames. 3.4 Stimulusmateriaal In dit onderzoek wordt gebruikgemaakt van bestaande reclames voor bestaande merken. Hier is voor gekozen wegens het korte tijdsbestek en het gebrek aan de middelen voor het opnemen van een niet-bestaande reclame. Het voordeel van een bestaande reclame is dat de reclame als realistischer wordt beschouwd dan een niet-bestaande reclame. Het nadeel van een bestaande reclame is dat men vaak al een mening heeft over een merk bij het gebruik van bestaande merken (Chattopadhyay & Basu, 1990). De eerste reclame van de humoristische conditie was voor brillen van Pearle. In de reclame wordt allereerst een aanbieding beschreven voor een gratis zonnebril op sterkte bij aankoop van een nieuwe bril. Vervolgens worden er in een zeer hoog tempo redenen genoemd om de zonnebril op sterkte aan te schaffen. Er wordt onder andere verteld dat mensen met een zonnebril ongegeneerd naar andere mensen kunnen kijken op een terrasje of anoniem kunnen flirten in de file. De incongruentie tussen het eerste serieuze deel en het tweede deel met de snel ingesproken redenen, maakt de reclame humoristisch. 14

16 De tweede reclame in de humoristische conditie was voor smulfrieten van Aviko. In de reclame zijn een oma en haar kleinzoon aan het eten. De kleinzoon zegt meerdere malen dat hij de frieten van zijn oma zo lekker dik vindt. De oma verstaat hem verkeerd, ze denkt namelijk dat hij haar tieten zo lekker dik vindt. De kleinzoon gaat het steeds harder roepen en uiteindelijk geeft de oma hem een klap. Vervolgens beschrijft de voice-over deze nieuwe soort friet: oma s smulfrieten. De eerste reclame van de niet-humoristische conditie was voor brillen van EyeWish Groeneveld. De voice-over vertelt dat, ongeacht het soort verzekering, iedereen bij EyeWish Groeneveld geld terugkrijgt bij aankoop van een bril; minimaal 50 euro en maximaal 300 euro. De tweede reclame van de niet-humoristische conditie was voor sauzen van Maggi. De voice-over begint met de vraag Hoe vindt u de lekkerste sauzen?. Vervolgens vertelt hij dat Maggi sauzen volgens onderzoek niet altijd op ooghoogte staan, dus dat men goed moet kijken in de supermarkt. Daarna noemt hij een website waar men zijn of haar mening kan geven over sauzen van Maggi en kans maakt op een Bruynzeel keuken. 3.5 Pilot test Er is een pilot test uitgevoerd onder tien studenten Communicatiewetenschap. In de pilot test werd de online vragenlijst beoordeeld op geschiktheid van de vragen, lengte en eventuele fouten. Deze feedback kon vervolgens worden gebruikt voor de optimalisatie van de vragenlijst. 3.6 Procedure Bij de start van de online vragenlijst kregen de proefpersonen een informatieblad en een consent brief te lezen (zie Bijlage Vragenlijst ). De proefpersonen moesten hierop een akkoord geven om de vragenlijst te kunnen vervolgen. In de introductie van de vragenlijst werd beschreven dat het een onderzoek was naar de effecten van radioreclame. De proefpersonen kregen allereerst een radioblok te horen van vijf radioreclames, met daarin de manipulatiereclame. De manipulatiereclame werd in het midden geplaatst om te voorkomen dat er een primacy of recency effect zou kunnen optreden. Bij een primacy effect zou de reclame worden herinnerd waar het reclameblok mee gestart is. Bij een recency effect zou de reclame worden herinnerd die als laatste werd afgespeeld (Forgas, 2011). Vervolgens werd een aantal algemene vragen gesteld over radiogebruik, zoals de gemiddelde luistertijd per dag. Deze vragen dienden als filler task, waarmee werd getracht de gedachten van proefpersonen even af te leiden van het onderzoek. Vervolgens werden er vragen gesteld over 15

