6 Het conceptueel model

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "6 Het conceptueel model"

Transcriptie

1 6 Het conceptueel model 6.1 Inleiding In de voorgaande hoofdstukken is gesteld dat er een wisselwerking is tussen organisatie en markt. Door de wisselwerking verandert op microniveau de besturing van de organisatiestructuur, het produktieproces, de marktstructuur en de marktsituatie en op mesoniveau ontwikkelt de markt zich. De besturing van deze elementen wordt hier besproken. In paragraaf 6.2 worden de uitgangspunten en de elementen van het conceptueel model gedefinieerd. In paragraaf 6.3 wordt het integratiekader behandeld. Vervolgens wordt in paragraaf 6.4 het conceptueel model met de besturing van de elementen gepresenteerd. Het conceptueel model dat hier uitgewerkt wordt maakt gebruik van interne en externe organisatiekundige theorieën, zoals besproken in de hoofdstukken 3, 4 en 5. Specifiek gaat het om de neocontingentiebenadering, de dynamische variant van de industrial organization en de concepten over de technologie. Al eerder is er in de literatuur een verband gelegd tussen de industrial organization en de contingentiebenadering 44. Deze literatuur heeft echter geen ontwerpbenadering. De auteurs gaan niet diep in op de dynamiek en de keuzevrijheid die een ondernemer heeft bij de afweging van allerlei handelingsopties, waardoor het balanceringsprobleem geëlimineerd is. Gezien bovenstaande wordt hier het standpunt ingenomen dat een nieuw conceptueel model wenselijk is, waarin de balanceringsproblematiek wordt bezien vanuit de ondernemer. Tenslotte wordt er in paragraaf 6.5 ingegaan op de beproeving van het gevormde conceptueel model. 6.2 De elementen In deze paragraaf worden de elementen voor het conceptueel model kort bediscussieerd. Op grond van de resultaten uit de voorgaande hoofdstukken wordt ingegaan op de begrippen ondernemer, balanceringsprobleem, equifinaal, technologie, organisatiestructuur, bedrijf, markt, bedrijfstak, bedrijfskolom, parameterinterdependentie, produkt, marktsituatie, marktstructuur en marktontwikkeling. Tevens wordt ingegaan op de marktfasen (produktlevenscyclus) en de marktcoördinatiemechanismen. Tenslotte worden de uitgangspunten besproken: dynamica, keuzevrijheid en speelruimte. 44 Zie o.a. Lentz (1980: 210), White & Hamermesh (1981: 213), Caves (1980: 75) en Tushman & Romanelli (1985: 214).

2 128 Hoofdstuk 6 De ondernemer wordt gezien als de handelende actor die de interne en externe organisatie bestuurt. Onder het woord ondernemer hoeft niet één individu schuil te gaan. In deze studie worden de actoren bedoeld die gezamenlijk de organisatie managen en die keuzes moeten maken over de besturing. Dit zijn veelal de Directieleden of het Management Team. Het gaat om de overwegingen achter die keuzes, zoals die spelen bij de manager(s). Er wordt hier geen onderscheid gemaakt tussen de begrippen ondernemer en manager. Zowel de ondernemer als de manager worden in staat geacht interne of externe veranderingen door te voeren die structureel zijn. Om die structurele veranderingen gaat het in deze studie. De ondernemer heeft te maken met het balanceringsprobleem. Er is sprake van een balans in handelen, wanneer de ondernemer de interne en externe aandachtsvelden gericht en consistent probeert te beïnvloeden op grond van zijn visie en doelstellingen. Voorondersteld wordt dat de ondernemer in essentie naar waardesurplus streeft. De balanceringsproblematiek impliceert dat de interne en externe handelingen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Verder impliceert de balanceringskwestie dat er keuzevrijheid is in de wijze waarop de balans in de handelingen ontstaat. Een laatste belangrijke vooronderstelling is dat de interne en externe handelingen aan veranderingen onderhevig zijn. Deze veranderingen kunnen ontstaan door zelf geïnitieerde wijzigingen. De wijzigingen kunnen ook geïnitieerd worden door handelingen van andere marktpartijen. De veranderingen maken van het balanceringsprobleem een veranderlijk en dynamisch probleem. Bij de balancering van de besturing worden effectiviteit en efficacy nagestreefd. Dit houdt in dat de beoogde doelstelling wordt nagestreefd en dat knelpunten worden opgelost. Doelrealisatie en een oplossing voor de knelpunten vormen geen voorwaarden om te spreken van een gerealiseerde balancering. De balancering heeft te maken met de vooraf beredeneerde gerichte beïnvloeding op t 1. Het gaat hier om de redenatie achter de handelingen. Aangenomen wordt dat effectiviteit beter en eerder bereikt wordt met een gebalanceerde besturing en dat efficacy positief van invloed is op de nagestreefde effectiviteit op t 2. Keuzevrijheid wordt in deze studie opgevat als de mogelijkheid te kiezen tussen handelingsopties, die op de interne en/of externe organisatie betrekking hebben. Keuzevrijheid biedt verscheidene handelingsopties waarvoor gekozen kan worden. Verstandige handelingen omvatten een consistente set van handelingen. Onverstandige handelingen betreffen inconsistente handelingen. De verstandige handelingen zijn interessant wanneer het zinvolle handelingsopties zijn. De zinvolle handelingen doen de ondernemer naar verwachting directer zijn doelstellingen bereiken. De nietzinvolle handelingen hebben geen direct effect, niet negatief en niet positief, op de nagestreefde doelstellingen en zijn vanuit dit gezichtspunt niet effectief en daarom verspilde moeite. De onzinnige handelingen

3 Het conceptueel model 129 hebben een negatief effect en brengen de ondernemer juist verder van zijn doelstelling af. De zinvolle handelingen zijn pas zinvol, wanneer ze ook haalbaar zijn. De haalbare handelingen zijn zowel uit technologisch als uit economisch oogpunt mogelijk. Het onderscheid in de handelingsopties valt alleen te beredeneren op grond van logica. Verschillende sets van handelingen worden hier opgevat als equifinaal wanneer elke set consistent is. De equifinale set kan zowel, zinvolle als nietzinvolle handelingen bevatten, maar is in zijn totaliteit verstandig te noemen. In deze dissertatie wordt het begrip speelruimte gebruikt. Het verschil tussen speelruimte en keuzevrijheid is, dat een handelende actor keuzevrijheid heeft en dat de mate waarin er handelingsopties zijn een bepaalde speelruimte bieden. Keuzevrijheid is gebonden aan de actor en speelruimte aan datgene dat bestuurd wordt. Zo biedt de technologie in het produktieproces de mogelijkheid tot verschillende handelingsopties. Dit wordt de speelruimte genoemd. Binnen deze speelruimte bestaat er keuzevrijheid. In deze studie wordt de technologie op twee manieren opgevat. De ene is de ontwikkeling van de produktietechnologie zoals procesinnovaties en de ontwikkeling van procedures, kennis en vaardigheden die aanwendbaar zijn in de bedrijfstak. Dit is de technologie op mesoniveau. Daarnaast gaat het om de produktietechnologie die een onderneming heeft. Deze laatste wordt ook wel technical system genoemd en wordt in deze studie technologie op microniveau genoemd. De technologie in het produktieproces van een individueel bedrijf wordt gezien als het geheel van mensen en machines, waaronder kennis, vaardigheden, machines en apparatuur. De technologie binnen de organisatie omvat zowel de toegepaste kennis en kunde bij de specifieke combinatie van machines en apparatuur, als wel de potentiële kennis en kunde die niet wordt aangewend. Technologie wordt hier primair in verband gebracht met het uitvoerend personeel en de machines in het produktieproces. Technologie heeft volgens deze visie de meeste invloed op de werkzaamheden van het uitvoerend personeel. Vanzelfsprekend heeft dit ook gevolgen voor de werkzaamheden van anderen in de organisatie en dat betreft vooral het middenkader. Het produktieproces wordt omschreven met de produktievormen jobbing, batch en flow structure. De ontwikkeling van de technologie in een bedrijfstak doorloopt deze cyclus gedurende de standaardcyclus, zo wordt voorondersteld. De technologie in individuele bedrijven kan afwijken van de standaardcyclus. De technologie in het produktieproces biedt een bepaalde mate van speelruimte. Met de speelruimte in het produktieproces kan gereageerd worden op veranderingen in de markt of kunnen veranderingen in de markt geïnitieerd worden. De mate waarin er speelruimte is valt te herleiden op grond van de mogelijkheid tot schaal, breedte en tijdvoordelen die het produktieproces biedt. Hoe meer voordelen er

4 130 Hoofdstuk 6 zijn des te meer speelruimte is er. De voordelen zijn het resultaat van organisatorische en technologische innovaties in het produktieproces. De bestaande technologie kan (opnieuw) gewijzigd worden door innovaties met als gevolg dat de innovaties van invloed kunnen zijn op de marktontwikkeling en de technologie ontwikkeling. Tussen beide technologiebegrippen, zoals die hier gehanteerd worden, en de markt bestaat een wisselwerking. De organisatiestructuur wordt gezien als de verdeling van het werk en de coördinatie van de werkzaamheden. Dit wordt beschreven met ontwerpparameters (functiespecialisatie, formalisatie van gedrag, training en socialisatie, afdelingsvorming, afdelingsgrootte, plannings en beheersingssystemen, horizontale verbindingen, verticale en horizontale decentralisatie) en coördinatiemechanismen (wederzijdse afstemming, directe supervisie, standaardisatie van werkprocessen, van output en van vaardigheden). Het bedrijf of de organisatie (de individuele onderneming) wordt hier gezien als de éénproduktonderneming die actief is op één markt. De markt kan gedefinieerd worden door het geheel van afnemers en aanbieders van een produkt, in een bepaald geografisch gebied en op een bepaald moment. De markt kan regionaal, nationaal of internationaal zijn. De aanbieders op die markt worden samengevat onder de term bedrijfstak. De bedrijfskolom bestaat uit de verschillende opeenvolgende bedrijfstakken van grondstof tot eindprodukt. Voorondersteld wordt dat de concurrenten in de bedrijfstak op elkaar reageren en er zo een afbakening ontstaat. Met reageren wordt verwezen naar de parameterinterdependentie. Parameterinterdependentie is het al dan niet optreden van reacties van de kant van de onafhankelijke ondernemingen op wijzigingen in de parameters (prijs, kwaliteit, reclame, verpakking, enz.) van initiërende ondernemingen. Producenten die op elkaar reageren met parameters concurreren met een gelijksoortig produkt. Parameterinterdependentie fungeert als criterium voor de afbakening van een gelijksoortig produkt en van de bedrijfstak. De marktstructuur wordt gezien als het geheel van kenmerken die, bij een gegeven marktsituatie, de geleding, opbouw en onderlinge betrekkingen van marktpartijen aan de aanbod en vraagzijde van de markt voorstellen. Het begrip verwijst naar het aantal ondernemingen, de onderlinge grootte, verhoudingen en verbindingen tussen de ondernemingen zoals de mate van concurrentie, beheersing en samenwerking. Concurrentie, beheersing en samenwerking zijn de coördinatiemechanismen. De marktstructuur wordt gezien als een onderdeel van de marktsituatie. De marktsituatie wordt omschreven als het samenhangend geheel van vraag en aanbodfactoren dat op een gegeven moment of gedurende een korte periode de kenmerken van de markt van een bepaald produkt karakteriseert. Hiermee worden kwesties als produktdifferentiatie, schaalvoordelen, toegangsbarrières e.d. onder de marktsituatie begrepen. De markt is dynamisch en dat uit zich in de marktontwikkeling. Marktontwik

