Uitgangsvraag (consensus based tekst) Wat is indicatie voor chemotherapie bij een patiënt met een nieuw gediagnostiseerd anaplastisch glioom?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitgangsvraag (consensus based tekst) Wat is indicatie voor chemotherapie bij een patiënt met een nieuw gediagnostiseerd anaplastisch glioom?"

Transcriptie

1 Chemotherapie/systeemtherapie Chemotherapie nieuw gediagnostiseerd anaplastisch glioom Uitgangsvraag (consensus based tekst) Wat is indicatie voor chemotherapie bij een patiënt met een nieuw gediagnostiseerd anaplastisch glioom? Samenvatting literatuur Chemotherapie voorafgaand aan resectie (neoadjuvant) Er zijn geen data die het toevoegen van chemotherapie voorafgaand aan een resectie, met als doel de tumor kleiner te maken zodat een betere resectie kan worden verkregen, ondersteunen. Adjuvante chemotherapie (= aanvullende chemotherapie direct na resectie) al dan niet in combinatie met radiotherapie, zonder dat er op de scan sprake is van tumorprogressie. Oligodendrogliale tumoren zijn gevoeliger voor chemotherapie dan tumoren die geen oligodendrogliale kenmerken hebben. De waarde van adjuvante chemotherapie voor patiënten met een 1p/19q-deletie werd aangetoond in zowel de EORTC [van den Bent 2013] als de RTOG [Cairncross 2013] studie. In de EORTC zijn 368 patiënten geïncludeerd met anaplastisch oligodendroglioom en gemengd anaplastisch oligoastrocytoom (ten minste 25% oligodendroglialecomponent) die werden gerandomiseerd tussen radiotherapie (RT) en RT plus 6 kuren procarbazine, lomustine en vincristine (PCV). In 2006 werd na een mediane follow-up van 5 jaar een verschil in progressievrije overleving (PFS) gevonden, echter geen statistisch significant verschil in overleving [Van den Bent 2006]. Na langere follow-up bleek echter dat de overleving in de RT/PCV-arm significant langer was; 42.3 vs maanden in de RT-arm ([HR] 0,75; 95%CI 0,60-0,95). Ook kwamen data beschikbaar over de 1p/19q-status van patiënten. Voor de patiënten met een 1p/19qdeletie werd een mediane PFS van 157 vs. 50 maanden voor de gecombineerde behandeling ten opzichte van RT alleen gevonden, en een trend naar verbeterde totale overleving (OS) (mediaan niet bereikt vs. 112 maanden (HR 0,56;95%CI 0,31-1,03)). In de RTOG-9402 werden 291 patiënten met anaplastisch oligodendrocytoom en anaplastisch oligoastrocytoom gerandomiseerd tussen vier cycli intensified PCV met een hogere dosering lomustine, namelijk 130 mg/m2 i.p.v. 110 mg/m2 op dag 1 en zonder dosisbeperking per gift vincristine (de doses van de verschillende middelen waren niet gelijk aan die van de EORTC-26951) gevolgd door RT vs. RT alleen. Voor patiënten met een 1p/19q-deletie werd een overlevingswinst gevonden (mediaan 14,7 versus 7,3 jaar, HR 0,59;95%CI 0,37-0,95) in de gecombineerde behandelingsarm. In de groep patiënten zonder 1p/19q-verlies werd geen voordeel van gecombineerde behandeling gevonden (2,6 versus 2,7 jaar). Daarnaast lijkt er op basis van deze studie een voordeel voor de patiënten waarbij de tumor geen 1p/19q-deletie bevat maar wel een IDH1/2-mutatie voor PCV gevolgd door RT. Dit betreft echter een post-hoc analyse bij een relatief kleine subgroep van 66 patiënten. De NOA-4-studie is een gerandomiseerde fase III-studie bij patiënten met een anaplastisch glioom die als postoperatieve behandeling 2:1:1 RT (arm A) ten opzichte PCV (arm B1) vs. temozolomide (TMZ) (arm B2) heeft vergeleken [Wick 2009]. Patiënten die in eerste instantie behandeld waren met postoperatieve radiotherapie (arm A), werden bij onacceptabele toxiciteit of progressie opnieuw gerandomiseerd tussen chemotherapie alleen met TMZ of PCV (arm B1 of B2). Andersom werden patiënten die direct chemotherapeutisch behandeld waren, na progressieve ziekte behandeld middels RT (arm A). Er werden 274 patiënten geïncludeerd, waarbij geen verschil tussen de behandelarmen werd gevonden voor het primaire eindpunt van de studie: gemiddelde (mediane) tijd tot progressieve ziekte. Voor geen van de subgroepen anaplastisch astrocytoom, anaplastisch oligodendrocytoom of anaplastisch oligoastrocytoom was een van de behandelarmen superieur. Er was geen verschil in progressievrije overleving tussen de patiënten die behandeld werden met TMZ ten opzichte van PCV. [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 76

2 Het is van belang om te vermelden dat deze patiënten niet gerandomiseerd zijn op basis van 1p/19qstatus van het anaplastische glioom. Ten tijde van rapportage waren de resultaten voor overleving nog immatuur. In het licht van de nagekomen rapportages bij studies EORTC 26951, RTOG 9402 en RTOG 8502 waarbij pas op lange follow-up algemene overleving significante verschillen ten voordele van toevoeging PCV kuren liet zien, dienen we mogelijk bedacht te zijn op een dergelijk nakomend bericht in deze studie. Er is nog een retrospectieve studie met 109 patiënten [Brandes 2006a] met een anaplastisch astrocytoom beschikbaar die achteraf het verschil tussen PCV (49 patiënten) en TMZ (60 patiënten) heeft geanalyseerd. Ook in deze analyse werd geen verschil in behandeluitkomst tussen de twee chemotherapieregimes gevonden. In 2014 loopteen grote gerandomiseerde fase III-trial voor anaplastische glioompatiënten zonder 1p/19q deletie (CATNON, EORTC-26053). Dit is een 4-armige studie: RT alleen vs. RT plus concomitant temozolomide vs. RT plus adjuvant temozolomide vs. RT plus concomitant en adjuvant temozolomide. Aanvankelijk liep ook een gerandomiseerde fase III-trial voor patienten met 1p/19qdeletie (CO_DEL, EORTC-26081). Dit was een 3-armige studie waarbij een van de armen radiotherapie alleen was. Na het beschikbaar komen van de lange termijndata van zowel de EORTC als de RTOG-9402, werd RT alleen echter als onderbehandeling gezien en is de studie gesloten. Conclusies Bij anaplastische gliomen met een 1p/19q-deletie is een verlenging van de overleving aangetoond, door PCV chemotherapie aan de radiotherapie toe te voegen. [Van den Bent 2013, Cairncross 2013] Er zijn aanwijzingen dat er geen verschil is in progressievrije overleving tussen nabehandeling met monotherapie radiotherapie, PCV of TMZ. [Wick 2009] Overwegingen Bij te verwachten grote neurotoxiciteit van radiotherapie door een zeer groot doelvolume zou overwogen kunnen worden te kiezen voor temozolomide als postoperatieve behandeling bij anaplastische gliomen zonder 1p/19q-deletie [Wick 2009]. Aanbeveling Patiënten met een anaplastisch glioom met een 1p/19q-deletie dienen post-operatief behandeld te worden met radiotherapie (zie moduleindicatie radiotherapie anaplastisch glioom) gevolgd door zes kuren PCV, volgens het EORTC protocol. Er wordt geadviseerd, in afwachting van de resultaten van de EORTC studie (CATNON), patiënten met een anaplastisch glioom zonder gecombineerde 1p/19q-deletie te behandelen met postoperatieve radiotherapie alleen. Bij te verwachten grote neurotoxiciteit van radiotherapie door een zeer groot doelvolume zou overwogen kunnen worden te kiezen voor temozolomide als postoperatieve behandeling bij anaplastische gliomen zonder 1p/19q-deletie [Wick 2009]. Referenties Van den Bent MJ, Brandes AA, Taphoorn MJet al.gorlia T & Hoang-Xuan K 2013 Adjuvant procarbazine, lomustine, and vincristine chemotherapy in newly diagnosed anaplastic oligodendroglioma: long-term follow-up of EORTC brain tumor group study Journal of clinical oncology : official journal of the American Society of Clinical Oncology [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 77

3 Van den Bent MJ, Carpentier AF, Brandes AAet al.lacombe D & Gorlia T 2006 Adjuvant procarbazine, lomustine, and vincristine improves progression-free survival but not overall survival in newly diagnosed anaplastic oligodendrogliomas and oligoastrocytomas: a randomized European Organisation for Research and Treatment of Cancer phase III trial. Journal of clinical oncology : official journal of the American Society of Clinical Oncology Cairncross G, Wang M, Shaw E, Jenkins Ret al.curran W & Mehta M 2013 Phase III trial of chemoradiotherapy for anaplastic oligodendroglioma: long-term results of RTOG Journal of clinical oncology : official journal of the American Society of Clinical Oncology Wick W, Hartmann C, Engel C, Stoffels Met al. Von Deimling A & Weller M 2009 NOA-04 randomized phase III trial of sequential radiochemotherapy of anaplastic glioma with procarbazine, lomustine, and vincristine or temozolomide. Journal of clinical oncology : official journal of the American Society of Clinical Oncology Chemotherapie recidief anaplastisch glioom Uitgangsvraag (consensus based tekst) Wat is de indicatie voor chemotherapie bij een patiënt met een recidief anaplastisch glioom? Samenvatting literatuur Er zijn meerdere studies die de waarde van chemotherapie bij het recidief anaplastisch glioom ondersteunen, zowel in de eerste als in de tweede lijn. Deze data zijn er voor zowel temozolomide [Yung 1999, Brandes 2006, van den Bent 2003] als PCV [van den Bent 1998, Brandes 2004, Kouwenhoven 2006] in verscheidende fase II-studies met patiënten aantallen variërend van Prognose en respons op chemotherapie is afhankelijk van de tijd tot recidief, histologie, moleculaire achtergrond en eerdere behandeling. Bij ongeveer de helft van deze patiënten wordt een objectieve response rate gezien met een progressievrije overleving na zes maanden van rond de 60% en na twaalf maanden van ongeveer 50%. In een tweedelijnsbehandeling liggen deze getallen lager [Yung 1999, van den Bent 2003, van den Bent 2001, Triebels 2004, Chinot 2001]. Conclusie Er zijn aanwijzingen dat zowel PCV als temozolomide effectief kan zijn in zowel eerste als tweedelijnsbehandeling van het recidief anaplastisch glioom. [Yung 1999, Brandes 2006, Van den Bent 2003, Van den Bent 1998, Brandes 2004, Kouwenhoven 2006] Overwegingen In de recidiefsetting dienen alle palliatieve behandelingen waaronder radiotherapie en chirurgie telkens mede in overweging genomen te worden. Aanbeveling Patiënten met een recidief hooggradig glioom dienen in een multidisciplinair neuro-oncologisch overleg besproken te worden. In de recidiefsetting dienen andere palliatieve behandelingen, zoals radiotherapie en chirurgie, telkens mede in overweging genomen te worden. De werkgroep is van mening dat patiënten met een recidief anaplastisch glioom bij voorkeur in studieverband behandeld moeten worden. Indien er geen studie beschikbaar is, wordt geadviseerd behandeling met twaalf kuren temozolomide te overwegen. Vervolgbehandeling met PCV lijkt vooral voor tumoren met een 1p/19q-deletie voor de hand te liggen. [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 78