17 merkherinnering, merkherkenning en reclameherinnering. Daarna werd de manipulatiereclame eenmaal herhaald. Hierna werden vragen gesteld voor de manipulatie check, waarmee werd gemeten of de manipulatie geslaagd was. Daaropvolgend werden vragen gesteld over reclamewaardering. Deze vragen zijn gesteld na de herhaling van de manipulatiereclame. Op deze manier was het voor de proefpersonen duidelijk op welke specifieke reclame uit het reclameblok de vragen betrekking hadden. Ook werden vragen gesteld over variabelen die door de andere onderzoekers werden onderzocht. Tot slot werd naar een aantal demografische gegevens van de proefpersonen gevraagd, namelijk sekse, leeftijd en opleidingsniveau. Dit zijn voor de proefpersonen makkelijk beantwoordbare vragen aan het einde van de vragenlijst. Wanneer deze vragen aan het begin zouden worden gesteld, waren de proefpersonen wellicht snel van de vragenlijst afgehaakt. 3.7 Metingen In deze paragraaf wordt beschreven hoe de verschillende variabelen zijn gemeten. De onafhankelijke variabele in dit onderzoek is humor en de afhankelijke variabelen zijn merkherinnering, merkherkenning, reclamewaardering en reclameherinnering Humor De onafhankelijke variabele humor is gemanipuleerd met behulp van ofwel de humoristische radioreclame, ofwel de niet-humoristische radioreclame. De variabele bestaat uit de waarden 0 voor de niet-humoristische conditie en 1 voor de humoristische conditie. Er is gemeten of de humoristische reclame door de proefpersonen als humoristischer werd ervaren dan de niet-humoristische reclame. Met behulp van vier items op een zevenpunts semantisch differentiaalschaal werd de proefpersonen gevraagd of zij de reclame niet grappig/grappig, niet humoristisch/humoristisch, niet vermakelijk/vermakelijk, saai/niet saai vonden (Chattopadhyay & Basu, 1990). Deze items laden allemaal op één factor (EV = 3,54, R 2 = 88,50) en vormen een betrouwbare schaal (Cronbachs alpha = 0,96) Merkherinnering Voor het meten van de afhankelijke variabele merkherinnering is gebruikgemaakt van spontane merkherinnering (Gupta & Lord, 1998). De proefpersonen werd de volgende open vraag gesteld: Welke merken herinnert u zich nog uit de reclames? Noteer de merknamen die u zich kunt herinneren. De antwoorden zijn gehercodeerd naar een dichotome variabele merkherinnering. Wanneer het merk van de manipulatiereclame niet werd herinnerd kreeg 16

18 de proefpersoon de waarde 0 toegekend en wanneer het merk wel werd herinnerd werd de waarde 1 toegekend Merkherkenning Om de afhankelijke variabele merkherkenning te meten is gebruikgemaakt van geholpen merkherinnering. De proefpersonen werd gevraagd welk merk ze hebben gehoord in het reclameblok. Hierbij kon worden gekozen uit een lijst van zes merknamen uit dezelfde productcategorie (Singh, Rothschild, Churchill, 1988). De variabele is vervolgens gehercodeerd tot de variabele merkherkenning. Proefpersonen die de merknaam niet herkenden uit de lijst met alternatieven kregen de waarde 0 toegekend en proefpersonen die de merknaam wel herkenden kregen de waarde 1 toegekend Reclameherinnering Voor het meten van de afhankelijke variabele reclameherinnering is gebruikgemaakt van spontane reclameherinnering. De proefpersonen werd gevraagd de manipulatiereclame te beschrijven in maximaal vijf zinnen (Moorman, Neijens & Smit, 2007). De antwoorden zijn gecodeerd op basis van elementen die de radioreclame beschrijven. Deze elementen zijn door de onderzoeker vastgesteld. De variabele is gehercodeerd naar de dichotome variabele reclameherinnering. Wanneer de proefpersoon een of meer van de elementen had genoemd, werd de waarde 1 toegekend. Wanneer geen van de elementen werd benoemd, werd de waarde 0 toegekend Reclamewaardering De afhankelijke variabele reclamewaardering is gemeten met vijf items op een zevenpunts Likert schaal van zeer mee oneens tot zeer mee eens. De proefpersonen werd gevraagd in hoeverre ze de reclame leuk, positief, aangenaam, interessant en aantrekkelijk vonden. Hoe hoger de proefpersonen op de schaal scoren, hoe positiever de reclamewaardering is. Uit een factoranalyse blijkt dat de vijf items allemaal op één factor laden (EV = 3,74, R 2 = 74,75). De items vormen een betrouwbare schaal (Cronbachs alpha = 0,91) en zijn samengevoegd tot de variabele reclamewaardering (M = 3,50, SD = 1,41). 3.8 Analyseplan Om te bepalen of humor en niet-humor van elkaar verschillen voor merkherinnering, merkherkenning, reclameherinnering en reclamewaardering is een eenwegs-variantieanalyse 17

