Whitepaper Afbakenen vpb-plicht in vijf stappen

Transcriptie

1 Whitepaper Afbakenen vpb-plicht in vijf stappen Samenstellers: Drs. Joost Parren Dhr. Bob van Leeuwen Datum: Versie: 3 Copyright Step in Control B.V., 2015 Op de inhoud van dit document rust auteursrecht. Het overnemen, opslaan en verspreiden van (delen) van de inhoud kan alleen na schriftelijke toestemming van Step in Control B.V.

2 2 Inleiding Bij invoering van de vpb-plicht is de afbakening van welke activiteit wel of niet vpbplichtig is, cruciaal. Dat is te herleiden uit de op 6 november 2015 verschenen Handreiking ten behoeve van de invoering van de Vennootschapsbelasting 2.0 van de Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden (SVLO). Daarom is een juiste, uitputtende en gedocumenteerde argumentatie van deze afbakening en de mogelijke vpb-last nu, cruciaal. Hiermee voorkomen gemeenten problemen bij de verantwoording van de vpb-plicht en -aangifte richting de Belastingdienst. Vijf stappen Bij de invoering van de vpb-plicht is de afbakening tussen vpb-plichtige en niet-vpbplichtige activiteiten cruciaal. Hierbij staan stapsgewijs de volgende vragen centraal: 1 Wat is een activiteit? 2 Hoe worden activiteiten geclusterd? 3 Hoe wordt de ondernemingstoets onderbouwd? 4 Hoe wordt de vrijstellingstoets onderbouwd? 5 Hoe wordt de vpb-last bepaald voor vpb-plichtige clusters/activiteiten? 1. Wat is een activiteit? Een activiteit is een samenhangend geheel van handelingen voor het tot stand brengen of produceren van een prestatie, gericht op een specifieke gebruiker of kring van gebruikers. Op basis van deze definitie brengt de gemeente al zijn activiteiten in beeld. 2. Hoe worden activiteiten geclusterd? Activiteiten die economisch, financieel, organisatorisch, naar ruimtelijke vormgeving of naar aard verweven zijn, mogen geclusterd worden om gezamenlijk de ondernemingstoets te doorlopen: economische financiële en/of organisatorische verwevenheid houdt in dat de inzet van mensen en procedures rond verschillende activiteiten door elkaar lopen; verwevenheid naar ruimtelijke vormgeving houdt in dat de werkzaamheden van verschillende activiteiten worden verricht op of vanuit veelal dezelfde locatie; verwevenheid naar aard houdt in dat beoordeeld wordt of de ene activiteit uitsluitend ondersteunend is aan de andere activiteit en niet afzonderlijk kan bestaan; een afwijkende beargumentering van de clustering is mogelijk, bijvoorbeeld wanneer dit voortkomt uit het wettelijk kader geldend voor gemeenten. Kunnen aantonen waarom activiteiten tot een cluster zijn samengevoegd en gezamenlijk de ondernemingstoets doorlopen, zijn de eerste twee stappen in de dossieropbouw ter verantwoording aan de Belastingdienst. Het is daarom van groot belang dat gemeenten de motivering voor de clustering van activiteiten juist, uitputtend en gedocumenteerd vastleggen.

3 3 3. De ondernemingstoets Na de clustering van activiteiten gaan de vastgestelde clusters (of individuele activiteiten) door de ondernemingstoets. Aan de hand van deze toets wordt bepaald of een cluster (of activiteit) aan vpb-plicht toekomt. Voor de ondernemingstoets gelden drie criteria. Wanneer aan één criterium niet wordt voldaan, dan voldoet het cluster (of de activiteit) niet aan de ondernemingstoets en komt het daardoor niet toe aan vpb-plicht. De criteria zijn: er moet sprake zijn van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid; er moet sprake zijn van deelname aan het economisch verkeer; er moet sprake zijn van structureel (fiscaal) winststreven en/of (mogelijke) concurrentie. Om te kunnen beoordelen of sprake is van winst, moeten de kosten van de clusters inzichtelijk worden gemaakt, de kostenallocatie. Aan de hand van de toerekenbare omzetten en kosten, kan worden bepaald of wordt voldaan aan het winstcriterium. Niet voldoen aan de ondernemingstoets Kunnen aantonen waarom een cluster (of activiteit) niet aan vpb-plicht toekomt, is de derde stap in de dossieropbouw ter verantwoording aan de Belastingdienst. Het is daarom van groot belang dat gemeenten de motivering voor het niet voldoen aan de ondernemingstoets van een cluster (of activiteit) juist en uitputtend onderbouwen en documenteren. Voldoen aan de ondernemingstoets Wordt aan de ondernemingstoets voldaan, dan komt een cluster (of activiteit) in principe aan vpb-plicht toe. Wanneer er sprake is van een onderneming, moeten ook de vermogensbestanddelen van de gemeente worden toegerekend aan de ondernemingsclusters: de vermogensetikettering. Vervolgens moet beoordeeld worden of (een deel van) het resultaat behaald met de activiteit is vrijgesteld. Hiervoor doorloopt u de vrijstellingstoets. 4. De vrijstellingstoets De vrijstellingstoets bepaalt of het resultaat van een cluster (of activiteit) dat aan de ondernemingstoets voldoet, (deels) is vrijgesteld. De volgende vrijstellingen zijn van toepassing: interne activiteiten (art. 8e, lid 1, letter a, sub 1 en sub 2); (quasi-)inbesteding (art. 8f, lid 1, letter a); DVO voor overheidstaken (art. 8e, lid 1, letter a, sub 3 en 8f, lid 1, letter a); overheidstaken en publiekrechtelijke bevoegdheid (art. 8e, lid 1, letter b en 8f, lid 1, letter b); vrijstelling in kader van een samenwerking (art. 8e, lid 1, letter c en art. 8f, lid 1, letter c).