4 Referenties Van den Bent MJ, Keime-Guibert F, Brandes AA et al. Temozolomide chemotherapy in recurrent oligodendroglioma. Neurology 2001 vol. 57 no Van den Bent MJ, Kros JM, Heimans JJ et al. Response rate and prognostic factors of recurrent oligodendroglioma treated with procarbazine, CCNU, and vincristine chemotherapy. Dutch Neuro oncology Group. Neurology 1998;51(4): Van den Bent MJ, Kros JM, Heimans JJ et al.punt CJ & Boogerd W 1998 Response rate and prognostic factors of recurrent oligodendroglioma treated with procarbazine, CCNU, and vincristine chemotherapy. Dutch Neuro-oncology Group. Neurology Van den Bent MJ, Taphoorn MJ, Brandes AA et al. Phase II study of first-line chemotherapy with temozolomide in recurrent oligodendroglial tumors: the European Organization for Research and Treatment of Cancer Brain Tumor Group Study Journal of clinical oncology : official journal of the American Society of Clinical Oncology Brandes AA, Tosoni A, Cavallo G et al. Correlations between O6-methylguanine DNA methyltransferase promoter methylation status, 1p and 19q deletions, and response to temozolomide in anaplastic and recurrent oligodendroglioma: a prospective GICNO study. Journal of clinical oncology 2006, Brandes AA, Tosoni A, Vastola Fet al. Efficacy and feasibility of standard procarbazine, lomustine, and vincristine chemotherapy in anaplastic oligodendroglioma and oligoastrocytoma recurrent after radiotherapy. A Phase II study. Cancer 2004, Chinot OL, Honore S, Dufour Het al. Safety and efficacy of temozolomide in patients with recurrent anaplastic oligodendrogliomas after standard radiotherapy and chemotherapy. Journal of clinical oncology 2001, Kouwenhoven MC, Kros JM, French PJ et al.1p/19q Loss within Oligodendroglioma is Predictive for Response to First Line Temozolomide but Not to Salvage Treatment. European journal of cancer Triebels VH, Taphoorn MJ, Brandes AA et al. Salvage PCV chemotherapy for temozolomide-resistant oligodendrogliomas. Neurology 2004, Yung WK, Prados MD, Yaya-Tur Ret al Multicenter phase II trial of temozolomide in patients with anaplastic astrocytoma or anaplastic oligoastrocytoma at first relapse. Temodal Brain Tumor Group. Journal of clinical oncology : official journal of the American Society of Clinical Oncology Chemotherapie nieuw gediagnostiseerd glioblastoom Uitgangsvraag (consensus based tekst) Wat is de indicatie voor chemotherapie bij een patiënt met een nieuw gediagnostiseerd glioblastoom? Samenvatting literatuur In 2005 werd een open gerandomiseerde fase III-onderzoek gepubliceerd verricht bij patiënten met een nieuw-gediagnostiseerd glioblastoom waarmee de aanvullende waarde van temozolomide aan (postoperatieve) radiotherapie werd aangetoond [Stupp 2005]. In de studie werden573 volwassen patiënten tot 70 jaar (84% voorafgaande resectie, 16% alleen biopsie) gerandomiseerd tussen radiotherapie alleen of een gecombineerde behandeling met tegelijkertijd radiotherapie en [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 79

5 temozolomide gevolgd door een behandeling met alleen temozolomide [Stupp 2005]. Het primaire eindpunt was overleving en dit werd geanalyseerd volgens het intention-to-treat-principe. De mediane overleving was 14,6 maanden in de gecombineerde radio- en chemotherapiegroep en 12,1 maanden in de groep die alleen werd behandeld met radiotherapie. Dit is een significant verschil, maar de grootte van het effect is gering. Na twee jaar waren echter 30 (10,4%) patiënten in de radiotherapiegroep en 76 (26,5%) patiënten in de combinatiegroep in leven, ook een significant verschil [Stupp 2005]. Na vijf jaar waren respectievelijk 5(1,9%) en 28 (9,8%) patiënten in de radiotherapie- en combinatiegroep nog in leven [Stupp 2009]. Een post-hoc analyse van 206 patiënten suggereerde dat patiënten met een gemethyleerd DNA-herstelenzym O6-methylguanine-DNA methyltransferase (MGMT) (aanwezig bij 45% van de onderzochte patiënten) een groter voordeel bij de toevoeging van temozolomide aan radiotherapie hebben [Hegi 2005]. Hoewel de MGMT-status een duidelijke prognostische waarde lijkt te hebben ook patiënten in de radiotherapie arm met een gemethyleerde MGMT-promotor hadden een betere overleving dan patiënten met ongemethyleerde promotor-, is de predictieve waarde nog niet volledig vastgelegd. Het bleek dat patiënten met ongemethyleerde MGMT-promotor ook een overlevingsvoordeel hebben van chemoradiatie ten opzichte van radiotherapie alleen. Of het uitbreiden van het aantal postradiatiekuren zinvol is, is niet bekend; het is vooral retrospectief beschreven. De enige prospectieve studie waarin een uitgebreid Stupp-schema (meer dan zes postradiatiekuren temozolomide) wordt onderzocht, bevatte ook graad III gliomen waardoor de mediane overleving van 58 maanden beïnvloed werd [Hau 2007]. Retrospectief Canadees onderzoek bij 52 patiënten laat zien dat 29 patiënten die met meer dan zes postradiatiekuren werden behandeld een mediane overleving van 24,6 maanden hadden versus 16,5 maanden bij een behandeling van zes postradiatiekuren. Doordat dit een retrospectieve studieopzet was, is er dan ook sprake van enige patiëntenselectie-bias, aangezien zij met een betere respons op temozolomide ook langer overleven [Roldan 2012]. MGMT-status was geen doorslaggevende factor bij het besluit al dan niet te continueren na zes postradiatiekuren. Er moet wel gewezen worden op de beperkingen van deze studie: retrospectief, niet gekeken naar impact van type neurochirurgische ingreep of MGMT-status. Daarnaast is er onderzoek verricht naar de dosis temozolomide, waarbij de gedachte is dat een hogere dosis leidt tot het teniet doen van de MGMT-gemedieerde resistentie. In een faseiii-studie werden 833 patiënten gerandomiseerd in een arm met postradiatie temozolomide standaarddosering 200 mg/m2/d d1-5 versus dose-dense schema 75 mg/m2/d d1-21 elke 4 weken in 6-12 cycli [Gilbert 2013]. Deze studie liet geen significante verbetering van totale overleving (OS) zien (16,6 versus 14,9 maanden), noch van mediane progressie vrije overleving (PFS) (5,5 versus 6,7 maanden). Echter, bij de MGMT-gemethyleerde groep werd wel significant verbeterde OS en PFS gezien, ongeacht het regimen temozolomide (algemene overleving: 21,2 versus 14 maanden voor de standaarddosering temozolomidegroep versus dose-dense temozolomidegroep, en progressievrije overleving: 8,7 versus 5,7 maanden voor de standaarddosering temozolomidegroep versus dose-dense temozolomidegroep). Per behandelarm werd in de MGMT-gemethyleerde groep geen significant verschil gevonden: OS 20,2 vs. 21,4 maanden en PFS van 6,5 vs. 10,1 maanden, respectievelijk in de standaard behandelarm en in de dose-dense behandelarm. Daarnaast werd een forse toename aan graad 3 toxiciteit gezien met name lymfocytopenie en vermoeidheid in de dose-dense arm ten opzichte van de standaardarm (53% versus 34%). In een volgende studie werd gekeken naar de waarde van het postoperatief plaatsen van gliadel rasters (ook carmustine implants genoemd) in de resectieholte [Bock 2010].Bij 44 patiënten met nieuw gediagnostiseerd glioblastoom werden na het verwijderen van de tumor biologisch afbreekbare rasters geïmpregneerd met carmustine in het tumorbed geïmplanteerd. Hierna volgde chemoradiatie met temozolomide. Er werd geen beduidende overlevingswinst gezien met een mediane progressievrije overleving van 7 maanden en een mediane overleving van 12,7 maanden en daarbij werd een toename in toxiciteit gerapporteerd [Sabel 2008].In een systematische review, die 19 studies met 795 patiënten samenvat, is de eventuele toegevoegde waarde van carmustine implantsonderzocht. Hieruit bleek dat de overlevingswinst marginaal was, terwijl er een hoog risico op postoperatieve complicaties van 42,7% werd beschreven [Bregy 2013]. Gerandomiseerd fase III-onderzoek over de toevoeging van carmustine implants bij patiënten tijdens het Stupp-protocol ontbreekt. [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 80

