Ik wij en de rest. Jij en het grotere geheel.

Transcriptie

1 Modulewijzer: MEDMEC06 Media en creativiteit: Identiteit Ik wij en de rest. Jij en het grotere geheel. 2 CP Media aan de Maas Opleiding: GMT, CMD en CDM Versie 2.1 van 4 november 2009 ME D ME C 0 6 V E R S I E 2. 1 V A N 4 N O V E MB E R

2 A4-Modulebeschrijving Medmec 06 Modulecode: Modulenaam: Belasting (CP): Relatie met andere onderwijs Voorkennis: Programmasoort Werkvormen: Looptijd Toetsing: Vrijstelling: Leermiddelen: Competenties: Leerdoelen: Media & Creativiteit: MEDMEC06 Identiteit 56 klokuren (2 CP) Studenten ontwikkelen hun creatieve vermogens en verbinden kennis uit de verschillende vakken en vakrichtingen. Deze zetten zij in bij de uitvoering van projecten en bij het maken van opdrachten voor andere modules. MEDMEC01 tot en met MEDMEC05 Interactief en kennisgestuurd onderwijs Werkcollege, werkgroepen, reflectie en hoorcollege (gastspreker). 10 weken, waarvan 8 lesweken, 1 feedbackweek en 1 herkansingsweek. Procesmap met uitgewerkte opdrachten en een eindpresentatie. Geen Modulewijzer MEDMEC06 MEDMEC06 draagt bij aan de competentie: 2.5 Creatief probleemoplosser. Bij het creatief probleemoplossen gaat het om: o Toepassen creatieve technieken o Waarnemen en verzamelen van informatie en inspiratiebronnen zodat innovatieve oplossingen worden bedacht voor ontwerpvraagstukken. 2.6 Onderzoeken. Bij onderzoeken gaat het om: o Benoemen van technologische en multimediale ontwikkelingen o Uitvoeren van bronnenonderzoek zodat de oplossing een innovatief antwoord vormt op het voorliggende vraagstuk. De student: 1. herkent de momenten waarop creatief probleem oplossen (toepassen van creatieve technieken) noodzakelijk is in zijn ontwerpproces. 2. is in staat om naar aanleiding van een multidisciplinaire vraagstelling op zoek te gaan naar inspiratiebronnen, informatie te selecteren, nieuwe ervaringen op te doen en ontmoetingen te ensceneren. 3. herkent de toepasbaarheid van de in kaart gebrachte technologische, multimediale, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. 4. is geinteresseerd in het actuele debat zoals gevoerd in de wereld van multimedia. 5. is in staat om een heldere vraagstelling te formuleren, onderzoeksdoelstellingen te definieren en conclusies te trekken als antwoord op de geformuleerde vraag. De concrete leerdoelen van dit kwartaal met als titel Ik wij en de rest. Jij in het grotere geheel zijn als volgt: 1. inzicht in het begrip Identiteit 2. inzicht in de factoren die een identiteit kenbaar maken 3. inzicht/ervaring in het herkennen van de factoren die de identiteit kenbaar maakt 4. inzicht in de effecten van die identiteit met nadruk op privacy en ethiek 5. inzicht in de manier waarop men zich manifesteert in groepen Inhoud: In deze module komen de identiteit van organisaties, producten, diensten en applicaties aan bod. In het eerste jaar heb je inzicht verkregen in je eigen identiteit en wie jij bent als onderdeel van de groep van makers. Dit jaar leer je herkennen welke identiteiten door organisaties crossmediaal worden uitgedragen en hier een onderbouwde opinie over vormen. Hierbij wordt een link gelegd naar de maatschapplijke thema s privacy en ethiek. Opmerkingen: De student heeft een zelfstandige, pro-actieve en enthousiaste werkhouding. Auteur(s): Belinda Mulder Versiedatum: MEDMEC06 Versie 2.1 van 4 november 2009 Module beheerder: Media opleidingen ME D ME C 0 6 V E R S I E 2. 1 V A N 4 N O V E MB E R