5 Het conceptueel model 131 keling wordt gedefinieerd als de opeenvolging van verschillende marktsituaties in de groeicyclus. De marktsituaties zijn dwarsdoorsneden van de marktontwikkeling. De marktontwikkeling valt te schetsen met de introductie, expansie, verzadigings en stagnatiefase. Een bepaalde fase kan uiteenlopende marktsituaties bevatten. De marktontwikkeling geeft de dynamiek weer. De dynamiek ontstaat door een wisselwerking tussen organisatie(s) en markt. Door eigen initiatieven of handelingen van andere marktpartijen, gaan de marktpartijen op elkaar reageren. Aangenomen wordt dat de besturing gedurende de marktfase verandert. Elke marktfase heeft verschillende marktkarakteristieken. De besturing verandert door de verschillende knelpunten die elke marktfase karakteriseren. De gebalanceerde besturing van deze knelpunten vormt de kern van het model. Zonder een oplossing van de knelpunten valt de doelstelling van de ondernemer niet goed te realiseren. De besturing verschilt het sterkst tussen de verschillende marktfasen. Op grond van theoretische noties wordt de besturing in elke marktfase beredeneerd, maar niet de besturing bij de overgangen van de ene naar de andere fase. De vraag hoe ondernemers kunnen handelen bij een verschuiving van de marktfasen blijft buiten beschouwing in deze studie. Mogelijk dat dit onderzocht kan worden in een vervolgstudie. In paragraaf 6.4 wordt de balancering van de besturing per marktfase besproken en in paragraaf 6.3 wordt eerst het integratiekader besproken. 6.3 Het integratiekader Uit verscheidene theoretische stromingen en kaders zijn elementen en denkbeelden gedestilleerd die van belang zijn bij het balanceringsprobleem. De definitie van de elementen en de relatie ertussen zijn deels onveranderd overgenomen en deels zijn de begrippen en relaties geherdefinieerd. De relaties tussen de elementen zijn vrij sterk veranderd in verhouding tot de oorspronkelijke theorieën. De nieuwe relaties komen voort uit de ontwerpbenadering, hetgeen de optiek in deze dissertatie is. Door deze optiek veranderen de relaties tussen de elementen en deels de definities van de elementen. De nieuwe optiek levert een gezichtspunt op die er niet zou zijn wanneer de elementen afzonderlijk bestudeerd werden. De meerwaarde zit in de visie op de relaties tussen de elementen. In de systeemtheorie wordt op vergelijkbare wijze gedacht over de vorming van concepten. Zo stellen Checkland & Scholes (1990: 19, 25) dat het geheel van de elementen emergent properties oplevert die er niet zijn bij de afzonderlijke elementen. Orton & Weick (1990) benadrukken dat zowel de relaties als de elementen erg belangrijk zijn in organisatiekundig onderzoek. Naar hun mening is er te vaak een eenzijdige aandacht voor alleen elementen of relaties. Het denken in geheel, delen en de relaties daartussen is kenmerkend voor de

6 132 Hoofdstuk 6 systeemtheorie. De systeemtheorie biedt een integratiekader om een model of instrument te ontwikkelen, hetgeen een hulpmiddel vormt om grip te krijgen op wat er zich in de werkelijkheid afspeelt. De systeemtheorie is een empirisch lege theorie. Deze empirisch lege theorie maakt het mogelijk verschillende theoretische stromingen met elkaar in verband te brengen vanuit een nieuw gezichtspunt. Hierdoor is het mogelijk denkbeelden te integreren in een conceptueel model over de wisselwerking tussen organisatie en markt bezien vanuit de ondernemer. In deze paragraaf wordt ingegaan op de systeemtheorie, die het integratiekader vormt van een conceptueel model. De Leeuws (1974, 1982) systeemtheorie is een empirisch lege theorie en is te beschouwen als methodologie. Een systeem is opgebouwd uit een aantal elementen of entiteiten en daartussen bestaan één of meer relaties. Aan de objecten kunnen relaties, eigenschappen of attributen worden toegekend. Het systeem heeft een grens om zich heen en buiten het systeem bevindt zich de omgeving. In de kern van de zaak gaat het om het geheel en de delen. Een systeem is een relatief autonoom deel van het geheel. De interne relaties zijn sterker dan de externe relaties, waardoor het onderscheid tussen intern en extern ontstaat. De verzameling van relaties tussen de objecten wordt de interne structuur genoemd. Daarnaast zijn er objecten in de omgeving waarmee relaties bestaan. De verzameling van relaties hiermee wordt externe structuur genoemd. De interactie met de omgeving wordt beschreven door input en output. Een systeem valt op meerdere aggregatieniveaus te beschrijven, die onderling met elkaar verband houden. Hiermee wordt het mogelijk de wisselwerking tussen organisatie en markt inzichtelijk te maken. De Leeuw acht systemen opsplitsbaar in deelsystemen (sub, aspect en fasesysteem). Doordat de systemen omschreven kunnen worden als een fasesysteem, wordt het mogelijk dat veranderingen in de loop der tijd in de systeembenadering tot uitdrukking kunnen worden gebracht. De tijdsinterval, waarin het systeem beschreven wordt, maakt een dynamische beschouwing mogelijk. Het aspectsysteem biedt de mogelijkheid expliciet de relaties of specifieke relaties tussen de elementen te benadrukken. Het subsysteem biedt de mogelijkheid een deel van de elementen verder te belichten op een lager aggregatieniveau. De Leeuw (1982) definieert een systeem (S) als :S=<W,E,R ww,r ew >. Waarin: W een verzameling elementen of objecten : de objectverzameling, E de verzameling elementen die niet tot W behoren, maar er wel mee gerelateerd zijn: de omgeving, R ww de verzameling relaties binnen W:deinterne structuur, de verzameling van relaties tussen E en W:deexterne structuur. R ew

7 Het conceptueel model 133 De Leeuws besturingstheorie maakt deel uit van zijn systeembenadering en plaatst de handelende actor centraal. De besturingstheorie maakt het mogelijk de balanceringsproblematiek te bezien vanuit de optiek van de individuele ondernemer. In de besturingstheorie worden elementen met elkaar in verband gebracht en gaat het om het effectueren van besturing. Op grond van vijf voorwaarden voor effectieve besturing kan de besturing geëvalueerd worden. De handelingsmogelijkheden in de besturing worden omschreven met de besturingskarakteristieken. De besturingskarakteristieken omvatten handelingsmogelijkheden waarmee de externe structuur veranderd kan worden evenals de interne structuur. Daarmee heeft de ondernemer keuzevrijheid en determineert de omgeving niet. De besturingstheorie brengt zo handelingsmogelijkheden op verschillende aggregatieniveaus met elkaar in verband. De besturingstheorie houdt de mogelijkheid open te kiezen uit verschillende handelingsopties waaronder de mogelijkheid de omgeving te veranderen door externe stuurmaatregelen. De besturingstheorie is een ontwerpbenadering. De besturingstheorie is evenals de systeemtheorie methodologisch van aard. Besturing wordt gezien als enigerlei vorm van gerichte beïnvloeding (De Leeuw, 1982: 113). Het besturend orgaan (BO) dat een bestuurd systeem (BS) wil besturen heeft te maken met vijf voorwaarden voor effectieve besturing (VEB). 1. De doelstelling. Deze dient als evaluatiemechanisme, de beïnvloeding zou anders ook niet gericht kunnen zijn. De doelen hoeven overigens niet compleet of expliciet te zijn en ook niet constant. Het is voldoende wanneer er een evaluatiemechanisme is en wanneer de doelen periodiek beoordeeld kunnen worden. 2. Een model van het bestuurde systeem. Hiermee is het effect van een besturingsmaatregel te voorspellen. 3. Informatie omtrent omgeving en toestand van het systeem. De besturing kan niet los gezien worden van de omstandigheden in de omgeving en in het systeem zelf. 4. Voldoende stuurmaatregelen. Hiermee zijn allerlei verstoringen te beheersen. Volgens de law of the requisite variety van Ashby, zijn er voldoende stuurmaatregelen wanneer er voor elke verstoring een stuurmaatregel voorhanden is. De gekozen combinatie van stuurmaatregelen heet de stuurmix. 5. Voldoende informatieverwerkende capaciteit. Hiermee is het mogelijk informatie te benutten die noodzakelijk is voor het nemen van maatregelen. In dit onderzoek worden drie aggregatieniveaus onderscheiden: de individuele ondernemer, de bedrijfstak en de bedrijfskolom. Zo worden twee systemen gedefinieerd: (1) het bedrijf met als primaire omgeving de bedrijfstak en secundair

