Politieke Ronde d.d. 10 november Raadsvergadering d.d. 24 november Voorstel nr.

Transcriptie

1 Politieke Ronde d.d. 10 november 2011 Raadsvergadering d.d. 24 november 2011 Voorstel nr. Programma en product 4.9 Sociale Infrastructuur - Welzijn en zorg Oegstgeest, 10 oktober 2011 Aan de raad Onderwerp Taakstelling RDOG HM Beslispunten Taakstelling RDOG Hollands Midden Beslispunten 1. Het bestuur van de RDOG HM mee te geven dat u de door hen voorgestelde bezuinigingen steunt, maar bij de sector OBG liever een afkappunt ziet van 10% in plaats van 8% 2. Het bestuur van de RDOG HM mee te geven dat ze zich vanaf de begroting 2013 voor loon- en prijscompensatie houdt aan de Regionale financiële kaders voor verbonden partijen. Samenvatting De Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg (RDOG) Hollands Midden is een gemeenschappelijke regeling van 26 gemeenten, die de Wet Publieke Gezondheid uitvoert. De gemeenten dragen een vast bedrag per inwoner bij. De RDOG Hollands Midden heeft de ontwerpbegroting 2012 aan de gemeenteraad aangeboden en daarbij tevens een doorkijkje gegeven naar de jaren daarna. Dit doorkijkje gaat vooral in op de wijze waarop de RDOG voor de gemeenten noodzakelijke bezuinigingen zou kunnen realiseren. Per sector stelt de RDOG zogenaamde afkappunten voor, waarboven bezuinigingen voor hen onverantwoorde maatschappelijke gevolgen zouden hebben. Gemeenten kunnen hun mening geven over de voornemens van het RDOG bestuur. Voorgesteld wordt om alleen voor de sector Onderzoek en Beleid en gezondheidsbevordering (OBG) aan te sturen op een bezuiniging van 10 in plaats van de voorgestelde 8%. Ook wordt voorgesteld om voor de loon- en prijscompensatie aan te sluiten bij de Regionale financiële kaders voor verbonden partijen.

2 Inleiding De gemeenten in de gemeenschappelijke regeling van de RDOG Hollands Midden krijgen te maken met bezuinigingen en hebben de GGD opdracht gegeven om te kijken op welke manier zij kan bezuinigen op de bijdrage per inwoner. De RDOG heeft bij de aanbieding van de conceptbegroting 2012 (die u in juni 2011 heeft behandeld) ook haar voornemens voorgelegd over de bezuinigingen voor de jaren Eind 2011 wil het bestuur van de RDOG haar standpunt bepalen ten aanzien van deze bezuinigingen. Gemeenten zijn uitgenodigd hun mening te geven zodat het RDOG bestuur die mee kan wegen in haar besluitvorming. Gemeenten in het samenwerkingsgebied Hollands-Midden hebben op 15 december 2010 afgesproken dat zij voorafgaande aan een nieuwe begrotingscyclus gezamenlijk afspraken willen maken over de financiële kaderstelling van gemeenschappelijke regelingen. In de Politieke Ronde van mei 2011 heeft u kennis kunnen nemen van de regionale financiële kaders die door ons college zijn vastgesteld. De financiële kaders stellen: de indexering vanaf 2012 te baseren op de publicatie van de nominale ontwikkeling (gebaseerd op het BBP uit de MEV) in de septembercirculaire (T-2) van het nieuwe begrotingsjaar, de indexering toe te passen op de bijdrage per inwoner of een andere van toepassing zijnde verrekengrondslag, de indexering op basis van de vastgestelde index BBP voor begroting jaar T-0 op basis van meicirculaire jaar T-0 na te calculeren per bijdrage inwoner of een andere van toe passing zijnde verreken grondslag. Hoewel u bij de behandeling van de begroting 2012 vond dat er voor 2012 in afwijking van de financiële kaders geen looncompensatie moest worden toegestaan bij de RDOG, omdat dat de bezuiniging weer deels teniet zou doen, heeft het Algemeen Bestuur van de RDOG toch ingestemd met het volgen van de Regionaal Financiële kaders voor dit onderwerp. Er vindt dus loon- en prijscompensatie plaats voor 2012 conform de regionale financiële kaders. Dit advies beperkt zich tot de begroting van het programma Openbare Gezondheidszorg. De kosten van het programma Ambulancezorg worden gefinancierd door zorgverzekeraars, de begroting van het programma Veiligheid en Zorg bereikt u via de ontwerpbegroting van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Hollands Midden. Beoogd effect Met dit besluit wordt duidelijk wat de gemeente Oegstgeest vindt van de voorgenomen bezuinigingen voor het programma Openbare Gezondheidszorg van de RDOG Hieronder volgen de voornemens van het RDOG bestuur per sector. AGZ Ten aanzien van de sector Algemene Gezondheidszorg constateert het bestuur dat het afkappunt ligt bij een kostenvermindering van 5%. De producten binnen deze sector zijn landelijk strak geprotocolleerd en een kostenvermindering roept direct een reactie op van de inspectie of zorgt voor een groter risico op de verspreiding van algemene infectieziekten, TBC en SOA s en voor grotere gezondheidsrisico s door 2