3 Inhoudsopgave A4-MODULEBESCHRIJVING MEDMEC OPDRACHTEN 4 OPDRACHT 1: KRUIP IN DE HUID VAN 4 OPDRACHT 2: CHALLENGE 4 2 PROGRAMMA WEEKSCHEMA EN ACTIVITEITEN 6 3 TOETSING EN BEOORDELING PROCEDURE TOETSMATRIJS HERKANSINGEN 8 4 TOELICHTING LESSEN IDENTITEIT INLEIDING INHOUD RELATIE MET ANDERE ONDERWIJSEENHEDEN LEERDOELEN WERKVORM(EN) LITERATUUR EN ICT-BRONNEN 14 ME D ME C 0 6 V E R S I E 2. 1 V A N 4 N O V E MB E R

4 1 Opdrachten Opdracht 1: Kruip in de huid van Deze opdracht bestaat uit meerdere delen en wordt uitgevoerd in duo s. a) In de klas: Onderzoek welke opleidingen in de rest van Nederland het meest overeenkomen met je huidige opleiding. Verdeel in de klas de opleidingen over duo s. b) Inventariseer alle aspecten van het imago van de opleidingen (bijvoorbeeld persoonlijk, afstandelijk, efficiënt, direct, toegankelijk, exclusief, bescheiden, meedenkend) aan de hand van de volgende categorieën: - Externe communicatie - Studentrelatie - Fysieke ervaring - Online ervaring - (voeg zelf één categorie toe) Verwerk dit in een verslag van ongeveer 2 A4tjes. c) Verdiep je in de identiteit van de andere opleiding. Wat zijn de overeenkomsten met je eigen opleiding? Wat zijn de verschillen? Welk studentenvolgsysteem gebruikt de opleiding? (Osiris is een voorbeeld van een studentenvolgsysteem.) Dit gaat verder dan het onderzoek naar imago. Ga bijvoorbeeld langs bij de scholen, spreek met studenten en docenten. Zie het hoofdstuk met Toelichting lessen identiteit voor extra informatie over het verschil tussen identiteit en imago. > Idee voor in de klas: verzamel drie beelden die passen bij de identiteit van de school. 1 beeld van een dier, 1 beeld van een figuur, 1 beeld van een auto. Zodoende denk je na over verbeelding van de identiteit en oefen je alvast voor opdracht 1D met erg praktische beeldende voorbeelden. > Idee voor in de klas: Wat is de invloed voor het gekozen studentenvolgsysteem op de identiteit van de opleiding? d) Opdracht: Maak een 3D schaalmodel van een tuin op basis van de identiteit van de opleiding (een metafoor, creatief techniek van jaar 1, kwartaal 1). Wat als je onderzochte opleiding een tuin zou zijn? Formaat indicatie: 50 cm bij 50 cm. Denk bijvoorbeeld aan voortuin, achtertuin, japanse tuin, dierentuin, etc. Wees bewust van o.a. materiaal, kleur en formaat keuze. Toelichting: Stel, de identiteit van de opleiding die je hebt onderzocht is de identiteit van iets anders, van een tuin, maar ook bijv. van een programmeer techniek. Hoe zou dat andere object er dan uitzien? Hiermee kun je oefenen met het creatief denken en schakelen tussen domeinen. Beoordelingscriteria: - Kan de student het verschil tussen identiteit en imago aangeven? - Heeft de student aan alle aspecten van de identiteit gedacht? - Is het schaalmodel passend, beeldend en overtuigend? Opdracht 2: Challenge Dit is een individuele opdracht opgebouwd uit verschillende delen. a) Definieer je eigen identiteit. Doe dit door de volgende categorieën van jezelf te beschrijven met kernwoorden: Lichaamskenmerken (6) Postuur Stem Lichaamstaal ME D ME C 0 6 V E R S I E 2. 1 V A N 4 N O V E MB E R

