PEDAGOGISCH WERKPLAN BSO ST. BERNARDUS

Transcriptie

1 PEDAGOGISCH WERKPLAN BSO ST. BERNARDUS Clinge

2 Inleiding Wij vertellen in dit plan o.a. wat wij belangrijk vinden bij de omgang van de kinderen en hoe we samenwerken met de ouders. Kinderopvang Zeeuws - Vlaanderen St. Bernardus in Clinge biedt professionele, kindvriendelijke kinderopvang voor kinderen van 0 tot 12 jaar. De basisgroep bestaat uit 11 BSO kinderen. Dit staat aangegeven in de kind plannings-map. Altijd voorschools, vrijdagmiddag en na 17 uur, tijdens vakanties en vrije dagen van school, worden de kinderen van de BSO op het kinderdagverblijf[0-12 jaar] samengevoegd in een stamgroep. VOT (verlengde openingstijden) worden bij de BSO geboden. Op de woensdagmiddag en in de vakanties zijn wij gesloten, als er minder dan 5 kinderen aanwezig zijn, worden de kinderen opgevangen bij Foxkidz in Hulst, dit in achtneming van pro 11, 16 en 25. Kinderopvang Zeeuws- Vlaanderen beoogt de kinderen te begeleiden en te verzorgen in een pedagogisch verantwoorde omgeving, waarbij de individuele aandacht voor elk kind voorop staat. In deze omgeving krijgen de kinderen de kans zich optimaal te ontwikkelen. Wij proberen de kinderen zo goed mogelijk te begeleiden en te stimuleren, rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsfasen van de kinderen. Ze leren spelenderwijs om te gaan met andere kinderen en volwassenen, waarbij hun groei tot zelfstandigheid gestimuleerd wordt. Kwalitatief goede zorg staat voorop, met respect voor de culturele achtergrond van elk kind. En we streven naar een goed contact met de ouders. Dit zijn onze vaste pedagogisch medewerkers. Er is altijd een vaste pedagogisch medewerker aanwezig met uitzondering van ziekte. De pedagogisch medewerkers in Clinge zijn: Christine Emmy Joke 2

3 1. Pedagogische doelstelling en pedagogisch klimaat Het pedagogisch werkplan wordt jaarlijks besproken en bijgesteld. Uitgangspunt voor dit werkplan vormen de vier basisdoelen van mevr. Riksen-Walraven hoogleraar aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Deze zijn als volgt omschreven: Het kind voelt zich emotioneel veilig. Het kind ontwikkelt persoonlijke competenties. Het kind ontwikkelt sociale competenties. Het kind maakt waarden en normen eigen. 1.1 Emotionele veiligheid Voelt een kind zich emotioneel veilig, dan kan het zich verder ontwikkelen. Dit is de meest fundamentele doelstelling binnen de kinderopvang. Om basisveiligheid te bieden, zijn er drie belangrijke voorwaarden te noemen. De aanwezigheid van vaste en sensitief -responsieve verzorgers. De aanwezigheid van bekende leeftijdsgenootjes(eventueel stamgroepen) Een zorgvuldige veilige inrichting van de omgeving. Aan deze drie voorwaarden voldoet kindercentrum St. Bernardus. 1.2 Persoonlijke competenties Met persoonlijke competenties bedoelen we: zelfstandigheid, veerkracht, flexibiliteit, zelfvertrouwen en creativiteit. Het gaat erom deze competenties, door positieve feedback, te stimuleren door: Het aanbieden van spel, materialen en activiteiten die aansluiten bij het ontwikkelingsniveau en de belangstelling van het kind, waarbij ruimte blijft bestaan voor het eigen initiatief van het kind. De aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. De inrichting van de ruimte en het aanbod van materialen en activiteiten die enerzijds aansluiten bij de leeftijd en vaardigheden van het kind. Anderzijds uitdagingen bieden. Het zelf kunnen pakken van spel materiaal vergroot de zelfredzaamheid van kinderen. In de ruimte is er de ruimte om actief bezig te zijn en de kinderen hebben ook de ruimte en mogelijkheid om zich even terug te trekken. Ze kunnen ontspannen op de bank, een boek lezen of tv kijken. Of huiswerk maken aan de tafel. Wij doen er alles aan om de persoonlijke competenties te ontwikkelen. 3