3 bedreigingen in het milieu. De inspanningen van de GGD in het kader van de nieuwe griep, Q-koorts, gewasbestrijdingsmiddelen, boktorren in Boskoop en de gevolgen van de brand in Moerdijk liggen nog vers in het geheugen. Niet-adequaat optreden in dergelijke situaties leidt tot onaanvaardbare risico s. OBG Ten aanzien van de sector Onderzoek, Beleid en Gezondheidsbevordering constateert het bestuur dat voor de subregio Zuid-Holland Noord het afkappunt op 8% ligt en voor de regio Midden-Holland op 10%. In de subregio Zuid-Holland Noord wordt een deel van de korting gerealiseerd door het verminderen van de inzet voor de digitale sociale kaart. Dit betekent niet dat de sociale kaart in zijn geheel verdwijnt, maar dat de database op andere wijze wordt beheerd en gevuld, onder andere door de sector PZJ (t.b.v. de virtuele Centra voor Jeugd en Gezin) en de sector GHOR (t.b.v. GHOR4all) en door een intensieve samenwerking met MEE Zuid-Holland Noord. In de subregio Midden-Holland wordt de korting gerealiseerd door het schrappen van de interne producten Calamiteitenteam en GROP/OTO en de taken digitale publieksinformatie en advisering publieke gezondheidszorg. Daarnaast door het beperken van de uitvoering van gezondheidsbevordering 18-plus en epidemiologie. Het bestuur constateert dat het schrappen/beperken op deze taken substantiële negatieve effecten heeft. Klanten hebben moeilijker toegang tot informatie m.b.t. gezond leven, netwerken op het gebied van gezondheidsbevordering verschrompelen, de ondersteuning op het gebied van gezondheidsbeleid wordt geminimaliseerd en data, die nodig zijn voor lokaal beleid en geen deel uitmaken van de wettelijke minimum-set van de gezondheidsenquête, zijn niet meer beschikbaar. Positieve trends die afgelopen jaren zijn ingezet ten aanzien van minder roken, minder alcoholgebruik en minder overgewicht komen onder druk te staan. Indien deze trends daadwerkelijk terug buigen, zal de inspectie nader onderzoek doen met als vraag of gemeenten in onze regio voldoende interventies inzetten om deze trends te keren. JGZ Ten aanzien van de sector Publieke Zorg voor de Jeugd is eerder in dit memo al opgemerkt dat een kostenvermindering gerealiseerd kan worden met ingang van het jaar De bezuiniging op de het deel JGZ 4-19 jaar van de sector PZJ Zuid- Holland Noord, waartoe de bestuurscommissie in 2010 besloten heeft, wordt in 2013 en 2014 al gerealiseerd. Wel heeft de sector de opdracht om met ingang van 2011 per jaar ,- aan efficiencyvoordeel te realiseren, om de frictiekosten in de periode terug te kunnen verdienen. De sector kenmerkt zich door een relatief groot aandeel van taken, die strak gestructureerd zijn en wettelijk verplicht. Dit geldt voor alle contactmomenten en periodieke gezondheidsonderzoeken. Bezuinigingen daarop zijn niet mogelijk. Integendeel, landelijk wordt er zelfs gesproken over een extra contactmoment op 16-jarige leeftijd en over het uitbreiden van sommige screeningsactiviteiten binnen de huidige contactmomenten. Tevens heeft de inspectie aangekondigd secuur toe te zien op het uitvoeren van het basistakenpakket JGZ. De overige werkzaamheden binnen deze sector zijn enerzijds het bevorderen van gezond gedrag bij kinderen en jongeren en anderzijds het signaleren, monitoren en aanpakken van gezondheidsbedreigingen (pesten, sociale, emotionele, seksuele en fysieke kindermishandeling, huiselijk geweld, verslavingsproblematiek en psychiatrische handicaps bij de ouders, maatschappelijke problemen in het gezin, etc.). Bezuinigingen van 5 15% op de totale BPI zorgen dan al snel voor een zeer 3