19 uitgevoerd. Er is een onafhankelijke variabele, humor, die de waarden humor en geen humor kan aannemen. Met de eenwegs-variantieanalyse wordt gemeten wat het verschil is tussen twee gemiddelden voor de afhankelijke variabelen. Om de modererende rol van sekse te meten is een tweewegs-variantieanalyse uitgevoerd. De onafhankelijke variabelen humor en sekse zijn categorische variabelen die twee waarden kunnen aannemen. De afhankelijke variabele is reclamewaardering. 4. Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. Allereerst zal worden getoetst of de manipulatie is geslaagd. Vervolgens worden de verschillende hypothesen getoetst met behulp van variantieanalyses. 4.1 Manipulatie check Om te meten of de humoristische reclame daadwerkelijk als humoristisch werd beschouwd is een manipulatie check uitgevoerd met een t-toets. De mate van humor verschilde significant tussen de humoristische reclame (M = 4,10, SD = 1,73) en de niet-humoristische reclame (M = 2,11, SD = 1,15), t (113,95) = 8,06, p < 0,05. De manipulatie van beide condities is geslaagd. Tabel 1 Manipulatie check humor (N = 146). Gemiddelde Standaardafwijking N Humor 2,11 1,15 68 Niet-humor 4,10 1, Effect van humor op merkherinnering In hypothese 1 werd verwacht dat een humoristische radioreclame een positiever effect zal hebben op merkherinnering dan een niet-humoristische radioreclame. Dit is getoetst door middel van een eenwegs-variantieanalyse met als onafhankelijke variabele humor en als afhankelijke variabele merkherinnering. Uit de Levene s Test blijkt dat niet mag worden uitgegaan van gelijke populatievarianties, F (1, 144) = 0,57, p = 0,693. Dit betekent dat de resultaten met enige voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd. Er is geen significant verschil voor merkherinnering tussen de proefpersonen die de humoristische reclame hebben 18

20 gehoord en de proefpersonen die de niet-humoristische reclame hebben gehoord, F (1, 144) = 0,16, p = 0,693, η2 = 0,00. De proefpersonen uit de humoristische conditie herinnerden het merk iets beter (M = 0,46, SD = 0,50) dan de proefpersonen uit de niet-humoristische conditie (M = 0,42, SD = 0,50). Omdat dit verschil niet significant is, moet hypothese 1 worden verworpen. De humoristische radioreclame heeft dus geen significant positiever effect op merkherinnering dan de niet-humoristische radioreclame. 4.3 Effect van humor op merkherkenning In hypothese 2 werd gesteld dat een humoristische radioreclame een positiever effect zal hebben op merkherkenning dan een niet-humoristische radioreclame. Deze hypothese is getoetst met behulp van een eenwegs-variantieanalyse met als onafhankelijke variabele humor en als afhankelijke variabele merkherkenning. Uit de Levene s Test blijkt dat niet mag worden uitgegaan van gelijke populatievarianties, F (1, 144) = 0,27, p = 0,795. Er is dus geen significant verschil tussen de proefpersonen in de humoristische conditie en de proefpersonen in de niet-humoristische conditie voor merkherkenning, F (1, 144) = 0,07, p = 0,795, η2 = 0,00. Herkenning van het merk verschilt bijna niet tussen proefpersonen die de humoristische reclame hoorden (M = 0,66, SD = 0,48) en proefpersonen die de niethumoristische reclame hoorden (M = 0,64, SD = 0,48). De humoristische reclame heeft dus geen significant positiever effect op merkherkenning. Hypothese 2 moet worden verworpen. 4.4 Effect van humor op reclameherinnering In hypothese 3 werd verwacht dat een humoristische radioreclame een positiever effect heeft op reclameherinnering dan een niet-humoristische radioreclame. Voor de toetsing van deze hypothese is wederom een eenwegs-variantieanalyse uitgevoerd met als onafhankelijke variabele humor en als afhankelijke variabele reclameherinnering. Uit de Levene s Test blijkt dat er mag worden uitgegaan van gelijke populatievarianties, F (1, 144) = 9,92, p = 0,028. Er is een significant, zeer zwak verschil voor reclameherinnering tussen de proefpersonen uit de humoristische conditie en de proefpersonen uit de niet-humoristische conditie, F (1, 144) = 4,96, p < 0,05, η2 = 0,03. Humor in radioreclame kan voor 3,3% de variantie in reclameherinnering verklaren. Proefpersonen die de humoristische reclame hoorden (M = 0,50, SD = 0,50) herinneren de reclame significant beter dan proefpersonen die de niet-humoristische reclame hoorden (M = 0,32, SD = 0,47). Hypothese 3 mag worden aangenomen. 19