6 Er is veel belangstelling voor de behandeling van glioblastomen met geneesmiddelen die de signaaltransductie via VEGF remmen, zoals bevacizumab, een monoklonaal antilichaam tegen VEGF. In een gerandomiseerde studie waarin de toevoeging van bevacizumab aan het Stupp-protocol werd onderzocht, werd bij 921 patiënten een mediane PFS van 10,6 maanden in de bevacizumabgroep versus 6,2 maanden in de placebogroep waargenomen. Deze significante verbetering vertaalde zich echter niet in overlevingswinst (resp. 16,8 versus 16,7 maanden). Een kwaliteit van leven-analyse toonde voorts dat het langer duurde voordat een toename in klachten optrad in de bevacizumabgroep (hazard ratio 0,64; 95%CI 0,56-0,74). Ook bleek er een grotere groep patiënten die de deelname startten met corticosteroïden-gebruik deze tijdens behandeling te kunnen staken indien ze behandeld werden met bevacizumab (66,3% versus 47,1%) [Chinot 2014]. In een gelijkwaardige Amerikaanse studie met 978 patiënten, vertaalde een significant voordeel in PFS voor patiënten die met bevacizumab behandeld werden (10,7 versus 7.3 maanden) zich eveneens niet in algemeen overlevingsvoordeel (15,7 versus 16,1 maanden) [Gilbert 2014].Daarnaast liet deze studie een snellere achteruitgang in neurocognitie zien in de bevacizumabgroep. De onderzoekers duiden dit als vroegtijdige tumorprogressie dan wel bevacizumab-gerelateerde neurotoxiciteit. Blokkade van integrines αvβ3 en αvβ5 door cilengitide werd onderzocht bij patiënten met glioblastomen in een fase III-onderzoek [Reardon 2008, Stupp 2013]. In deze gerandomiseerde studie werd de toevoeging van cilengitide aan het Stupp-protocol onderzocht bij 272 patiënten met nieuw gediagnostiseerde glioblastoom en gemethyleerde MGMT status. De mediane overleving was 26.3 maanden in beide armen met hazard ratio 1,02 (95%CI; 0,81-1,29). Mediane PFS was niet significant verschillend (13,5 maanden in de cilengitidearm en 10,7 maanden in de controle-arm). Enkelarmige fase II-studies waarbij nieuwe medicijnen aan het Stupp-protocol werden toegevoegd, melden een mediane overleving tussen 17 en 25 maanden, vergeleken met historische controles [Grossman 2009, Butowski 2009, Soffietti 2014].Hier kunnenechter, gezien het gebrek aan sluitend fase IIIgerandomiseerd onderzoek, nog geen conclusies aan verbonden worden. ICT-107 is een autologe dendritische cel vaccin met klasse I peptiden afkomstig van tumorgeassocieerde antigenen met overexpressie op gliomen [Phuphanich 2013]. Een placebogecontroleerde, gerandomiseerde fase II- studie heeft het beoogde patiëntenaantal voor inclusie in 2013 bereikt. Rindopepimut (CDX-110) induceert tumorspecifieke immuunrespons in tumoren met een epidermale groeifactor receptor viii (EGFRvIII) mutatie [Babu 2012].In 2013is een gerandomiseerde fase III-studie (ACT-IV/EORTC-26112) geopend met het streven 700 patiënten te includeren met een nieuwe gediagnostiseerde glioblastoom met EGFRvIII mutatie. Tot slot, NovoTTF-100A is een op de behaarde hoofdhuid draagbaar toedieningstoestel dat met afwisselende electrogebieden door middel van lage intensiteit tumorceldeling onderbreekt [Davies 2013].Dit toestel isdoor de Food and Drug Administration (FDA)goedgekeurd. Deze goedkeuring slaat op de veiligheidsaspecten in kader van de toepasbaarheid van het toestel en niet de effectiviteit van de behandeling d.m.v. het toestel welke tot op heden niet is aangetoond bij het nieuw gediagnostiseerde glioblastoom [Salzberg 2008].In 2013 is er een studie gestart (Effect of NovoTTF-100A together with temozolomide in newly diagnosed glioblastoma multiforme (GBM). ClinicalTrials.gov Identifier NTC ). Conclusies Er is aangetoond dat bij patiënten met een nieuw gediagnostiseerd glioblastoom en in een goede conditie chemoradiatie door middel van temozolomide resulteert in een langere overleving dan radiotherapie alleen. [Stupp 2005, Stupp 2009] De werkgroep is van mening dat het veilig is om het aantal postradiatiekuren bij zeer goede tumorrespons uit te breiden. Door de opzet van de studies kan echter geen uitspraak worden gedaan over een mogelijk overlevingsvoordeel. [Hau 2007, Roldan 2012] [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 81

7 Het is aangetoond dat toevoeging van bevacizumab aan het Stupp-schema niet leidt tot verlenging van de totale overleving. [Chinot 2014, Gilbert 2014] Overwegingen Op farmacologische gronden kan getwijfeld worden aan de noodzaak tot reduceren van de dosis van de eerste postradiatiekuur. Overwogen kan worden om de eerste postradiatiekuur ook op de dosis 200 mg/m 2 /d toe te dienen. In uitzonderlijke gevallen (enkel bij goede tolerantie en voortdurende tumorrespons met in achtneming dat het wetenschappelijk bewijs zeer beperkt is) kan de behandelaar overwegen het aantal postradiatiekuren op te hogen tot maximaal twaalf. Er is een risico op pneumocystis jirovecii pneumonie tijdens de chemoradiatie. Overweeg profylaxe [De Vos 2013]. Bij 20-30% patiënten behandeld met chemoradiatie wordt pseudoprogressie waargenomen [Wen 2010]. Aanbeveling Bij patiënten met een glioblastoom in goede conditie tot 60 jaar dient postoperatief radiotherapie gegeven te worden, gecombineerd met concomitant en adjuvant temozolomide. Voor de behandeling van patiënten met een glioblastoom ouder dan 60 jaar die niet fit genoeg zijn om deze behandeling te ondergaan wordt verwezen naar de module Ouderen. De chemotherapie dient gegeven te worden, door middel van temozolomide 75 mg/m2/d gedurende zes weken, gecombineerd met radiotherapie tot een totale dosis van 60 Gy in 30 fracties, gevolgd door een rustperiode van vier weken en daarna zes postradiatiekuren temozolomide 200 mg/m2/d dag 1-5 elke vier weken. De eerste postradiatiekuur wordt gedoseerd op 150 mg/m 2 /d en opeenvolgende kuren worden vervolgens op 200 mg/m 2 /d gedoseerd indien goed verdragen. Dose-dense schema s van temozolomide hebben geen toegevoegde waarde voor het glioblastoom. Ook het toevoegen van bevacizumab aan het Stupp-schema laat geen toename in overleving zien. De werkgroep is van mening dat bij goede en voortgaande tumorrespons overwogen kan worden het aantal postradiatie kuren uit te breiden van zes naar twaalf. Referenties Babu R, Adamson DC. Rindopepimut: an evidence-based review of its therapeutic potential in the treatment of EGFRvIII-positive glioblastoma. Core Evid 2012; 7: Bock HC, Puchner M, Lohmann F et al. First-line treatment of malignant glioma with carmustine implants followed by concomitant radiochemotherapy: a multicenter experience. Neurosurg Rev 2010; 33: Bregy A, Shah AH, Diaz MV et al. The role of gliadel wafers in the treatment of high-grade gliomas. Expert Rev Anticancer Ther 2013; 13: Butowski N, Chang SM, Junck L et al. A phase II clinical trial of polu-iclc with radiation for adult patients with newly diagnosed supratentoral glioblastoma: a North American Brain Tumor Consortium (NABTC01-05). J Neurooncol 2009; 91: Chinot OL, Wick W, Mason W et al. Bevacizumab plus radiotherapy-temozolomide for newly diagnosed glioblastoma. N Engl J Med 2014; 370: Davies AM, Weinberg U, Palti Y. Tumor treating fields: a new frontier in cancer therapy. Ann NY Acad Sci 2013; 1291: [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 82

8 De Vos FY, Gijtenbeek JM, Bleeker-Roovers CPet al.pneumocystis jirovecii pneumonia prophylaxis during temozolomide treatment for high-grade gliomas. Crit Rev Oncol Hematol 2013; 85: Effect of NovoTTF-100A together with temozolomide in newly diagnosed glioblastoma multiforme (GBM). ClinicalTrials.gov Identifier NTC Gilbert MR, Dignam JJ, Armstrong TS et al. A randomized trial of bevacizumab for newly diagnosed glioblastoma. N Engl J Med 2014; 370: Grossman SA, Ye X, Chamberlain M et al. Tamlampel with standard radiation and temozolomide in patients with newly diagnosed glioblastoma: a multicenter phase II trial. J Clin Oncol 2009; 27: Hau P, Koch D, Hundsberger T et al. Safety and feasibility of long-term temozolomide treatment in patients with high-grade glioma. Neurology 2007; 68: Hegi ME, Diserens AC, Gorlia T et al. MGMT gene silencing and benefit from temozolomide in glioblastoma. N Engl J Med 2005; 352: Phuphanich S, Wheeler CJ, Rudnick JD et al. Phase I trial of a multi-epitope-pulsed dendritic cell vaccine for patients with newly diagnosed glioblastoma. Cancer Immunol Immunother 2013; 62: Reardon DA, Nabors LB, Stupp Ret al. Cilengitide: an integrin-targeting arginine-glycine-aspartic acid peptide with promising activity for glioblastoma mutliforme. Expert Opin Investig Drugs 2008; 17: Roldan Urgoiti GB, Singh AD, Easaw JC. Extended adjuvant temozolomide for treatment of newly diagnosed glioblastoma multiforme. J Neurooncol 2012; 108: Sabel M, Giese A. Safety profile of carmustine wafers in malignant glioma: a review of controlled trials and a decade of clinical experience. Curr Med Res Opin 2008; 24: Salzberg M, Kirson E, Palti Y, Rochlitz C.A pilot study with very low-intensity, intermediate-frequency electric fields in patients with locally advanced and/or metastatic solid tumors. Onkologie 2008; 31: Soffietti R, Trevisan E, Ruda R. What have we learned from trials on antiangiogenic agents in glioblastoma? Expert Rev Neurother 2014; 14: 1-3 Stupp R, Hegi ME, Gorlia T et al. Cilengitide combined with standard treatment for patients with newly diagnosed glioblastoma and methylated O6-methylguanine-DNA methyltransferase (MGMT) gene promoter: key results of the multicenter, randomized, open-label, controlled, phase III CENTRIC study. J Clin Oncol 2013; 31suppl: abstr LBA2009. Stupp R, Hegi ME, Mason WPet al.effects of radiotherapy with concomitant and adjuvant temozolomide versus radiotherapy alone on survival in glioblastoma in a randomized phase III study: 5-year analysis of the EORTC-NCIC trial. Lancet Oncol 2009; 10: Stupp R, Mason WP, Bent MJ van denet al. Radiotherapy plus concomitant and adjuvant temozolomide for glioblastoma. New Engl J Med 2005; 352: Wen PY, MacDonald DR, Raerdon DA et al. Updated response assessment criteria for high-grade gliomas: response assessment in neuro-oncology working group. J Clin Oncol 2010; 28: [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 83