4 sterke reductie van deze activiteiten, waardoor het bevorderen van gezond gedrag in deze essentiële periode van het leven (beginnen met sporten en bewegen, aanleren van gezonde voedingsgewoontes, afzien van roken en alcoholgebruik) wordt beperkt en de aanpak van gezondheidsbedreigingen minder effectief wordt, ook door het niet kunnen onderhouden van de beleidsnetwerken op dit gebied (afspraken met jeugdzorg, ggz, gemeenten, maatschappelijk werk, politie, etc. over een gezamenlijke, gecoördineerde aanpak in risicosituaties). Een feitelijke reductie van 6% (inclusief efficiencymaatregelen) wordt mogelijk gezien voor de sector PZJ Zuid-Holland Noord, voor de sector PZJ Midden-Holland is het maximum sterk afhankelijk van de mate, waarin basistaken worden omgezet in aanvullende diensten Argumenten 1. Het bestuur van de RDOG HM mee te geven dat u de door hen voorgestelde bezuinigingen steunt, maar bij de sector OBG liever een afkappunt ziet van 10% ipv 8%. 1.1 Wij denken dat een bezuiniging van 10% binnen de afdeling OBG mogelijk moet zijn. Gezien de financiële ontwikkelingen waarmee Oegstgeest te maken krijgt de komende jaren moet ook naar de GGD kritisch worden gekeken. De basistaken binnen deze sector zijn gericht op gezondheidspreventie voor volwassenen. Uiteraard is het zo dat bezuinigingen dat negatief kunnen beïnvloeden. Maar door lokale projecten kun je extra inspanningen verrichten om de gezondheid van je inwoners positief te beïnvloeden. Deze lokale projecten kunnen naast de basistaken van de GGD bestaan. In 2012 komt er een nieuwe nota lokaal gezondheidsbeleid. Wij stellen voor om daarin in te gaan op de wenselijkheid van eventuele extra lokale projecten. 1.2 Het voorgestelde afkappunt binnen de sector AGZ van 5% vinden wij wel reëel. Binnen de sector AGZ vallen de onderdelen waarop de GGD vooral wettelijk verplichte taken uitvoert, die de bestrijding van infecties e.d. moet helpen voorkomen. Verder snijden levert directe gezondheidsdreiging op. Bovendien is er nauwelijks lokaal beleid op te maken omdat het vaak om landelijke taken gaat. 1.3 De argumentatie om voor de subregio Zuid-Holland Noord voor de sector JGZ de bezuiniging op 6% te stellen vinden wij reëel op basis van het huidige takenpakket binnen de sector. Zoals wij ook al aangeven in het stuk over het Centrum voor Jeugd en Gezin, dat eveneens in november in uw raad wordt besproken, streven we naar een integrale benadering van opvoedingsondersteuning en prenatale zorg in Oegstgeest tussen alle aanbieders van het CJG onderling. Dat betekent dat we ook het takenpakket van de GGD binnen de sector JGZ daarin betrekken. 2. Het bestuur van de RDOG HM mee te geven dat ze zich vanaf de begroting 2013 voor loon- en prijscompensatie houdt aan de Regionale financiële kaders voor verbonden partijen. 2.1 De regio heeft zich gecommitteerd aan de Regionale financiële kaders voor Gemeenschappelijke Regelingen (verbonden partijen). Bij de opstelling van de begroting 2012 kon daar nog geen rekening mee worden gehouden. Vanaf de begroting 2013 kan dat wel. Regionaal wordt aan deze kaders getoetst. Deze kaders stellen een bepaalde manier van omgaan met loon- en 4

5 prijsindexaties voor. Kanttekeningen De bezuiniging van 10% in 2013 uit het Regionaal financieel kader wordt niet gevolgd. In het Regionale financiële kader is gesproken over bezuinigingen van 5% in 2012 en 10% in 2013 voor de regionaal verbonden partijen. Anders dan voor de berekening van de loon- en prijsindex is er voor het precentage bezuinigingen een mogelijkheid opgenomen voor een bestuursorgaan om daar gemotiveerd van af te wijken. Met bovenstaande voorstellen geeft uw raad aan dat u het RDOG bestuur steunt in haar afwijkende bezuinigingspercentage voor de sectoren JGZ en AGZ. Alternatieven nvt Financiën De definitieve financiële consequenties zijn pas duidelijk wanneer de begroting 2013 wordt aangeboden. Mocht de RDOG in negatieve zin afwijken van de voorgestelde bezuinigingspercentages, dan is het risico bij elke 1% minder bezuinigen op de bijdrage per inwoner ca op jaarbasis. Communicatie Uw besluit zal worden meegedeeld aan de RDOG. Gevolgen inspraak / interactieve beleidsontwikkeling n.v.t. Uitvoering Gemeenten hebben de gelegenheid te reageren op de voornemens. Die reacties worden besproken in de vergadering van bestuurscommissies en Algemeen Bestuur van 7 december 2011, waarin de basis wordt gelegd voor de begroting 2013 e.v.. Bijlagen (ter inzage): 1. Brief van het AB RDOG Hollands Midden gericht aan het college van 14 april Burgemeester en wethouders van Oegstgeest, mr. C.M.M. Zwinkels waarnemend secretaris E.M. Timmers van Klink burgemeester 5

6 De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 oktober 2011; b e s l u i t : 1. Het bestuur van de RDOG HM mee te geven dat u de door hen voorgestelde bezuinigingen steunt, maar bij de sector OBG liever een afkappunt ziet van 10% in plaats van 8%; 2. Het bestuur van de RDOG HM mee te geven dat ze zich vanaf de begroting 2013 voor loon- en prijscompensatie houdt aan de Regionale financiële kaders voor verbonden partijen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 november 2011., voorzitter, griffier

7

8