Belastingvoordeel halen door misbruik

Transcriptie

1 Transfer Pricing Levert u goederen en/of diensten binnen uw groep van bedrijven? Dan moet u zakelijk handelen en heeft u te maken met Transfer Pricing. Een onderwerp dat steeds meer in de belangstelling staat en waarvan de regels zijn aangescherpt. Hoog tijd om het onderwerp op de agenda te zetten. Deze whitepaper is ingedeeld in: Basis documentatieverplichting Transfer Pricing Nieuwe aanvullende documentatieverplichtingen per 2016

2 Belastingvoordeel halen door misbruik In de media en in de politiek wordt nu veel gesproken over met name internationale concerns die belastingvoordeel halen door sturing van de prijzen die onderling worden berekend. Denk daarbij aan het schuiven van winst naar landen met lage(re) tarieven. Nieuwe maatregelen vanuit de OESO en EU gelden ook in onze nationale belastingwetgeving. De Transfer Pricing regels zijn aangescherpt. Voor iedere belastingplichtige, dus niet alleen voor de hele grote multinationals. Let op: deze regelgeving geldt ook bij binnenlandse transacties. Uw bestaande administratie en documentatie voldoen mogelijk niet meer. Hoog tijd om uw Transfer Pricing beleid te evalueren en zo nodig aan te passen. Transfer Pricing Transfer Pricing regelgeving bepaalt dat gelieerde vennootschappen voor de onderlinge levering van goederen en diensten (= Transfer Pricing transacties) zakelijke prijzen moeten hanteren. Er is onder andere sprake van gelieerdheid bij (in)directe aandeelhoudersrelaties, deelneming in de leiding van een ander lichaam of het toezicht daarop. In principe hebben alle Nederlandse vennootschapsbelastingplichtige ondernemingen een documentatieverplichting ten aanzien van Transfer Pricing transacties. Zij moeten bij deze onderlinge transacties de gehanteerde prijzen onderbouwen. Daarbij moeten ze ook vastleggen aan de hand van welke uitgangspunten en voorwaarden die prijzen zijn bepaald en hoe die zich verhouden tot de prijzen die bijvoorbeeld aan derden worden berekend dan wel waarom die prijzen verschillen. Als geen vergelijking met transacties met derden kan worden gemaakt, is het toch zaak om zo nauwkeurig mogelijk een zakelijke prijs te bepalen. Transfer Pricing 2

3 Voor multinationale ondernemingen met een geconsolideerde omzet van 50 miljoen en hoger gelden sinds 2016 aanvullende documentatieverplichtingen. We zetten beide regelingen uiteen. Basis documentatieverplichting Transfer Pricing Het is een wettelijke verplichting dat de prijzen die groepsmaatschappijen aan elkaar in rekening brengen voor onderlinge leveringen van goederen en/of diensten zakelijk zijn ('at arms' length'). Ofwel, onderlinge verrekenprijzen moeten overeenkomen met de prijzen die bij een soortgelijke transactie aan onafhankelijke derden in rekening worden gebracht aan. Meer dan alleen de prijs Om te beoordelen of bij een gelieerde transactie een zakelijke prijs wordt gehanteerd, moet niet alleen de prijs worden beoordeeld, maar ook hoe deze prijs tot stand is gekomen. Als de prijzen tussen gelieerde partijen ten opzichte van derden afwijken, betekent dat niet direct dat er sprake is van onzakelijk handelen tussen gelieerde partijen. Alleen het vergelijken van de prijs is namelijk niet voldoende. In de vergelijking moet bijvoorbeeld ook gekeken worden of gelieerde partijen dezelfde soort functies hebben en dezelfde risico s lopen als derden. Wanneer kunnen en mogen de prijzen afwijken? Een aantal voorbeelden: De prijzen kunnen - en mogen - afwijken als bijvoorbeeld bij de verkoop aan de zustermaatschappij het transportrisico bij de leverancier ligt, terwijl bij afnemer X datzelfde risico bij hem zelf ligt. Als de zustermaatschappij veel grotere hoeveelheden afneemt dan afnemer X, is het aannemelijk dat dit ook verwerkt wordt in de prijs. Transfer Pricing 3