9 Chemotherapie recidief glioblastoom Uitgangsvraag (consensus based tekst) Wat is de rol van chemotherapie bij een patiënt met een recidief glioblastoom? Samenvatting literatuur Cytostatica Temozolomide In een niet-geblindeerd, gerandomiseerd fase II onderzoek werd temozolomide vergeleken met procarbazine bij 225 patiënten met een eerste recidief glioblastoom na operatie en radiotherapie[yung 2000]. De progressievrije overleving na zes maanden was significant hoger met temozolomide dan procarbazine (21% versus 8%). Een niet-geblindeerd, gerandomiseerd fase III-onderzoek waarbij temozolomide of PCV (procarbazine-lomustine-vincristine) werd gegeven aan patiënten met recidief graad III en IV glioom (n=447), die niet eerder met chemotherapie waren behandeld, liet geen verschil zien in mediane progressievrije overleving en algemene overleving (respectievelijk, 3,6 versus 4,7 maanden en 6,7 versus 7,2 maanden) [Brada 2010]. Dose-dense schema s temozolomide In een fase III-studie werden twee doseringen van temozolomide gebruikt: een geregistreerde dosering temozolomide (200 mg/m 2 dag 1-5 elke vier weken) of een off-label intensieve dosering (100 mg/m 2 dag 1-21 elke 4 weken) [Brada 2010]. Hierbij bleek er een duidelijk voordeel in kwaliteit van leven voor patiënten behandeld met standaarddosering temozolomide ten opzichte van dose-dense therapie. Daarnaast werd er ook minder toxiciteit in de vijfdaagse temozolomide behandelde groep vermeld. Echter, hierbij moet in acht genomen worden dat de patiënten chemotherapie-naïef waren, omdat de studie plaatsvond voordat het Stupp-protocol standaardbehandeling voor nieuw gediagnosticeerde glioblastomen werd. Retrospectieve studies naar verscheidende rechallenge doseringsschema s met temozolomide bij recidief gliomen lieten een bescheiden winst voor dosedense schema s zien met een 6 maanden progressievrije overleving variërend van 28 57% [Wick 2009, Perry 2008]. De uitkomst van de rechallenge behandeling werd gunstig beïnvloed naarmate de tijd tussen eerstelijnsbehandeling en vaststellen tumorprogressie groter werd. Dit resulteerde in de Fase II RESCUE-studie waarbij recidief glioblastoom progressief na temozolomide monotherapie behandeld werd met een continuschema[perry 2010].Dit leidde tot 24% 6-maanden PFS bij 91 patiënten. Interessant is dat bij de groep met een vroegtijdig recidief (PD tijdens de eerste zes postradiatiekuren) vergelijkbare overlevingsresultaten behaald werden ten opzichte van de groep met laattijdig recidief (PD tijdens de zevende tot twaalfde postradiatiekuren) in vergelijking met de groep die recidiveerde na meer dan twee maanden na staken postradiatiekuren. Er was verschil in 6-maanden PFS (respectievelijk, 27,3 versus 7,4 versus 35,7%, p=0.0027) en in 1- jaars overleving (27,3 versus 14,8 versus 28,6%, niet significant). Hierbij werd rekening gehouden met de mogelijke invloed van pseudoprogressie, door patiënten met PD binnen twaalf weken na beëindigen chemoradiatie te excluderen. De onderzoekers konden geen verklaring vinden voor het verschil in overlevingsdata en vermoedden depletie van MGMT of een antiangiogenetisch effect van het dose-dense toedieningsschema. In een gelijkwaardige studie werd een 6-maanden PFS van 19% met een totale overleving van 7 maanden bij 37 patiënten waargenomen. Eerdere behandeling met bevacizumab leidde tot een lagere totale overleving (4 versus 13 maanden), maar dit kwam doordat de bevacizumab voorbehandelde patiëntengroep meerdere behandellijnen voorafgaand aan de behandeling met dose-dense temozolomide hadden gekregen. [Omuro 2013]. Deze fase II-studie waarin een dose-dense schema temozolomide bij recidief glioblastoma werd onderzocht in het bevacizumab-tijdperk toonde aan dat de mediane overleving na recidief bij eerdere bevacizumab behandeling significant minder is dan bij bevacizumab-naïeve patiënten (13 versus 4,3 maanden met hazard ratio 3,1). Hierbij werd een objectiveerbare respons bijtwee patiënten gezien met een 6-PFS [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 84

10 van 29%. Echter, een review over dose-dens temozolomide schema s duidt op de verhoogde kans op lymfocytopenie gerelateerde Pneumocystis jirovecii pneumonie in vergelijking met standaarddosering [Neyns 2010]. Combinatiebehandelingen met temozolomide Een review toonde aan dat combinaties van temozolomide met cisplatine, fotemustine, interferon, sorafenib, celecoxib, irinotecan of PCV kuren geen verbetering in overleving gaf ten opzichte van standaard temozolomide monotherapie [Weller 2013]. De toevoeging van tamoxifen 80 mg/m2/d aan temozolomide mg/m2op dagen 1-7 elke 2 weken werd in een fase II-studie bij 32 patiënten als tweedelijnstherapie geëvalueerd [Di Cristofori 2013]. De mediane totale overleving en progressie vrije overleving waren respectievelijk 17,5 en 7 maanden. Aangetoond is dat mismatch mutaties of hypermethylatie van de promotor regio van MSH6, een DNA-herstelmechanisme, frequent voorkomt bij recidief glioblastoom [Yip 2009]. Hierdoor komen vaker DNA-fouten voor, die niet hersteld worden en hangt de overleving van de cel meer af van het PARP-herstelmechanisme. Vandaar dat PARPinhibitoren als nieuwe behandelstrategie worden onderzocht om de efficiëntie van temozolomide te verhogen. Nitrosurea (carmustine of lomustine) Nitrosurea-gebaseerde kuren bij recidief glioblastoom na eerdere temozolomide behandeling toonde bij 69 patiënten een beperkte mediane progressie vrije overleving van 15 weken aan, met een partiële remissie bij 1 patiënt [Kuhnhenn 2012].Bij 86 patiënten met een recidief glioblastoom werden drie partiële remissies en een mediane progressie vrije overleving gezien van 17,1 weken na PCV-kuren [Schmidt 2006]. Lomustine monotherapie bij 92 patiënten met een, met temozolomide behandeld, recidief glioblastoom, toonde in een fase III-studie een 19% 6-PFS en een mediane totale overleving van 7 maanden [Wick 2010]. Irinotecan Irinotecan in recidiefsetting bij patiënten met een glioblastoom toonde geen respons bij alle 40 onderzochte patiënten en is dus geen alternatieve behandeling bij een recidief [Chamberlain 2002]. Nieuwe middelen Bevacizumab Op grond van een gerandomiseerd fase II onderzoek bij 170 patiënten, waarin bevacizumab werd vergeleken met de combinatie bevacizumab en irinotecan, is bevacizumab in de VS geregistreerd (conditional approval) voor gebruik bij glioblastoom recidieven [Friedman 2009]. De respons ratio was hoger dan verwacht: 53% in de combinatie-arm, 43% in de bevacizumab-arm versus 10% bij historische controles. Echter, overlevingsvoordeel was minder duidelijk met een mediane overleving van acht maanden, vergeleken met zes maanden bij historische controles. Het ontbreken van een controlegroep zonder bevacizumab was voor de European Medicines Agency reden om dezelfde registratieaanvraag af te wijzen. Een bijkomende complicerende factor is dat bevacizumab pseudorespons in de hand werkt, door een effectieve therapie tegen hersenoedeem te zijn en de bloedhersenbarriëre te sluiten waardoor aankleuring afneemt [Omuro 2007]. In de gerandomiseerde Nederlandse fase II-studie BELOB [acroniem: Bevacizumab vs. bevacizumab plus lomustine vs. lomustine bij recidief GBM] werden drie behandelarmen met elkaar vergeleken: bevacizumab, lomustine en lomustine in combinatie met bevacizumab bij 148 patiënten met recidief glioblastoom [Taal 2014]. In de combinatie-arm werd de dosering lomustine verlaagd van 110 naar 90 mg/m 2 op dag 1 elke 6 weken, wegens beenmergsuppressie. Na 9 maanden was de OS 38% in de bevacizumab-arm, 43% in de lomustine-arm, 59% in de combinatie-arm met lomustine 90 mg/m 2 en 88% in de combinatie-arm met lomustine 110 mg/m 2. Op deze bevinding is de studie EORTC aangepast naar een fase IIItwee-arms-studie waarin lomustine monotherapie vergeleken wordt met de combinatie lomustine en bevacizumab bij eerste recidief na Stupp-protocol. [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 85

11 Tot nu toe is er enkel retrospectief onderzocht of het zinvol is bevacizumab te continueren bij progressie onder bevacizumab [Reardon 2012]. Toevoeging van fotemustine, sorafenib, temsirolimus, combinatie carboplatine-irinotecan, dose-dense schema temozolomide, interferon- en combinatie cetuximab-irinotecan aan bevacizumab in de recidiefsetting gaf geen verbeterde overleving [Soffieti 2014, Galanis 2013, Lassen 2013, Desjardins 2012, Groves 2009, Hasselbach 2010]. Waarschijnlijk is progressie van het ziektebeeld tijdens deze combinatie een teken aan de wand dat de biologie binnen het glioblastoom op significante wijze veranderd is. Dit is een intensief onderzoeksveld in verscheidene (pre)klinische studies. Enzastaurine en cediranib In een gerandomiseerde fase III-studie werd lomustine monotherapie vergeleken met enzastaurine bij 266 patiënten met recidief glioblastoom na eerdere temozolomide behandeling [Wick 2010]. Het onderzoek werd voortijdig stopgezet bij een geprotocolleerde interim-analyse vanwege onvoldoende werkzaamheid. Op dat moment was er geen significant verschil in het primaire eindpunt: het percentage patiënten dat progressievrij was na zes maanden (11 versus. 19%, respectievelijk enzastaurine en lomustine).onderzoekers verklaarden het niet aantonen van effectiviteit door een te vroeg opstarten van de fase III-studie zonder de definitieve resultaten van de fase II-studie te hebben afgewacht. In een drie-arms fase III REGAL-studie werd cediranib, een VEGF-receptor inhibitor, onderzocht ten opzichte van lomustine en de combinatie van beide agentia [Batchelor 2013].Bij 325 patiënten met een glioblastoom die vooraf met het Stupp-protocol behandeld waren, werd geen significant verschil gezien in PFS tussen de drie behandelarmen, waarbij de hazard ratio bij de combinatie-arm 0,76 met 95%CI 0,53-1,08 bedroeg. Mogelijk ligt nog onvoldoende kennis van predictieve factoren aan de grondslag van het falen van deze studie. Nieuwe toedieningswegen: NovoTTF-100A, CED en gliadel rasters NovoTTF-100A werd in een gerandomiseerde fase III-studie onderzocht bij 237 patiënten in vergelijking met een behandeling naar keuze van de behandelaar. Na een mediaan van twee lijnen therapie voorbehandeling werd een mediane overleving van 6.6 versus 6 maanden waargenomen [Butowski 2013, Stupp 2012]. Toevoeging van gliadel rasters in een recidiefsetting geeft geen noemenswaardige overlevingswinst [De Bonis 2012]. Een systematische review liet slechts bij een selecte groep patiënten in recidiefsetting, waarbij een haast complete resectie van het recidief werd verkregen, enige overlevingswinst zien [Perry 2007]. De PRECISE-studie was een fase III-studie die convection-enhanced delivery (CED) van cintredekin besudotox vergeleek met gliadel rasters [Kunwar 2010]. Dit toeleveringssysteem omzeilt de bloed-hersenbarrière via een druk-gedreven infusieflow, waarbij een recombinant eiwit bestaande uit interleukine-13 en een gemuteerde vorm van Pseudomonas toxine werd toegediend. Ondanks het feit dat IL-13-receptoren overvloedig in glioblastoom aanwezig zijn, werd geen significante overlevingswinst aangetoond. Of CED met andere middelen effectief kan zijn, is onvoldoende bekend; het wordt in diverse studies onderzocht. Noodzaak voor verder onderzoek Het niet kunnen aantonen van effectiviteit bij verschillende fase III-studies bij recidief (en nieuw gediagnostiseerd) glioblastoom heeft geleid tot hernieuwd preklinisch en translationeel onderzoek [Yin 2013]. Het glioblastoom wordt onderverdeeld in verschillende histologische subklassen op basis van genetisch profiel en moleculaire diagnostiek [Colman 2008, Verhaak 2010]. Epidermale groeifactor (EGF) en de receptor EGFR, platelet-derived groeifactor (PDGF) A en B en de receptoren PDGFR α en ß, vasculair endotheliale groeifactor (VEGF) en de receptor VEGFR, insuline-like groeifactor-1 (IGF-1) en de receptor (IGFR), transforming groeifactor-α (TFG-α), fibroblast groeifactor (FGF) en hepatocytair groeifactor (HGF) spelen een grote rol binnen het tumorproces bij het glioblastoom. Stimulering van deze receptoren stuurt drie grote cascadeprocessen aan: mitogen-activated proteïne kinase (MAPK); fosfoïnositide 3 kinase (PI3K/Akt); en fosfolipase Cγ (PLCγ) en proteïne kinase C (PKC). Deze processen reguleren celdeling, differentiatie en voorkomen apoptose. Hierop richt zich het klinisch onderzoek naar de ontwikkeling van doelgerichte therapie. Dit heeft geleid tot een reeks fase II-studies waarin verschillende klassen biologicals, tyrosine kinase remmers en antilichamen zijn [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 86