5 Mode (6) Kleding Make-up Accessoires Consumptiegedrag (6) Voeding Koopgedrag Statussymbolen Culturele achtergrond (6) Religie Normen en Waarden Opleiding en ontwikkeling Status Sociale omgeving (6) Hobby s Tijdsbesteding Vriendenkring Werk b) Je duo partner verandert vervolgens minstens 3 grote componenten van dit geheel. Bijvoorbeeld de tijd (1950 ipv 2008/2009), leeftijd, hobby, of land (Afghanistan ipv Nederland). Laat deze identiteit een avontuur beleven (in de les). Deel dit met je duo partner. c) Lever je identiteit in, grabbel een nieuwe identiteit uit de ton. Kies een online community en zorg dat je nieuwe identiteit hier zo goed en sluitend mogelijk wordt neergezet. Kies bewust voor een bepaalde community die past bij de identiteit. Bijv. youtube, World of warcraft, tweakers.net, etc. als community. d) Visualiseer het proces (de uitvoering van je online identiteit van begin tot einde). Bijvoorbeeld dmv een tijdlijn. Hierin maak je zichtbaar hoe al je acties een effect hebben. Bijvoorbeed: Een actie kan zijn het plaatsen van een bericht/filmpje/etc., het effect kan een antwoord of een nieuw contact zijn. e) Schrijf een manifest waarin je je identiteit als online professional verwoord. Gebruik hiervoor als inspiratie je online ervaring als iemand anders. Zie het hoofdstuk met Toelichting lessen identiteit voor extra informatie over het manifest. Deliverables: - Procesverslag (inclusief reflectie) met een persona van je online identiteit, een tijdlijn van je proces en een conclusie - Een manifest van jezelf als professional Beoordelingscriteria: - Komt de identiteit goed uitgedacht over? - Heeft de student aan alle aspecten van de identiteit gedacht? - Onderbouwd de student het effect van de nieuwe identiteit? - Is de tijdlijn helder en compleet? - Is duidelijk welke aspecten van de identiteit invloed hebben op het effect? - Gaat het manifest over je identiteit (en niet je imago)? ME D ME C 0 6 V E R S I E 2. 1 V A N 4 N O V E MB E R

6 2 Programma 2.1 Weekschema en activiteiten Les Onderwerpen week 1 o Inleiding tot de module (identiteit, ethiek) o In de klas verschillende opleidingen zoeken en verdelen over duo s 2 o Presenteren in duo s opdracht 1b en 1c o Bespreken opdracht 1d Voorbereiding voor volgende bijeenkomst o Bestuderen modulewijzer o Voorbereiden volgende les o Maken opdracht 1b en 1c o Voorbereiden volgende les o Maken opdracht 1d 3 o Feedbackles o Voorbereiden volgende les o Afronden opdracht 1 4 o Inleveren opdracht 1 o Uitleg Challenge o In de les: 2a, 2b, 2c 5 o Aan de slag o Feedback o Hoe maak ik een tijdlijn? 6 o Aan de slag o Uitleg manifest 7 o Aan de slag o Feedback manifest o o o o o Voorbereiden volgende les Start met de Challenge Verder met de Challenge, 2c Verder met de Challenge, 2d en 2e Verder met de Challenge, 2e 8 o Laatste les o Presenteren manifest o Inleveren opdracht 2 9 o Projectbeoordelingsweek o Voorbereiden herkansingsopdracht 10 o Chaosweek ME D ME C 0 6 V E R S I E 2. 1 V A N 4 N O V E MB E R

