Richtlijn Gliomen. L Bralten M vd Bent september 2015, revisie nee. Risicofactoren 7) nee. Zinvolle resectie mogelijk 4) Graad III
|
|
- Annelies de Backer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Richtlijn Gliomen L Bralten M vd Bent september 2015, revisie 2017 Verdenking glioom Aankleuring op MRI 2) MDO 1) NEC biopt/resectie Risicofactoren 3) Zinvolle resectie mogelijk 4) PA Graad II Graad III DNA neuropanel 5) DNA neuropanel 5) moleculaire aanwijzingen GBM 6) Behandel als GBM moleculaire aanwijzingen GBM 6) Behandel als GBM Risicofactoren 7) RT 28x1,8Gy PCV 6x a 6 weken 8) 1p19q verlies RT 33x1,8Gy PCV 6x a 6 weken 9) expectatief CATNON studie 10) GBM Leeftijd>50 11) Leeftijd>65-70 DNA neuropanel 5) Slechte prognose 12) Risicofactoren 13) MGMT methylatie 14) TMZ 6x a 4 weken Stupp schema: RT 30x2Gy Concomitant TMZ Adjuvant TMZ 6-12x a 4 weken Geen behandelopties Verkorte RT 5x6Gy Disclaimer/1 nuari 2015 De Richtlijnen van de afdeling Neurologie Erasmus MC zijn met zorg samengesteld op basis van de stand van de wetenschap ten tijde van het vaststellen van de Richtlijn. Deze Richtlijnen zijn bedoeld voor medici. Een Richtlijn moet worden gezien als aanbeveling, waarvan indien daar goede argumenten voor zijn kan worden afgeweken. Mede omdat wetenschappelijke inzichten zich ontwikkelen en kunnen wijzigen, aanvaarden zowel de afdeling Neurologie als de individuele opstellers van de Richtlijnen geen enkele aansprakelijkheid voor onverhoopte onvolkomenheden in de Richtlijnen, of eventuele gevolgen daarvan. De richtlijnen commissie stelt zich open voor attendering op (vermeende) onvolkomenheden in de opmaak of inhoud van de richtlijnen
2 Richtlijn gliomen L. Bralten, M. vd Bent, September Gliomen: In deze richtlijn worden alleen graad II/III/IV gliomen besproken. Pilocytaire astrocytomen (graad I) en ependymomen vallen buiten deze richtlijn, evenals gliomen in de n opticus, hersenstam of ruggenmerg en gliomen in kinderen en de behandeling van de zeldzame gliomatosis cerebri. Gliomen zijn pathologisch in te delen naar graad en type. Een graad II glioom is laaggradig, een graad III glioom noemen we anaplastisch en een graad IV glioom is per definitie een glioblastoom. Histologisch zijn er astrocytomen, oligodendrogliomen en oligo-astrocytomen te onderscheiden. Zie ook tabel 1. In Nederland krijgen arlijks ongeveer mensen een glioom (incidentie 6 per ); 80% hiervan is hooggradig (graad III en IV). Ongeveer 70 % hiervan is van het astrocytaire subtype. Graad II/III/IV gliomen zijn niet curatief te behandelen. De 5-ars overleving voor laaggradige gliomen is ongeveer 70%, die voor hooggradige gliomen ongeveer 10%. De mediane overleving van laaggradige gliomen is 5-15 ar, van glioblastomen is deze 15 maanden. Oligodendrogliomen hebben een betere prognose dan astrocytomen. Kliniek: Klinisch staat een glioom in de DD bij: geleidelijk ontstane centrale uitval, (laat) debuterende epilepsie, nieuwe (ochtend) hoofdpijn, of bij (toevals)bevindingen op beeldvorming. Aanvullend onderzoek: Om de uitgebreidheid van de tumor, de gradering (aankleuring of niet) en de respons op behandeling te kunnen meten is een MRI-cerebrum noodzakelijk (T1 met en zonder gadolinium, T2 en T2 FLAIR). Bij de initiële MRI-cerebrum kan aanvullend nog een diffusie gewogen opname gemaakt worden om infectie/abces en ischemie uit te sluiten. Een aankleurende laesie op MRI-cerebrum heeft een sensitiviteit van 73% en een specificiteit van 65% voor het aantonen van hooggradigheid. Neurochirurgie: Laaggradig glioom: Indien er op MRI-cerebrum aanwijzingen zijn voor een laaggradig glioom kan er voor watchful waiting gekozen worden. Er zijn geen goede studies gedaan om verschillen in watchful waiting en resectie te vergelijken, alhoewel er aanwijzingen zijn dat een vroege en meer uitgebreide resectie de tijd tot tumorprogressie en de levensverwachting kunnen verlengen (bewijsklasse 2). Indien er slechte prognostische factoren aanwezig zijn zal er eerder een vroege resectie overwogen worden (met name ouder dan 40, uitvalsverschijnselen, massa effect, diameter groter dan 5-6 cm). Daarbij moeten de risico s op morbiditeit en mortaliteit van een resectie worden overwogen. In het geval van gliomatosis cerebri of een uitgebreide of diep gelokaliseerde tumor is de verwachting dat er maar beperkte mate van resectie mogelijk is; dan kan er voor een biopt gekozen worden. Het stereotactisch biopt dient bij voorkeur in het gebied van aankleuring gedaan te worden. Er kan bij niet-aankleurende laesies een MRIperfusie overwogen worden voor het bepalen van de biopt lokalisatie. Hooggradig glioom: Bij aankleurende laesies op MRI-cerebrum zal er indien technisch mogelijk geprobeerd worden de tumor zo volledig mogelijk te verwijderen ( maximal safe resection ) aangezien er aanwijzingen zijn dat een uitgebreide resectie de levensduur verlengt (in vergelijking met biopt) en dat de mate van resectie (minimaal %) een onafhankelijke gunstige prognostische factor is
3 (bewijslevel 2). Een resectie leidt in 5-10% van de patiënten tot complicaties en bij <2% tot postoperatieve mortaliteit. Multifocale glioblastomen en bilaterale uitbreiding van een glioom zijn redenen om te volstaan met een biopt. Neuropathologie: Het typeren van een glioom vindt plaats op basis van de overeenkomsten met normaal gliaal weefsel (astrocyten en oligodendrocyten of beiden) met daarbij steeds meer genetisch onderzoek (zie moleculaire diagnostiek). Voor de gradering wordt er gekeken naar delingsactiviteit, microvasculaire proliferatie en necrose. De niet-stricte definities alsmede de tumorheterogeniciteit zorgen voor een grote inter- en intraobserver variabiliteit. Het meest maligne gedeelte van de tumor is bepalend zijn voor de prognose. Hierdoor kan er bij kleine biopten soms een onderschatting van de gradering zijn. Moleculaire diagnostiek: Moleculaire parameters zijn beter gecorreleerd met overleving dan histopathologie. Hieronder zullen de 3 belangrijkste besproken worden, waarbij 1p19q verlies en MGMT-promotor methylatie ook predictieve waarde hebben. IDH1/2 mutaties: IDH1 of IDH2 mutaties zijn vroege mutaties in de tumorgenese en ze komen voor in zowel astrocytomen als oligodendrogliomen, in 50-80% van de graad II en III gliomen en in 83% van de secundaire glioblastomen (ontstaan uit laaggradige gliomen). In primaire glioblastomen komen ze bij minder dan 10% voor. Veruit de meeste mutaties zijn IDH1R132H mutaties en hiertegen is dan ook een antilichaam ontwikkeld. De overige IDH1 en de IDH2 mutaties worden via DNA sequencing bepaald. Diagnostisch heeft de bepaling van IDH1/2 mutaties toegevoegde waarde aangezien deze tumorspecifiek zijn en bij een positief resultaat een gliale tumor onderscheiden van bijv reactieve gliose, bij een positief resultaat in glioblastomen lijkt er sprake van een secundair glioblastoom (ook als de lager gegradeerde voorloper onopgemerkt is gebleven). Prognostisch hebben patiënten met IDH1/2 mutaties een gunstiger beloop. De IDH1R132H wordt in het Erasmus MC standaard bepaald indien het een graad II of graad III glioom betreft (ivm grote kans op IDH mutaties), of jonge patiënten (<50 ar) met een glioblastoom (die meer kans hebben op een secundair glioblastoom). 