8 134 Hoofdstuk 6 de bedrijfskolom en (2) de bedrijfstak met als primaire omgeving de bedrijfskolom. Het systeem op bedrijfsniveau wordt gedefinieerd als: W bedrijf op businesslevel E concurrenten, toeleveranciers en afnemers (bedrijfstak en kolom) R ww coördinatiemechanismen samenwerking, concurrentie en beheersende verhoudingen R ew Het systeem op bedrijfstakniveau wordt gedefinieerd als: W aanbieders op de markt van een produkt (bedrijfstak) E toeleveranciers en afnemers (bedrijfskolom) R ww samenwerking, concurrentie en beheersende verhoudingen samenwerking en beheersende verhoudingen R ew Vanuit de besturingstheorie bezien is de positiekeuze in deze studie een individuele ondernemer. Hij wordt geconfronteerd met een besturingsprobleem. Het besturingsprobleem is een balanceringsprobleem. De problemen spelen op verschillende aggregatieniveaus. De markt en de organisatie worden door de ondernemer bestuurd. Doelstelling is dat er een waardesurplus bereikt wordt. Effectiviteit ontstaat door afstemming tussen de individuele ondernemer, organisatie en markt. Deze afstemming wordt bereikt door een balancering van de stuurmix. BO BS E individuele ondernemer organisatie (organisatiestructuur en technologie op microniveau) markt (marktstructuur en marktsituatie) Door de stuurmix ontstaat er een wisselwerking tussen de organisatie en de markt. De markt ontwikkelt zich en er ontstaan telkens nieuwe knelpunten of oude komen terug, waardoor de balanceringsproblematiek een veranderlijk en dynamisch probleem is. De ontwikkeling van de markt wordt weergegeven met marktfasen. Elke marktfase geeft de begrenzing aan van het fasesysteem. De knelpunten veranderen in elk fasesysteem, waardoor het subsysteem en aspectsysteem eveneens veranderen. Als gevolg van de marktontwikkeling veranderen namelijk de onderlinge relaties en de eigenschappen van de elementen. De balancering van de stuurmix wordt in de volgende paragraaf besproken.

9 Het conceptueel model Het conceptueel model Het conceptueel model betreft het balanceringsprobleem van de ondernemer die de organisatiestructuur, het produktieproces, de marktstructuur en de marktsituatie bestuurt. De ondernemer heeft keuzevrijheid en er is sprake van dynamiek. Het hier te construeren model zal gebaseerd zijn op de systeem en besturingstheorie en deels gebruik maken van de contingentiebenadering, de industrial organization en de concepten over de technologie. Om te beginnen wordt het denkkader geschetst en de wisselwerking tussen de elementen. Daarna wordt ingegaan op de handelende actor die een balans in de handelingen nastreeft met verstandige en zinvolle handelingen. De paragraaf besluit met een beschrijving van een gebalanceerde besturing gedurende de Scurve van de marktontwikkeling. Figuur 6.1 Het denkkader: de elementen en de relaties. de wisselwerking De individuele ondernemer kan afwegingen maken over allerlei handelingsopties. De ondernemer heeft keuzevrijheid. De handelingen die hij intern en/of extern verricht op t 1 kunnen weer van invloed zijn op t 2. Vernieuwingen in organisatiestructuur, technologie op microniveau en produkten, evenals verbindingen met concurrenten, toeleveranciers en afnemers, zijn van invloed op het gedrag van andere marktpartijen waardoor er een wisselwerking ontstaat. De markt en de technologie op mesoniveau ontwikkelen zich daardoor. In het denkkader staat de ondernemer centraal, hij bestuurt intern de organisatiestructuur en het produktieproces en extern de marktstructuur en marktsituatie en hij probeert de marktontwikkeling te beïnvloeden (figuur 6.1).

10 136 Hoofdstuk 6 De ondernemer kan de organisatiestructuur veranderen. De verandering kan van invloed zijn op het produktieproces, de marktstructuur de marktsituatie en/of de marktontwikkeling. Dit is inherent aan de wisselwerking tussen alle elementen van het denkkader. De ondernemer kan bijvoorbeeld de organisatiestructuur zodanig veranderen dat er kwaliteitskringen ontstaan. Deze organisatorische verandering is weer van invloed op het produktieproces, doordat bijvoorbeeld de routing wordt veranderd en het personeel andere vaardigheden gaat toepassen. Hierdoor zijn wellicht ook nieuwe modificaties beter te maken en neemt de produktdifferentiatie toe en verandert als gevolg hiervan de marktsituatie. Een andere organisatorische verandering is JITmanagement. Deze verandering is van invloed op de marktstructuur, doordat de samenwerkingsrelaties met de toeleveranciers en afnemers erdoor veranderen. Deze organisatorische verandering kan zo succesvol zijn dat de marktontwikkeling er eveneens door wordt beïnvloed. Wanneer de afnemers bij de producent zeer korte levertijden hebben, kan de producent niet alleen klanten van andere producenten erbij krijgen, maar ook een nieuwe vraag kan erdoor gestimuleerd worden. De markt ontwikkelt zich dan. De nieuwe organisatiestructuur is ook van invloed op de handelingen van de ondernemer. Wanneer de nieuwe structuur bijvoorbeeld leidt tot taakverruiming, horizontale en verticale decentralisatie, heeft dit gevolgen voor de taken en bevoegdheden van de ondernemer. De ondernemer kan ook de technologie in het produktieproces wijzigen. Een verandering van het proces is van invloed op de speelruimte in de technologie en zo van invloed op de keuzevrijheid van de ondernemer. Naast deze wisselwerking heeft de verandering van de technologie op microniveau andere gevolgen. De verandering van de technologie in het produktieproces kan bijvoorbeeld van invloed zijn op de organisatiestructuur, doordat de routing verandert of doordat de nieuwe technologie taakverruiming en taakverbreding beïnvloedt. De nieuwe technologie kan ook de marktstructuur wijzigen, doordat er een patent zit op de succesvolle procesverandering of doordat de procesverandering door andere producenten in licentie mag worden gebruikt. Er kunnen toetredingsbarrières ontstaan die van invloed zijn op de marktsituatie. De verandering van de technologie op microniveau kan van invloed zijn op de technologie op mesoniveau, wanneer de nieuwe succesvolle technologie op microniveau bij een andere aanbieder kan worden toegepast. In dat geval zullen concurrenten de procesverandering imiteren en kan de marktontwikkeling er door beïnvloed worden. De marktontwikkeling kan rechtstreeks door de procesinnovatie worden beïnvloed, wanneer er bijvoorbeeld schaalvoordelen optreden en het produkt lagere produktiekosten heeft en voor een lagere prijs wordt verkocht, waardoor er een nieuwe vraag optreedt. De ondernemer kan de marktstructuur veranderen door onder andere fusies en overnames. Deze optie is bijvoorbeeld interessant om schaalvergroting te

11 Het conceptueel model 137 bereiken en de kosten te beheersen of om zo een concurrent uit te schakelen. De veranderde marktstructuur is weer van invloed op de handelingsopties van de ondernemer. De fusie kan ongunstig uitpakken en de ondernemer kan de fusie niet zomaar ongedaan maken. De gewijzigde marktstructuur kan ook weer invloed hebben op de organisatiestructuur. In geval van een fusie of overname zullen er afspraken gemaakt worden over verticale centralisatie en decentralisatie. De gewijzigde marktstructuur kan eveneens van invloed zijn op de technologie in het produktieproces. Wanneer bijvoorbeeld de marktstructuur is gewijzigd door de toepassing van JIT, zal het effect hiervan het beste tot zijn recht komen wanneer het interne produktieproces volgens de kanbansystematiek verloopt. De kanbansystematiek kan zulke kostenvoordelen opleveren, dat er een ander prijsbeleid gevoerd kan worden, waardoor de marktsituatie wordt beïnvloed. De marktstructuur kan tenslotte de marktontwikkeling beïnvloeden. Door de fusies en overnames kan de ondernemer bijvoorbeeld monopolist worden en de marktontwikkeling eenvoudiger beïnvloeden. De ondernemer kan de marktsituatie beïnvloeden door onder andere prijsbeleid en produktdifferentiatie. De nieuwe marktsituatie beïnvloedt weer het handelen van de ondernemer, want hij kan niet telkens de prijs wijzigen. De marktstructuur kan veranderen wanneer de produktdifferentiatie een submarkt creëert. Als gevolg hiervan kan de markt zich gaan ontwikkelen en treedt er een toename op in de vraag naar de gedifferentieerde produkten. Het is mogelijk dat de gedifferentieerde produkten pas zijn te maken als er een wijziging optreedt in het produktieproces. Waardoor ook daar een wisselwerking optreedt. De ondernemer kan tenslotte de marktontwikkeling rechtstreeks beïnvloeden, door modificaties op de markt te brengen die de parameters en de marktsituatie veranderen. De wisselwerking met de marktontwikkeling komt naar voren in de nieuwe knelpunten die door de ontwikkeling optreden en waarmee de ondernemer wordt geconfronteerd. De knelpunten die door de marktontwikkeling optreden en weer veranderen, zijn van invloed op de organisatiestructuur. Wanneer de markt verzadigd raakt is het mogelijk de kosten te beheersen door standaardisatie van de werkzaamheden en door functiespecialisatie. De marktontwikkeling kan van invloed zijn op het produktieproces, doordat de druk op de kosten leidt tot een streven naar vernieuwingen waarmee weer nieuwe schaal, breedte of tijdvoordelen te behalen zin. Een marktontwikkeling kan zodanig verlopen dat de fusies en overnames een oplossing zijn van een knelpunt als kostenbeheersing, waarmee de marktontwikkeling van invloed is op de marktstructuur. balancering van verstandige handelingen De ondernemer beoogt met de balancering van handelingsopties een set handelingen te kiezen, die consistent is en waarmee de knelpunten die op de markt spelen