4 1.3 Sociale competenties Onder sociale competenties verstaan we de vaardigheden die een kind ontwikkeld om zich een volwaardige plaats in de groep te verwerven en te onderhouden, zowel ten opzichte van leeftijdsgenootjes als ten opzicht van volwassenen. Deze competenties kunnen worden bevorderd door: Het aanreiken van spelletjes die samenspelen en samenwerken bevorderen. Samenspelen en plezier hebben met bekende leeftijdsgenootjes. Door de inrichting en indeling van de ruimte, zoals een poppenhoek, een bouw hoek en een kast met gezelschap spellen. We werken actief aan het ontwikkelen van deze competenties. 1.4 Waarden en normen eigen maken Onder deze opvoeddoelen wordt verstaan: het ontwikkelen van pro-sociaal gedrag en hebben van respect voor diverse sociaal culturele achtergronden van kinderen. Huisregels, samen opruimen, feestdagen vieren en elkaar begroeten valt hieronder. We vinden het belangrijk de kinderen een aantal waarden en normen mee te geven zoals: Rekening houden met elkaar. Elkaar helpen. Luisteren naar elkaar. Zelfstandigheid bevorderen. Respect hebben voor elkaar, de leidsters en het materiaal. Eerlijk zijn. Verantwoordelijk zijn voor je handelen. Elkaar niet pesten of buitensluiten. Ook dienen pedagogisch medewerkers zich bewust te zijn van hun eigen normen en waarden. Regels waar wij onszelf aan willen houden: Letten op taalgebruik. Beleefdheidsvormen in acht nemen. Respect tonen. Geen onderscheid maken tussen kinderen. Openstaan voor elk kind. Eigen tekortkomingen kennen. Bij negatief gedrag wijzen we het kind niet af als persoon, maar proberen we samen met het kind het gedrag te corrigeren. We vinden het belangrijk dat het kind zich geaccepteerd en gewaardeerd voelt. Bij goed gedrag worden ze beloond, dit doen we door een kind een compliment te geven. Wij zijn ons ervan bewust dat we ook onderling verschillen door onze eigen opvoeding en ervaring. Wij vinden respect een belangrijke waarde in onze houding naar onze kinderen. Ook de kinderen stimuleren we daar in. Even op je beurt wachten, niet door elkaar heen praten, luisteren naar elkaar en elkaar met de voornaam aanspreken, zijn vaardigheden die bij dragen aan de ontwikkeling van sociaal vaardige mensen. Daarbij zijn we ons steeds bewust van onze verantwoording als professioneel opvoeder. 4

5 2. Pedagogisch werk doel In onze buitenschoolse opvang willen we de kinderen een plaats bieden waar ze zich op hun gemak voelen. We willen ze een veilig gevoel, vertrouwen en geborgenheid geven. Onze buitenschoolse opvang moet een warme en veilige plaats zijn waar kinderen zichzelf kunnen zijn en zich ontwikkelen, en waar vrij spelen, zelfstandigheid, creativiteit, en het sociale contact centraal staan. Wij vinden het ontwikkelen van sociaal gedrag heel belangrijk en stimuleren het samenspel. Wij willen daarnaast ook rekening houden met de verschillen in opvoedingsideeën van ouders. Door de verschillende leeftijden in onze groep en de eigen inbreng, kunnen kinderen veel van elkaar leren en onderling ervaring opdoen. Wij stimuleren het eigen initiatief van de kinderen. Voordat het kind begint met het gebruik te maken van onze opvang mag het kind een dagje komen wennen op de BSO. Als pedagogisch medewerker probeer je een vertrouwensband te krijgen met het kind. Het opbouwen van een vertrouwensband is een voor waarde in de omgang. De basis van een vertrouwensband is dat je het kind accepteert, dit wil niet zeggen dat je alles moet tolereren. 2.1 Contact met de ouders Het eerste contact ontstaat meestal bij de rondleiding. Van beide kanten wordt informatie uitgewisseld. We staan open voor de wensen van de ouders. Een goede samenwerking is in het belang van het kind ouders en ons. Tijdens de breng en haal tijden hebben de ouders de gelegenheid om even een praatje te maken. Bijzonderheden vertellen we altijd meteen als er die dag iets is gebeurd of voorgevallen. Dit zijn vaak korte gesprekjes. Voor een langer gesprek maken we een afspraak. Het intake gesprek wordt meestal door de senior pedagogisch medewerker gedaan. 3. Dag indeling BSO, halen brengen DAGINDELING BSO 7.00 uur : Kinderen die v.o.t hebben aangevraagd, komen binnen en kunnen dan een boterham mee eten, tot 7.30 uur Het gebruik maken van de v.o.t tijden is vanaf 6.30 uur, maar het aanvragen moet een week van tevoren zijn uur: De rest van de bso kinderen komen binnen [dit is de reguliere openingstijd] en kunnen iets knutselen of een spelletje doen of gezellig kletsen met elkaar uur: De kinderen pakken hun spullen en gaan rustig naar school, via de gang, naar hun klaslokaal, om 15:00 uur komen de kinderen van school naar de BSO. Op woensdag is de school uit om 12:00 uur en op de vrijdag om 14:30 uur uur: De kinderen komen binnen en gaan hun handen eerst wassen, voor ze aan tafel gaan. Bij meer dan 12 kinderen gaan de flexibele kinderen naar het KDV en wordt aangegeven op de kind planning met een K. 5