1p/19q deleties: Verlies van 1p en 19q komt met name voor bij oligodendrogliale tumoren (70-80% in graad II/III oligodendrogliomen, 40-60% in graad II/III oligoastrocytomen, 10-20% in graad II/III astrocytomen, en <10% in glioblastomen). Prognostisch hebben patiënten met 1p19q verlies (mn bij graad III gliomen, in mindere mate bij graad II gliomen) een langere progressievrije en totale overleving dan patiënten zonder 1p19q verlies. 1p19q verlies heeft predicitieve waarde voor een significant betere overleving na gecombirde PCV-chemo/radiotherapie in vergelijking met alleen radiotherapie (mediane overleving 14,7 ar vs 7,3 ar), in de groep zonder 1p19q verlies was er geen verschil (2,6 ar vs 2,7 ar) (bewijsklasse 1). MGMT-methylatie: Prognostisch hebben patiënten met een graad III/IV glioom met een MGMT-promotor methylatie een langere progressievrije overleving en totale overleving dan patiënten zonder deze methylatie (ongeacht behandeling met radiotherapie, temozolomide of beide). Predictief is aangetoond dat bij patiënten boven de ar met een gemethyleerde MGMT-promotor er een significant langere progressievrije overleving was na behandeling met alleen temozolomide in vergelijking met behandeling met alleen
4 radiotherapie (HR 0,53, p=0,01), voor de patiënten met een ongemethyleerde MGMT promotor gold het omgekeerde (HR 1,95, p=0,01) (bewijslevel 3). Derhalve wordt in het ErasmusMC bij oudere patiënten die in aanmerking komen voor behandeling (dus zonder grote risicofactoren) de MGMT-promotor methylatiestatus bepaald om een juiste behandelkeuze te kunnen maken. LOH 10q, trisomie 7 en TERT mutaties Glioblastomen worden vaak gekenmerkt door verlies van 10q, trisomie van chromosoom 7 of door TERT mutaties zonder 1p/19q verlies. Soms worden deze afwijkingen bij histologisch laaggradige of anaplastische tumoren gevonden, deze patiënten hebben een veel slechter prognose in vergelijking met IDH gemuteerde laaggradige tumoren. Laaggradig glioom Prognostische factoren: Meerdere ongunstige prognostische factoren zijn aangetoond: leeftijd ar, astrocytair subtype, grootste diameter 4-6 cm, expansie van 8 mm per ar, tumor over de middenlijn, eloquente lokalisatie, KPS 80, korte ziektegeschiedenis en aanwezigheid van neurologische functiestoornis. Over het algemeen geldt dat bij een of meer ongunstige prognostische factoren een behandeling geadviseerd wordt (bewijsklasse 3). Er is echter geen wetenschappelijk bewijs dat dit ook daadwerkelijk overlevingswinst oplevert. Ook neurologische uitval of invaliderende epilepsie is een reden voor behandeling (in plaats van watchful waiting ). Behandeling Vanwege de relatief lange overleving (vergeleken met hooggradige gliomen) is het van belang neurocognitieve schade door behandeling te voorkomen of zo lang mogelijk uit te stellen. Indien er risicofactoren aanwezig zijn is directe behandeling gewenst (bewijsklasse 3). Een bestralingsdosis van 28x1,8 Gy is voldoende effectief en verbeterd de kwaliteit van leven in vergelijking met hogere doses per fractie (bewijsklasse 1). De MRI-cerebrum die nodig is voor het intekenen van het doelgebied is niet ouder dan 6 weken. Recent bleek uit de RTOG 9802 studie dat het toevoegen van PCV chemotherapie aan radiotherapie in deze groep met ongunstige prognostische factoren een significant verbetering in mediane overleving liet zien (7,8 ar vs 13,3 ar) (bewijsklasse 1), de data over moleculaire subgroepen is nog niet bekend (maar is wellicht analoog aan de graad III tumoren waarbij 1p19q verlies predictief is voor effect van PCV). Follow-up Follow up gebeurt middels MRI-cerebrum T1 voor en na gadolinium en T2 en T2 FLAIR. Het doel is om tumorgroei op te sporen voordat patiënt klachten ervaart, aangezien een vervolgbehandeling vaak afhankelijk is van de performance status van de patiënt en uitvalsverschijnselen over het algemeen niet verbeteren (ook bij een goede tumor respons). Indien er (nog) geen behandeling geweest is dienen patiënten regelmatig radiologisch vervolgd te worden, er is geen consensus over de frequentie. Na behandeling zal er in graad II gliomen met IDH mutaties of 1p19verlies post-rt na 4 maanden of na 2 PCV kuren een controle MRI gemaakt worden, daarna iedere 6 maanden, met op termijn uitbreiding naar iedere 9 maanden. Bij klinische verdenking op progressie ook altijd een MRI maken. Recidief
5 De voorkeur gaat uit naar behandeling in studieverband. Afhankelijk van eerdere behandeling kan temozolomide (bij tumoren zonder 1p19q deletie) of PCV (bij tumoren met 1p19q deletie) worden overwogen (bewijsklasse 3). Anaplastisch glioom Behandeling Anaplastische gliomen worden behandeld met radiotherapie 33x1,8 Gy (totaal 59,4 Gy) na aanleiding van een eerder aangetoonde dosis respons relatie tot 60 Gy (bewijsklasse 2). Het bestraalde gebied bestaat uit de resectieholte en resterende T1 aankleurende gebied met een marge van 1,5-2 cm, met in achtneming van eventuele hyperintense gebieden op T2 en de anatomische barrières. Bij Anaplastische oligodendrogliomen en oligoastrocytomen met 1p/19q verlies hebben 2 studies een significante verbetering zien in mediane overleving na toevoeging van PCV aan radiotherapie (RTOG- 9402: 14,7 ar vs 7,3 ar en EORTC-26951: mediane overleving niet bereikt vs 112 maanden) (bewijsklasse 1). Dit in tegenstelling tot de oligo(astro)cytomen zonder 1p/19q verlies (2,6 ar vs 2,7 ar). Anaplastische gliomen zonder 1p/19q verlies zijn vaak van astrocytaire origine. De toegevoegde waarde van chemotherapie aan radiotherapie is onduidelijk. Derhalve wordt de CATNON-studie uitgevoerd die radiotherapie met al dan niet concomitante en/of adjuvante temozolomide onderzoekt in alle anaplastische gliomen zonder 1p/19q verlies. Indien er een te groot doelvolume voor bestraling is kan overwogen worden patiënten alleen met chemotherapie na te behandelen aangezien er geen verschillen zijn in progressievrije overleving tussen nabehandeling met monotherapie radiotherapie, PCV of temozolomide (bewijsklasse 1). Follow up Bij