12 138 Hoofdstuk 6 worden opgelost, verminderd of vermeden. Zo kan de verkoopprijs onder druk staan. De marges worden kleiner en de ondernemer streeft naar kostenbeheersing. Vooronderstel een ondernemer die op t 1 besluit een concurrent over te nemen, hiermee beïnvloedt hij de marktstructuur. Tegelijkertijd besluit hij te investeren in nieuwe technologische toepassingen en hij integreert beide organisaties en verandert daarmee het produktieproces en de organisatiestructuur. Om te beginnen beïnvloeden deze keuzes en handelingen op t 1 de keuzevrijheid op t 2. De ondernemer kan niet alles opeens weer veranderen, waardoor keuzes uit het verleden de hedendaagse en latere keuzes beïnvloeden. De keuzevrijheid wordt beïnvloed door de technische en economische haalbaarheid. De overgenomen concurrent kan niet op elk gewenst moment weer worden verkocht, de investering kan niet direct worden teruggedraaid. Hetzelfde geldt voor een ontvlechting van de organisatiestructuur. Het terugdraaien kost tijd (ook weerstand) en geld en is daarom soms niet haalbaar. Ten tweede kan beredeneerd worden of de handelingen van de ondernemer op t 1 verstandig zijn. Verstandige handelingen zijn zoals eerder gezegd consistent en gebalanceerd. In bovengenoemd voorbeeld kan de overname een verstandige handeling zijn gezien het knelpunt van kostenbeheersing. Wanneer beredeneerd kan worden dat er kostenbesparing op zal treden door bijvoorbeeld een produktiever produktieproces als gevolg van schaalvergroting of als gevolg van een geïntegreerd distributienetwerk, is er sprake van een verstandige handeling. De investering in de nieuwe technologie is pas interessant als het economisch haalbaar is. Wanneer er sterk getwijfeld moet worden aan de mogelijkheden de investering terug te verdienen en als de investering de knelpunten niet oplost, vermindert of vermijdt, is deze investering een onverstandige handeling. De organisatiestructuur valt op verschillende manieren in te richten. Zoals uit tabel 6.1 blijkt treedt er per marktfase een verschuiving op in de aandacht voor bepaalde ontwerpparameters van de organisatie (de tabel 6.1 wordt hieronder toegelicht in het gedeelte marktontwikkeling en gebalanceerde besturing ). Bepaalde parameters zullen meer of juist minder invloed ondervinden van de knelpunten op de markt. In die zin wordt de keuzevrijheid in de organisatie beïnvloed door de knelpunten. Bij de parameters die worden beïnvloed door de knelpunten, bestaat er minder vrijheid de organisatie naar eigen denken in te richten. Wanneer er meer op een parameter wordt aangestuurd wordt dit weergegeven met plusjes. Wanneer er een afname in de aansturing optreedt wordt dit aangegeven met minnetjes. In de ontwerpparameters met de minnetjes is de keuzevrijheid vooral terug te vinden. Dit betekent dat op deze parameters meer kan worden aangestuurd naar eigen inzicht. Principieel geldt dat ook voor de parameters met plusjes. Dit is echter onverstandig gezien de knelpunten die dan niet worden opgelost.

13 Het conceptueel model 139 De ondernemer kan de nieuwe organisatiestructuur bijvoorbeeld gecentraliseerd ontwerpen. Deze handeling is nietzinvol wanneer de centrale structuur niet leidt tot een oplossing van de knelpunten, onder de voorwaarde dat beredeneerd kan worden dat deze handeling ook geen nieuwe problemen oproept. Wanneer er wel problemen zijn te voorzien is het een onzinnige handeling. Doordat de handeling nietzinvol is, had de structuur in deze situatie ook decentraal kunnen zijn. De centralisatie is wel zinvol wanneer het uitvoerend personeel aansturing behoeft doordat de werkzaamheden in het primaire proces sterk gespecialiseerd zijn en onderling sterk verbonden zijn. Hierdoor is er afstemming gewenst, die door centrale aansturing kan worden gerealiseerd. marktfasen beginnende/ gevorderde expansiefase introductiefase rijpheidsfase stagnatiefase 1. hor./vert. functiespecialisatie 1. hor./vert. taakverruiming taakverbreding 2. formalisatie van gedrag 3. training & socialisatie 4. functionele groepering 4. marktgerichte groepering 5. afdelingsgrootte 6. resultatenbeheersing 6. actieplanning 7. horizontale verbindingen 8. verticale decentralisatie 9. horizontale decentralisatie / / / / / / / / / / / / Tabel 6.1 Samenvatting van de relatie tussen de designparameters en de marktfasen. De plusjes en minnetjes geven de mate aan waarin het belang van een designparameter verschuift in betreffende marktfase. marktontwikkeling en gebalanceerde besturing Het conceptueel model is gebaseerd op de standaard Scurve van de produktlevenscyclus. Ingegaan wordt op de handelingsopties die de knelpunten kunnen verminderen, oplossen of vermijden gedurende de fasen van een normale S curve. Er zijn vele opties te kiezen om de knelpunten op te lossen. Deze worden niet allemaal uitgewerkt, omdat het aantal mogelijkheden enorm is. Daarom wordt de denktrant uitgewerkt en is de beschrijving van de standaard Scurve slechts een voorbeeld van die denktrant. Het instrument kan op basis van deze denktrant een hulpmiddel zijn in andere situaties dan de standaard Scurve. Het model beschrijft het gedrag van een ondernemer die de marktontwikkeling volgt en geen duidelijke afwijkende posities inneemt, zoals de afwijkende posities van de diagonaal in het model van Hayes & Wheelwright. De technologie op microniveau ontwikkelt zich

14 140 Hoofdstuk 6 van (a) jobbing, unit of oneoff en project naar (b) batch en (c) flow structure. Aan het einde van deze paragraaf staat een samenvatting en ook wordt een overzicht gegeven van de Voorwaarden voor Effectieve Besturing (VEB) per marktfase (tabel 6.3). In essentie is de introductiefase te omschrijven als een situatie waarin sprake is van innoverende concurrentie. De ondernemer moet de markt nog scheppen en zowel het produkt als het produktieproces zijn nog in ontwikkeling. Doordat het produkt en het proces in ontwikkeling zijn, stuurt de ondernemer aan op een kleinschalig en arbeidsintensief produktieproces: jobbing, unit of oneoff en project. Er zijn hoge produktiekosten en het personeel is hoog opgeleid. Bij de besturing is dit van invloed op structuurparameters als horizontale functieverbreding, verticale taakverruiming, training en socialisatie, afdelingsgrootte, functionele groepering 45 (op grond van vaardigheden, kennis of werkproces), horizontale verbindingen en decentralisatie. De ondernemer richt de structuur informeel in. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn niet duidelijk gedefinieerd en er zijn geen procedures. De ondernemer stuurt aan op de coördinatiemechanismen direct toezicht en wederzijdse afstemming. Vanuit strategisch oogpunt is het in deze omstandigheid verstandig bovenop de ontwikkelingen te zitten en als ondernemer te sturen. Actieplanning ligt dan voor de hand, door de topdown benadering en de gerichte strategische aanwijzingen die gegeven kunnen worden. Operationele taken stuurt hij decentraal aan, zodat er adequaat gereageerd kan worden. Uiteindelijk betekent dit dat de planning en beheersing een mengvorm omvatten van resultatenbeheersing en actieplanning. Kwalitatieve marktinformatie is van groot belang, terwijl vrij ongedetailleerde informatie over de organisatie en de markt snel voor de ondernemer beschikbaar moet zijn, waardoor een snelle reactie mogelijk is. De informatie heeft betrekking op de markt, de marketing en de produktontwikkeling. Doordat de ondernemer de markt nog moet scheppen, zijn 45 De parameter afdelingsvorming lijkt wellicht enigszins verwarring te scheppen. Hier wordt gesteld dat de ondernemer in de introductiefase aanstuurt op een functionele groepering, een arbeidsintensief en flexibel produktieproces, terwijl in paragraaf 5.3 werd gesteld dat de functionele groepering een star produktieproces beïnvloedt. De verklaring hiervoor is als volgt. In de introductiefase ontwikkelt het produktieproces zich en is er nog geen sprake van een uitgekristalliseerde markt. Dat is wel het geval in de verzadigingsfase. Het produktieproces is grootschalig en uitontwikkeld en de ondernemer stuurt aan op produktdifferentiatie en marktsegmentatie, om zich te onderscheiden. Een flexibele technologie maakt een marktsegmentatie en marktgroepering eenvoudiger. De afdelingsvorming wordt zo enerzijds beïnvloed door de marktontwikkeling en anderzijds door de technologie in het produktieproces. Bovendien moet niet vergeten worden dat de afdelingsvorming, zoals Mintzberg die beschrijft, van toepassing is op meerdere aggregatieniveaus zoals de divisie, de locale fabriek en de afdeling. Bij de beschrijving van de introductiefase is de fabriek als uitgangspunt genomen, terwijl de relatie tussen technologie en structuur hier op het niveau van de produktie afdeling wordt bestudeerd.

15 Het conceptueel model 141 de afnemers onbekend met het nieuwe produkt. De marketinguitgaven zijn hoog en de afzet wordt gestimuleerd. Voorwaartse verticale integratie in de bedrijfskolom is een andere oplossing voor de stimulering van de afzet. Ook achterwaartse integratie is een mogelijkheid om grip te krijgen op de afzet. Door de achterwaartse integratie wordt de toelevering van grondstoffen en produktiemiddelen gewaarborgd. Een ander aspect is het belang van R&D gezien de ontwikkeling van produkt en proces. Wanneer dit intern onoplosbaar is, is het verstandig dat de ondernemer horizontale samenwerking in de bedrijfstak overweegt. De ondernemer kan overwegen een afromende prijsstrategie hanteren, waarbij de prijzen en marges hoog zijn. De beginnende en gevorderde expansiefase verschillen nogal van karakter. De gevorderde expansiefase heeft al duidelijke kenmerken van de verzadigingsfase. De beginnende expansiefase wordt gekenmerkt door imiterende concurrentie. De produkten van de concurrenten verschillen nogal onderling. De ondernemer probeert de prestaties te verbeteren. De reclame is intensief. De prijzen dalen, maar door een snelle groei kunnen de winsten van de ondernemer enorm stijgen. De marktverbreding en omzetvergroting vereisen een toename van het produktievolume, hetgeen mogelijk wordt door produkt en procesverbeteringen op mesoniveau, die de ondernemer kan introduceren of zelf ontwikkelen. Het arbeidsproces is nog intensief en functioneel ingericht op grond van vaardigheden, kennis of werkproces. De produktiecapaciteit neemt toe en het produktieproces wordt als (small) batch ingericht. De structuur wordt formeler en meer rigide evenals dat er procedures worden ontwikkeld. Structuurparameter verticale functiespecialisatie speelt een grotere rol. Op training en socialisatie blijft de ondernemer aansturen, evenals op actieplanning, horizontale verbindingen en decentralisatie. De ondernemer stuurt verder aan op meer gedetailleerde kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de marketing en de produktie. In deze fase vindt eigenlijk een omslag plaats van coördinatiemechanismen. Stuurt de ondernemer in de beginnende expansiefase aan op wederzijdse afstemming en direct toezicht, in de gevorderde expansiefase ligt de nadruk op de coördinatiemechanismen die standaardisatie nastreven. De snelle groei en winststijgingen doen de ondernemer besluiten op eigen kracht verder te gaan. Er ontstaat een beweging van horizontale en verticale desintegratie tussen de bedrijven in de bedrijfstak en bedrijfskolom. In de gevorderde expansiefase neemt de felheid van de concurrentie toe, de groei begint er tenslotte uit te raken. De produkten van de ondernemer en de concurrenten zijn verbeterd en krijgen dezelfde kenmerken. De winstmarge daalt van de individuele ondernemer en de afzetkosten nemen toe. Er worden pogingen ondernomen tot standaardisatie en grootschaligere produktie ( large batch),