6 15.15 uur: De meeste kinderen zitten aan tafel en kunnen we fruit gaan eten. De schaal met fruit gaat rond en ieder kind pakt eraf, wat hij of zij lekker vindt. Er wordt sap gedronken en iedereen mag 1 koekje uit de trommel pakken uur: De dag wordt besproken en wordt er gezellig gekletst uur: Opruimen en afwassen, kinderen gaan hun jas aandoen en gaan buiten even uitwaaien uur: Kinderen kunnen buiten blijven spelen, met de steps/skelter, ballen, buiten speelgoed, ect. De kinderen die binnen iets willen doen, kunnen op de Wii, tafelspel, knutselen, zandtafel, samen spel ect uur: één kind mag aan alle kinderen een soepstengel uitdelen uur: Sommige kinderen worden opgehaald door de ouders. Er wordt een praatje gemaakt en er wordt gezorgd dat al hun spullen mee naar huis gaan. Sommige kinderen mogen zelfstandig naar huis gaan en hebben hier een formulier voor ingevuld uur: We voegen de basisgroep en de stamgroep samen, alleen als het kind aantal het toelaat. De pedagogische medewerker mag dan alleen volgens het kin ratio aantal uur: De kinderen die nog aanwezig zijn, mogen nog een spelletje doen of met hun tweeën (bovenbouw) bij de BSO lokaal op de Wii spelen, voor diegene die dat willen uur: Alles nakijken, opruimen, vegen en de deur gaat op slot. 3.1 Woensdagmiddag 12:00 uur komen de kinderen van school naar de BSO. De handen worden gewassen en we gaan een boterham eten. 12:30-13:00 uur: De kinderen mogen naar buiten, vrij spelen, knutselen of een spelletje doen ect. Om 13:30 uur: De kinderen worden opgehaald. Op woensdag middag hebben we te weinig BSO kinderen, waardoor we open mogen zijn tot 13:30 uur. 3.2 Vakantie opvang In de vakantie zijn we geopend mits er genoeg kinderen zijn. De openingstijden zijn van 07:30 tot 18:00uur. De dagindeling verloopt hetzelfde als de schooldagen. We maken wel eens uitstapjes, dit wordt van te voren besproken met de ouders en ze moeten hiervoor een toestemmingsformulier invullen. We zorgen dat er genoeg te doen is voor de kinderen, en houden hierbij rekening met de leeftijdsverschillen. 3.3 Extra dagdelen Wanneer een ouder vraagt of een kind extra mag komen en er is geen plaats op de eigen stamgroep, dan bieden we een andere stamgroep aan. Indien de ouder hier gebruik van wil maken, dan laten we haar formulier 181 toestemming ouder opvang op andere stamgroep of basis groep. Bij ruil- of extra dagdelen tekenen. De ingevulde formulier bewaren we in de map met de aanwezigheidslijsten. 6