patiënten met tumoren met 1p19q verlies is de follow up gelijk aan die van graad II gliomen met IDH mutaties of 1p19q verlies. De prognostisch iets ongunstigere groep patiënten zonder 1p/19q verlies, maar met IDH mutaties krijgen post-rt een controle MRI-scan, vervolgens 2 ar lang iedere 4 maanden een MRI, tot 5 ar post-ok iedere 6 maanden en vervolgens iedere 9 maanden. Glioblastoom Behandeling Vanwege het palliatieve karakter van de behandeling van het glioblastoom moet de beoogde overlevingswinst afgewogen worden tegen de morbiditeit van de behandeling en het effect op kwaliteit van leven. Postoperatieve radiotherapie geeft een winst in mediane overleving van 5 maanden in vergelijking met resectie alleen. Doseringen van 60 Gy (doorgaans in 30 fracties) blijken meer effectief (bewijsklasse 1). Toevoeging van concomitante en adjuvante temozolomide (volgens het Stupp schema) geeft met name bij patiënten met gunstige prognostische factoren (<50 ar, KPS van , geen neurologische uitval) een overlevingsvoordeel (2-ars overleving van 20% naar 43%). Bij patiënten met ongunstige prognostische factoren (KPS<70, >60 ar, MMSE<27/30, zonder resectie, met neurologische uitval) nam de mediane overleving slechts gering toe ten opzichte van radiotherapie alleen (9 maanden vs 10 maanden). (bewijsklasse 1) Hogere doseringen temozolomide leiden niet tot een beter resultaat. Ook oudere patiënten tussen ongeveer ar met prognostisch gunstige factoren (ruime resectie, hoge KPS en MMSE >27/30) hebben baat bij het Stupp schema (bewijsklasse 1). Echter veel ouderen hebben ongunstige prognostische factoren en oudere patiënten (>60 ar) met KPS<70 en MMSE <27-30
6 hebben een zeer korte mediane overleving ( 4-5 maanden). In deze prognostisch slechte groep weegt de beperkte overlevingswinst van behandeling vaak niet op tegen de belasting hiervan (bewijsklasse 3). In ouderen (leeftijd >60 ar) bleek een hypofractionatie (verkort schema) van de radiotherapie een betere uitkomst te geven, zonder toename van neurotoxiciteit (bewijsklasse 1). Ook bleek dat in oudere patiënten met een MGMT-promotor methylatie behandeling met temozolomide minstens gelijkwaardig (en mogelijk beter) is aan radiotherapie (bewijsklasse 1) (hierbij de kanttekening dat de bepaling van MGMT-promotor methylatie een fout-positieve uitslag kan geven). Dit leidt ertoe dat in ouderen de voorkeur voor een kort bestralingsschema bestaat en indien er sprake is van MGMT-promotor methylatie de radiotherapie vervangen wordt door behandeling met temozolomide. Follow up Patiënten met een glioblastoom worden 3-maandelijks vervolgd met een MRI, behalve als hier geen klinische consequenties meer aan verbonden zijn. Recidief hooggradig glioom Bij een recidief glioblastoom dienen radiotherapie, chemotherapie en chirurgie overwogen te worden. Factoren die meewegen in de beslissing zijn klinische conditie, interval tussen initiële behandeling en diagnose van recidief, uitgebreidheid en lokalisatie van het recidief. Ook dient de mogelijkheid van pseudoprogressie of radionecrose overwogen te worden (in glioblastomen wordt tijdens de chemoradiatie bij 20-30% van de patiënten op MRI-cerebrum pseudoprogressie waargenomen). De kans op pseudoprogressie is het grootst in de eerste 3 maanden na radiotherapie en ook groter bij hogere bestralingsdoses. Het beloop in de tijd kan afgewacht worden, in overleg met de neuroradioloog kan er aanvullende beeldvorming worden gedaan of (met name bij klachten) kan heroperatie overwogen worden (allen bewijsklasse 3). Indien er een recidief is geniet het de voorkeur patiënten in studieverband te behandelen aangezien de aanwezige opties van beperkte effectiviteit zijn. Er kan een re-resectie overwogen worden indien patiënt een KPS >80, een tumorvolume < 50 ml en een niet eloquente tumorlokalisatie heeft (bewijsklasse 2). Re-irradiatie wordt in de regel vaak alleen overwogen indien er een minimaal bestralingsinterval van 12 maanden is en de aankleurende tumor op T1 niet groter is dan 5 cm (bewijsklasse 3). Het doelgebied wordt alleen bepaald door het gebied met contrast aankleuring op T1 met een marge van 0,5-1 cm. Tweedelijnschemotherapie met PCV of temozolomide kan effectief zijn, ook wanr patiënten eerder met temozolomide behandeld zijn en dan met name als er een behandelingsvrij interval van meer dan drie maanden is of bij MGMT promoter methylatie (bewijsklasse 2). Indien de tumor 1p19q verlies laat zien is behandeling met chemotherapie (PCV) vaak de behandeling van voorkeur (bewijsklasse 2). Anders temozolomide indien minimaal 3 maanden na beëindiging van het Stupp schema (dosering 200 mg/m2/dag op dag 1-5 elke 4 weken, indien eerder chemotherapie gehad dan de eerste kuur op 150 mg/m2/dag doseren). Lomustine monotherapie is een optie voor patiënten bij wie het recidief eerder dan 3 maanden na beëindiging van het Stupp schema optreedt (bewijsklasse 3). Symptoombestrijding gliomen Dexamethason Tumor-geassocieerd vasogeen oedeem kan behandeld worden met dexamethason welke een lange halfwaardetijd heeft en een geringe mineralocorticoïde werking. Vanwege deze lange halfwaarde tijd is een dosering 1 dd mogelijk. Gebruikelijke begindoseringen zijn 4-16 mg per dag. Mn bij hooggradige
7 gliomen is er sprake van oedeem. Ook rondom een biopt zou dexamethason postoperatief oedeem reduceren. Daarnaast is het effectief in de behandeling van klachten passend bij oedeem door radiotherapie. Bijwerkingen zijn onder andere hyperglycaemie, osteoporose, gewichtstoename, bijnierschors insufficiëntie, myopathie, slapeloosheid, ontremming, psychotische ontregeling, tremor, visusklachten, een verhoogd risico op opportunistische infecties en incidenteel cognitieve stoornissen. Ook zijn er interacties beschreven met anti-epileptica, chemotherapeutica en is er mogelijk negatieve invloed op tumorgroei mar hierover bestaan tegenstrijdige rapporten (bewijsklasse 2). In verband met deze bijwerkingen moet regelmatig geprobeerd worden de dexamethason af te bouwen. Indien het korter dan 10 dagen gebruikt wordt mag dit snel, anders (zeer) langzaam, met name de laatste stappen waarbij fysiologische doseringen bereikt worden (0,5 mg/dag tot 1,5 mg /dag tijdens stress), dit om het herstel van het adrenerge systeem te bevorderen. Bij verwacht gebruik van dexamethason> 3 maanden >2,25 mg is osteoporoseprofylaxe geïndiceerd. Vanwege de verhoogde kans op opportunische infecties kan een pneumocystis jirovecii pneumonie profylaxe gewenst zijn. Er zijn geen optimale dexamethason doserings- of afbouwschema s bekend. Anti-epileptica Insulten bij patiënten met gliomen komen veel voor (incidentie