16 142 Hoofdstuk 6 waardoor de gemiddelde produktiekosten dalen 46. De ondernemer stuurt meer aan op de structuurparameter formalisatie van gedrag en de afdelingsgrootte laat hij toenemen. Hij stuurt minder aan op training en socialisatie, horizontale verbindingen en decentralisatie. De coördinatiemechanismen zijn gericht op standaardisatie. De druk op de winstmarges doen de behoefte tot prijs en aanbodsregulering toenemen bij de ondernemer, met als gevolg een beweging van horizontale concentratie in de bedrijfstak. Daarnaast is een beweging van verticale integratie in de bedrijfskolom mogelijk om hiermee de kosten te drukken en tegelijkertijd een machtspositie in te nemen. In de rijpheidsfase is de groei van de markt eruit en staan de prijzen en winstmarges onder druk. De druk leidt ertoe dat de ondernemer streeft naar kostenbeheersing, zoals in het produktieproces. Hij kan aansturen op een verdere tendens tot standaardisatie van het produktieproces ( flow structure : assembly lines, continuous flow), hetgeen mogelijk is gezien het volume dat de markt nu heeft bereikt. De technologie op mesoniveau is volledig doordacht waardoor er geen belangrijke veranderingen in het produktieproces meer zijn te verwachten. Ook hierdoor kan de ondernemer standaardiseren. De grootschaligheid en de standaardisatie leiden tot een sterke aansturing op de structuurparameters functiespecialisatie 47, formalisatie van gedrag, afdelingsgrootte en resultatenbeheersing. Aansturing daarop leidt ertoe dat de structuur strakker en formeler wordt, er komen procedures en de 46 Door massaproduktie met verbeterde produktietechnieken daalt de assemblagetijd en neemt de produktiviteit toe. Dit klassieke gegeven laat Heilbroner zien aan de hand van de produktie van Fordautomobielen met het Tmodel. In 1909 werden er auto s verkocht voor 950 dollar per stuk. In 1916 was de verkoop gestegen tot stuks en daalde de prijs tot 360 dollar (1966: 144). 47 In deze fase is het produktievolume toereikend voor een zinvolle specialisatie. Daarnaast maken de verbeteringen in de technologie de specialisatie ook mogelijk. De keuze tussen horizontale functieverruiming of specialisatie wordt bepaald door de situationele kenmerken van de functie. Een hoge produktiviteit wordt namelijk bereikt door een afweging van enerzijds lage omstelkosten door een toename van herhalingen en anderzijds een mogelijke afname van de motivatie. De afweging is afhankelijk van de taken. Een voorwaarde is dat de taakverbreding wel mogelijk moet zijn. Een gebrek aan kennis, kunde en tijd beperken de horizontale taakverbreding. Ook bij de verticale specialisatie en taakverbreding is er sprake van een afweging. De verticale specialisatie kan de produktiviteit doen toenemen terwijl de toename van managementlagen dient ter effectiviteit en efficiëntie van de besturing. Ter bevordering daarvan is het bij unskilled jobs voor de hand liggend dat er een manager is. Wanneer deze beheersingsvorm echter op weerstanden stuit, of inproduktief werkt, is het ook mogelijk de taken in kwaliteitscirkels te structureren. Deze autonome groepen behoeven minder management. De keuze hiervoor hangt samen met het mensbeeld dat de ondernemer heeft (X en Y theorie van McGregor). Een ander voorbeeld is een professionele groep. De door hen verrichte activiteiten zijn dermate specifiek en complex dat beheersing via standaardisatie van werk heel moeilijk wordt. De genoemde voorbeelden maken duidelijk dat er in de rijpheidsfase meer aangestuurd zal worden op functiespecialisatie, maar dat er keuzevrijheid bestaat in de uiteindelijke vorm.

17 Het conceptueel model 143 bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden scherp afgebakend. Geformaliseerde planning is van groot belang, terwijl de flexibiliteit afneemt. In deze fase is aansturing op de coördinatiemechanismen die standaardisatie nastreven verstandig; standaardisatie van werk, vaardigheden of output. Kwantitatieve en gedetailleerde informatie over met name de produktie en financiële resultaten is belangrijk voor de ondernemer, waarbij het hem gaat om coördinatie en beheersing. Er zijn twee redenen voor het management om resultatenbeheersing toe te passen in de rijpheidsfase. In die fase is er sprake van stabiliteit. Hierdoor hoeft het management niet bovenop de ontwikkelingen te zitten en kan volstaan worden met doelen vooraf en resultatenbeheersing achteraf. Bovendien is resultatenbeheersing juist geschikt voor groepering op basis van submarkten. Deze vorm van groeperen ( output, client, place ) kan in de rijpheidsfase verstandig zijn door de drang naar produktdifferentiatie en marktsegmentering. Er zijn dan slechts enkele kleine produktveranderingen. De druk op de winstmarges en de toename van de kostenbeheersing kunnen ook de aanleiding vormen tot integratiebewegingen in de markt. Er is enige overcapaciteit. De ondernemer staakt de produktie, wordt door anderen overgenomen dan wel neemt zelf over, waardoor horizontale concentratie in de bedrijfstak ontstaat. Door schaalvergroting en reductie van de overhead kan de ondernemer kostenbeheersing nastreven. Een andere manier is voorwaartse en achterwaartse integratie in de bedrijfskolom. Door het beheersen van afzetkanalen is de ondernemer verzekerd van een zekere omzet. Beheersing van de toeleveranciers is van belang voor de besturing van de winstmarges. De belangrijkste kenmerken van de stagnatiefase zijn de inkrimping van de markt, dalende prijzen en marges, lage winsten en felle concurrentie. De ondernemer verricht nauwelijks marketing activiteiten gezien de kosten. Er is nog steeds sprake van massaproduktie ( flow structure : assembly lines, continuous flow) en de procesontwikkelingen blijven achterwege. Door de massaproduktie is aansturing op structuurparameters als functiespecialisatie, formalisatie van gedrag en een grote afdelingsomvang van belang. De afdelingsomvang kan afnemen. Decentralisatie en actieplanning kunnen ook worden toegepast gezien de moeilijke en turbulente situatie waarin de ondernemer zich bevindt. De produktdifferentiatie en marktsegmentatie zijn van invloed op de afdelingsvorming volgens de markt. De organisatiestructuur wordt minder rigide ingericht, maar blijft formeel. De planning blijft geformaliseerd en er zijn veel procedures. De coördinatiemechanismen van standaardisatie van werk, vaardigheden en output worden hier toegepast door de ondernemer. Gedetailleerde en kwantitatieve gegevens, waarmee de financiën beheerst worden, zijn belangrijke informatie voor de ondernemer. De felle concurrentie en lage winsten blijven de aandacht voor kostenbeheersing opeisen. Een ondernemer kan de markt verlaten door faillissement of door

18 144 Hoofdstuk 6 betreding van een andere markt. Er is een aanzienlijke overcapaciteit op marktniveau. Er is in de bedrijfstak sprake van horizontale concentratie, sanering en faillissementen. De verticale verbindingen in de bedrijfskolom zullen desintegreren door de ineenkrimping van de markt. De ondernemer zal desintegreren van aanbieders die geen lucratief perspectief hebben. 6.5 De beproeving De vraag is natuurlijk of het hier besproken instrument werkt bij de balancering van verstandige handelingen. In de volgende hoofdstukken wordt de beproeving van het conceptueel model uitgewerkt in een drietal bedrijven. Achtereenvolgens zijn dat bedrijven in de confectiekledingindustrie, papier en kartonindustrie en elektrotechnische industrie. Er vinden interviews plaats met de managers die te maken hebben met de balanceringsproblematiek. Eventuele verschillen in opvattingen komen op die manier naar voren. Verder vindt er observatie plaats en worden er documenten bestudeerd. De markten waarop deze ondernemingen zich begeven zijn verzadigd en de technologie op microniveau is als star of flexibel te kenmerken. Zie voor een uitgebreide bespreking van de methodologie achter de casussen paragraaf 2.4. De beproeving is een manier om na te gaan of het conceptueel model een instrument is om te besturing daadwerkelijk te balanceren. Er wordt ingegaan op de visie van de ondernemer op de markt, de ervaren knelpunten, de gekozen strategische positionering, de doelstellingen en de handelingen die gericht zijn op de organisatiestructuur, het produktieproces, de marktstructuur, de marktsituatie en de marktontwikkeling. Nagegaan wordt of de besturing van deze aandachtsvelden onderling consistent en gericht is. Er wordt ingegaan op de redenering achter de besturing en beredeneerd wordt of dit verstandige handelingen te noemen zijn. De beproeving is gericht op de redeneertrant van het instrument en is niet gericht op een toetsing van de uitgewerkte schema s, zoals in tabel 6.3 weergegeven. Dit schema geeft de redeneertrant in een ideaaltypische situatie van de standaard S curve weer. Elk bedrijf kan een afwijkende positie innemen, wat verstandig is zolang de besturing maar gebalanceerd is. Daarom is de aandacht tijdens de beproeving gericht op de redeneertrant: knelpunten en balancering van de interne en externe besturing.