4 Beperken de activiteiten van de zustermaatschappij zich tot productie, dan hanteert zij logischerwijs andere prijzen dan leverancier Y als die ook verantwoordelijk is voor centrale functies zoals marketingbeleid, onderzoek en ontwikkeling. Verschillen in functies en risico's horen dus in de te hanteren verrekenprijzen tot uitdrukking te komen. Documentatieplicht Voor de uitvoering van het 'at arms length-beginsel', is een bewijsrechtelijke bepaling in de wet opgenomen in de vorm van een documentatieplicht. Iedere belastingplichtige moet vastleggen op welke wijze de gehanteerde interne verrekenprijzen tot stand zijn gekomen. Daarbij ook of de transactie tot stand is gekomen onder voorwaarden die ook in het economische verkeer tussen onafhankelijk opererende partijen tot stand zouden zijn gekomen. De documentatieplicht ondersteunt de bewijsvoering richting Belastingdienst. Als de gehanteerde prijzen naar het oordeel van de Belastingdienst onzakelijk zijn en de aangegeven winst daardoor bijvoorbeeld te laag is, ligt de bewijslast daarvoor bij de Belastingdienst. Ontbreekt de vereiste documentatie, dan kan de Belastingdienst correcties aanbrengen en moet de belastingplichtige aannemelijk maken dat de gehanteerde prijzen toch zakelijk zijn (dit is de zogenaamde omkering en verzwaring van de bewijslast). Overigens erkent de Belastingdienst dat verrekenprijzen zich binnen een bandbreedte (kunnen) bewegen. De Belastingdienst corrigeert in de regel dan ook alleen als een overeengekomen prijs buiten deze bandbreedte ligt. Alhoewel de invulling van de documentatieplicht in principe vormvrij is, zijn er toch basiscriteria waaraan die verplichting moet voldoen. Transfer Pricing 4

5 Nieuwe aanvullende documentatieverplichtingen per 2016 Voor Nederlandse vennootschappen en vaste inrichtingen die deel uitmaken van een multinationale groep gelden sinds het boekjaar 2016 (of 2016/2017 bij gebroken boekjaar) nieuwe aanvullende eisen. Vennootschappen en vaste inrichtingen die belastingplichtig zijn in Nederland en deel uitmaken van een multinationale groep met een geconsolideerde groepsomzet van ten minste 50 miljoen (in het voorafgaande boekjaar) moeten een groepsdossier en een lokaal dossier in hun administratie hebben. Dit geldt onafhankelijk van de vestigingsplaats van de uiteindelijke moedermaatschappij. Groepsdossier en lokaal dossier Het groepsdossier en het lokale dossier moeten inzicht verschaffen in de (aard van de) onderneming(en) die de multinationale groep uitoefent. Daarnaast moet beschreven worden hoe men omgaat met de verrekenprijzensystematiek en hoe inkomen en winst aan de betreffende landen worden toegewezen. Ook moeten de organisatiestructuur, financiële activiteiten, immateriële activa, belangrijke transacties en overeenkomsten binnen de groep en de financiële en fiscale positie van de groep worden beschreven. Deze dossiers moeten beschikbaar zijn bij het indienen van de aangifte vennootschapsbelasting. Is dat niet het geval, dan kunnen de belastingplichtigen worden geconfronteerd met omkering van de bewijslast. Landenrapport Bedraagt de geconsolideerde groepsomzet 750 miljoen of meer (in het voorafgaande boekjaar), dan geldt dat de uiteindelijke moedermaatschappij van de groep in het land van vestiging een landenrapport moet opstellen. In bepaalde gevallen kan in plaats van de moedermaatschappij ook een Nederlands onderdeel van de groep verplicht worden een landenrapport op te stellen. Het landenrapport moet binnen 12 maanden na het Transfer Pricing 5

6 boekjaar aan de Nederlandse belastinginspecteur zijn verstrekt. Er gelden verzwaarde sancties bij het niet voldoen aan de verplichtingen. Notificatieplicht Het landenrapport bevat met name informatie over de wereldwijde groepsvennootschappen, de winstverdeling en de betaalde belastingen in de landen waarin de groep actief is. In ieder geval moeten de in Nederland gevestigde vennootschappen en/of vaste inrichtingen de Nederlandse Belastingdienst uiterlijk 1 september 2017 aangeven welke groepsmaatschappij het landenrapport zal indienen. De Belastingdienst heeft modellen van het landenrapport, groepsdossier en lokaal dossier in het Nederlands en Engels opgesteld. In die modellen staat vermeld welke informatie minimaal in het landenrapport, groepsdossier en lokaal dossier moet worden opgenomen. Deze modellen zijn bij ons beschikbaar. Tot slot De Transfer Pricing regels gelden kortweg voor iedere vennootschapsbelastingplichtige onderneming die deel uitmaakt van een groep. De laatste tijd zijn de wettelijke vereisten verder aangescherpt, met name vanuit internationale verhoudingen. Daarnaast speelt de maatschappelijke en politieke discussie bij de juiste toepassing daarvan. Maakt u deel uit van een groep, dan adviseren wij u om de onderbouwing en vastlegging van uw interne verrekenprijzen voor interne goederen en diensten te evalueren en zo nodig aanpassingen door te voeren. Maakt u onderdeel uit van een internationale groep, dan is het belangrijk om de eventuele maatregelen en (vervolg)acties met het hoofdkantoor af te stemmen. We ondersteunen u hierbij graag. Heeft u vragen over de (nieuwe) documentatieverplichtingen en wat dit voor u betekent? Neemt u dan contact op met een van onze adviseurs. Zij helpen u graag verder. Transfer Pricing 6