laaggradige gliomen 65-85%, hooggradige gliomen 30-62%). Er wordt geen profylactische behandeling geadviseerd (bewijsklasse 1). Bij de keuze voor een anti-epilepticum hebben anti-epileptica die het cytochroom P450-coenzymsysteem induceren (carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, oxcarbazepine en topiramaat) in verband met interacties met onder andere chemotherapeutica en dexamethason niet de voorkeur. Natriumvalproaat zou een remmend effect op DNA-repair mechanismen hebben (bewijsklasse 3). In een retrospectieve studie werd er een significant betere mediane overleving gevonden bij patiënten met glioblastomen die naast chemoradiatie ook natriumvalproaat gebruikten in vergelijking met patiënten die geen of enzym inducerende anti-epileptica kregen (17 maanden vs 14 maanden) (bewijsklasse 2). Terminale fase In de terminale fase zijn de belangrijkste symptomen bij patiënten bewustzijnsdaling, dysfagie, onrust, verwardheid, toename focale neurologie, progressieve cognitieve stoornissen, hoofdpijn en insulten. (Ophogen van) dexamethason kan de symptomen veroorzaakt door oedeem verminderen, maar als dit binnen enkele dagen niet effectief is kan worden teruggegaan naar de oude dosering. Bij gedaald bewustzijn lijkt dexamethason niet meer zinvol. Bij dysfagie kan dexamethason eventueel ook parenteraal toegediend worden in gelijke dosering. (bewijsklasse 3) Een derde van de patiënten maakt in de laatste week insulten door, derhalve wordt geadviseerd antiepileptica tot het einde te continueren, ook bij dysfagie of bewustzijnsdaling (bewijsklasse 3). Referenties - Conceptrichtlijn Gliomen Ho VKY, Gijtenbeek JMM. (2014). Gliomen. In: Siesling S, Sonke G, De Raaf A, Jansen M. Kankerzorg in beeld. Utrecht: IKNL. - van den Bent MJ. Practice changing mature results of RTOG study 9802: another positive PCV trial makes adjuvant chemotherapy part of standard of care in low grade glioma. Neuro Oncol 2014; 16:
8 - Wick W et al. NOA-04 randomized phase III trial of sequential radiochemotherapy of anaplastic glioma with procarbazine, lomustine, and vincristine or temozolomide. J Clin Oncol 2009;27: Wick W et al. Temozolomide chemotherapy alone versus radiotherapy alone for malignant astrocytoma in the elderly: the NOA-08 randomised, phase 3 trial. Lancet Oncol. 2012; 13(7): Malmstrom A et al. Temozolomide versus standard 6-week radiotherapy versus hypofractionated radiotherapy in patients older than 60 years with glioblastoma: the Nordic randomized, phase 3 trial. Lancet Oncol. 2012; 13(9): Buckner JC et al. Phase III study of radiation therapy (RT) with or without procarbazine, CCNU, and vincristine (PCV) in low-grade glioma: RTOG 9802 with Alliance, ECOG and SWOG. J Clin Oncol 32:5s, 2014 (suppl; abstr 2000). - Shaw EG et al. Randomized trial of radiation therapy plus procarbazine, lomustine, and vincristine chemotherapy for supratentorial adult low-grade glioma: initial results of RTOG J Clin Oncol 2012;30(25): Hingorani M et al. Hypofractionated radiotherapy for glioblastoma: strategy for poor risk patients or hope for the future? Brit J Radiol. 2012; 85: e770-e Stupp R et al. Radiotherapy plus concomitant and adjuvant temozolomide for glioblastoma. NEJM 2005;352: Stupp R et al. Effects of radiotherapy with concomitant and adjuvant temozolomide versus radiotherapy alone on survival in glioblastoma in a randomized phase III study: 5-year analysis of the EORTC-NCIC trial. Lancet 2009; 10: Wen P et al. Updated response assessment criteria for high-grade gliomas: response assessment in neuro-oncology working group. J Clin Oncol 2010;28(11): Dietrich J et al. Corticosteroids in brain cancer patients: benefits and pitfalls. Expert Rev Clin Pharmacol 2011;4(2): Ryan R et al. Corticosteroid-use in primary and secondary brain tumour patients: a review. J Neurooncol 2012; 106: Van Breemen M et al. Epilepsy in patients with brain tumours: epidemiology, mechanisms, and management. Lancet Neurol 2007;6(5): Weller M et al. Prolonged survival with valproic acid use in the EORTC/NCIC temozolomide trial for glioblastoma. Neurology 2011;77(12): Bijlagen A: WHO classificatie gliomen B: KPS Tabel 1. WHO-classificatie Gliomen WHO-Indeling Graad I: Graad II: Type Pilocytair astrocytoom Pilomyxoid astrocytoom Diffuus laaggradig astrocytoom Diffuus laaggradig oligodendroglioom Diffuus laaggradig oligo-astrocytoom (meng-glioom)
9 Graad III: Graad IV: Anaplastisch astrocytoom Anaplastisch oligodendroglioom Anaplastisch oligo-astrocytoom (meng-glioom) Gliomatosis cerebri Glioblastoom, varianten: kleincellig glioblastoom, gliosarcoom KARNOFSKY PERFORMANCE STATUS SCALE DEFINITIONS, RATING (%), CRITERIA. Able to carry on normal activity and to work; no special care ded. Unable to work; able to live at home and care for most personal ds; varying amount of assistance ded. Unable to care for self; requires equivalent of institutional or hospital care; disease may be progressing rapidly. Normal no complaints; no evidence of 100 disease. Able to carry on normal activity; minor 90 signs or symptoms of disease. Normal activity with effort; some signs 80 or symptoms of disease. Cares for self; unable to carry on 70 normal activity or to do active work. Requires occasional assistance, but is 60 able to care for most of his personal ds. Requires considerable assistance and 50 frequent medical care. Disabled; requires special care and 40 assistance. Severely disabled; hospital admission is 30 indicated although death not imminent. Very sick; hospital admission 20 necessary; active supportive treatment necessary. Moribund; fatal processes progressing 10 rapidly. 0 Dead
10 Richtlijn gliomen L.Bralten M. vd Bent september 2015 Toelichting 1) Ten minste bestaande uit een neuroloog met oncologische expertise, neurochirurg, radiotherapeut, oncoloog, patholoog en neuroradioloog. 2) Aankleuring op MRI wijst op een hooggradig glioom, indien er op MRI geen aankleuring is blijkt er in 20-30% van de gevallen toch sprake te zijn van een hooggradig glioom. 3) Laat meewegen in de beslissing: leeftijd> ar, tumor> 4-6 cm, tumoruitbreiding over de middenlijn, eloquente lokalisatie, expansie van de tumordiameter van 8 mm per ar. Neurologische uitval of invaliderende epilepsie. 4) Iom neurochirurgie: laat meewegen lokalisatie, uitgebreidheid en comorbiditeit. Zinvolle resectie is in het algemeen >80-90%. 5) Moleculaire parameters lijken beter gecorreleerd met overleving dan histopathologie. Tumoren met DNA neuropanel bestaat op dit moment uit: 1p, 19q, 10q, chr7, EGFR amplificatie, PTEN, TP53, ATRX, TERT, IDH1+2, NOTCH, CIC, FUBP1, BRAF. 6) Moleculaire aanwijzingen GBM zijn: mutaties in de promotor regio van TERT zonder 1p19q verlies, EGFR amplificatie, chr 10q verlies met chr7 trisomie en diffuse gliale tumor zonder IDH mutatie. 