19 Het conceptueel model 145

20 146 Hoofdstuk 6 marktfasen VEB doelstelling model informatie omgeving en systeem kwalitatieve en kwantitatieve informatie over marketing en produktie (produkt en procesontwikkeling) stuurmaatregelen capaciteit informatieverwerking introductiefase markt moet nog worden geschapen (kleinschalige produktie, knowhow en R&D van belang, moeilijke afzet, moeilijke toelevering van bijv. materialen) ondernemer wil nieuwe markt scheppen en de ontwikkeling van produkten en proces vereist flexibiliteit en R&D de kleinschalige en arbeidsintensieve produktie kent geen procedures en de structuur is los en informeel kwalitatieve informatie over markt, marketing en produktie (produkt en procesontwikkeling) is gewenst intern: (ontwerpparameters) taakverruiming, taakverbreding, training & socialisatie, functionele groepering, kleine afdelingsomvang, horizontale verbindingen, actieplanning, decentralisatie; (coördinatiemechanismen) wederzijdse afstemming, direct toezicht; (produktieproces) jobbing, project, one off, unit; procesontwikkeling extern: (marktstructuur) voorwaartse en achterwaartse integratie, horizontale samenwerking; (marktsituatie) produktontwikkeling, afromende prijsstrategie, hoge prijzen en marges, reclame snelle reacties moeten mogelijk zijn op de ontwikkelingen in de produktie en in de markt beginnende en gevorderde expansiefase snelle groei van produktievolume en winsten (marktverbreding, enorme winsten) daarna toename van concurrentie, afzetkosten omhoog, winstmarge omlaag (standaardisatie, kostenbeheersing, machtspositie, prijsregulering) ondernemer wil (met emulatie) markt vergroten; er is meer planning en meer aandacht voor marketing en produktie (procesontwikkeling) de omvang van het produktieproces neemt sterk toe en er zijn enkele procedures terwijl de structuur formeler en meer rigide wordt beginnend, intern: (ontwerpparameters) training & socialisatie, functionele groepering, actieplanning, horizontale verbindingen, horizontale en verticale decentralisatie; (coördinatiemechanismen) wederzijdse afstemming, direct toezicht; (produktieproces) (small) batch, toename produktiecapaciteit en verdere procesontwikkeling extern: (marktstructuur) horizontale deconcentratie en verticale desintegratie; (marktsituatie) produktverbeteringen, lagere prijzen en marges, intensieve reclame gevorderd, intern: (ontwerpparameters) formalisatie van gedrag, marktgroepering, toename afdelingsomvang, resultatenbeheersing, horizontale en verticale centralisatie; (coördinatiemechanismen) standaardisatie van werk, vaardigheden en output; (produktieproces) (large) batch, grootschalige produktie en toename produktiecapaciteit extern: (marktstructuur) verticale integratie en horizontale concentratie; (marktsituatie) verdere produktverbeteringen, lagere prijzen en marges op tijd signalen afgeven, vooral voor de planning Tabel 6.3a Marktfasen en Voorwaarden voor Effectieve Besturing (VEB); BO is de individuele ondernemer, BS is de organisatie en E is de markt.

1 Inleiding. 1.1 De thematiek

1 Inleiding. 1.1 De thematiek 1 Inleiding 1.1 De thematiek Voor ondernemers is de relatie tussen organisatie en markt van cruciaal belang. De organisatie ontleent haar bestaansrecht aan de markt. De omzet wordt tenslotte op de markt

Nadere informatie

University of Groningen. De wisselwerking tussen organisatie en markt Rogier, J.J.H.

University of Groningen. De wisselwerking tussen organisatie en markt Rogier, J.J.H. University of Groningen De wisselwerking tussen organisatie en markt Rogier, J.J.H. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please

Nadere informatie

10 Analyse en conclusie

10 Analyse en conclusie 10 Analyse en conclusie 10.1 Inleiding In de voorgaande hoofdstukken werd het conceptueel model ontwikkeld en vond de beproeving plaats. In dit hoofdstuk wordt er teruggekeken op de beproevingen. Besproken

Nadere informatie

5 Technologie op meso- en microniveau

5 Technologie op meso- en microniveau 5 Technologie op meso- en microniveau 5.1 Inleiding Het onderzoeksterrein van de technologie heeft een relatief lange geschiedenis in zowel organisatiestudies als bedrijfstakstudies. In hoofdstuk 3 over

Nadere informatie

Onderwerp: Systeemkunde Toepassingen bij het visualiseren van kennis.

Onderwerp: Systeemkunde Toepassingen bij het visualiseren van kennis. je Onderwerp: Systeemkunde Inhoud: Toepassingen bij het visualiseren van kennis. Omvang: 6 pag. Publicatiedatum: 10 juni 2013 Auteur: Goost Info: Voor plannen, organisatiebeelden en voorbeelden in het

Nadere informatie

Samenvatting Management

Samenvatting Management Samenvatting Management Week 1 Het 7S model en Mintzberg zijn beiden te gebruiken om een organisatie te bekijken. Bij Mintzberg gaat het om: Hoe moeten organisaties effectief functioneren om hun doelen

Nadere informatie

Bedrijfseconomie. DC methode Omzet:... Variabele kosten...+ Dekkingsbijdrage... Constante kosten...-- Resultaat

Bedrijfseconomie. DC methode Omzet:... Variabele kosten...+ Dekkingsbijdrage... Constante kosten...-- Resultaat Marketing Stimulus respons model Auteur: A. Kotler Beschrijving: Bij het consumeren van een product vanuit de afnemer, wordt de consument beïnvloed door verschillende factoren. Het aankoop gedrag heeft

Nadere informatie

De Wisselwerking tussen Organisatie en Markt

De Wisselwerking tussen Organisatie en Markt De Wisselwerking tussen Organisatie en Markt Ontwerp van een instrument voor ondernemers die hun besturing willen balanceren Jaco J.H. Rogier Rijksuniversiteit Groningen De Wisselwerking tussen Organisatie

Nadere informatie

7 Beproeving: confectiekledingindustrie

7 Beproeving: confectiekledingindustrie 7 Beproeving: confectiekledingindustrie 7.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de beproeving van het conceptueel model in de confectiekledingindustrie besproken. De beproeving is een manier om na te gaan

Nadere informatie

2 Methodologische aspecten

2 Methodologische aspecten 2 Methodologische aspecten 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de methodologische aspecten van deze studie behandeld. In paragraaf 2.2 wordt de probleemstelling besproken. Verschillende gehanteerde begrippen

Nadere informatie

Visie op duurzaam Veranderen

Visie op duurzaam Veranderen Visie op duurzaam Veranderen Ruysdael Ruysdael is een gerenommeerd bureau dat zich sinds haar oprichting in 1994 heeft gespecialiseerd in het managen van veranderingen. Onze dienstverlening kent talloze

Nadere informatie

De strategische keuzes die moeten gemaakt worden zijn als volgt: Interne controle of zelfcontrole/sociale controle

De strategische keuzes die moeten gemaakt worden zijn als volgt: Interne controle of zelfcontrole/sociale controle 1 Hoofdstuk 1 1.1 Dirigeren en coördineren p43 1.1.1 Dirigeren Dirigeren is een synoniem voor delegeren. Dirigeren houdt in dat bepaalde bevoegdheden overgedragen worden naar een persoon met een lagere

Nadere informatie

Middelen Proces Producten / Diensten Klanten

Middelen Proces Producten / Diensten Klanten Systeemdenken De wereld waarin ondernemingen bestaan is bijzonder complex en gecompliceerd en door het gebruik van verschillende concepten kan de werkelijkheid nog enigszins beheersbaar worden gemaakt.

Nadere informatie

Management/ Mintzberg H1 Kennen voor tentamen H1, H2, H3 en de aantekeningen en de sheets.

Management/ Mintzberg H1 Kennen voor tentamen H1, H2, H3 en de aantekeningen en de sheets. Management/ Mintzberg H1 Kennen voor tentamen H1, H2, H3 en de aantekeningen en de sheets. Het gaat over het 7S model, maar dan een verdieping in de S van de Structuur. Om effectief te functioneren als

Nadere informatie

Het Vijfkrachtenmodel van Porter

Het Vijfkrachtenmodel van Porter Het Vijfkrachtenmodel van Porter (een concurrentieanalyse en de mate van concurrentie binnen een bedrijfstak) 1 Het Vijfkrachtenmodel van Porter Het vijfkrachtenmodel is een strategisch model wat de aantrekkelijkheid

Nadere informatie

ǫ P a g 1 in / 5 a Juni 2016

ǫ P a g 1 in / 5 a Juni 2016 Pagina 1/5 Juni 2016 Introductie De Autoriteit Consument en Markt (ACM) bevordert kansen en keuzes voor bedrijven en consumenten. ACM verbetert concurrentie door te vechten tegen oneerlijke concurrentie

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

9 Beproeving: elektrotechnische industrie

9 Beproeving: elektrotechnische industrie 9 Beproeving: elektrotechnische industrie 9.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de beproeving besproken van het conceptueel model in de elektrotechnische industrie. De beproeving is een manier om na te

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12 Samenvatting door een scholier 1074 woorden 11 april 2003 6,8 55 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent Hoofdstuk 7 Omgevingsfactoren 7.1 Marketingmix

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

Kennisportfolio Hoofdfase blok 1. Vakken gedurende dit blok: - Management - Marketingcommunicatie - Marketing - Bedrijfseconomie - Engels - Recht

Kennisportfolio Hoofdfase blok 1. Vakken gedurende dit blok: - Management - Marketingcommunicatie - Marketing - Bedrijfseconomie - Engels - Recht Kennisportfolio Hoofdfase blok 1 Vakken gedurende dit blok: - Management - Marketingcommunicatie - Marketing - Bedrijfseconomie - Engels - Recht Management De theorie van Mintzberg. 5 Coördinatiemechanismen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