21 4.5 Effect van humor op reclamewaardering In hypothese 4 werd gesteld dat een humoristische radioreclame een positiever effect heeft op reclamewaardering dan een niet-humoristische radioreclame. Dit is getoetst door middel van een eenwegs-variantieanalyse met als onafhankelijke variabele humor en als afhankelijke variabele reclamewaardering. Uit de Levene s Test blijkt dat er niet mag worden uitgegaan van gelijke populatievarianties, F (1, 144) = 1,87, p = 0,007. De resultaten moeten dus met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Er is een significant, zeer zwak verschil gevonden voor reclamewaardering tussen de proefpersonen uit de humoristische conditie en de proefpersonen uit de niet-humoristische conditie, F (1, 144) = 7,74, p < 0,05, η2 = 0,05. De variantie in reclamewaardering kan voor 5,1% worden verklaard door de variabele humoristische radioreclame. Proefpersonen die de humoristische radioreclame hoorden (M = 3,83, SD = 1,46) waarderen de reclame significant hoger dan proefpersonen die de niethumoristische reclame hebben gehoord (M = 3,19, SD = 1,30). Omdat hierbij de assumptie van gelijke populatievarianties is geschonden kan hypothese 4, met enige voorzichtigheid, worden aangenomen. 4.6 Effect van humor en sekse op reclamewaardering In hypothese 5 werd gesteld dat de humoristische radioreclame voor mannen een positiever effect heeft op reclamewaardering dan voor vrouwen. Voor de toetsing van deze hypothese is een tweewegs-variantieanalyse uitgevoerd waarbij de effecten van de humoristische radioreclame zijn onderzocht in samenhang met de effecten van sekse. Er is een significant effect gevonden voor humor op reclamewaardering, F (1, 142) = 5,80, p < 0,05, η2 = 0,04. De humoristische reclame werd positiever beoordeeld (M = 3,83, SD = 1,46) dan de niethumoristische reclame (M = 3,19, SD = 1,30). Ook is er een significant effect gevonden voor sekse, F (1,142) = 5,69, p < 0,05, η2 = 0,04. Vrouwelijke proefpersonen scoren iets hoger op reclamewaardering (M = 3,70, SD = 1,42) dan mannen (M = 3,17, SD = 1,34). Er is geen significant interactie-effect tussen de effecten van de humoristische radioreclame en de effecten van sekse, F (1, 142) = 1,98, p = 0,162, η2 = 0,00. De hypothese dat een humoristische radioreclame positiever zal worden beoordeeld door mannen dan door vrouwen, moet worden verworpen. Er is geen significant modererend effect van sekse op de relatie tussen humor en reclamewaardering. 20

22 Tabel 2 Resultaten tweewegs-variantieanalyse voor effect van sekse op reclamewaardering (N = 146). Sum of df Mean F p η2 Squares Square Conditiehumor 10, ,589 5,804 0,017 0,037 Sekse 10, ,385 5,692 0,018 0,036 Conditiehumor * sekse 3, ,611 1,979 0,162 0,000 Fout 259, ,825 Totaal 286, Conclusie Het doel van dit onderzoek was om met behulp van een experiment te onderzoeken wat de invloed van humor is op merkherinnering, merkherkenning, reclameherinnering en reclamewaardering. Tevens is onderzocht in hoeverre sekseverschillen een rol spelen bij de invloed van humor in radioreclames op reclamewaardering. De onderzoeksvraag van dit onderzoek luidde: Wat is de invloed van humoristische radioreclames op merkherinnering, merkherkenning, reclameherinnering en reclamewaardering? Het antwoord op de onderzoeksvraag biedt een aanvulling op bestaand onderzoek naar radioreclames dat veelal gedateerd is. Tevens biedt het nieuwe inzichten doordat de modererende variabele sekse wordt meegenomen. Dit actuele inzicht kan ook bruikbaar zijn voor adverteerders van radioreclames. Zij kunnen aan de hand hiervan bepalen of ze humor toepassen in radioreclames. Aan de hand van de analyses kan geconcludeerd worden dat humor in radioreclames geen significant positief effect heeft op merkherinnering. Dit is in tegenstelling tot de verwachting die op basis van meerdere onderzoeken was gesteld (Chung & Zhao, 2003; Chung & Zhao, 2011; Perry et al., 1997; Zhang & Zinkhan, 1991). Het niet significante effect 21