7 3 Toetsing en beoordeling 3.1 Procedure De student wordt getoetst op een aantal aspecten, te weten: o Compleetheid en volledigheid/verzorgdheid van uitwerking. o Onderbouwing en benoemen van voorbeelden waaruit blijkt dat de student voldoet aan de gestelde criteria. o De wijze waarop met de lesstof wordt omgegaan en de mate waarin de lesstof is eigengemaakt. o De resultaten en kwaliteit van de uitgevoerde opdrachten. o De kwaliteit van reflectie en de onderbouwing in het reflectieverslag. Om voor een beoordeling van de module MEDMEC05 in aanmerking te komen, moet je aan een aantal criteria hebben voldaan. Hieronder wordt beschreven wat deze criteria zijn: Inleveren (deel-)producten: o Er geldt een verplichting aan op tijd inleveren van materialen. In het weekschema is beschreven wanneer welke producten moeten worden ingeleverd. Ook kan de docent aanvullend aangeven wanneer een deelproduct moet worden ingeleverd. Hierop wordt geen uitzondering gemaakt. In de praktijk noemen we dit deadlines, die nodig zijn om het project / de opdracht op tijd te kunnen afronden. Het te laat inleveren van (deel-)producten zorgt ervoor dat je geen feedback krijgt op je vorderingen. Tevens wordt bij te laat inleveren punten in mindering gebracht op het resultaat. Elke (deel van de) week te laat is een punt aftrek. Presentaties: o De presentatie of pitch dient te voldoen aan de gestelde criteria. o Om voor een beoordeling in aanmerking te komen moet je bij alle presentaties van je werkgroep aanwezig zijn en een actieve bijdrage leveren. Niet verschijnen bij een presentatie houdt in dat je een punt aftrek krijgt op je eigen presentatie. Proces en gedrag: o Bij de (deel)producten is ook aangegeven welke processtappen je moet nemen. Als dat niet voorgeschreven is, dan kan een verantwoording van de gekozen processtappen gevraagd worden. o 100% aanwezigheid in de lessen met een pro-actieve (werk)houding tijdens de klassikale of groepsactiviteiten en uitvoering van de (individuele) opdrachten. Indien student eenmaal of tweemaal afwezig is, kan de docent aanvullende eisen stellen. Bij 3 of meer keer afwezigheid dient de module opnieuw te worden gevolgd. 3.2 Toetsmatrijs De module wordt beoordeeld aan de hand van de volgende 3 onderdelen: Onderdeel 1: Uitwerking opdracht 1 Onderdeel 2: Uitwerking opdracht 2 Elk onderdeel moet aanwezig zijn. Bij het ontbreken van een van de onderdelen vindt geen beoordeling plaats. De uitkomst van de 2 onderdelen gezamenlijk levert één eindcijfer op variërend van 2, 4 tot 6. Daar bovenop kunnen extra punten verdiend worden, zoals beschreven in onderstaand overzicht. ME D ME C 0 6 V E R S I E 2. 1 V A N 4 N O V E MB E R

8 Beoordelingsmodel MEDMEC06 Het cijfer voor de onderdelen 1 t/m 2 gezamenlijk is een 2 of 4 of 6. Cijfer Toelichting 2: de onderdelen zijn incompleet opgeleverd en voldoen niet aan de eisen (onvoldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) overdoen 4: de onderdelen zijn compleet opgeleverd en voldoen niet aan de eisen (onvoldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) reparatie 6: De onderdelen zijn compleet opgeleverd en voldoen aan de eisen (voldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) behaald Daarnaast kan elke student maximaal 4 extra punten verdienen met onderstaande criteria. Het zijn criteria waarmee de student demonstreert de mate waarin de lesstof eigen is gemaakt en als parate kennis en vaardigheid beschikbaar is. Deze criteria gaan over het hebben van de gewenste attitude en begrip en inzicht in en het kunnen toepassen van de geleerde vaardigheden. Het verwerven van extra punten vraagt onder andere inzet, inzicht, het vermogen om verbanden te kunnen leggen en creativiteit. De wijze waarop dit wordt aangetoond bepaalt de student zelf. Criteria Student heeft op een opvallende, inspirerende, duidelijke en tot de verbeelding sprekende manier de recensie van het gastcollege (en de geraadpleegde en onderzochte informatiebronnen en bedrijven uit het beroepenveld)weergegeven; anders dan de gevraagde uitvoering (opdracht 1) Student heeft het nut en de meerwaarde van de dummy onder andere bij het uitwerken van opdrachten en het effect op het creatieve proces inzichtelijk gemaakt en duidelijk onderbouwd Student heeft zakelijk ogend werk op het gebied van inhoud en structuur ingeleverd Student heeft de inhoud van het reflectieverslag in de vorm van een opvallend, inspirerend, duidelijk en tot de verbeelding sprekend artikel inzichtelijk gemaakt Punt 1 ½ ½ 1 Student heeft zich onderscheiden door Herkansingen Het herstellen van ingeleverd werk en de herkansing zijn als volgt geregeld: - Bij een cijfer 2 aan het einde van de lesperiode, dient de student de module te herkansen. Dit houdt in dat de student, direct na het bekend worden van het cijfer, afspraken maakt met de begeleidende docenten over het te volgen traject en de inhoud en criteria van de herkansing. De herkansing wordt uiterlijk in de 10 de lesweek van de volgende periode ingeleverd. Indien dit resultaat weer onvoldoende is, dient de student de module opnieuw te volgen. - Bij een cijfer 4 aan het eind van de lesperiode, volgt een herstelmogelijkheid in de direct daaropvolgende lesperiode. Dit houdt in dat de student, direct na het bekend worden van het cijfer, individuele afspraken maakt met de begeleidende docenten over het te volgen traject. De herstelde onderdelen worden uiterlijk in de 5 de lesweek van de volgende periode ingeleverd. Indien dit resultaat onvoldoende is, dient de student de module te herkansen. ME D ME C 0 1, V / 0 6 /