7 4. Veiligheid Veiligheid staat bij ons hoog in het vaandel. De directie is verantwoordelijk voor de veiligheid van het pand. Wij doen jaarlijks een risico-inventarisatie hiervoor. Aan de veiligheid wordt aandacht besteed door onder andere: Schoonmaak middelen buiten bereik van kinderen. Er voor zorgen dat de buiten deuren op slot zijn. Op de deuren zit een veiligheidsstrip. De stopcontacten zijn veilig. Buiten is de speel plaats afgezet. De kinderen spelen altijd onder begeleiding buiten en binnen. De kinderen mogen niet zonder schriftelijke toestemming van het schoolplein af. We leren de kinderen ook omgaan met gevaar, veilig een schaar of mes aan geven. En veilig met materiaal omgaan. 4.1 Brandveiligheid Kinderopvang Zeeuws Vlaanderen heeft een vergunning van de brandweer. Dit betekent dat aan alle brandveiligheidseisen van de brandweer wordt voldaan. Aanvullend op de eisen heeft Kinderopvang Zeeuws Vlaanderen instructies vastgelegd in een brandplan en dat geënt op de concrete situatie van het pand. Twee keer per jaar is er een brandoefening. 4.2 Preventie en EHBO Alle pedagogisch medewerkers volgen jaarlijks een cursus kinder -EHBO. Bij Kinderopvang Zeeuws Vlaanderen St. Bernardus in Clinge hebben alle aanwezige pedagogisch medewerker een BHV diploma. Dit evt. aangevuld met eerste hulp aan kinderen. Bij een ongeluk stellen we de ouders op de hoogte en indien nodig raadplegen we een arts of gaan naar het ziekenhuis. 5. Hygiëne Als de kinderen naar de wc zijn geweest moeten ze hun handen wassen. Ook als we gaan eten en drinken, handen wassen hoort erbij. Dit staat ook in de huisregels. Elke dag wordt er geveegd en gestofzuigd, afgewassen en het meubilair wordt gesopt.(zie protocol hygiëne) We werken met een schoonmaaklijst. Hier staan alle belangrijke schoonmaak punten op, wanneer het is schoongemaakt zetten we hierbij de data en naam. Elk jaar komt de GGD de BSO inspecteren, ook op gebied van hygiëne. 7

8 6. Oudercommissie Onze BSO heeft een oudercommissie. Wij vermelden dit in de nieuws brief. Ook als zij informatie heeft die belangrijk is voor de ouders, zetten we dit in de nieuwsbrief. Elk kinderdagverblijf en elke bso op elke locatie moet een (lokale) oudercommissie hebben. Er hebben op de St Bernardus 3 ouders zitting in de oudercommissie. De namen van de ouders die in de oudercommissie zitting hebben, staan genoteerd in map 4, de Vestiging map. Het reglement van de oudercommissie kun je vinden op de computer in de map Kwaliteit/H Voorwaarden en Reglementen/Reglementen Oudercommissies. Actief ouders werven voor de oudercommissie doen we op onderstaande manier; De coördinator of de senior pedagogisch medewerker geeft ouders tijdens het intake gesprek informatie over de oudercommissie en probeert hen warm te maken er zitting in te nemen. Op de groep, of in de hal hangt een flyer waarin ouders opgeroepen worden zitting te nemen in de lokale oudercommissie. In elke nieuwsbrief wordt een stukje geschreven om ouders te motiveren de oudercommissie te komen versterken. 7. Huisregels Binnen onze verschillende opvangvormen hebben wij huisregels. Dit zijn afspraken over regels die binnen de groep als geldend gehanteerd worden. 7.1 Huisregels BSO. Goede afspraken, goede vrienden. Vaste afspraken geven u, uw kind en onze pedagogische medewerker duidelijkheid over de dagelijkse gang van zaken op onze buitenschoolse opvang. Hierdoor weten we over en weer wat we van elkaar kunnen verwachten. Door middel van deze gedragsregels willen wij u hierover informeren. Algemene gedragsregels voor de kinderen. Niemand buitensluiten, samen spelen. Elkaar niet pesten. Er wordt niet geschopt of geslagen, elkaar geen pijn doen. We helpen elkaar. Samen opruimen. Luisteren naar de pedagogisch medewerker, geen discussie over dat mag ik thuis wel. Er wordt niet gevloek in de BSO. Er wordt met respect omgegaan met het materiaal en interieur. Er worden geen deuren dicht gegooid. Na gebruik worden spullen opgeruimd. Elkaar bij de naam noemen. Kinderen verlaten het schoolplein niet, tenzij daar toestemming voor gegeven is. 8