FLEXIBILITEITSAUDIT. een integrale management audit. Henk Volberda i.s.m. ERBS & GITP

FLEXIBILITEITSAUDIT. een integrale management audit. Henk Volberda i.s.m. ERBS & GITP FLEXIBILITEITSAUDIT een integrale management audit Henk Volberda i.s.m. ERBS & GITP Audit 1 AGENDA 4 Barrieres Omgeving & Management 2 5 Verandertrajecten Evaluatie 3 6 Conclusies FLEXIBILITEITSAUDIT een

Nadere informatie

Key success actors. De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen. Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management

Key success actors. De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen. Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management Key success actors De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management 1 Key success actors De rol van middenmanagement bij strategische

Nadere informatie

VOORBEELDRAPPORTAGE HBO

VOORBEELDRAPPORTAGE HBO VOORBEELDRAPPORTAGE HBO De casuïstiek die hieronder gehanteerd wordt, komt van de Hogeschool van Amsterdam, die meegedaan heeft in een pilot-studie. De opzet is algemeen van aard geweest zonder een gerichte

Nadere informatie

Competency Check. Datum:

Competency Check. Datum: Competency Check Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JANUARI 2016 VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE)

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JANUARI 2016 VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE) VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE) 26 JANUARI 2016 1 Vragen bij de case WINTECH..GESTRAND IN HET ZICHT VAN DE HAVEN? (totaal 90 punten) Vraag 1 (20 punten) a. Bereken

Nadere informatie

Transactieland Koppelzone concept

Transactieland Koppelzone concept Transactieland Koppelzone concept Vooraf Het koppelzone 1 concept is een bepaalde manier van samenwerken Het samenwerken wordt daarbij ondersteund door c.q. in die samenwerking wordt gebruik gemaakt van

Nadere informatie

Systeemvisie op Organisatie en Management

Systeemvisie op Organisatie en Management Systeemvisie op Organisatie en Management E.J. Mol 16 Mei 2012 1 Inhoudsopgave 1 SYSTEEMVISIE OP ORGANISATIE EN MANAGEMENT 2 1.1 De organisatie als open systeem.................. 2 1.2 De rol van de manager

Nadere informatie

Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige

Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige Klantgerichtheid Selecteren van een klant Wanneer u hoog scoort op 'selecteren

Nadere informatie

Introductie Methoden Bevindingen

Introductie Methoden Bevindingen 2 Introductie De introductie van e-health in de gezondheidszorg neemt een vlucht, maar de baten worden onvoldoende benut. In de politieke en maatschappelijke discussie over de houdbaarheid van de gezondheidszorg

Nadere informatie

Kwaliteitsmanagement theoretisch kader

Kwaliteitsmanagement theoretisch kader 1 Kwaliteitsmanagement theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1 1. Kwaliteitsmanagement Kwaliteitsmanagement richt zich op de kwaliteit organisaties. Eerst wordt het begrip

Nadere informatie

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap 10 Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Kim van der Hoeven 1. Inleiding Ontwikkelingen in maatschappij en samenleving denk met name aan de

Nadere informatie

Tentamen. Tentamen Spm1212 Economie & Bedrijf 19 januari 2011. Spm1212 Economie & Bedrijf. Naam:... Studentnummer:

Tentamen. Tentamen Spm1212 Economie & Bedrijf 19 januari 2011. Spm1212 Economie & Bedrijf. Naam:... Studentnummer: Spm1212 Economie & Bedrijf Tentamen Woensdag 19 januari 2011 14.00 uur 17.00 uur Instructies: Dit tentamen bestaat uit zowel meerkeuze- als open vragen. Er zijn 20 meerkeuzevragen en 2 open vragen. De

Nadere informatie

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Sytze Rienstra en Jan van Donkelaar, 15 januari 2010 Er is de laatste tijd bij de beoordeling van projecten voor de binnenvaart veel discussie over

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid Samenvatting door een scholier 1430 woorden 1 februari 2003 6,1 79 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Marketingbeleid. 5.1 Het

Nadere informatie

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2. 1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE EN MANAGEMENT DONDERDAG 18 JUNI UUR UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE EN MANAGEMENT DONDERDAG 18 JUNI UUR UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ORGANISATIE EN MANAGEMENT DONDERDAG 18 JUNI 2015 11.45 UUR 14.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Organisatie en management Donderdag 18 juni 2015 B / 7 2015 NGO -

Nadere informatie

Facilitair inkopen. Met gereedschappen en methodieken om het inkoopvak beter te beheersen

Facilitair inkopen. Met gereedschappen en methodieken om het inkoopvak beter te beheersen Facilitair inkopen Met gereedschappen en methodieken om het inkoopvak beter te beheersen Inhoud Voorwoord Eeuwige spagaat bij duurzaam inkopen Outsourcing: integraal uitbesteden van facilitaire diensten

Nadere informatie

Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE

Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bevindingen Erasmus Innovatiemonitor Zorg Eindhoven, 5 oktober 2012 TOP INSTITUTE INSCOPE

Nadere informatie

Marketing: Het maken en uitvoeren van plannen voor het vergroten of het behouden van de afzet.

Marketing: Het maken en uitvoeren van plannen voor het vergroten of het behouden van de afzet. Samenvatting door een scholier 1232 woorden 16 maart 2003 6,6 60 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie De productgerichte denkwijze: - Het product staat centraal - Uitgangspunt is de

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

De 17 principes van lean working

De 17 principes van lean working De 17 principes van lean working Lean working kan samengevat worden in 17 basis principes. De totale aanpak is hieruit opgebouwd. Het kennen en beheersen van de principes is belangrijk voor de continu

Nadere informatie

Thema 1. Inleiding tot het management

Thema 1. Inleiding tot het management Thema 1 Inleiding tot het management 1. Management: definitie MANAGEMENT verwijst naar het voortdurend nemen van beslissingen en het ontplooien van activiteiten (proces) tijdens het plannen, organiseren,

Nadere informatie

Samenvatting. Kort overzicht. Kartels

Samenvatting. Kort overzicht. Kartels Samenvatting Kort overzicht Dit proefschrift gaat over de economische theorie van kartels. Er is sprake van een kartel wanneer een aantal bedrijven, expliciet of stilzwijgend, afspreekt om de prijs te

Nadere informatie

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel M201010 Starters en de markt drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2010 Starters en de markt Ondernemers die met een bedrijf zijn begonnen in de maanden voordat de economie in 2008 van groei omsloeg

Nadere informatie

Systemische Benadering wat is dat eigenlijk?

Systemische Benadering wat is dat eigenlijk? Systemische Benadering wat is dat eigenlijk? Mens-zijn is in-relatie-zijn Ieder maakt deel uit van een groter geheel. We horen bij diverse gehelen. Een familie, wijk, organisatie, team, land, geloofsgemeenschap,

Nadere informatie

Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI)

Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI) Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI) Het zelfbeoordelingsformulier Het doel van deze evaluatie is om u te helpen bij het bepalen van de belangrijkste aandachtsvelden van uw leidinggevende

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Productie en Kosten

Hoofdstuk 7: Productie en Kosten Economie, een Inleiding Hoofdstuk 7: Productie en Kosten 1 Productie en Kosten Constructie van kostenfunctie Resultaat van optimale keuze van productiefactoren gegeven prijzen gegeven te produceren output

Nadere informatie

Praktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen.

Praktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen. Praktijkplein Titel: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen. Toepassing: Beknopte samenvatting van twee implementatiemethodieken en hun toepassing bij het implementeren van een operational

Nadere informatie

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING AFDELINGSHOOFD VERSIE 4 APRIL 2017

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING AFDELINGSHOOFD VERSIE 4 APRIL 2017 Afdelingshoofd Doel Zorgdragen voor de vorming van beleid voor de eigen functionele discipline, alsmede zorgdragen voor de organisatorische en personele aansturing van één of meerdere werkprocessen, binnen

Nadere informatie

voorbeeldexamen I-Tracks IT and Management Foundation voorbeeldexamen ITMF uitgave september 2006

voorbeeldexamen I-Tracks IT and Management Foundation voorbeeldexamen ITMF uitgave september 2006 voorbeeldexamen IT and Management Foundation (ITMF) I-Tracks IT and Management Foundation voorbeeldexamen ITMF uitgave september 2006 inhoud 3 inleiding 4 voorbeeldexamen 12 antwoordindicatie 25 beoordeling

Nadere informatie

Break-even analyse C2020 1. Ir. drs. M. M. J. Latten

Break-even analyse C2020 1. Ir. drs. M. M. J. Latten Break-even analyse C2020 1 Break-even analyse Ir. drs. M. M. J. Latten 1. Inleiding C2020 3 2. Principe C2020 3 2.1. Analytisch C2020 3 2.2. Grafisch C2020 4 3. Realiteitsgehalte C2020 6 3.1. Aannames

Nadere informatie

Toetsvragen bij hoofdstuk 3 Oriënteren

Toetsvragen bij hoofdstuk 3 Oriënteren Toetsvragen bij hoofdstuk 3 Oriënteren Opgave 1 De organisatiecultuur is een belangrijk gegeven bij het analyseren van een organisatie. Stelling: De gemeenschappelijke waarden, normen en opvattingen binnen

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Managen: alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen.

