Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie

1 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. I. MELDING 1. Op 12 april 2001 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Mediveen Groep B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over TPP Participaties Rotterdam B.V., over TPP Beheer B.V. en over de activa en passiva van Coriopharma C.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 75 van 18 april Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Mediveen Groep B.V (hierna: Mediveen) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij is een dochtervennootschap van OPG Groep N.V.[1] die aan het hoofd staat van de OPG Groep. OPG Groep is actief op het gebied van de groothandel in geneesmiddelen en medische verbruiksartikelen. Voorts biedt zij logistieke diensten en aanverwante diensten op financieeleconomisch en vakinhoudelijk gebied aan. Daarnaast is OPG Groep actief op het gebied van de detailhandel in receptgeneesmiddelen, kunst- en hulpmiddelen, OTC-geneesmiddelen[2] en overige drogisterijartikelen door middel van de exploitatie van 90 apotheken (Mediveen) en exploiteert zij de franchiseformule "Extra Apotheek". In totaal zijn er 111 Extra-apotheken. Mediveen exploiteert 52 apotheken onder deze formule en er zijn 59 onafhankelijke franchisenemers. 3. TPP Participaties Rotterdam B.V. [3] en TPP Beheer B.V.[4] zijn besloten vennootschappen naar Nederlands recht. Coriopharma C.V. is een commanditaire vennootschap naar Nederlands recht. TPP Participaties Rotterdam B.V., TPP Beheer B.V. en de over te nemen activa en passiva van Coriopharma C.V. worden hierna gezamenlijk aangeduid als Theriak. Theriak is actief op het gebied van de detailhandel in receptgeneesmiddelen, kunsten hulpmiddelen, OTC-geneesmiddelen en overige drogisterijartikelen door middel van 13 apotheken. III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De gemelde operatie is neergelegd in een "Overeenkomst tot verkoop en overdracht van Theriak en de 14 Theriak-apotheken"[5] d.d. 3 april Op grond van deze overeenkomst zullen de aandeelhouders in TPP Participaties Rotterdam B.V. en de certificaathouders in TPP Beheer B.V. de aandelen

2 respectievelijk de certificaten aan Mediveen overdragen[6] en zal Coriopharma C.V. de activa en passiva[7] betreffende de exploitatie van tien nader genoemde apotheken aan Mediveen overdragen. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Mediveen uitsluitende zeggenschap zal verwerven over Theriak. 6. Betrokken ondernemingen zijn Mediveen en Theriak. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 8. Partijen geven aan dat de volgende markten door de concentratie worden benvloed: (i) de markt voor de detailhandel in producten en diensten door openbare apotheken, (ii) de markt voor de detailhandel in drogisterijartikelen, (iii) de markt voor de inkoop van door apotheken verstrekte zorg en (iv) de markt voor de groothandel in geneesmiddelen, medische kunst- en hulpmiddelen en aanverwante (logistieke) diensten. (i) De detailhandel in producten en diensten door openbare apotheken 9. Partijen geven aan dat een openbare apotheek in de regel een standaardpakket aan producten en diensten aanbiedt, in het bijzonder bestaande uit (a) op recept verkrijgbare middelen, (b) medische kunst- en hulpmiddelen, (c) OTC-geneesmiddelen, (d) een beperkt assortiment drogisterijartikelen, (e) medicatiebewaking, (f) voorlichting aan artsen, verpleegkundigen en patinten, (g) sorteer- en verpakkingsdiensten en aanverwante diensten.[8] De producten en diensten die openbare apotheken bieden vormen volgens partijen n markt onder meer gelet op de bijzondere wettelijke positie van apothekers en de producten die zij aanbieden alsmede gelet op de marktstructuur betreffende deze activiteiten.[9] 10. De producten en diensten die openbare apotheken leveren, moeten volgens partijen worden onderscheiden van de diensten die ziekenhuisapotheken aanbieden. De ziekenhuisapotheken verstrekken enkel geneesmiddelen aan ziekenhuispatinten welke kosten ten laste komen van het ziekenhuisbudget, aldus partijen. 11. Anders dan partijen stellen, kunnen ziekenhuisapotheken sinds de wijziging van artikel 13 van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening per 1