7) Laat meewegen in de beslissing: >40-45 ar, niet-complete resectie, tumorgrootte >4-6 cm, astrocytaire subtype, neurologische uitval (inclusief cognitieve) en niet goed gecontroleerde, invaliderende epilepsie. 8) Indien een (relatieve) contra-indicatie voor RT (zoals groot bestralingsveld bij gliomatosis cerebri) aanwezig is, overweeg dan nabehandeling met (vooralsnog)alleen chemotherapie. Het weglaten van radiotherapie heeft echter een ongunstig effect op de overleving, bespreek dit met de patient. 9) Standaard nabehandeling voor graad III/anaplastische gliomen is (ten minste) radiotherapie. Het is aangetoond dat patienten met anaplastische gliomen met 1p19q verlies een betere overleving hebben indien PCV chemotherapie wordt toegevoegd aan de RT. 10) CATNON study bestaat uit vergelijking van RT/ RT + concomitant TMZ / RT + adjuvant TMZ / RT + concomitant en adjuvant TMZ, in anaplastische gliomen zonder 1p19q verlies. 11) Bij jonge patienten (<50 ar) met een GBM moet er gedacht worden aan een secundair glioblastoom, ook als er in de voorgeschiedenis geen laaggradig glioom aanwezig is. IDH mutaties onderscheiden secundaire glioblastomen van primaire glioblastomen. De prognose van een IDH gemuteerd secundair GBM is wat gunstiger,.
11 12) Slechte prognose is <4-5 mnd. Deze wordt mn bepaald door de KPS (KPS 60). Bij prognose tussen 5 mnd en 1 ar ontstaat er een grijs gebied. 13) Laat meewegen in de beslissing: mate van resectie, leeftijd en KPS ) Bij ouderen is MGMT promotor methylering predictief voor betere uitkomst op behandeling met TMZ in vergelijking met RT. *De gebruikte dosering PCV is lomustine 110mg/m2 op dag 1, procarbazine 60mg/m2 op dag Bijwerkingen van PCV zijn asymptomatische maar cumulatieve beenmergsuppressie en malaiseklachten. ** De gebruikte dosering temozolomide (TMZ) tijdens de radiotherapie is 75 mg/m2/dag gedurende 6 weken. Vervolgens 4 weken rust en daarna TMZ 200 mg/m2/dag op dag 1-5 elke 4 weken. De eerste kuur wordt gedoseerd op 150 mg/m2/dag.
Diagnose en therapie. Prof dr Martin J van den Bent Neuroloog
Diagnose en therapie Prof dr Martin J van den Bent Neuroloog Hersentumoren: soorten en maten Verschillende tumoren, sterk verschillende uitkomsten - Meningeomen: doorgaans goedaardige hersentumoren, uitgaande
Nadere informatie2.3 Ouderen. [IKNL/Richtlijn Gliomen 2014 - conceptversie 30 september 2014] Pag. 91
4429 4430 4431 4432 4433 4434 4435 4436 4437 4438 4439 4440 4441 4442 4443 4444 4445 4446 4447 4448 4449 4450 4451 4452 4453 4454 4455 4456 4457 4458 4459 4460 4461 4462 4463 4464 4465 4466 4467 4468 4469
Nadere informatieNieuwe ontwikkelingen in de behandeling van gliomen. Dr J Bromberg, prof M.J. van den Bent Neurologen Erasmus MC Kanker Instituut Rotterdam
Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van gliomen Dr J Bromberg, prof M.J. van den Bent Neurologen Erasmus MC Kanker Instituut Rotterdam Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van gliomen Twee uitersten
Nadere informatieHersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken
Hersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken Zaterdag 17 maart 2018 De Landgoederij, Bunnik Naam Functie Maaike Vos Neuroloog Haaglanden Medisch Centrum Opbouw Inleiding Klachten en verschijnselen
Nadere informatieGroningen Cancer Center Workshop tumorwerkgroep neurooncologie
Groningen Cancer Center Workshop tumorwerkgroep neurooncologie 16 sep 2011 Michiel Wagemakers, neurochirurg Mart Heesters, radiotherapeut Annemiek Walenkamp, internist-oncoloog Roelien Enting, neuroloog
Nadere informatieglioomzorg in Nederland
glioomzorg in Nederland Dutch Brain Tumour Registry 2014-2017 LANDELIJKE WERKGROEP NEURO-ONCOLOGIE inhoudsopgave voorwoord voorwoord 3 methoden 4 cijfers 5 - epidemiologie 6 - diagnostiek 10 - neurochirurgie
Nadere informatieIs chemotherapie bij hersentumoren altijd nodig?
Is chemotherapie bij hersentumoren altijd nodig? Dr. Annemiek Walenkamp Medische Oncologie Universitair Medisch Centrum Groningen Korte versie: JA Lange versie: ook JA Uitleg hoe chemotherapie werkt Bewijs
Nadere informatieChemotherapie en nieuwe geneesmiddelen presentatie
Chemotherapie en nieuwe geneesmiddelen presentatie Naam: prof dr M.J. van den Bent Functie: hoofd neuro-oncologie unit Daniel den Hoed Oncologisch Centrum Rotterdam Wat is chemotherapie? De behandeling
Nadere informatieNGS testen in de neuro-oncologie uitdagingen en (on)mogelijkheden
NGS testen in de neuro-oncologie uitdagingen en (on)mogelijkheden Erik Jan Dubbink Klinisch Moleculair Bioloog in de Pathologie Department of Pathology Erasmus MC, Rotterdam h.dubbink@erasmusmc.nl 9e Bijeenkomst
Nadere informatieSymptomatische behandeling hersenmetastasen. Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013
Symptomatische behandeling hersenmetastasen Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013 Zo maar een paar vragen: -Moeten patiënten met HM standaard met dexamethason
Nadere informatieDe behandeling van Gliomen. M.J. van den Bent
De behandeling van Gliomen. M.J. van den Bent Inleiding: type gliale hersentumoren Prognose Behandeling. Algemeen Chirurgie Radiotherapie Laaggradige gliomen Hooggradige gliomen Chemotherapie Adjuvante
Nadere informatieChapter 8. Nederlandse samenvatting
Chapter 8 Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting Er is in de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt in de ontwikkeling van doelgerichte behandelingen tegen kanker. Helaas wordt ook
Nadere informatieConceptrichtlijn Gliomen Landelijke richtlijn 2014, conceptversie 30 september 2014
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Conceptrichtlijn Gliomen Landelijke richtlijn 2014, conceptversie 30 september 2014 Datum goedkeuring: volgt Methodiek: Evidence based Verantwoording: Werkgroep
Nadere informatieTumoren van centrale zenuwstelsel. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014
Tumoren van centrale zenuwstelsel Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Indeling Metastasen van tumoren van elders In de parenchym van de hersenen In hersenvliezen: leptomeningeale
Nadere informatieHersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg
Hersenmetastasen Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg Hersenmetastasen (HM) + Introductie + Enkele cijfers. + Wanneer denken we aan HM? + Behandeling van HM (Landelijke
Nadere informatieDe patiënt doorstaat de chemoradiatie goed. Hij krijgt adjuvant nog 6 Temodal kuren zonder problemen.