23 van humor op reclameherinnering sluit aan bij de meta-analyse van Eisend (2009), waaruit ook geen significante en eenduidige effecten bleken op merkherinnering. Voor de invloed van humor op merkherkenning blijkt wederom geen significant positief effect te zijn. Ook dit is in tegenstelling tot de verwachting die aan de hand van literatuur is gesteld. De resultaten voor het effect van humor op merkherkenning komen overeen met het onderzoek van Berg en Lippman (2001) die ook geen significant effect vonden. Tevens sluiten de resultaten aan op de meta-analyse van Eisend (2009). Een opvallend resultaat is dat de proefpersonen duidelijk een hoger gemiddelde hadden voor de invloed van humor op merkherkenning dan op merkherinnering. Dit valt te verklaren met behulp van het onderzoek van Chung & Zhao (2003). Zij legden aan de hand van de duaal proces hypothese uit dat herkenning een subproces is van herinnering. Hierdoor scoren proefpersonen vaak hoger op merkherkenning dan op merkherinnering. Zoals verwacht blijkt humor in radioreclame wel een significant positief effect te hebben op reclameherinnering. Humoristische radioreclames werden beter herinnerd dan niethumoristische radioreclames. Dit sluit aan bij meerdere studies die ook een positief effect vonden van humor in reclame op reclameherinnering (Chung & Zhao, 2011; Cline & Kellaris, 2007; Eisend, 2009; Madden & Weinberger, 1984; Zhang & Zinkhan, 1991). Dit positieve effect van humoristische radioreclames kwam ook terug voor de waardering van de reclame. De humoristische radioreclames worden positiever gewaardeerd dan de niet-humoristische reclames. Dit resultaat komt overeen met verschillende onderzoeken die ook een positief effect vonden voor reclamewaardering (Belch & Belch, 1984; Berg & Lippman, 2001; Chung & Zhao, 2011; Chung & Zhao, 2003; Eisend, 2009; Flaherty et al., 2004; Weinberger & Gulas, 1992). Uit de analyses voor de modererende rol van sekse, blijkt dat er een klein significant verschil is voor het effect van sekse op reclamewaardering. Omdat er echter geen significant interactie-effect is tussen de effecten van humor en sekse, mag er niet van worden uitgegaan dat mannen en vrouwen verschillen in hun waardering voor de radioreclames. In dit onderzoek blijkt humor iets positiever te werken voor vrouwen dan voor mannen. Het is opvallend dat dit verschil tegengesteld is aan de verwachting. Uit meerdere onderzoeken blijkt humor in reclame positiever te werken voor mannen dan voor vrouwen (Lammers, 1991; Lammers et al., 1983; Fugate et al., 2000). Dit verschil kan worden verklaard doordat er bij de selectie van manipulatiereclames geen rekening is gehouden met soort humor. In het onderzoek van Whipple en Courtney (1981) wordt namelijk aangetoond dat mannen en vrouwen verschillen in voorkeur van soort humor. 22

24 6. Discussie Humor in radioreclames heeft een positieve invloed op reclameherinnering en reclamewaardering. Voor de invloed van humoristische radioreclames op merkherinnering en merkherkenning zijn geen effecten gevonden. Tevens is er geen effect gevonden voor de modererende variabele sekse, bij de invloed van humor in radioreclame op reclamewaardering. Ondanks dat er met behulp van dit onderzoek enkele verwachtingen opnieuw kunnen worden bevestigd, zijn er ook een aantal beperkingen aan te geven. Deze beperkingen kunnen mogelijk het onderzoek hebben beïnvloed. Een veel voorkomend verschijnsel bij de resultaten was dat er niet mocht worden uitgegaan van gelijke populatievarianties. Dit heeft tot gevolg dat de groepen niet met elkaar vergeleken mogen worden, wat van toepassing was op de variabelen merkherinnering, merkherkenning en reclamewaardering. Deze resultaten moeten dus met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Hypothese 4, over de invloed van humor in radioreclame op reclamewaardering, is wel aangenomen, ondanks dat er niet mocht worden uitgegaan van gelijke populatievarianties. Dit probleem is te wijten aan de ongelijke grootte van de groepen uit de verschillende condities. Het had kunnen worden voorkomen door gebruik te maken van grotere groepen. De humoristische conditie had een lager aantal proefpersonen (n = 68) dan de niet-humoristische conditie (n = 78). Wanneer het totaal aantal proefpersonen groter was geweest, zou de kans op gelijke populatievarianties ook groter zijn. Een andere beperking van dit onderzoek is dat het hercoderen van de variabele reclameherinnering, slechts door één codeur is uitgevoerd. De antwoorden op de open vraag betreffende reclameherinnering zijn aan de hand van kenmerken van de reclame gehercodeerd. Vanwege het gebrek aan tijd en mankracht was het niet mogelijk om hierbij de hulp van een tweede codeur te gebruiken. Aangezien er geen intercodeursbetrouwbaarheid kon worden uitgevoerd, is het mogelijk dat de onderzoeksresultaten zijn beïnvloed door de subjectieve interpretaties van de antwoorden van één codeur. Een positief aspect bij de variabele reclameherinnering is de manier waarop de meting is uitgevoerd. Bij meerdere onderzoeken naar reclameherinnering bleek dat er geen gebruik werd gemaakt van spontane reclameherinnering. In deze studie is wel gebruikgemaakt van spontane reclameherinnering, wat een positief aspect vormt ten opzichte van voorgaand onderzoek. Voor proefpersonen vergt het namelijk meer moeite om zich de reclame spontaan te herinneren (Chung & Zhao, 2003). Wellicht heeft de meting van spontane reclameherinnering bijgedragen aan het significante effect van humor op reclameherinnering. 23