12 en worden onderzocht [Weller 2013, Quant 2010]. Het falen van een fase III-studie waarin imatinib, een PDGFR inhibitor, gecombineerd met hydroxyurea, een ribonucleotide reductase remmer, werd onderzocht in vergelijking met hydroxyurea alleen, werd door onderzoekers verklaard vanwege een gebrek aan kennis van moleculaire en genetische karakteristieken [Dreseman 2010]. Hoewel beide agentia in monotherapie geen effect lieten zien, leek een eerdere fase II-studie met combinatiebehandeling overlevingswinst aan te tonen [Reardon 2005]. Conclusies Het is aangetoond dat monotherapie temozolomide bij recidief glioblastoom effectief kan zijn, maar de kans op en de duur van het effect zijn niet zo groot (ca. 20% progressievrij na zes maanden wanneer geen eerdere behandeling met temozolomide is gegeven). Er zijn (beperkte) aanwijzingen dat, in geval van een recidief na eerstelijns behandeling met (radiotherapie en) temozolomide, temozolomide opnieuw effectief kan zijn; de kans op effect lijkt groter wanneer het behandelings-vrije interval groter is. [Brada 2010, Wick 2009, Perry 2008, Perry 2010] Er zijn aanwijzingen dat op nitrosurea gebaseerde therapie als tweedelijnstherapie bij recidief glioblastoom in geselecteerde patiëntengroepen een behandeloptie kan zijn. [Kuhnhenn 2012, Schmidt 2006, Wick 2010] Er zijn aanwijzingen dat bevacizumab gecombineerd met lomustine bij recidief glioblastoom een aanvulling in het behandelplan zou kunnen zijn. Bevestiging is nodig in een gerandomiseerde fase-iii studie. [Taal 2014] Overwegingen Bij 20-30% van de patiënten behandeld met chemoradiatie wordt pseudoprogressie waargenomen [Wen 2010]. Dit kan een rol spelen in de beoordeling van het effect van een vervolgbehandeling en benadrukt de noodzaak van een ervaren neuro-radioloog binnen het multidisciplinaire team. Nadat er een recidief is vastgesteld, is de eerste keuze voor patiënten met een recidief glioblastoom een behandeling binnen studieverband. Er is geen gerandomiseerde studie die de verschillende behandelingsmodaliteiten (her-operatie, her-bestraling of tweedelijnschemotherapie/andere systeemtherapie) naast elkaar heeft bestudeerd en heeft vergeleken. Voor een adequate palliatieve behandeling buiten studieverband voor patiënten met een recidief glioblastoom is het belangrijk verschillende individuele patiëntgebonden factoren, zoals leeftijd, klinische conditie, mate van initiële resectie, respons op eerdere therapie, tijd sinds diagnose, of het een lokaal of diffuus recidief betreft, in acht te nemen. Gezien de beschikbaarheid van meerdere behandelingsmodaliteiten, dient bespreking in een neuro-oncologisch MDO plaats te vinden. Aanbeveling Bij een patiënt met een recidief glioblastoom in een goede conditie dient in eerste instantie een behandeling in studieverband te worden overwogen. Bij het niet beschikbaar of geschikt zijn voor een studie, dient in multidisciplinaire bespreking de verschillende behandelopties te worden besproken. Als chemotherapeutische behandeling het advies is bij een aangetoond recidief glioblastoom zes maanden of meer na beëindigen van het Stupp-schema, kan temozolomide 200 mg/m2/d op dagen 1-5 elke vier weken overwogen worden. Indien patiënten eerder behandeld zijn geweest met chemotherapie, wordt de eerste kuur gedoseerd op 150 mg/m2/d en worden opeenvolgende kuren vervolgens hoger gedoseerd, indien het goed wordt verdragen. [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 87

13 In het licht van de RESCUE studie kan dose dense temozolomide overwogen worden bij geselecteerde patiënten met een vroeg recidief glioblastoom en weinig doorgemaakte toxiciteit tijdens Stupp-schema. Indien het recidief al tijdens of binnen zes maanden na staken Stupp-schema wordt aangetoond, is afhankelijk van de conditie van de patiënt PCV-kuren dan wel lomustine monotherapie een optie. Behandeling met biologicals gebeurt in studieverband. Referenties Batchelor T, Mulholland P, Neyns B et al. Phase III randomized study comparing the efficacy of cediranib as monotherapy, and in combination with lomustine, with lomusine alone in recurrent glioblastoma patients. J Clin Oncol 2013; 31: Brada M, Stenning S, Gabe Ret al. Temozolomide versus procarbazine, lomustine, and vincristine in recurrent high-grade glioma. J Clin Oncol 2010; 28: Butowski N, Wong ET, Metha MFet al. A roundtable discussion on the clinical challenges and options for the treatment of glioblastoma: introducing a novel modality, TTFields. Semin Oncol 2013; 40: S2-4. Chamberlain MC. Salvage chemotherapy with CPT-11 for recurrent glioblastoma multiforme. J Neurooncol 2002; 56: Colman H, Aldape K. Molecular predictors in glioblastoma: toward personalized therapy. Arch Neurol 2008; 65: De Bonis P, Anile C, Pompucci A et al. Safety and efficacy of Gliadel wafers for newly diagnosed and recurrent glioblastoma. Acta Neurochir (Wien). 2012; 154: Desjardins A, Reardon DA, Coan A et al. Bevacizumab and daily temozolomide for recurrent glioblastoma. Cancer 2012; 118: Di Cristofori A, Carrabba G, Lanfranchi G et al. Continuous tamoxifen and dose-sense temozolomide in recurrent glioblastoma. Anticancer Res 2013; 33: Dresemann G, Weller M, Rosenthal MA et al. Imatinib in combination with hydroxyurea versus hydroxyurea alone as oral therapy in patients with progressive pretreated glioblastoma resistant to standard dose temozolomide. J Neurooncol 2010; 96: Friedman HS, Prados MD, Wen PY et al. Bevacizumab alone and in combination with irinotecan in recurrent glioblastoma. J Clin Oncol 2009; 27: Galanis E, Anderson SK, Lafky JM et al. Phase II study of bevacizumab in combination with sorafenib in recurrent glioblastoma (NO776): a north central cancer treatment group trial. Clin Cancer Res 2013; 19: Groves MD, Puduvalli VK, Gilbert MR et al. Two phase II trials of temozolomide with interferonalpha2b (pegylated and non-pegylated) in patients with recurrent glioblastoma multiforme. Br J Cancer 2009; 101: Hasselbach B, Lassen U, Hansen S et al. Cetuximab, bevacizumab, and irinotecan for patients with primary glioblastoma and progression after radiation therapy and temozolomide: a phase II trial. Neuro Oncol 2010; 12: [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 88

14 Kuhnhenn J, Kowalski T, Steenken S et al. Procarbazine, carmustine, and vincristine (PBV) for chemotherapy pre-treated patients with recurrent glioblastoma: a single-institution analysis. J Neurooncol 2012; 109: Kunwar S, Chang S, Westphal M et al. Phase III randomized trial of CED of IL13-PE38QQR versus gliadel wafers for recurrent glioblastoma. Neuro-Oncol 2010; 12: Lassen U, Sorensen M, Gaziel TB et al. Phase II study of bevacizumab and temsirolimus combination therapy for recurrent glioblastoma multiforme. Anticancer Res 2013; 33: Neyns B, Tosoni A, Hu WJet al. Dose-dense temozolomide regimens: antitumor activity, toxicity, and immunomodulatory effects. Cancer 2010; 116: Omuro A, Chan TA, Abbrey LE et al. Lessons learned in the development of targetd therapy for malignant gliomas. Mol Cancer Ther 2007; 6: Omuro A, Chan TA, Abrey LE et al. Phase II trial of continuous low-dose temozolomide for patients with recurrent malignant glioma. Neurooncol 2013; 15: Perry J, Chambers A, Spithoff K, Laperriere N. Gliadel wafers in the treatment of malignant glioma: a systemic review. Curr Oncol 2007; 14: Perry JR, Belanger K, Mason WP et al. Phase II trial of continuous dose-intense temozolomide in recurrent malignant glioma: RESCUE study. J Clin Oncol 2010; 28: Perry JR, Rizek P, Cashman R et al. Temozolomide rechallenge in recurrent malignant glioma by using a continuous temozolomide schedule: the rescue approach. Cancer 2008; 113: Quant EC, Drappatz J, Wen PY, Norden AD. Recurrent High-grade glioma. Curr Treat Options in Neurol 2010; 12: Raerdon DA, Desjardins A, Peters KB et al. Phase II study of carboplatin, irinotecan and bevacizumab for bevacizumab naïve, recurrent glioblastoma. J Neurooncol 2012; 107: Reardon DA, Egorin MJ, Quinn JA et al. Phase II study of imatinib mesylate plus hydroxyurea in adults with recurrent glioblastoma multiforme. J Clin Oncol 2005; 23: Reardon DA, Herndon JE 2 nd, Peters KB et al. Bevacizumab continuation beyond initial bevacizumab progression among recurrent glioblastoma patients. Br J Cancer 2012; 107: Schmidt F, Fischer J, Herrlinger U et al. PCV chemotherapy for recurrent glioblastoma. Neurology 2006; 66: Soffietti R, Trevisan E, Bertero L et al. Bevacizumab and fotemustine for recurrent glioblastoma: a phase II study of AINO (Italian Association of Neuro-Oncology). J Neurooncol 2014; 116: Stupp R, Wong ET, Kanner AA et al. NovoTTF-100A versus physician s choice chemotherapy in recurrent glioblastoma: a randomized phase III trial of a novel treatment,modality. Eur J Cancer 2012; 48: Taal W, Oosterkamp HM, Walenkamp AM et al. Single-agent bevacizumab or lomustine versus a combination of bevacizumab plus lomustine in patients with recurrent glioblastoma (BELOB trial): a randomised controlled phase 2 trial. The Lancet Oncology - 15 July 2014 [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 89