Casus Onderwijsdag neuro-oncologie Maastro Clinic, 12 april 2013 Dhr G.B. Mineur van 64 jaar is altijd goed gezond geweest. In de loop van 2011 voelt hij zich steeds minder fit. Hij is veel moe en merkt
Nadere informatieRichtlijn Gliomen Landelijke richtlijn 2014, definitieve versie 29 december 2014
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Richtlijn Gliomen Landelijke richtlijn 2014, definitieve versie 29 december 2014 Datum goedkeuring: 29 december 2014 Methodiek: Evidence based en consensus
Nadere informatieDiagnostiek en behandeling van patiënten met een glioom. LWNO: Werkgroep revisie richtlijn gliomen
Diagnostiek en behandeling van patiënten met een glioom LWNO: Werkgroep revisie richtlijn gliomen Datum 1 e versie richtlijn 2002 Revisie 19 april 2007 Initiatiefnemer: Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie
Nadere informatieOverleving bij patiënten met een glioblastoom: de resultaten in Tilburg
Overleving bij patiënten met een glioblastoom: de resultaten in Tilburg Survival in patients with glioblastoma: the Tilburg results Mw. M. Stuivenvolt 1, dr. L.V. Beerepoot 2, prof. S. Leenstra 3, dr.
Nadere informatieHersentumoren Algemeen. Epilepsie en hersentumoren. Medische achtergrond gliomen (1) Incidentie primaire hersentumoren
Hersentumoren Algemeen Epilepsie en hersentumoren Pathologie, prognose en verloop Hanneke Zwinkels Nurse practitioner Neuro-oncologie oncologie MCH, Den Haag Primaire benigne (meningeoom, hypofyseadenoom)
Nadere informatieCHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting
CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van
Nadere informatieUitgangsvraag (consensus based tekst) Op welke wijze dient typering/gradering van diffuse gliomen plaats te vinden?
525 526 527 528 529 530 531 532 533 534 535 536 537 538 539 540 541 542 543 544 545 546 547 548 549 550 551 552 553 554 555 556 557 558 559 560 561 562 563 564 565 566 567 568 569 570 571 572 573 574 575
Nadere informatieHersentumoren als uitdaging. Jan J.Heimans
Hersentumoren als uitdaging Jan J.Heimans 1969 Glioblastoma multiforme Preoperatieve technieken fmri MEG DTI Neuronavigatie structurele MRI MEG motor fmri motorfmri taal DTI CST DTI SLF Electrostimulation
Nadere informatieMultimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom
Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Disclosures Ik heb geen belangenverstrengeling in relatie tot deze presentatie Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Bij
Nadere informatieGliomen. Landelijke richtlijn, Versie: 3.0
Gliomen Landelijke richtlijn, Versie: 3.0 Datum Goedkeuring: 15-04-2015 Methodiek: Evidence based Verantwoording: Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie Inhoudsopgave Algemeen...1 Epidemiologie...2 Diagnostiek...5
Nadere informatieOp het scherp van de snede
Op het scherp van de snede Naam: Arnaud Vincent Functie: Neurochirurg, ErasmusMC, Rotterdam Neurochirugie Inleiding/geschiedenis functies hersenen methoden/techniek operaties In de hersenen: GLIOMEN Rondom
Nadere informatieMaligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie
Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Annemie Rutten Medische Oncologie AZ St. Augustinus Maligne melanoma 10% van alle huidkankers, maar meest agressieve. Incidentie van maligne melanoma neemt
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/36461 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiggenraad, Ruud Title: Stereotactic radiotherapy of intracranial tumors : optimizing
Nadere informatieNeurologische oncologie
7.7.1. Neurologische oncologie Low-grade infiltratief supratentorieel astrocytoom/oligodendroglioma (uitgezonderd pilocytair astrocytoom). Intracranieel ependymoma Anaplastisch astrocytoom/anaplastisch
Nadere informatieUitgangsvraag (consensus based tekst) Wat is indicatie voor chemotherapie bij een patiënt met een nieuw gediagnostiseerd anaplastisch glioom?
3668 3669 3670 3671 3672 3673 3674 3675 3676 3677 3678 3679 3680 3681 3682 3683 3684 3685 3686 3687 3688 3689 3690 3691 3692 3693 3694 3695 3696 3697 3698 3699 3700 3701 3702 3703 3704 3705 3706 3707 3708
Nadere informatieGynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT
Gynaecologisch-oncologische Studies Gynaecongres 11 november 2010 Focus Radiotherapie R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT Overzicht: Focus Radiotherapie Cervix Lopend EORTC Embrace Nieuw Outback
Nadere informatieGunstig resultaat van temozolomide bij een recidief van een hooggradig glioom
oorspronkelijke stukken Gunstig resultaat van temozolomide bij een recidief van een hooggradig glioom W.Taal, C.D.D.van der Rijt, P.A.E.Sillevis Smitt, J.M.Kros, I.van Heuvel, R.H.Enting, W.J.Graveland
Nadere informatieHersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 4e Voorjaars Symposium V&VN Landelijk Netwerk Verpleegkundig Specialisten Oncologie 24 maart 2016
Hersenmetastasen Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 4e Voorjaars Symposium V&VN Landelijk Netwerk Verpleegkundig Specialisten Oncologie 24 maart 2016 Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst
Nadere informatieRichtlijn Hersenmetastasen (revisie)
Richtlijnen Richtlijn Hersenmetastasen (revisie) J.M.M. (Anja) Gijtenbeek, Vincent K.Y. Ho, M.A.A.M. (Mart) Heesters, F.J. (Frank) Lagerwaard, Alexander de Graeff en Willem Boogerd* Gerelateerd artikel:
Nadere informatieCME. Imaging van gliomen. Academy
CME Beschikbaar 2016-2017 Imaging van gliomen 4-5 ptn E-Learning voor: Neuroradiologen, Neurologen, Neurochirurgen, Radiotherapeuten, medisch-oncologen Accreditatie: NVN, NVRO, NvVN VerNieuwD, Eindredactie:
Nadere informatiePORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017
PORTEC 4a studie Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017 L Opzet presentatie Studie design In- en exclusie criteria Randomisatie Moleculair profiel bepaling Logistiek 2 Randomized phase III trial
Nadere informatieHersentumoren;de basis
Hersentumoren;de basis Zaterdag 16 maart 2019 De Landgoederij, Bunnik Anja Gijtenbeek Neuroloog Radboudumc Nijmegen De basis Inhoud Casus Opbouw hersenen Locatie van functies Ontstaan en beloop klachten
Nadere informatie3.1 Asymptomatisch meningeoom (evidence based tekst)
791 792 793 794 795 796 797 798 799 800 801 802 803 804 805 806 807 808 809 810 811 812 813 814 815 816 817 818 819 820 821 822 823 824 825 826 827 828 829 830 831 832 833 834 835 836 837 838 839 840 841
Nadere informatiePalliatieve radiotherapie radiotherapie gericht op symptoombestrijding. Angela van Baardwijk radiotherapeut oncoloog MAASTRO clinic
Palliatieve radiotherapie radiotherapie gericht op symptoombestrijding Angela van Baardwijk radiotherapeut oncoloog MAASTRO clinic Werkgroep Oncologie Verpleegkundigen MUMC 3 oktober 2014 Inhoud Radiotherapie
Nadere informatieStaat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?
Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)
Nadere informatie7.7.1. Neurologische oncologie
771 Neurologische oncologie Low-grade infiltratief supratentorieel astrocytoom/oligodendroglioma (uitgezonderd fibrocystisch astrocytoom) Intracranieel ependynoma Anaplastisch astrocytoom/anaplastisch
Nadere informatieOntstaan en voorkomen Soorten gliomen Graad 1 Graad 2 Graad 3
Gliomen In het hoofd kunnen verschillende soorten tumoren voorkomen. In deze folder e vindt u alleen informatie over tumoren die ontstaan van het hersenweefsel zelf. Over andere soorten van tumoren, bijvoorbeeld
Nadere informatieOntwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom
Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom Wat is de stand van zaken Frank Jacobs sept 2017 Disclosures Frank Jacobs (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante
Nadere informatieOLIJFdag 3 oktober 2015
OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening
Nadere informatieOntwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom
Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019
Nadere informatieLocally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg
Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Geen Disclosures Locally advanced rectum carcinoom Definitie o.b.v. MRI ct3 MRF+ ct4a/b
Nadere informatieWel of Niet starten?
Chemotherapie in de palliatieve setting van het pancreascarcinoom Wel of Niet starten? Dick Richel AMC / MST 3 e Verpleegkundig Congres 10 januari 2014 Pancreascarcinoom feiten Incidentie in Nederland
Nadere informatieBestraling met protonen
Bestraling met protonen Een nieuwe ontwikkeling in de radiotherapie Stijn Krol, radiotherapeut-oncoloog Afdeling Radiotherapie LUMC/HollandPTC S.KROL@HOLLANDPTC.NL 2 Insert > Header & footer 15-okt-17
Nadere informatieOverbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens
Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie
Nadere informatieCasus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG
Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG no disclosures Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Pancreascarcinoom Slechte
Nadere informatieNadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands
Maagcarcinoom Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Inhoud Therapie Systemisch Gericht op klachten Nieuwe ontwikkelingen/toekomst Epidemiologie Verschil Europa en Noord-Amerika vs Azië,
Nadere informatieBronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie
Bronchuscarcinoom 2002 Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie Bronchuscarcinoom 2002 (n=112) Kleincellig versus Niet-kleincellig kleincellig 18% niet-kleincellig
Nadere informatieMogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam
Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Amsterdam, 19 Januari 2018 Pancreascarcinoom Slechte prognose (5 jaars-overleving,
Nadere informatieHERSENMETASTASEN Landelijke richtlijn Versie 2.1
HERSENMETASTASEN Landelijke richtlijn Versie 2.1 Regio: Vereniging van Integrale Kankercentra Datum goedkeuring: 01 11 2004 Methodiek: Evidence based Verantwoording: Landelijke werkgroep neuro oncologie
Nadere informatieUpdate sarcomen inclusief GIST Jan Keizer symposium 2017
Update sarcomen inclusief GIST Jan Keizer symposium 2017 Hans Gelderblom 1 Jan Keizer symposium 2017 Conflict of interest Geen persoonlijke financiële banden LUMC ontvangt wel onderzoeksgeld van diverse
Nadere informatieOntstaan en voorkomen Soorten van hersentumoren Graad 1 Graad 2 Graad 3
Hersentumoren In het hoofd kunnen verschillende soorten gezwellen (tumoren) voorkomen. In dit stuk gaat het alleen over tumoren die ontstaan van het hersenweefsel zelf. Andere soorten van tumoren zijn
Nadere informatieStudie medicijnen Groningen
Albert Twijnstra Studie medicijnen Huisarts Assistent interne geneeskunde Curaçao Specialisatie Neurologie Promotie onderzoek Academisering Neurologie Maastricht Neuro-traumatologie en Neuro-oncologie
Nadere informatie- incidentele bevinding zonder klachten - weigering van chirurgische behandeling - slechte algehele conditie waardoor chirurgie niet verantwoord is
Auteur Soort studie Aantal patiënten Lee 2013 Qurashi Systematic review 1999-2011 Systematic review 1999-2011 Radiotherapie / Chirurgie (meestal gevolgd door ) 377 Conservatief waaronder Inclusiecriteria
Nadere informatieRuggenmergtumoren W.P.Vandertop
Ruggenmergtumoren W.P.Vandertop Amsterdam Disclosures: geen 70-jarige man Sinds 4-5 jaren tintelingen beide handen laat dingen uit handen vallen Hyperintense lesies T2 Aankleuring na contrast T1 WELKE
Nadere informatieHersentumoren INLEIDING ONTSTAAN EN VOORKOMEN SOORTEN VAN TUMOREN. Neurochirurgie polikliniek 020 5125114
Hersentumoren INLEIDING In het hoofd kunnen allerlei soorten gezwellen (= tumoren) voorkomen. In dit stuk gaat het alleen over tumoren die uitgaan van het hersenweefsel zelf. Andere soorten van tumoren
Nadere informatieFiorentino A et al. clinical target volume definition for glioblastoma radiotherapy planning: MRI and CT. clin transl oncol 2013;15:754-758
300 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310 311 312 313 314 315 316 317 318 319 320 321 322 323 324 325 326 327 328 329 330 331 332 333 334 335 336 337 338 339 340 341 342 343 344 345 346 347 348 349 350
Nadere informatie4.2 Radiologische follow-up
1526 1527 1528 1529 1530 1531 1532 1533 1534 1535 1536 1537 1538 1539 1540 1541 1542 1543 1544 1545 1546 1547 1548 1549 1550 1551 1552 1553 1554 1555 1556 1557 1558 1559 1560 1561 1562 1563 1564 1565 1566
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 147 148 Maligne lymfomen zijn kwaadaardige woekeringen van verschillende typen witte bloedcellen. Deze aandoeningen ontstaan meestal in lymfklieren, maar in ongeveer 40% van de
Nadere informatieChemotherapie als behandeling van gliomen bij volwassenen
N E U R O L O G I E Chemotherapie als behandeling van gliomen bij volwassenen T R E F W O O R D E N GLIOMEN, ASTROCYTOMEN, OLIGODENDROGLIOMEN, CHEMOTHERAPIE door M.J. van den Bent Samenvatting De prognose
Nadere informatieStereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.
Stereotactic Radiation Therapy for Stage I Non-Small Cell Lung Cancer Nederlandse titel Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.