4 4 Vrijstelling Kunnen aantonen waarom een objectieve vrijstelling van toepassing is bij een cluster (of activiteit), is de vierde stap in de dossieropbouw ter verantwoording aan de Belastingdienst. Het is daarom van groot belang dat gemeenten de motivering voor de vrijstelling juist onderbouwen en vastleggen. Geen vrijstelling Is voor een cluster (of activiteit) geen vrijstelling mogelijk, dan wordt het resultaat van het cluster (of de activiteit) betrokken in de effectieve vpb-heffing. Gemeenten moeten over zowel vrijgestelde als niet-vrijgestelde activiteiten aangifte doen. 5. Bepaling vpb-last Over alle clusters (en individuele activiteiten) die voldoen aan de ondernemingstoets moet aangifte worden gedaan. Echter, wanneer uitsluitend objectief vrijgestelde activiteiten worden verricht, geldt een uitzondering op de aangifteplicht. Uiteindelijk zullen in veruit de meeste gevallen voor alle ondernemingsactiviteiten werkzaamheden moeten worden verricht als: 1 inzichtelijk maken van alle (fiscaal) toe te rekenen kosten; 2 aanpassen financiële administratie (rekeningschema); 3 vermogensetikettering; 4 inrichten beheer van de vpb-geldstroom; 5 inrichten controle op de vpb-geldstroom; 6 bepalen vpb-last; 7 vpb-aangifte. Let wel, de bovenstaande lijst geeft een indicatie van wat moet gebeuren. Het kan zijn dat er werkzaamheden bijkomen. Dit alles is nodig om ervoor te zorgen dat de vpbgeldstroom binnen de administratie te volgen is. Dit is van groot belang bij het aantonen dat uw gemeente voor de vpb-plichtige clusters (en activiteiten) een aanvaardbare vpbaangifte indient. Dit betekent dat: uit de fiscale en financiële administratie de berekening van de vpb-last aantoonbaar moet zijn; ter beheersing van de risico s vooraf een audit op de vpb-last wordt gedaan. Kunnen aantonen dat de gemeente een fiscaal aanvaardbare vpb-aangifte indient voor de vpb-plichtige clusters en individuele activiteiten is de vijfde stap in de dossieropbouw ter verantwoording aan de Belastingdienst.

5 5 Grondslagendocument VPB Om ervoor te zorgen dat uw organisatie een controle door de Belastingdienst goed doorstaat, is documentatie essentieel. Samenvattend kunnen gemeenten met een goed verantwoordingsdocument aantonen: 1 waarom bepaalde activiteiten bij elkaar in een cluster zitten; 2 waarom een cluster van activiteiten gezamenlijk de ondernemingstoets doorloopt; 3 waarom een cluster (of activiteit) niet aan vpb-plicht toekomt doordat het niet door de ondernemingstoets komt; 4 waarom (een deel) van het resultaat van een cluster (of activiteit) is vrijgesteld; 5 dat ze fiscaal aanvaardbare vpb-aangifte indienen voor de vpb-plichtige clusters (en individuele activiteiten). Step in Control zet in zijn vpb-producten vanaf het begin de opbouw van een dergelijk dossier centraal. Dit Grondslagendocument VPB wordt gedurende de invoering van de vpb-plicht verder uitgebouwd. Hiermee vormt het niet alleen de basis voor de argumentatie naar de Belastingdienst, maar ook voor de inrichting van de fiscaal/financiële administratie en de beoordeling van de Audit VPB. Kijk op of bel Martin van der Meer via voor meer informatie.