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

De effectiviteit van humor in alcoholreclames

De effectiviteit van humor in alcoholreclames De effectiviteit van humor in alcoholreclames Naam: Sabrina Brand Flu Studentnummer: 10276378 Docent: Dr. Hanneke Hendriks Werkgroep: 03 Datum: 30-01-2017 Wordcount: 5838 Abstract. Eerder is er onderzoek

Nadere informatie

Voorbeeldcase RAB RADAR

Voorbeeldcase RAB RADAR Voorbeeldcase RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Private Banking (19725) Inhoud 2 Inleiding Resultaten - Spontane en geholpen merkbekendheid - Spontane en geholpen reclamebekendheid - Herkenning radiocommercial

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights Special advertising: SBS s DVJ Insights Ronald Jansen & Robin Koenen Maart 2016 onderzoeksopzet 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising nog betere effecten voor het

Nadere informatie

Effecten van humor in reclame

Effecten van humor in reclame Effecten van humor in reclame Een literatuurstudie naar de effecten van het gebruik van humor in reclame in diverse media op consumentenreacties Agnes van Heukelom (6095933) Afstudeerbegeleidster: Dr.

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen

Nadere informatie

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek. Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->

Nadere informatie

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Het toepassen van theorieën: een stappenplan

Het toepassen van theorieën: een stappenplan Het toepassen van theorieën: een stappenplan Samenvatting Om maximaal effectief te zijn, moet de aanpak van sociale en maatschappelijke problemen idealiter gebaseerd zijn op gedegen theorie en onderzoek

Nadere informatie

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap!

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Een onderzoek naar de effecten van voedingsclaims in reclame op de aankoopintentie van de consument Lisa Keizer 10179011 12-01-2014

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

RESEARCH & DESIGN. keuzeonderzoeken. Verwondering: het begin van wetenschap. klas 1 havo/atheneum 2013-2014, periodeboek 1A:

RESEARCH & DESIGN. keuzeonderzoeken. Verwondering: het begin van wetenschap. klas 1 havo/atheneum 2013-2014, periodeboek 1A: RESEARCH & DESIGN klas 1 havo/atheneum 2013-2014, periodeboek 1A: Verwondering: het begin van wetenschap keuzeonderzoeken locatie Mariënburg, Leeuwarden Research & Design Project: Verwondering: het begin

Nadere informatie

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht

Nadere informatie

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM GRADUATE SCHOOL OF COMMUNICATION Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen In hoeverre is multitasken met verschillende media

Nadere informatie

Glazen Huis peiling Leids JongerenPanel. Colofon. Serie Statistiek 2011 / 08

Glazen Huis peiling Leids JongerenPanel. Colofon. Serie Statistiek 2011 / 08 Glazen Huis 2011 peiling Leids JongerenPanel Colofon Serie Statistiek 2011 / 08 Gemeente Leiden Afdeling Strategie en Onderzoek, BOA Postbus 9100, 2300 PC Leiden E-mail: boa@leiden.nl Website: www.leiden.nl/jongerenpanel

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

De invloed van humor in advertenties. Een onderzoek naar de effecten van humor in advertenties op aandacht, geheugen en attitude.

De invloed van humor in advertenties. Een onderzoek naar de effecten van humor in advertenties op aandacht, geheugen en attitude. De invloed van humor in advertenties Een onderzoek naar de effecten van humor in advertenties op aandacht, geheugen en attitude. Auteur: Martijn Wijbenga ANR: 780360 Subonderwerp: Consumentengedrag en

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Lucas Hulsebos & Anneke Kuipers November 2015 Inleiding 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising betere effecten

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06 In veel strafzaken wordt de verdachte uitsluitend of vrijwel uitsluitend veroordeeld op grond van getuigenverklaringen. Objectieve middelen voor het toetsen van de juistheid van de getuigenverklaringen

Nadere informatie

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Memo Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Inhoud Hoofdstuk 1: Introductie... 1 Hoofdstuk 2: Algemene uitkomsten... 1 2.1 De weg naar de studieadviseur... 1 2.2 Hulpvraag... 2 2.3 Waardering

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

AFM Consumentenmonitor Q3 2009 Kredietwaarschuwingszin

AFM Consumentenmonitor Q3 2009 Kredietwaarschuwingszin AFM Consumentenmonitor Q3 009 Kredietwaarschuwingszin GfK Michel van der List Marcel Cools/ Niek Damen Indeling Rapportage Kredietwaarschuwingszin 1 Onderzoeksverantwoording Kennisvragen Kredietwaarschuwingszin

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Vergelijk het dagblad eens met andere mediumtypen...