15 Verhaak RG, Hoadley KA, Purdom E et al. Integrated genomic analysis identifies clinically relevant subtypes of glioblastoma characterized by abnormalities in PDGFRA, IDH1, EGFR, and NF1. Cancer Cell 2010; 17: Weller M, Cloughesy T, Perry JR, Wick W. Standards of care for treatment of recurrent glioblastoma are we there yet. Neurooncol 2013; 15: Wen PY, MacDonald DR, Raerdon DA et al. Updated response assessment criteria for high-grade gliomas: response assessment in neuro-oncology working group. J Clin Oncol 2010; 28: Wick A, Pascher C, Wick W et al. Rechallenge with temozolomide in patients with recurrent gliomas. J Neurol 2009; 256: Wick W, Puduvalli VK, Chamberlain MCet al.phase III study of enzastaurin compared with lomustine in the treatment of recurrent intracranial glioblastoma. J Clin Oncol 2010; 28: Yin AA, Cheng JX, Zhang X, Liu BL. The treatment of glioblastomas: a systematic update on clinical Phase III trials. Crit Rev Oncol Hematol 2013; 87: Yip S, Miao J, Cahill DP et al. MSH6 mutations arise in glioblastomas during temozolomide therapy and mediate temozolomide resistance. Clin Cancer Res 2009; 15: Yung WK, Albright RE, Olson Jet al.a phase II study of temozolomide vs. procarbazine in patients with glioblastoma multiforme at first relapse. Br J Cancer 2000; 83: [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 90

2.3 Ouderen. [IKNL/Richtlijn Gliomen 2014 - conceptversie 30 september 2014] Pag. 91

2.3 Ouderen. [IKNL/Richtlijn Gliomen 2014 - conceptversie 30 september 2014] Pag. 91 4429 4430 4431 4432 4433 4434 4435 4436 4437 4438 4439 4440 4441 4442 4443 4444 4445 4446 4447 4448 4449 4450 4451 4452 4453 4454 4455 4456 4457 4458 4459 4460 4461 4462 4463 4464 4465 4466 4467 4468 4469

Nadere informatie

Chemotherapie en nieuwe geneesmiddelen presentatie

Chemotherapie en nieuwe geneesmiddelen presentatie Chemotherapie en nieuwe geneesmiddelen presentatie Naam: prof dr M.J. van den Bent Functie: hoofd neuro-oncologie unit Daniel den Hoed Oncologisch Centrum Rotterdam Wat is chemotherapie? De behandeling

Nadere informatie

Is chemotherapie bij hersentumoren altijd nodig?

Is chemotherapie bij hersentumoren altijd nodig? Is chemotherapie bij hersentumoren altijd nodig? Dr. Annemiek Walenkamp Medische Oncologie Universitair Medisch Centrum Groningen Korte versie: JA Lange versie: ook JA Uitleg hoe chemotherapie werkt Bewijs

Nadere informatie

Diagnose en therapie. Prof dr Martin J van den Bent Neuroloog

Diagnose en therapie. Prof dr Martin J van den Bent Neuroloog Diagnose en therapie Prof dr Martin J van den Bent Neuroloog Hersentumoren: soorten en maten Verschillende tumoren, sterk verschillende uitkomsten - Meningeomen: doorgaans goedaardige hersentumoren, uitgaande

Nadere informatie

Overleving bij patiënten met een glioblastoom: de resultaten in Tilburg

Overleving bij patiënten met een glioblastoom: de resultaten in Tilburg Overleving bij patiënten met een glioblastoom: de resultaten in Tilburg Survival in patients with glioblastoma: the Tilburg results Mw. M. Stuivenvolt 1, dr. L.V. Beerepoot 2, prof. S. Leenstra 3, dr.

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van gliomen. Dr J Bromberg, prof M.J. van den Bent Neurologen Erasmus MC Kanker Instituut Rotterdam

Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van gliomen. Dr J Bromberg, prof M.J. van den Bent Neurologen Erasmus MC Kanker Instituut Rotterdam Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van gliomen Dr J Bromberg, prof M.J. van den Bent Neurologen Erasmus MC Kanker Instituut Rotterdam Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van gliomen Twee uitersten

Nadere informatie

OLIJFdag 3 oktober 2015

OLIJFdag 3 oktober 2015 OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Disclosures Ik heb geen belangenverstrengeling in relatie tot deze presentatie Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Bij

Nadere informatie

Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom. 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog

Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom. 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog Doelgerichte therapie bij het lokaal gevorderd en gemetastaseerd

Nadere informatie

BOM. Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom

BOM. Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom 49 Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom Introductie De behandeling van niet-resectabel of gemetastaseerd (gevorderd) melanoom is in de laatste 5 jaar sterk verbeterd

Nadere informatie

Samenvatting CHAPTER9

Samenvatting CHAPTER9 Samenvatting CHAPTER9 Samenvatting Primaire hooggradige hersentumoren vormen een ernstig probleem voor zowel volwassenen als kinderen. Ondanks de multimodale behandeling van deze hersentumoren, bestaande

Nadere informatie

Wel of Niet starten?

Wel of Niet starten? Chemotherapie in de palliatieve setting van het pancreascarcinoom Wel of Niet starten? Dick Richel AMC / MST 3 e Verpleegkundig Congres 10 januari 2014 Pancreascarcinoom feiten Incidentie in Nederland

Nadere informatie

De behandeling van Gliomen. M.J. van den Bent

De behandeling van Gliomen. M.J. van den Bent De behandeling van Gliomen. M.J. van den Bent Inleiding: type gliale hersentumoren Prognose Behandeling. Algemeen Chirurgie Radiotherapie Laaggradige gliomen Hooggradige gliomen Chemotherapie Adjuvante

Nadere informatie

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom M. van der Sangen, radiotherapeut Borstkanker in perspectief Borstkanker in Nederland Nieuwe borstkankers per jaar: 15.000 Metastasen bij diagnose: 750 (5%)

Nadere informatie

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam (Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Adjuvante chemotherapie bij rectumcarcinoom in Nederland Geloof Gewoonte Evidence-based medicine

Nadere informatie

Oncologische zorg bij ouderen

Oncologische zorg bij ouderen Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom

Nadere informatie

Behandeling op maat. Mammacarcinoom en targeted therapy 4 e mammacongres Harderwijk. Carolien P. Schröder, MD, PhD Internist oncoloog UMCG

Behandeling op maat. Mammacarcinoom en targeted therapy 4 e mammacongres Harderwijk. Carolien P. Schröder, MD, PhD Internist oncoloog UMCG Behandeling op maat Carolien P. Schröder, MD, PhD Internist oncoloog UMCG Mammacarcinoom en targeted therapy 4 e mammacongres Harderwijk C.P. Schröder internist oncoloog Mammacarcinoom en targeted therapy

Nadere informatie

TRIPLE NEGATIEF BORSTKANKER. Nieuwe ontwikkelingen en onderzoek. Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog Medisch Centrum Haaglanden

TRIPLE NEGATIEF BORSTKANKER. Nieuwe ontwikkelingen en onderzoek. Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog Medisch Centrum Haaglanden TRIPLE NEGATIEF BORSTKANKER Nieuwe ontwikkelingen en onderzoek Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog Medisch Centrum Haaglanden Triple negatief borstkanker TNBC Geen ER Geen PR Geen HER2 (Nog) geen target

Nadere informatie

Lage tractus digestivus. Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum

Lage tractus digestivus. Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum Lage tractus digestivus Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus?

Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus? Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus? Dr. L. Dirix Medische Oncologie Behandeling van vaste tumoren Adjuverende therapie Uitgezaaide ziekte Gerandomizeerd onderzoek

Nadere informatie

Gunstig resultaat van temozolomide bij een recidief van een hooggradig glioom

Gunstig resultaat van temozolomide bij een recidief van een hooggradig glioom oorspronkelijke stukken Gunstig resultaat van temozolomide bij een recidief van een hooggradig glioom W.Taal, C.D.D.van der Rijt, P.A.E.Sillevis Smitt, J.M.Kros, I.van Heuvel, R.H.Enting, W.J.Graveland

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting Er is in de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt in de ontwikkeling van doelgerichte behandelingen tegen kanker. Helaas wordt ook

Nadere informatie

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Maagcarcinoom Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Inhoud Therapie Systemisch Gericht op klachten Nieuwe ontwikkelingen/toekomst Epidemiologie Verschil Europa en Noord-Amerika vs Azië,

Nadere informatie

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst 18 mei 2006 Jaarbeurs Utrecht Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Pancreas Carcinoom Incidencie: 33.730 nieuwe patiënten

Nadere informatie

chemoradiatie en chemotherapie bij het rectumcarcinoom

chemoradiatie en chemotherapie bij het rectumcarcinoom Pre-operatieve chemoradiatie en chemotherapie bij het rectumcarcinoom Marie-Cecile Legdeur Relevante vragen 1. Hoe werkt chemoradiotherapie (CRT)? 2. Voegt chemotherapie iets toe aan pre-operatieve radiotherapie?