9 Algemene regels voor de pedagogisch medewerker. Kapot speelgoed wordt direct verwijderd. Losse voorwerpen worden opgeruimd. Nattigheid, sneeuw, regen, water wordt direct verwijderd. Lampen worden vervangen. Kinderen altijd onder voldoende toezicht houden. Thee wordt gezet in de keuken. Schoonmaakmiddelen worden na gebruik direct opgeruimd. Pedagogisch medewerker let op eventuele gevaarlijke kleding bij kinderen. Bij spelen in de zon, worden de kinderen ingesmeerd met zonnebrand crème. Na spelen in de zandbak wordt deze afgesloten met een zeil. Regels bij het binnenkomen. Jassen, tassen worden opgehangen. Eventuele papieren worden opgeruimd. Regels bij eten en drinken. Handen wassen. Aan tafel zitten. Geen kauwgom. Het drinken, bekers, fruit en koekjes staan klaar op tafel. Kinderen kunnen helpen bij het klaar zetten of uitdelen. Als je dorst heb mag je meer dan een beker. Drinken en eten doen we zittend aan tafel. We luisteren naar elkaars verhalen en laten elkaar uitpraten. We bespreken bijzonderheden en wat we gaan doen deze middag. Regels voor het binnen spelen. Binnen wordt niet wild gespeeld, niet rennen, stoeien, schreeuwen, rolschaatsen etc. Geen speelgoed kapot maken. Niet met de bal spelen. De kinderen mogen zelf kiezen waarmee ze willen spelen, in overleg. De kinderen mogen niet op de gang spelen, daar is geen toezicht. Als je iets anders wilt gaan doen, ruim je eerst op waar je mee aan het spelen was. Samen spelen als je dezelfde activiteit wilt doen, samen spelen is samen opruimen. Regels voor het buitenspelen. De kinderen mogen vrij buitenspelen onder toezicht. Na afloop het buitenspelmateriaal opruimen, bij de grote skelter helpt een pedagogisch medewerker. Oppassen met balspelen, de bal laag houden en niet tegen de muur trappen. De kinderen mogen het speelplein niet af. Tot de rode basketbal. De pedagogisch medewerker blijft buiten bij de kinderen. Bij oudere kinderen komt de pedagogisch medewerker regelmatig buiten kijken. Groepsleiding en ouders (grote kinderen) sluiten het hek. 9

10 Regels bij het computeren en het spelen op de WIJ. Er wordt zorgvuldig met de computer omgegaan, er wordt bijvoorbeeld niet op het toetsen bord geslagen. Om de beurt op de computer spelen, als het nodig is stellen we een tijd in, daarna wordt er gewisseld. Spelen op de WIJ wordt eerst gevraagd, na afloop worden de spullen zorgvuldig opgeruimd. In de ochtend wordt er niet gecomputerd. Regels voor tv en dvd kijken. Pedagogisch medewerker zet tv aan en uit. Voorzichtig met de apparatuur omgaan. Als er geen tv wordt gekeken zetten we hem uit. Niet op stand-by. Als iedereen wilt kijken letten we erop dat iedereen goed zicht heeft. We overleggen samen naar wat er gekeken wordt. Pedagogisch medewerker houd de afstandsbediening in bezit. In de ochtend wordt er geen tv gekeken. Regels tijdens het knutselen. De kinderen delen het materiaal. Rest papier gebruiken we eerst. Zo nodig schort aan, dit vooral bij kleine kinderen. Knutselen is vrijblijvend, alleen als een kind het leuk vind. Verf wordt door de pedagogisch medewerker in bakjes gedaan. Zo nodig leggen we een zeil op tafel. Er is altijd toezicht, vooral bij kleine kinderen. 7.2 Opendeurbeleid We voeren een opendeurenbeleid, de bso kinderen die aanwezig zijn in de 0-12 groep doen activiteiten in de andere stamgroep. Tijdens de openstelling van de peuterspeelzaal worden er leeftijdsgerichte activiteiten gedaan in de psz/bso met peuters van de 0-12 groep. Meer informatie over samenvoegen, is terug te vinden in protocol 11(groepsgrootte) en protocol 25 (samenvoegen). 7.3 Stagiaires en vrijwilligers We hebben dit jaar een stagiaire, dat is Victorine de Burger (3 de leerjaar) op de maandag en dinsdag en we hebben geen vrijwilligers. 10