9 Maak je geen gebruik van de eerste herkansingsmogelijkheid, dan is er een tweede herkansingsmogelijkheid in de zomerperiode. ME D ME C 0 1, V / 0 6 /

10 4 Toelichting lessen identiteit Onderwerpen: _ Identiteit & Imago _ Imago _ Relatie identiteit en imago, voorbeeld 1 _ Identiteit _ Relatie identiteit en imago, voorbeeld 2 _ Identiteit verwoord als manifest _ Manifest Identiteit & Imago Identiteit en imago zijn twee verschillende dingen. Niet altijd makkelijk uit elkaar te houden, maar wel van groot belang. Daarom hierbij wat handreikingen. Imago Dat wat de buitenwereld denkt dat je bent, het is de reflectie van de identiteit. Sturing van het imago kan door middel van aangemeten houding, gedrag en communicatie. Gedrag: je kan aardig (imago) doen terwijl je het niet bent (identiteit), bijvoorbeeld om je zin te krijg, ben (identiteit) je dan aardig of ben je dan slinks (gedrag)? In en externe communicatie zijn stuurbaar, ze tonen de buitenwereld wat je wilt tonen. Je kan kiezen voor nette of juist casual kleren om naar een sollicitatie te gaan. Dit is stuurbaar. Hiermee is imago te regisseren en identiteit niet. Je imago kan je, omdat het de reflectie is van de buitenwereld, veranderen, denk hierbij aan een make-over, naamswijziging of imago campagne. Relatie identiteit en imago, voorbeeld 1 Het imago wordt daarmee vaak aangepast aan de eisen van de tijdgeest. Omdat men (de buitenwereld) een ander voorkeurenpatroon gekregen heeft, kan je de nadruk in je externe communicatie veranderen. Zit dit echter niet in je kern, dan is de kans dat je campagne slaagt niet groot. Het zit dan gewoon niet in je. De Friesland Bank bijvoorbeeld was de laatste jaren niet minder Fries dan ze nu is. Maar hip was het een paar jaar geleden nog niet, om Fries, klein en nuchter te zijn. Sinds de kredietcrisis zijn dit waarden die voor vel klanten van groot belang zijn. De Friesland Bank adverteert (imago) nu dezelfde eigenschap waar ze een aantal jaar geleden eigenlijk niet mee te koop wilden lopen Identiteit De grondslag van het zijn, veel dieper dan het imago en onveranderbaar. De identiteit gaat niet over hoe anderen je zien, maar over hoe je bent. Dit zijn bestaat deels uit je DNA, dat wat je niet kan veranderen, deels uit dat wat je geworden bent, wat je zijn vormt. Je identiteit kan je, met heel veel moeite, leren kennen en doorgronden, maar niet zomaar wijzigen. Het gaat om dat wat van nature in je zit. Relatie identiteit & imago, voorbeeld 2 De Rabobank bijvoorbeeld heeft in zijn identiteit verankerd dat het een coöperatieve bank is. De bank komt voort uit een coöperatie van boeren, die ooit dacht, dat doen we liever zelf. Midden jaren 90 heeft deze bank getwijfeld of ze wel moest vasthouden aan deze identiteit van kleine zelfstandige coöperaties. Groot was toen immers mode en coöperatief werd in dat tijdsbeeld gezien als iets van vroeger, van de socialisten en niet wenselijk. Na een interne discussie is besloten vast te houden aan de eigen identiteit. Het coöperatieve mocht blijven en werd zelfs als heel bijzonder naar voren geschoven in de externe communicatie. Een identiteitskenmerk dat eigenlijk uit, leek werd zo opnieuw een uniek kenmerk. Nu, zo n 10 jaar later, blijkt dat juist het coöperatieve in de buitenwereld weer aanzien heeft. Identiteit verwoord als manifest Is langduriger, meer verankerd in het zijn. Gaat uit van het ik, niet van de ander. Vanuit een paar kernwoorden een manifest schijven... Valt niet mee. De kernwoordenlijken soms in tegenspraak met elkaar... ME D ME C 0 1, V / 0 6 /