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

ONTWIKKELINGEN IN NEOADJUVANTE CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUSCARCINOOM. 5D s, 8 februari 2018 Francine Voncken

ONTWIKKELINGEN IN NEOADJUVANTE CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUSCARCINOOM. 5D s, 8 februari 2018 Francine Voncken ONTWIKKELINGEN IN NEOADJUVANTE CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUSCARCINOOM 5D s, 8 februari 2018 Francine Voncken GEEN DISCLOSURES NEOADJUVANT CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUS [TEKST] [tekst] 5y OS 33% vs 47%

Nadere informatie

Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg

Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Geen Disclosures Locally advanced rectum carcinoom Definitie o.b.v. MRI ct3 MRF+ ct4a/b

Nadere informatie

Darmkanker. darmkanker nederland. lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging

Darmkanker. darmkanker nederland. lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging Darmkanker en uw DNA darmkanker nederland lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging Darmkanker Nederland Darmkanker Nederland wordt gesteund door een Raad van Advies. Deze bestaat uit specialisten

Nadere informatie

Ontwikkelingen immuuntherapie. C. Steendam C. van der Leest

Ontwikkelingen immuuntherapie. C. Steendam C. van der Leest Ontwikkelingen immuuntherapie C. Steendam C. van der Leest Inhoud Het immuunsysteem De kanker immuniteit cyclus Checkpoint remmers Niet-kleincellige longkanker Kleincellige longkanker (SCLC) Longvlieskanker

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven

Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Per jaar krijgen in Nederland tenminste 2150 patiënten een rectum tumor. Vijf jaar na behandeling leeft ongeveer de helft van die patiënten nog. Hierbij

Nadere informatie

Hersentumoren als uitdaging. Jan J.Heimans

Hersentumoren als uitdaging. Jan J.Heimans Hersentumoren als uitdaging Jan J.Heimans 1969 Glioblastoma multiforme Preoperatieve technieken fmri MEG DTI Neuronavigatie structurele MRI MEG motor fmri motorfmri taal DTI CST DTI SLF Electrostimulation

Nadere informatie

Gynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT

Gynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT Gynaecologisch-oncologische Studies Gynaecongres 11 november 2010 Focus Radiotherapie R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT Overzicht: Focus Radiotherapie Cervix Lopend EORTC Embrace Nieuw Outback

Nadere informatie

Onderste deel tractus digestivus: behandeling colorectaal carcinoom

Onderste deel tractus digestivus: behandeling colorectaal carcinoom Onderste deel tractus digestivus: behandeling colorectaal carcinoom 19-06-2014 Post-ASCO, Ede Miriam Koopman Internist-oncoloog, UMC Utrecht Disclosures Advisory role: Amgen, Bayer, Merck-Serono, Roche

Nadere informatie

Oncologische geneesmiddelen langs de lat. Anne-Marie C. Dingemans, longarts AIOS special 28 sept 2017

Oncologische geneesmiddelen langs de lat. Anne-Marie C. Dingemans, longarts AIOS special 28 sept 2017 Oncologische geneesmiddelen langs de lat Anne-Marie C. Dingemans, longarts AIOS special 28 sept 2017 a.dingemans@mumc.nl Nieuwe middelen Dingemans 15 maart 2016 2 Disclosures I attended advisory boards

Nadere informatie

Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker. Judith Herder 2017

Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker. Judith Herder 2017 Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker Judith Herder 2017 Deze presentatie Enkele feiten over kanker Wat is longkanker nou eigenlijk? Behandeling bij uitgezaaid longkanker

Nadere informatie

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting CHAPTER 10 Nederlandse samenvatting Om uit te groeien tot een kwaadaardige tumor met uitzaaiïngen moeten kankercellen een aantal karakteristieken verwerven. Eén daarvan is het vermogen om angiogenese,

Nadere informatie

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Analyse van chromosomale afwijkingen in gastrointestinale tumoren In het ontstaan van kanker spelen vele moleculaire processen een rol. Deze processen worden in gang gezet door

Nadere informatie

DoNaMo GU Blaascarcinoom. André Bergman & Martijn Kerst 9 september 2015 NKI-AVL

DoNaMo GU Blaascarcinoom. André Bergman & Martijn Kerst 9 september 2015 NKI-AVL DoNaMo GU Blaascarcinoom André Bergman & Martijn Kerst 9 september 2015 NKI-AVL Paulus Potter Pissende koe (ca. 1650) 1632-1723 Casus Tijdens het Uro-Oncologisch overleg wordt een 65 jarige patiënt besproken

Nadere informatie

Richtlijn Gliomen. L Bralten M vd Bent september 2015, revisie 2017. nee. Risicofactoren 7) nee. Zinvolle resectie mogelijk 4) Graad III

Richtlijn Gliomen. L Bralten M vd Bent september 2015, revisie 2017. nee. Risicofactoren 7) nee. Zinvolle resectie mogelijk 4) Graad III Richtlijn Gliomen L Bralten M vd Bent september 2015, revisie 2017 Verdenking glioom Aankleuring op MRI 2) MDO 1) NEC biopt/resectie Risicofactoren 3) Zinvolle resectie mogelijk 4) PA Graad II Graad III

Nadere informatie

Behandeling van gliomen met bevacizumab

Behandeling van gliomen met bevacizumab 8 Behandeling van gliomen met bevacizumab Treatment of gliomas with bevacizumab dr. T.J. Snijders 1, dr. F.Y. de Vos 2 en prof. dr. M.J. van den Bent 3 Samenvatting Glioblastomen en andere hooggradige

Nadere informatie

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren

Nadere informatie

Gebruik van prognostische en predictieve factoren bij de behandeling van het colorectaal carcinoom GIOCA congres 2017

Gebruik van prognostische en predictieve factoren bij de behandeling van het colorectaal carcinoom GIOCA congres 2017 Gebruik van prognostische en predictieve factoren bij de behandeling van het colorectaal carcinoom GIOCA congres 2017 Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Colorectaal carcinoom Vroeger

Nadere informatie

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Annemie Rutten Medische Oncologie AZ St. Augustinus Maligne melanoma 10% van alle huidkankers, maar meest agressieve. Incidentie van maligne melanoma neemt

Nadere informatie

Immuuntherapie en persoonsgerichte behandeling

Immuuntherapie en persoonsgerichte behandeling Immuuntherapie en persoonsgerichte behandeling Zaterdag 16 maart 2019 De Landgoederij, Bunnik M J van den Bent Neuroloog Kanker: een ziekte van het DNA? Eiwitten dragen de functies van cellen DNA zorgt

Nadere informatie

Hodgkin lymfoom. Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018

Hodgkin lymfoom. Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018 Hodgkin lymfoom Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018 11 de nascholing Hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018 Disclosure belangen: PJ Lugtenburg Voor bijeenkomst

Nadere informatie

Prof.dr. Epie Boven Medisch oncoloog

Prof.dr. Epie Boven Medisch oncoloog Prof.dr. Epie Boven Medisch oncoloog Nieuwe antikanker medicijnen, hoge kosten Waarom ontsporen cellen in ons lichaam? De normale cel bevat 46 chromosomen, ook wel DNA genoemd - het DNA vormt ons genetisch

Nadere informatie

Chemotherapie als behandeling van gliomen bij volwassenen

Chemotherapie als behandeling van gliomen bij volwassenen N E U R O L O G I E Chemotherapie als behandeling van gliomen bij volwassenen T R E F W O O R D E N GLIOMEN, ASTROCYTOMEN, OLIGODENDROGLIOMEN, CHEMOTHERAPIE door M.J. van den Bent Samenvatting De prognose

Nadere informatie

Chemotherapie en stolling

Chemotherapie en stolling Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Chapter 8: Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Colorectale kanker (kanker aan de dikke darm of endeldarm) is de belangrijkste oorzaak van uitzaaiingen (metastasen)

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33832 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33832 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33832 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Krens, Lisanne Title: Refining EGFR-monoclonal antibody treatment in colorectal

Nadere informatie

Immuuntherapie: resultaten tot nu toe bij patiënten met een longcarcinoom Willemijn Theelen

Immuuntherapie: resultaten tot nu toe bij patiënten met een longcarcinoom Willemijn Theelen Immuuntherapie: resultaten tot nu toe bij patiënten met een longcarcinoom 15-06-2017 Willemijn Theelen w.theelen@nki.nl Risicofactoren Longcarcinoom Roken in 90% de oorzaak Passief roken : 1,2-1,3 x verhoogd

Nadere informatie

Multipel myeloom 2012

Multipel myeloom 2012 Multipel myeloom 2012 Op weg naar genezing? Prof. Dr. R Schots MYELOOMKLINIEK UZ Brussel Mijlpalen in de geschiedenis 1969 2008 1996 Mijlpalen in de behandeling van multipel myeloom Autologe stamceltransplantatie

Nadere informatie

PALLIATIEVE (CHEMO)THERAPIE JA OF NEE?

PALLIATIEVE (CHEMO)THERAPIE JA OF NEE? PALLIATIEVE (CHEMO)THERAPIE JA OF NEE? Astrid Demandt Internist-hematoloog OMC 10 November 2011 CHEMOTHERAPIE/ TARGETED THERAPY Curatief (Neo)-adjuvant Palliatief: geen locale therapie mogelijk of gemetastaseerde

Nadere informatie

Fiorentino A et al. clinical target volume definition for glioblastoma radiotherapy planning: MRI and CT. clin transl oncol 2013;15:754-758

Fiorentino A et al. clinical target volume definition for glioblastoma radiotherapy planning: MRI and CT. clin transl oncol 2013;15:754-758 300 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310 311 312 313 314 315 316 317 318 319 320 321 322 323 324 325 326 327 328 329 330 331 332 333 334 335 336 337 338 339 340 341 342 343 344 345 346 347 348 349 350

Nadere informatie

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG no disclosures Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Pancreascarcinoom Slechte

Nadere informatie

Symposium Borstkanker bij jong en oud. Chemotherapie bij jonge patiënten K. Punie

Symposium Borstkanker bij jong en oud. Chemotherapie bij jonge patiënten K. Punie Symposium Borstkanker bij jong en oud 15-10-2016 K. Punie Algemene Medische Oncologie Multidisciplinair Borstcentrum UZ Leuven - Gasthuisberg Mortality rate reduction in breast cancer EBCTCG, Lancet 2012;

Nadere informatie

Biologicals; nieuwe therapeutische opties

Biologicals; nieuwe therapeutische opties Biologicals; nieuwe therapeutische opties Lidwine Tick, internist hemato-oncoloog Veldhoven, 19 september 2013 "De wereld van Mab-jes, Nib-jes en Mus-sen". Anti-tumor behandeling Chirurgie Radiotherapie

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

Post-ASCO 2014 Nieuwe geneesmiddelen. Hans Gelderblom

Post-ASCO 2014 Nieuwe geneesmiddelen. Hans Gelderblom Post-ASCO 2014 Nieuwe geneesmiddelen Hans Gelderblom Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

Behandelingsmogelijkheden en trials bij het oesophagus- en maagcarcinoom M. Wumkes, Medische Oncologie VUmc

Behandelingsmogelijkheden en trials bij het oesophagus- en maagcarcinoom M. Wumkes, Medische Oncologie VUmc Behandelingsmogelijkheden en trials bij het oesophagus- en maagcarcinoom 2017 M. Wumkes, 21-09-2017 Medische Oncologie VUmc 1 Te bespreken Standaardbehandeling Studiebehandeling Ontwikkeling nieuwe medicijnen

Nadere informatie

PORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017

PORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017 PORTEC 4a studie Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017 L Opzet presentatie Studie design In- en exclusie criteria Randomisatie Moleculair profiel bepaling Logistiek 2 Randomized phase III trial

Nadere informatie

19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht. Longkanker. Nieuwe inzichten en aanpak. Annemieke Kreiter Nurse practitioner oncologie SKB Winterswijk