11 7.4 Ondersteuning door andere volwassenen Tijdens de schooluren kunnen we met calamiteiten terecht op de medewerker van school. Bij een calamiteit of voor een andere vorm van ondersteuning tijdens kantooruren bellen we naar het nummer van centraal kantoor. De telefoniste verbindt ons door met de afdeling die we nodig hebben. We kunnen ook direct bellen met onze coördinator. Mocht die niet aanwezig zijn, dan kunnen we ondersteuning krijgen door te bellen met de kantoordienst. Elke dag heeft een coördinator kantoordienst en deze coördinator is altijd bereikbaar. Buiten kantoortijden kunnen we bellen met de bereikbaarheidsdienst. Voor grote calamiteiten is er een telefoonnummer wat we kunnen bellen, waarmee we een managementteamlid kunnen bereiken, het zogenaamde achterwacht nummer. Voor calamiteiten is er de calamiteiten regeling. Door het nummer van de achterwacht te bellen staat er binnen 15 minuten een volwassene bij ons die ons kan helpen. Wanneer we alleen staan in het gebouw houden we ons altijd aan het pedagogisch medewerker kind ratio. We kunnen afwijken van het pedagogisch medewerker kind ratio (conform protocol 11 groepsgrootte/inzet pedagogisch medewerkers) aan het begin en aan het eind van de dag als er één of meerdere volwassenen elders in het gebouw zijn. Tussen 8.00u en is er tijdens de schoolweken altijd een leerkracht van het St Bernardus aanwezig in het gebouw. Om 7.30 uur of met verlengde openingstijd (06.45 uur) start de pedagogisch medewerker van het kdv op de groep. 7.5 Wennen op de groep; Tijdens het intakegesprek brengt de coördinator of de pedagogisch medewerker de ouder op de hoogte van de mogelijkheid tot wennen op de groep. Voor de bso is dit als kinderen naschools komen twee naschoolse dagdelen, als kinderen voorschools komen twee voorschoolse dagdelen. Voor het kinderdagverblijf is dit twee dagdelen. We spreken het wennen bij voorkeur af op dagen dat het iets minder druk is zodat we de kinderen wat extra aandacht kunnen geven. 11

12 7.6 Jaardoelen 2014 Alle groepen,waar kinderen van 0-4 jaar worden opgevangen, organiseren de doorgaande lijn met de basisschool en leggen dit vast in een borgingsdocument. We willen de doorgaande lijn met school,in juni 2014 gerealiseerd hebben en starten dan met het thema LENTE. In het pedagogisch werkplan van de groep wordt opgenomen op welke manier de groep de ouderbetrokkenheid wil vergroten. Door samen met de oudercommissie aan het eind van het schooljaar een gezamenlijke activiteit te organiseren. Als we met een nieuw thema starten, van UK EN PUK de ouders op de hoogte te stellen d.m.v. een infobrief, met de woordjes die wij de kinderen aanleren, zodat ze die thuis ook kunnen oefenen en met welk thema we bezig zijn. We willen in 2014 de kinderparticipatie klaar zetten, eind februari wordt aan de bso-kinderen uitgelegd wat dit inhoudt en in april start de eerste kindervergadering. Er wordt een map bijgehouden, met daarin een verslag en de wensen van de kinderen en worden de ouders er ook bijgetrokken. Ouderbetrokkenheid zelf is een doorlopend proces. 12