11 Gebruikt de creatieve technieken uit het eerste jaar om verder te komen met deze woorden. Manifest Omschrijving van de werkelijke aard, niet van de gewenste situatie Vanuit het ik, oorzaak gevolg, ik ben zo, dus ik doe dit... Met andere woorden in een manifest moeten statements over jezelf staan, naar binnen gekeerd in plaats van naar buiten. Merk je dat je statements over de klantrelatie en dergelijke formuleert (statements naar buiten)? Zoek dan naar waarom. Bijvoorbeeld waarom denkt de bank mee met de klant? (= Een statement naar buiten toe) De bank gelooft in de zelfstandigheid van klanten. (= Een statement naar binnen toe). Het voorbeeld manifest (uit de roman Atlas Shrugged van Ayn Rand) "I swear by my life and my love of it, that I will never live for the sake of another man, nor ask another man to live for mine" Deze persoon zou je kunnen betitelen als a-sociaal, immers, hij zegt nooit voor een ander te willen leven. Aan de andere kant zou je ook kunnen zeggen dat deze persoon juist heel sociaal is, hij zegt immers ook niet te verwachten dat iemand voor hem zou leven. Hierin zie je ook hoe sterk een manifest ingedikt kan zijn. Met slechts twee zinnen zet deze persoon zichzelf geheel neer. Er zijn op grond van dit manifest zelfs meerdere boeken geschreven, waarin duizenden bladzijden lang alles blijft terugkomen op dit basis manifest. Identiteit in enkele begrippen, verwoord in een manifest Een groep heeft de begrippen: onbetrouwbaar, betrouwbaar en tegenstrijdig. Deze begrippen lijken onverenigbaar, als je op deze begrippen doorgaat kom je er echter snel achter dat juist deze kenmerken het succes van een vereniging of politieke partij kunnen zijn. Een politieke partij kan betrouwbaar zijn voor de eigen leden of achterban, terwijl het in de kern van deze groep mensen met een gezamenlijk doel kan liggen niet per definitie betrouwbaar te zijn voor de vreemden. ME D ME C 0 1, V / 0 6 /