Nadere informatiehersentumoren Soorten van tumoren Ontstaan en voorkomen
hersentumoren kunnen ook veel eerder of later optreden. Wat dat betreft is er een grote spreiding. Mannen en vrouwen lopen min of meer in gelijke mate het risico een hersentumor te krijgen. Hersentumoren
Nadere informatiePALLIATIEVE (CHEMO)THERAPIE JA OF NEE?
PALLIATIEVE (CHEMO)THERAPIE JA OF NEE? Astrid Demandt Internist-hematoloog OMC 10 November 2011 CHEMOTHERAPIE/ TARGETED THERAPY Curatief (Neo)-adjuvant Palliatief: geen locale therapie mogelijk of gemetastaseerde
Nadere informatieGliomen. Richtlijn voor diagnose en behandeling. Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie
Gliomen Richtlijn voor diagnose en behandeling Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie datum: juni 2002 Werkgroep richtlijn gliomen (LWNO) Neurologie: Dr. M.J.B. Taphoorn (voorzitter), UMC Utrecht (IKMN)
Nadere informatieRadiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom. Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013
Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013 inleiding casus heden toekomst radiotherapie en new drugs Inleiding Wat doet
Nadere informatieHOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015
HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015 Josée Zijlstra VUMC www.hematologie.nl/ j.zijlstra@vumc.nl Thomas Hodgkin 1798-1866 Hodgkin lymfoom Diagnostiek Pathologie Epidemiologie Symptomen Beeldvorming
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING ACHTERGROND Klinische aspecten van dikke darmkanker Dikke darmkanker is een van de meest voorkomende vormen van kanker in de westerse wereld. Als we kijken naar aan kanker gerelateerde
Nadere informatieLeven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker. Judith Herder 2017
Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker Judith Herder 2017 Deze presentatie Enkele feiten over kanker Wat is longkanker nou eigenlijk? Behandeling bij uitgezaaid longkanker
Nadere informatieVooruitgang in moleculaire diagnostiek in primaire hersentumoren: behoefte aan centralisatie?
Vooruitgang in moleculaire diagnostiek in primaire hersentumoren: behoefte aan centralisatie? Benno Küsters, (neuro-)patholoog Depts. of Pathology Maastricht UMC+ Radboud University Medical Center, Nijmegen
Nadere informatiePancreascarcinoom en kansen voor de toekomst
18 mei 2006 Jaarbeurs Utrecht Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Pancreas Carcinoom Incidencie: 33.730 nieuwe patiënten
Nadere informatieSamenvatting CHAPTER9
Samenvatting CHAPTER9 Samenvatting Primaire hooggradige hersentumoren vormen een ernstig probleem voor zowel volwassenen als kinderen. Ondanks de multimodale behandeling van deze hersentumoren, bestaande
Nadere informatieOncologische zorg bij ouderen
Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom
Nadere informatiePien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk
Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk Siemens Biograph true point PET/CT 40 slice Sinds 21 januari 2011 Sinds
Nadere informatieNut en noodzaak van CZS profylaxe bij DLBCL in rituximab tijdperk
Nut en noodzaak van CZS profylaxe bij DLBCL in rituximab tijdperk Moderator P.J. Lugtenburg speaker Jeanette Doorduijn Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg
Nadere informatieBehandeling van het acute herseninfarct
Behandeling van het acute herseninfarct VPL symposium 14-03-2014 Puck Fransen, onderzoeker neurologie, Erasmus MC Inhoud Achtergrond (epidemiologie/etiologie) Behandeling endovasculaire behandeling Huidige
Nadere informatieArterio-veneuze malformatie
Arterio-veneuze malformatie Behandeling Sanne Roijackers, coassistent IC 7-12-2016 Casus 60 jarige man Bewusteloos gevonden in badkamer Anisocorie L>R; bdz lichtreactief Subduraal hematoom met midlineshift
Nadere informatieDiagnose en behandeling van hersentumoren
Algemeen medisch L.J.A. Stalpers, E.M.T. Dieleman, B.R.H. van Westing, T.J. Postma, W.R. van Furth Diagnose en behandeling van hersentumoren Primaire hersentumoren zijn zeldzaam, in tegenstelling tot hersenmetastasen
Nadere informatiePalliatieve radiotherapie radiotherapie gericht op symptoombestrijding
Palliatieve radiotherapie radiotherapie gericht op symptoombestrijding Angela van Baardwijk radiotherapeut oncoloog MAASTRO clinic Netwerk Palliatieve Zorg Westelijke Mijnstreek 10 November 2011 Je moet
Nadere informatieOligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut
Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom M. van der Sangen, radiotherapeut Borstkanker in perspectief Borstkanker in Nederland Nieuwe borstkankers per jaar: 15.000 Metastasen bij diagnose: 750 (5%)
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Charehbili, Ayoub Title: Optimising preoperative systemic therapy for breast cancer
Nadere informatieBOM. Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom
49 Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom Introductie De behandeling van niet-resectabel of gemetastaseerd (gevorderd) melanoom is in de laatste 5 jaar sterk verbeterd
Nadere informatieImage-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting
169 Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes Samenvatting Radiotherapie speelt een belangrijke rol in de curatieve behandeling van patiënten
Nadere informatieBestraling van de hersenen: verlies van hersenfuncties. Willem Boogerd, neuroloog
Bestraling van de hersenen: verlies van hersenfuncties Willem Boogerd, neuroloog Mw. E, 58 jaar COPD, roken Maart 2008 epileptisch insult MRI hersenen: 4 laesies verdacht voor metastasen CT-thorax/buik:
Nadere informatieLokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen
Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen DEFINITIE Epilepsie is een ziekte van de hersenen waarbij er sprake is van twee nietgeprovoceerde epileptische aanvallen
Nadere informatieNEUROLOGISCHE ONCOLOGIE
NEUROLOGISCHE ONCOLOGIE Inleiding 1. Astrocytaire tumoren en oligodendrogliale tumoren 1.1 WHO graad I tumoren 1.1.1 Geen neurologische symptomen of onder controle met symptomatische therapie 1.1.2 Neurologische
Nadere informatieCover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for
Nadere informatievoor hersenmetastasen. Optimale kwaliteit. Hersenmetastasen behandeling. Definitie. Stereotactische radiotherapie
Disclosure belangen spreker Stereotactische radiotherapie voor hersenmetastasen (potentiële) belangenverstrengeling Geen Optimale kwaliteit Health care quality = Hersenmetastasen behandeling Getting the
Nadere informatieMarlies Peters. Workshop Vermoeidheid
Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren
Nadere informatieILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie
ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie Heeft neoadjuvant chemotherapie nut bij ILC > 3 cm? Ja Nee Weet niet/geen
Nadere informatie(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam
(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Adjuvante chemotherapie bij rectumcarcinoom in Nederland Geloof Gewoonte Evidence-based medicine
Nadere informatieAdjuvante systeemtherapie Patiënte: DM type 2
Take home messages Een 59 jarige vrouw met mammacarcinoom en diabetes. An Reyners Internist-oncoloog UMCG Kankerbehandeling: houd rekening met bijwerkingen op korte en langere termijn Stem af wie waarvoor
Nadere informatieVroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017
Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling Nothing to disclose Voor
Nadere informatieSaffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom
Saffire Phoa CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Pancreascarcinoom heeft een zeer slechte prognose, en de enige kans op curatie is een resectie van de tumor. Hoewel de mortaliteit
Nadere informatie