Vergelijk het dagblad eens met andere mediumtypen... 1 Vergelijk het dagblad eens met andere mediumtypen... Een effectstudie naar de toegevoegde waarde van dagbladen aan de hand van de Unilever s A-merk campagne: Niet voor niets Amsterdam, oktober 2009 2

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Bijlage A: Aanbevelingen

Bijlage A: Aanbevelingen Bijlage A: Aanbevelingen Reeds goede bekendheid en status Het CJG is goed bekend onder Apeldoornse professionals. Daarnaast is het deel van de professionals die al eens hebben doorverwezen naar het CJG,

Nadere informatie

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen?

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen? Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen? Marjolein Kolstein Juli 2017 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Samenvatting 2 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek

Nadere informatie

Modeblogs en de kracht van subtiliteit

Modeblogs en de kracht van subtiliteit Modeblogs en de kracht van subtiliteit Een onderzoek naar de invloed van brand placement prominentie en modaliteit in modeblogs onder vrouwen Master Thesis Lauren Grandia, 10122583 Begeleider: MSc. C.

Nadere informatie

Pastasauzen. Smaakverwachting versus smaak

Pastasauzen. Smaakverwachting versus smaak Pastasauzen Smaakverwachting versus smaak inhoud introductie, opzet, producten kwalitatief onderzoek vragenlijst Internet blinde en branded smaaktest algemene conclusies en aanbevelingen vragen 3 introductie

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Universiteit van Amsterdam, The Graduate School of Communication Naam: Jean-michel Kerkhoff

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

VOORLICHTING = VEILIG?

VOORLICHTING = VEILIG? VOORLICHTING = VEILIG? De invloed van seksuele voorlichting op middelbare scholen op het condoomgebruik onder studenten. Ilse Slabbekoorn 10753672 Communicatiewetenschap Afstudeerproject Bas van den Putte

Nadere informatie

1 Televisiezenders die men wel eens bekijkt en de mate waarin men deze zou missen. (Basis: n=319)

1 Televisiezenders die men wel eens bekijkt en de mate waarin men deze zou missen. (Basis: n=319) Samenvatting Om een indruk te krijgen van de prestaties van Talpa is de respondenten gevraagd aan te geven naar welke zenders zij wel eens kijken. Van alle zenders die men kijkt is vervolgens vastgesteld

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Campagne De Nieuwe Handhaver

Campagne De Nieuwe Handhaver Campagne De Nieuwe Handhaver Projectnummer: 10180 In opdracht van: Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving Manilde van der Oord Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

Humor in voorlichtingsboodschappen over binge drinken. Is het effect om te huilen of laat ook dat ons lachen?

Humor in voorlichtingsboodschappen over binge drinken. Is het effect om te huilen of laat ook dat ons lachen? Humor in voorlichtingsboodschappen over binge drinken Is het effect om te huilen of laat ook dat ons lachen? Karlijn Ooms (6059945) Master s Thesis Graduate School of Communication Master s programme Communication

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Online reclame: het effect van de online context op de verwerking van de bannerreclame

Online reclame: het effect van de online context op de verwerking van de bannerreclame Online reclame: het effect van de online context op de verwerking van de bannerreclame Een onderzoek naar de invloed van thematische congruentie op de herinnering van de bannerreclame in een real-life

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Floriade Almere 2022 juli 2018

Floriade Almere 2022 juli 2018 Floriade Almere 2022 juli 2018 INLEIDING AANLEIDING ONDERZOEK In Almere vindt in 2022 de Floriade plaats. Deze zevende editie van de wereldtuinbouwtentoonstelling staat in het teken van Growing Green Cities,

Nadere informatie

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven Samenvatting Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven door Luzia Helfer aan de Universiteit Leiden en de Universiteit Antwerpen Verdedigd op 9 december

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief

Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief Inhoudsopgave ATLAS onderzoek 2013 4 De wereld van BlowUPs 9 Bewustzijn 5 Het ATLAS onderzoek 10 Imago 6 Onderzoeksopzet 11 Impact

Nadere informatie

Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt

Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt WHITEPAPER Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt Onderzoek van het (een initiatief van Bindinc) toont aan dat onder 50-plussers merktrouw vaker voorkomt dan onder 50- minners. Daarbij

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten

Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten Merlene Rasing Bachelorthesis Studentnummer: 6214649

Nadere informatie

Nederlanders aan het woord

Nederlanders aan het woord Nederlanders aan het woord Veteranen en de Nederlandse Veteranendag 2014 Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) Directie Communicatie Documentnummer: TOS-14-066a Belangrijkste inzichten Nederlander hecht

Nadere informatie

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Universiteit van Amsterdam Graduate School Of Communication Master Thesis Persuasieve Communicatie Shanna