12 5 Algemene omschrijving 5.1 Inleiding Media aan de Maas leidt studenten op tot designers, developers, engineers en technologen voor de wereld van nieuwe media. Bij uitstek professionals van wie wordt verwacht dat ze creativiteit in kunnen zetten bij het uitvoeren van hun taken. Hun creatieve vermogen moet hen in staat stellen te komen tot oplossingen voor de vraagstukken waarmee ze zich uitgedaagd zien. Binnen de leerlijn Media en Creativiteit worden studenten zich bewust van hun eigen creatieve vermogen en ontwikkelingen op hun vakgebied. Ze leren hun creatieve vermogen in te zetten bij hun ontwikkeling en ten behoeve van hun latere beroepsuitoefening. MEDMEC 06 draagt bij aan de ontwikkeling van de competentie: creatief probleemoplossen en onderzoeken. Competentiebeschrijving creatief probleemoplossen; de creatief probleemoplosser is in staat de eigen creatieve vermogens in te zetten om te komen tot oplossingen voor de vraagstukken die hij zich stelt. Hij verschaft zich toegang tot inspiratiebronnen en verzamelt alle mogelijke informatie. Vaak komt hij tot zijn oplossing door het leggen van nieuwe verbanden tussen bestaande delen informatie. Toelichting; het multimedia vakgebied is voortdurend in verandering. Daarmee veranderen ook de vraagstukken die voorgelegd worden aan de professionals. Professionals met de attitude van de creatief probleemoplosser, nemen niet klakkeloos de vragen van de opdrachtgever over. Zij stellen vragen om zich een goed en volledig beeld te kunnen vormen van het voorliggende probleem. Of om het probleem opnieuw te formuleren. Zij zoeken de ruimte op binnen de vraagstelling en fungeren zo als sparring partner van de opdrachtgever. Creatief probleemoplossers hebben een attitude van risico, durf en openheid ten aanzien van nieuwe ideeën. Geen idee is hen te dol. In ieder geval niet in eerste instantie. De reality check volgt later. In hun zoektocht naar oplossingen verzamelen zij veel informatie, afkomstig uit allerlei takken van sport. Zij combineren deze delen informatie op een nieuwe manier. Nieuwe technieken worden bijvoorbeeld ingezet om bestaande toepassingen te optimaliseren. Net zo lang totdat zij een bevredigend antwoord hebben gevonden. Bij het creatief oplossen van een probleem, gaat het om Toepassen creatieve technieken Waarnemen en verzamelen van informatie en inspiratiebronnen, zodat innovatieve oplossingen worden bedacht voor ontwerpvraagstukken. Competentiebeschrijving onderzoeken; De onderzoeker context heeft zijn blik gericht naar buiten. Hij is op de hoogte van de nieuwste technologische en multimediale ontwikkelingen. Ook kan hij bronnenonderzoek uitvoeren en de onderzoeksresultaten gebruiken in de ontwikkeling van nieuwe concepten en producten. Toelichting; Het vakgebied van de multimedia is voortdurend in verandering. De onderzoeker volgt alle ontwikkelingen op de voet. Hij is nieuwsgierig en gaat kritische houding en brengt veel tijd door achter zijn computer, speurend op het Internet voor de nieuwste gadgets en ideeën. Daarnaast volgt hij toonaangevende blogs en neemt hij actief deel aan communities. Ook leest hij vaktijdschriften en participeert hij in seminars. Al zijn bevindingen legt hij vast in woord en in beeld. Op basis van zijn onderzoek is hij in staat om relevante vraagstellingen te formuleren. Ook kan hij voorspellingen doen over toekomstige ontwikkelingen, zodat een bedrijf innoverende producten kan ontwikkelen voor de markt. Bij de onderzoeker gaat het om Benoemen van technologische en multimediale ontwikkelingen Uitvoeren van bronnenonderzoek zodat de oplossing een innovatief antwoord vormt op het voorliggende vraagstuk. ME D ME C 0 1, V / 0 6 /