Managen: alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen. Management P1 Auteurs: André Weber en Aldert Doelen. Managen: alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen. Organiseren: een aantal mensen dat zich als eenheid

Nadere informatie

Starten in een dal, profiteren van de top

Starten in een dal, profiteren van de top M200715 Starten in een dal, profiteren van de top drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, november 2007 2 Starten in een dal, profiteren van de top Ondernemers die in 2003 een bedrijf begonnen, waren zich

Nadere informatie

EFFECTEN VAN SCHAALVERGROTING OP DE ARBEIDSORGANISATIE. PROJECT 1218 Workshop PETER VERMEULEN JOLANDA VAN WEVERWIJK

EFFECTEN VAN SCHAALVERGROTING OP DE ARBEIDSORGANISATIE. PROJECT 1218 Workshop PETER VERMEULEN JOLANDA VAN WEVERWIJK EFFECTEN VAN SCHAALVERGROTING OP DE ARBEIDSORGANISATIE PROJECT 1218 Workshop 17-11-1999 PETER VERMEULEN JOLANDA VAN WEVERWIJK PROGRAMMA: INLEIDING LEZING 1: RESULTATEN INTERVIEWS EN RADARS LEZING 2: MINTZBERG

Nadere informatie

Innovatiemanagement. Samenvatting/Presentatie Hoofdstuk 3 Wat kun je innoveren? Door Anne Werkman en Els de Jong

Innovatiemanagement. Samenvatting/Presentatie Hoofdstuk 3 Wat kun je innoveren? Door Anne Werkman en Els de Jong Innovatiemanagement Samenvatting/Presentatie Hoofdstuk 3 Wat kun je innoveren? Door Anne Werkman en Els de Jong 3.1 De innovatieruimte Organisatiestrategie: 3 vragen die je jezelf moet stellen Wat? welke

Nadere informatie

Klassieke scholen: de organisatie is de machine en het management de bestuurder

Klassieke scholen: de organisatie is de machine en het management de bestuurder Samenvatting door een scholier 823 woorden 23 januari 2013 4,9 8 keer beoordeeld Vak M&O criteria organisaties onderscheiden: - grootte: omzet of aantal personeel - product of output: goederen of diensten

Nadere informatie

FUWASYS Algemene Karakteristieken

FUWASYS Algemene Karakteristieken Blz. 1 Hoofdgroep karakter I Het betreft op zichzelf staande routinematige werkzaamheden, waarbij het effect van de werkzaamheden zich uitstrekt tot een beperkte groep medewerkers. Er zijn gedetailleerde

Nadere informatie

AGRIFIRM PERFORMANCE MANAGEMENT REGELING AUGUSTUS 2015, VERSIE 2015-2

AGRIFIRM PERFORMANCE MANAGEMENT REGELING AUGUSTUS 2015, VERSIE 2015-2 AGRIFIRM PERFORMANCE MANAGEMENT REGELING AUGUSTUS 2015, VERSIE 2015-2 INLEIDING Bij Agrifirm maken onze mensen het verschil. De missie, visie en strategische doelen van Agrifirm worden door onze medewerkers

Nadere informatie

Figuur 1 Model Operational Excellence

Figuur 1 Model Operational Excellence 1. Management samenvatting Ondanks de groeiende populariteit process redesign, is er maar weinig bekend over de strategieën die organisaties kunnen volgen om te bereiken. Een redesign strategie bevat de

Nadere informatie

Lean management vaardigheden

Lean management vaardigheden Lean management vaardigheden Lean management : meer dan tools Je gaat met Lean aan de slag of je bent er al mee bezig. Je ziet dat Lean over een set prachtige tools beschikt en je beseft dat het ook een

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

De auto als actuator

De auto als actuator De auto als actuator Martie van der Vlist Goudappel Coffeng BV mvdvlist@goudappel.nl Rolf Krikke Quest-TC rolf@quest-tc.nl Samenvatting De auto als actuator Communicatiemiddelen in de auto worden gebruikt

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

Tentamen. Tentamen Spm1212 Economie & Bedrijf. Spm1212 Economie & Bedrijf. Naam:... Studentnummer: 1/14

Tentamen. Tentamen Spm1212 Economie & Bedrijf. Spm1212 Economie & Bedrijf. Naam:... Studentnummer: 1/14 Spm1212 Economie & Bedrijf Tentamen Instructies: Dit tentamen bestaat uit zowel meerkeuze- als open vragen. Er zijn 20 meerkeuzevragen en 2 open vragen. De meerkeuzevragen staan op pagina 1-6 van deze

Nadere informatie

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 *** Onbekende risico s zijn een bedreiging, bekende risico s een management issue *** Samenvatting en besluit Risicomanagement is een groeiproces waarbij

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

In 8 stappen naar bedrijfskundig FM. Van FM-specialist tot strategisch businesspartner

In 8 stappen naar bedrijfskundig FM. Van FM-specialist tot strategisch businesspartner In 8 stappen naar bedrijfskundig FM Van FM-specialist tot strategisch businesspartner Inhoud STAP 1. Maak een businessplan voor FM STAP 2. Zorg voor een optimale werkomgeving STAP 3. Zorg voor een flexibele

Nadere informatie

Meer Control met minder Instrumentarium?

Meer Control met minder Instrumentarium? financiële specialisten voor de non-profit www.jeconsultancy.nl Meer Control met minder Instrumentarium? Verslag van de workshop tijdens het Voorjaarscongres op dinsdag 20 mei in Apeldoorn JE Consultancy

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 07

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 07 07 HBO Marketing / Marketing management Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Doel van een concurrentenanalyse: F inzicht verkrijgen in sterke en zwakke punten van

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Het Online Marketingplan. Het Social Media Plan als onderdeel van het Marketing Plan

Het Online Marketingplan. Het Social Media Plan als onderdeel van het Marketing Plan Het Online Marketingplan Het Social Media Plan als onderdeel van het Marketing Plan 1 Wil je een online marketingplan voor jouw organisatie beschrijven? In dit document vind je de opzet voor zo n plan.

Nadere informatie

Reddin s 3D Leiderschap Model

Reddin s 3D Leiderschap Model Reddin s 3D Leiderschap Model stijl van leidinggeven situatie effectiviteit Input actieplan Output effectiviteitsgebieden effectiviteitsmaatstaven doelstellingen W.J.Reddin & Associates Nederland BV 1

Nadere informatie

GOVERNANCE, RISK & COMPLIANCE WHITEPAPER

GOVERNANCE, RISK & COMPLIANCE WHITEPAPER GOVERNANCE, RISK & COMPLIANCE De wereld van vandaag wordt gekenmerkt door de snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën en disruptieve marktomstandigheden. Deze ontwikkelingen hebben verregaande gevolgen

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Bedrijfs- en afdelingsorganisatie

Hoofdstuk 3 Bedrijfs- en afdelingsorganisatie Hoofdstuk 3 Bedrijfs- en afdelingsorganisatie Paragraaf 3.1 1. Afdelingsstructuur a. Noem de soorten afdelingen die in bedrijven binnen de mobiliteitsbranche gebruikelijk zijn. b. Onder welke voorwaarden

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

1. Deze middle managementopleiding is opgezet vanuit een bepaalde visie over middle management.

1. Deze middle managementopleiding is opgezet vanuit een bepaalde visie over middle management. Oefenvragen Middle Management B - Marketing en Strategie 1. Deze middle managementopleiding is opgezet vanuit een bepaalde visie over middle management. Wat kenmerkt deze visie vooral? 1. Goed middle management

Nadere informatie

Balans zoeken tussen veranderen en economische groei.

Balans zoeken tussen veranderen en economische groei. Balans zoeken tussen veranderen en economische groei. Artikel: Harry Teeven vs 14012014 Email: harry@teeven.nl Website: www.teevenconsultancy.eu M: 06 14265817 Dit artikel is geschreven naar aanleiding

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Verder in Fusie & Overnames

Verder in Fusie & Overnames Verder in Fusie & Overnames (Mid size en familiebedrijven) Datum: december 2009 Plaats: Zeewolde Door: Triple Play Keynote speaker: Mr. Pieter J.H. Mensink MBA Verbonden door vertrouwen; groeien door samenhang

Nadere informatie

Slim organiseren De organisatie van de organisatie. Jac Christis, 29 mei 2013

Slim organiseren De organisatie van de organisatie. Jac Christis, 29 mei 2013 Slim organiseren De organisatie van de organisatie Jac Christis, Wat is organiseren? Twee betekenissen van het woord organisatie : 1. Institutionele betekenis: werkgever 2. Instrumentele betekenis: arbeidsorganisatie

Nadere informatie

BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version

BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version Introductie Quickscan De financiële organisatie moet, net zo als alle andere ondersteunende diensten, volledig gericht zijn

Nadere informatie

Middle Management NEMAS

Middle Management NEMAS Middle Management NEMAS Editie 2015 Morel Opleiding en Training B.V. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze

Nadere informatie

Van woord tot tekst. Antwoordformulier bij het onderdeel Van bouwplan naar teksteenheden en inleiding

Van woord tot tekst. Antwoordformulier bij het onderdeel Van bouwplan naar teksteenheden en inleiding Van woord tot tekst Antwoordformulier bij het onderdeel Van bouwplan naar teksteenheden en inleiding 1 Bekijk dit bouwplan voor een hoofdstuk van een boek aandachtig, en maak daarna de opdrachten. Hoofdstuk

Nadere informatie

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd De Landsverordening inzake Concurrentie De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd Waar gaat deze brochure over? In deze brochure kunt u lezen over de Landsverordening inzake concurrentie

Nadere informatie

Industry consulting. Care management. Effectieve procesinnovatie in de zorg. Onze zorg Kwaliteit nu én in de toekomst

Industry consulting. Care management. Effectieve procesinnovatie in de zorg. Onze zorg Kwaliteit nu én in de toekomst Industry consulting Care management Effectieve procesinnovatie in de zorg Onze zorg Kwaliteit nu én in de toekomst Effectieve procesinnovatie Iedere organisatie is uniek. Dat is in de zorg niet anders.

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. SWOT en confrontatiematrix aangeboden door www.managementmodellensite.nl 1

SWOT-ANALYSE. SWOT en confrontatiematrix aangeboden door www.managementmodellensite.nl 1 SWOT-ANALYSE De SWOT-analyse is een breed toegepaste manier om kansen en bedreigingen voor en sterkten en zwakten van de organisatie in beeld te brengen. Vaak blijft het bij het benoemen van deze vier

Nadere informatie

Middle Management. Inhoudsopgave. Les 1. Les 3. Les 2. Les 4. Organisaties, een inleiding. Organisaties en hun omgeving (meso - macro)

Middle Management. Inhoudsopgave. Les 1. Les 3. Les 2. Les 4. Organisaties, een inleiding. Organisaties en hun omgeving (meso - macro) Middle Management Inhoudsopgave Les 1 Organisaties, een inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Management 1.3 Managementniveaus en besluitvorming 1.4 Vakgebied management en organisatie 1.5 Bedrijfsprocessen en toegevoegde

Nadere informatie