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Rapport Kor-relatie- monitor

Rapport Kor-relatie- monitor Rapport Kor-relatie- monitor Voor: Door: Publicatie: mei 2009 Project: 81595 Korrelatie, Leida van den Berg, Directeur Marianne Bank, Mirjam Hooghuis Klantlogo Synovate 2009 Voorwoord Gedurende een lange

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Vrouwen doen boodschappen, mannen aankopen Gezinspraak tijdens aankoopprocessen in families, maar rolpatronen traditioneel

Vrouwen doen boodschappen, mannen aankopen Gezinspraak tijdens aankoopprocessen in families, maar rolpatronen traditioneel Vrouwen doen boodschappen, mannen aankopen Gezinspraak tijdens aankoopprocessen in families, maar rolpatronen traditioneel Over gezinsaankopen wordt veel overleg gevoerd binnen families. Alle gezinsleden

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 O&S Nijmegen 13 juli 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

Extra effect met Ster Extra. Wat is de toegevoegde waarde van second screen naast je tv-campagne?

Extra effect met Ster Extra. Wat is de toegevoegde waarde van second screen naast je tv-campagne? Extra effect met Ster Extra Wat is de toegevoegde waarde van second screen naast je tv-campagne? Door de inzet van Ster Extra zenden we niet alleen een boodschap, maar is de consument ook interactief bezig

Nadere informatie

Onderzoek financiële goede voornemens

Onderzoek financiële goede voornemens Onderzoek financiële goede voornemens Een onderzoek naar financiële goede voornemens voor 2019 1 Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inleiding 7 Resultaten Financiële goede voornemens 8 Wijzer in geldzaken Onderzoek

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Opdrachtgevers & Netwerkpartners Opdrachtgevers & Netwerkpartners van Synthese Mate van tevredenheid [Externe versie] Rapportage 2017 Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Februari 2018 2 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK RESULTATEN Marlijn Antonides Msc marlijnantonides@gmail.com Resultaten In deze rapportage bekijken we de resultaten van het Klanttevredenheidsonderzoek 2017 van Kindercentra

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017 Nederlandse landbouw en visserij 2017 Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 14 5 Waardering en

Nadere informatie

10 tips voor een effectievere Tv-commercial Wat werkt wel en wat werkt niet? Stephan van Furth September 2014

10 tips voor een effectievere Tv-commercial Wat werkt wel en wat werkt niet? Stephan van Furth September 2014 10 tips voor een effectievere Tv-commercial Wat werkt wel en wat werkt niet? Stephan van Furth September 2014 Aanleiding en doel van inhoudsanalyse van 250 Tv-commercials Aanleiding & onderzoeksopzet Al

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

Factoren die invloed hebben op de effectiviteit van online advertenties

Factoren die invloed hebben op de effectiviteit van online advertenties Factoren die invloed hebben op de effectiviteit van online advertenties Student: Marijn van Doorn Studentnummer: 6070337 Datum: 22 juni 2011 BA Afstudeerseminar: Social network sites, videogames en virtuele

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Power X; De Interactieve Commercial

Power X; De Interactieve Commercial Power X; De Interactieve Commercial Essay van Jeffrey Bruijntjes en Erwin Dam Project Interactieve Multimedia @ VU Amsterdam Inleiding Reclame, iedereen kent het, iedereen heeft er een hekel aan. Reclame

Nadere informatie

Pagina 0 van 49. Webshop Bol.com. Onderzoeksvaardigheid Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy

Pagina 0 van 49. Webshop Bol.com. Onderzoeksvaardigheid Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy Pagina 0 van 49 Webshop Bol.com Onderzoeksvaardigheid 2 7-4-2014 Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy Pagina 1 van 49 Inhoud H1 Inleiding...2 H1.1 Aanleiding...2 H1.2 Probleemstelling...2 H2 Beschrijvende

Nadere informatie

Zijn reclameboodschappen leuk? Effect van reclame op Nederlandse consumenten

Zijn reclameboodschappen leuk? Effect van reclame op Nederlandse consumenten Zijn reclameboodschappen leuk? Effect van reclame op Nederlandse consumenten Reclame is bedoeld om consumenten te verleiden tot het kopen van producten en diensten. Wat werkt in reclame en wat niet, voor

Nadere informatie

8.2. Onderdelen van het klassieke experimentele ontwerp

8.2. Onderdelen van het klassieke experimentele ontwerp Deel 3: Kwantitatieve methoden Hoofdstuk 8: Experimentele ontwerpen 8.1. Inleiding Basisidee: twee situaties nl. situatie 1 met manipulatie en situatie 2 zonder manipulatie en je kijkt naar het effect

Nadere informatie