13 5.2 Inhoud In deze module komen de identiteit van organisaties, producten, diensten en applicaties aan bod. In het eerste jaar heb je inzicht verkregen in je eigen identiteit en wie jij bent als onderdeel van de groep van makers. Dit jaar leer je herkennen welke identiteiten door organisaties crossmediaal worden uitgedragen en hier een onderbouwde opinie over vormen. Hierbij wordt een link gelegd naar de maatschapplijke thema s privacy en ethiek. 5.3 Relatie met andere onderwijseenheden In de modulelijn Media en Creativiteit word je aangemoedigd om een nieuwsgierige en kritische houding aan te nemen en jezelf open te stellen voor een veelheid aan (nieuwe) bronnen en ontwikkelingen op het vakgebied. Daarnaast ontwikkel je visie en gevoel voor innovatie en beeld, zodat de concepten die je in het creatieve proces ontwikkelt en de ontwerpen en producten die je maakt tijdens het projectonderwijs aan kwaliteit zullen winnen. Vooral tijdens de praktijk georiënteerde multidisciplinaire projecten zul je profijt hebben van deze technieken. Tenslotte bestaat verwantschap met onder andere Usability, Prototyping, Creative Marketing, waarbinnen de ontwikkeling van concepten een centrale positie inneemt. 5.4 Leerdoelen De student: 1. herkent de momenten waarop creatief probleem oplossen (toepassen van creatieve technieken) noodzakelijk is in zijn ontwerpproces. 2. is in staat om naar aanleiding van een multidisciplinaire vraagstelling op zoek te gaan naar inspiratiebronnen, informatie te selecteren, nieuwe ervaringen op te doen en ontmoetingen te ensceneren. 3. herkent de toepasbaarheid van de in kaart gebrachte technologische, multimediale, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. 4. is geinteresseerd in het actuele debat zoals gevoerd in de wereld van multimedia. 5. is in staat om een heldere vraagstelling te formuleren, onderzoeksdoelstellingen te definieren en conclusies te trekken als antwoord op de geformuleerde vraag. De concrete leerdoelen van dit kwartaal met als titel Ik wij en de rest. Jij in het grotere geheel zijn als volgt: 1. inzicht in het begrip Identiteit 2. inzicht in de factoren die een identiteit kenbaar maken 3. inzicht/ervaring in het herkennen van de factoren die de identiteit kenbaar maakt 4. inzicht in de effecten van die identiteit met nadruk op privacy en ethiek 5. inzicht in de manier waarop men zich manifesteert in groepen 5.5 Werkvorm(en) Om aan de doelstelling van deze module te voldoen, is gekozen voor interactief en kennisgestuurd onderwijs. Actieve deelname; de leerdoelen zijn voornamelijk te behalen door actieve deelname aan de lessen en het zelfstandig uitvoeren van praktijkgerichte opdrachten. Om die reden is gekozen voor een actieve ondersteuning en wegwijzende opdrachten in de bijeenkomsten. De docent leidt de opdrachten in, begeleidt de opdrachten en geeft aanwijzingen. De studenten bereiden zich voor op de volgende les kunnen de vorderingen tot dat moment in de bijeenkomst laten zien. Het programma is zó opgezet, dat de behandelde onderdelen op elkaar aansluiten. Het spreekt voor zich dat een dergelijke vorm van onderwijs alleen werkt als de studenten altijd aanwezig zijn. Om deze reden geldt een aanwezigheidsplicht! Het programma bestaat uit wekelijkse bijeenkomsten van 80 minuten. Daarnaast verricht je 40 uur zelfstudie en zelfwerkzaamheid. Theorie en praktijkopdrachten; elke les heeft een theoriegedeelte met voorbeelden en praktische oefening van de geleerde lesstof. De studenten werken tijdens en buiten de lessen, ME D ME C 0 1, V / 0 6 /

14 zowel in groepjes als zelfstandig, aan praktijkgerichte opdrachten. Zodanig dat de inhoud van deze module gericht wordt toegepast en daardoor de praktische inzetbaarheid wordt ervaren. Gastcolleges; elke periode worden 1 á 2 gastcolleges georganiseerd waarin gastsprekers uit de beroepspraktijk het modulethema vanuit verschillende invalshoeken bespreekt. Gastcolleges zijn officieel onderdeel van het programma, ook als ze nog niet vermeld staan in de modulewijzer. Feedback en werkbijeenkomsten; de module kenmerkt zich door werkbijeenkomsten en feedbackbijeenkomsten. In de werkbijeenkomsten wordt in groepjes aan de opdrachten gewerkt en de docent begeleidt de studenten hierbij. In de feedbackbijeenkomst geeft een vertegenwoordiger van het werkgroepje een korte update van de stand van zaken met betrekking tot de uitwerking van de opdracht. De studenten uit de andere groepjes en de docent geven hierop feedback. Op deze wijze kan de betreffende werkgroep gericht verder werken aan de opdracht en tegelijkertijd worden andere werkgroepen door deze feedback geinspireerd. Reflectie; de student beschrijft naar aanleiding van elke les zijn/haar leermomenten, inzichten en acties en werkt het reflectieverslag bij. De laatste 5-10 minuten van een bijeenkomst kunnen worden besteed aan reflectie. Ook kan tijdens de lessen gereflecteerd worden of indien mogelijk in groepjes van 3-4 studenten (peer to peer). Excursies; voor aanvang of tijdens het kwartaal kan bekend worden gemaakt dat er een excursie plaats vindt. Excursies zijn officieel onderdeel van het programma, ook als ze nog niet vermeld staan in de modulewijzer. 5.6 Literatuur en ICT-bronnen Tips ter verdieping: Films: Billy Elliot, S1mone, Avalon, Ghost in the Shell, Code 64, Catch me if you can, Ben X Online: Lonelygirl15 (You Tube) Boeken: Naomi Klein, The Shock Doctrine Sherry Turkle, Shockdoctoring Jos de Mul, Cyberspace Odyssee George Orwell, Animal Farm ME D ME C 0 1, V / 0 6 /