19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht. Longkanker. Nieuwe inzichten en aanpak. Annemieke Kreiter Nurse practitioner oncologie SKB Winterswijk 19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht Longkanker Nieuwe inzichten en aanpak Annemieke Kreiter Nurse practitioner oncologie SKB Winterswijk Met dank aan Diane Paolilli, Elizabeth Waxman en Cynthia Chernecky Cijfers

Nadere informatie

Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online

Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online 3 de Mammacongres Harderwijk Stella Mook Radiotherapeut i.o. Prognostische waarde LN status LN status

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Charehbili, Ayoub Title: Optimising preoperative systemic therapy for breast cancer

Nadere informatie

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Amsterdam, 19 Januari 2018 Pancreascarcinoom Slechte prognose (5 jaars-overleving,

Nadere informatie

Nieuwe middelen voor sarcomen

Nieuwe middelen voor sarcomen Nieuwe middelen voor sarcomen Anneke Westermann, internist-oncoloog AMC Amsterdam Contactdag Sarcomen 26 mei 2018 Vooruitgang behandeling wekedelensarcoom Vooruitgang behandeling botsarcoom Chemotherapie

Nadere informatie

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom Wat is de stand van zaken Frank Jacobs sept 2017 Disclosures Frank Jacobs (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom

Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom Richard P. Meijer, Uroloog DUOS 4-12-2015 Disclosure belangen (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met

Nadere informatie

Commissie BOM beoordeelt drie middelen

Commissie BOM beoordeelt drie middelen Commissie BOM beoordeelt drie middelen De commissie BOM beoordeelde onlangs cetuximab bij het gemetastaseerd colorectaal carcinoom, oxaliplatine als adjuvante behandeling bij het coloncarcinoom en fulvestrant

Nadere informatie

BOM. Nivolumab gecombineerd met ipilimumab bij nietresectabel of gemetastaseerd melanoom

BOM. Nivolumab gecombineerd met ipilimumab bij nietresectabel of gemetastaseerd melanoom 43 Nivolumab gecombineerd met ipilimumab bij nietresectabel of gemetastaseerd melanoom Inleiding De behandeling van niet-resectabel of gemetastaseerd (gevorderd) melanoom is in de laatste 5 jaar sterk

Nadere informatie

Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom. Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013

Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom. Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013 Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013 inleiding casus heden toekomst radiotherapie en new drugs Inleiding Wat doet

Nadere informatie

Geïndividualiseerde behandeling van oudere patiënten met borstkanker. Dr. N.A. de Glas

Geïndividualiseerde behandeling van oudere patiënten met borstkanker. Dr. N.A. de Glas Young Investigator Award 2018 Geïndividualiseerde behandeling van oudere patiënten met borstkanker Dr. N.A. de Glas AIOS Interne geneeskunde & Postdoc geriatrische oncologie LUMC Geen (potentiële) belangenverstengeling

Nadere informatie

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie Heeft neoadjuvant chemotherapie nut bij ILC > 3 cm? Ja Nee Weet niet/geen

Nadere informatie

Informatie verstrekt onder het gezag van het FAGG

Informatie verstrekt onder het gezag van het FAGG Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

HOVON EDUCATIONAL MYELOOM. Case 2

HOVON EDUCATIONAL MYELOOM. Case 2 HOVON EDUCATIONAL MYELOOM Case 2 NIELS VAN DE DONK SONJA ZWEEGMAN Department of Hematology, Amsterdam, Netherlands Amsterdam, Netherlands Clinical case: presentation 54-year-old patient with a diagnosis

Nadere informatie

Nieuwe middelen in acute lymfatische leukemie. Anita W Rijneveld Erasmus MC, Rotterdam

Nieuwe middelen in acute lymfatische leukemie. Anita W Rijneveld Erasmus MC, Rotterdam Nieuwe middelen in acute lymfatische leukemie Anita W Rijneveld Erasmus MC, Rotterdam EFS bij volwassenen 100% 80% 1989-1994 1995-2000 2001-2006 2007-2012 RSR 60% 40% 2007-2012 20% 0% 1989-1994 0 1 2 3

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse samenvatting Longkanker is een ziekte waaraan jaarlijks in Nederland ongeveer evenveel mensen overlijden als borst-, prostaat- en darmkanker bij elkaar. Ondanks de

Nadere informatie

Sarcoma State of the art deel 2

Sarcoma State of the art deel 2 19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht Sarcoma State of the art deel 2 Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Osteosarcoom Osteosarcoom is een primaire botkanker die zijn

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nieuwe vooruitzichten in de karakterisering en behandeling van acute myeloïde leukemie Nederlandse samenvatting 134 Acute myeloïde leukemie (AML) is een vorm van bloedkanker, een kwaadaardige aandoening

Nadere informatie

Pharmacogenomics: een uitdaging voor de Moleculaire Diagnostiek in de Pathologie

Pharmacogenomics: een uitdaging voor de Moleculaire Diagnostiek in de Pathologie Pharmacogenomics: een uitdaging voor de Moleculaire Diagnostiek in de Pathologie Winand Dinjens Afdeling Pathologie Josephine Nefkens Instituut Erasmus MC, Rotterdam w.dinjens@erasmusmc.nl Werkgroep Moleculaire

Nadere informatie

Update sarcomen inclusief GIST Jan Keizer symposium 2017

Update sarcomen inclusief GIST Jan Keizer symposium 2017 Update sarcomen inclusief GIST Jan Keizer symposium 2017 Hans Gelderblom 1 Jan Keizer symposium 2017 Conflict of interest Geen persoonlijke financiële banden LUMC ontvangt wel onderzoeksgeld van diverse

Nadere informatie

Nieuwe. behandelingen. bij inhl/cll. Ann Janssens, MD, PhD Hematology, Leuven 14 oct 2016

Nieuwe. behandelingen. bij inhl/cll. Ann Janssens, MD, PhD Hematology, Leuven 14 oct 2016 Nieuwe behandelingen bij inhl/cll Ann Janssens, MD, PhD Hematology, Leuven 14 oct 2016 Indicaties voor behandeling CLL/iNHL Diagnose Behandeling Uitgebreide ziekte aantal en grootte klieren Grootte milt,

Nadere informatie

Adjuvant!! Online ~ Wanneer helpt het en wanneer niet?

Adjuvant!! Online ~ Wanneer helpt het en wanneer niet? Adjuvant!! Online ~ Wanneer helpt het en wanneer niet? Stella Mook NKI symposium Amsterdam, Oktober 2009 www.adjuvantonline.com Informatie Input Natural Mortality Tx benefit Breast Cancer Mortality Huidige

Nadere informatie

Het colorectaal carcinoom en immunotherapie; wat is de huidige stand van zaken en wat biedt de toekomst?

Het colorectaal carcinoom en immunotherapie; wat is de huidige stand van zaken en wat biedt de toekomst? Het colorectaal carcinoom en immunotherapie; wat is de huidige stand van zaken en wat biedt de toekomst? 13-09-2016 Multidisciplinair Immuno-Oncologie Symposium, Amersfoort Miriam Koopman Internist-oncoloog,

Nadere informatie

( O )varia. Gabe Sonke post-asco 2015

( O )varia. Gabe Sonke post-asco 2015 ( O )varia Gabe Sonke post-asco 2015 Disclosure Onderzoeksgeld AstraZeneca, Novartis, Roche Nieuws op ASCO PARP remming (McNeish #5508) Wee1 remming (Leijen #2507, Oza #5506) Bevacizumab endometrium (Lorusso

Nadere informatie

Uitkomstenonderzoek in non-hodgkin lymphoma. Hedwig Blommestein

Uitkomstenonderzoek in non-hodgkin lymphoma. Hedwig Blommestein Uitkomstenonderzoek in non-hodgkin lymphoma ~Kansen en uitdagingen~ Hedwig Blommestein Inleiding Inhoud presentatie Uitkomstenonderzoek Casus rituximab maintenance Achtergrond Resultaten t Conclusie Uitkomstenonderzoek

Nadere informatie

Scholing colorectaal carcinoom. Jeanine Roodhart, internist-oncoloog i.o. 9 april 2018

Scholing colorectaal carcinoom. Jeanine Roodhart, internist-oncoloog i.o. 9 april 2018 Scholing colorectaal carcinoom Jeanine Roodhart, internist-oncoloog i.o. 9 april 2018 Inhoud presentatie Casus Achtergrondinformatie over ziekte Wie komen er bij de medisch oncoloog? Behandelopties Nieuwe

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

Uitgangsvraag (consensus based tekst) Op welke wijze dient typering/gradering van diffuse gliomen plaats te vinden?

Uitgangsvraag (consensus based tekst) Op welke wijze dient typering/gradering van diffuse gliomen plaats te vinden? 525 526 527 528 529 530 531 532 533 534 535 536 537 538 539 540 541 542 543 544 545 546 547 548 549 550 551 552 553 554 555 556 557 558 559 560 561 562 563 564 565 566 567 568 569 570 571 572 573 574 575

Nadere informatie

Diagnostiek en behandeling van patiënten met een glioom. LWNO: Werkgroep revisie richtlijn gliomen

Diagnostiek en behandeling van patiënten met een glioom. LWNO: Werkgroep revisie richtlijn gliomen Diagnostiek en behandeling van patiënten met een glioom LWNO: Werkgroep revisie richtlijn gliomen Datum 1 e versie richtlijn 2002 Revisie 19 april 2007 Initiatiefnemer: Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 147 148 Maligne lymfomen zijn kwaadaardige woekeringen van verschillende typen witte bloedcellen. Deze aandoeningen ontstaan meestal in lymfklieren, maar in ongeveer 40% van de

Nadere informatie

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019

Nadere informatie

HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015

HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015 HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015 Josée Zijlstra VUMC www.hematologie.nl/ j.zijlstra@vumc.nl Thomas Hodgkin 1798-1866 Hodgkin lymfoom Diagnostiek Pathologie Epidemiologie Symptomen Beeldvorming

Nadere informatie

Landelijk Contactdag 2017

Landelijk Contactdag 2017 Landelijk Contactdag 2017 Radiotherapie voor Blaaskanker Bradley Pieters Academisch Medisch Centrum/ Universiteit van Amsterdam 2 Typen Blaaskanker Niet-spierinvasief Spierinvasief Behandelingen Verwijderen

Nadere informatie

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker INDICATOR B1 Proportie van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie een systeembehandeling voorafgegaan werd door ER/PR-

Nadere informatie

Coloncarcinoom. Inleiding 13/11/2009. Epidemiologie van het colorectaal carcinoom (CRC)

Coloncarcinoom. Inleiding 13/11/2009. Epidemiologie van het colorectaal carcinoom (CRC) Coloncarcinoom Ann Van Mechelen ZNA Stuivenberg Inleiding Definitie: kwaadaardige wildgroei van weefsel van de dikke darm. Epidemiologie van het colorectaal carcinoom (CRC) Belgie: 6.500 nieuwe gevallen/jaar

Nadere informatie