3 april 2000 ook geneesmiddelen aan patinten buiten het ziekenhuis leveren. Ook openbare apotheken kunnen op hun beurt geneesmiddelen leveren aan zorginstellingen en bepaalde ziekenhuizen. Het voorgaande kan er derhalve toe leiden dat er geen grond (meer) bestaat voor een onderscheid tussen de activiteiten van ziekenhuisapotheken enerzijds en openbare apotheken anderzijds. In het onderhavige geval kan het echter in het midden blijven of een onderscheid moet worden gemaakt naar de activiteiten van ziekenhuisapotheken enerzijds en de activiteiten van openbare apotheken anderzijds nu dat de materile beoordeling niet benvloedt (zie de punten 26 tot en met 30). 12. Een verder mogelijk onderscheid tussen openbare apotheken kan worden gemaakt naar (i) reguliere openbare apotheken, (ii) apotheekhoudende huisartsen en (iii) politheken.[10] Partijen zijn enkel actief op het segment van de reguliere openbare apotheken. De vraag of de detailhandel in producten en diensten door openbare apotheken nader moet worden onderscheiden naar de verschillende typen van openbare apotheken voornoemd kan in het midden worden gelaten nu dat de materile beoordeling niet benvloedt (zie de punten 26 tot en met 29). 13. Gelet op de bijzondere producten die apothekers aanbieden en gelet op de specifieke deskundigheid die voor het verstrekken van deze producten nodig is, ligt het voor de hand om "het mandje" van de producten en diensten die door apothekers worden verstrekt als n afzonderlijke markt voor de detailhandel in producten en diensten door openbare apotheken aan te merken.[11] Een argument hiervoor is onder meer dat voor de meeste producten en diensten die apotheken aanbieden[12] bijzondere wettelijke regels en waarborgen gelden. Het is evenwel niet uit te sluiten dat de distributie van de verschillende producten en diensten die apotheken aanbieden ieder voor zich verschillende markten vormen. In het onderhavige geval is het echter niet nodig om te onderzoeken of er sprake is van n markt voor de detailhandel in producten en diensten door openbare apotheken dan wel of de diverse producten en diensten ieder voor zich een aparte markt vormen nu dat de materile beoordeling niet benvloedt (zie punt 31). (ii) De detailhandel in drogisterijartikelen 14. Partijen geven aan dat Mediveen en Theriak een beperkt assortiment drogisterijartikelen aanbieden zoals OTC geneesmiddelen en vitaminepreparaten. Verwijzend naar het besluit 126/Internatio - Brocacef[13] concluderen partijen dat de distributie van deze artikelen door alle diverse kanalen (waaronder apotheken) tezamen n afzonderlijke markt vormt. 15. In het voorgaande is evenwel overwogen dat het voor de beoordeling van de onderhavige concentratie niet nodig is om te onderzoeken of de verschillende productgroepen die door apothekers worden verkocht ieder op zich afzonderlijke productmarkten vormen dan wel of gesproken moet worden van een mandje van producten en diensten die door apotheken worden aangeboden. Het is dan ook in het onderhavige geval niet nodig om een aparte markt voor de detailhandel in drogisterijartikelen af te bakenen nu dat de materile beoordeling niet benvloedt (zie punt 31). (iii) De inkoop door verzekeraars van door apotheken verstrekte producten en diensten 16. Partijen geven aan dat een apotheek een medewerkersovereenkomst

4 moet hebben gesloten met (een) zorgverzekeraar(s) teneinde op declaratiebasis de producten en diensten te kunnen verstrekken aan de verzekerden. Met verwijzing naar onder meer de zaken 1972/Amicon - Vrijgevestigd Fysiotherapeuten en 1570/Sanders - Amicon Zorgverzekeraar [14] concluderen partijen dat een aparte markt kan worden onderscheiden voor de inkoop van de door apotheken aangeboden producten en diensten door de zorgverzekeraars ten behoeve van de verzekerden. 17. Met partijen kan worden aangenomen dat de inkoopactiviteiten van de zorgverzekeraars van door apotheken verstrekte producten en diensten een aparte markt vormen. (iv) De groothandel in geneesmiddelen, medische kunst- en hulpmiddelen en aanverwante (logistieke) diensten. 18. Mediveen is, zoals aangegeven, onderdeel van de OPG groep. OPG groep is onder meer als groothandel in geneesmiddelen actief. Zij is een zogenaamde volgesorteerde groothandel hetgeen wil zeggen dat zij vrijwel complete assortimenten aan de afnemers kan aanbieden.[15] Theriak is als apotheek actief op detailhandelsniveau inzake deze producten zodat er een verticale relatie bestaat tussen de activiteiten van OPG groep enerzijds en Theriak anderzijds. 19. Voor de beoordeling van de onderhavige concentratie is het niet nodig om te beoordelen of er sprake is van n aparte markt voor de groothandel in geneesmiddelen, medische kunst- en hulpmiddelen en aanverwante (logistieke) diensten dan wel of een onderscheid moet worden gemaakt naar mogelijke markten voor alle verschillende aangeboden productgroepen nu dat de materile beoordeling niet benvloedt (zie de punten 34 tot en met 36). Voorts is het in het onderhavige geval niet nodig om te beoordelen of er aparte markten bestaan voor de volgesorteerde groothandel enerzijds en de nietvolgesorteerde groothandel anderzijds nu ook dat de materile beoordeling niet benvloedt (zie de punten 34 tot en met 36). Relevante geografische markten (i) De detailhandel in producten en diensten door openbare apotheken 20. Partijen geven aan dat de vraag naar de producten en diensten van apothekers vanuit de afnemers bezien lokaal is.[16] Daarbij speelt tevens de vergaande mate van automatisering en de koppeling van de automatische systemen van een apotheek met die van in de omgeving gevestigde huisartsen een rol. Partijen stellen zich evenwel op het standpunt dat niettemin sprake is van een nationale markt. Zij stellen in dit kader dat de structuur van vraag en aanbod in Nederland als gevolg van de wettelijke positie van de apotheek en de overheidsregulering in Nederland gelijk is. De concurrentievoorwaarden (waaronder de tarieven van de aangeboden diensten en zorg) zijn voor apotheken in heel Nederland gelijk, aldus partijen. Voorts geven partijen aan dat er veel landelijke of bovenregionaal opererende ketens van apotheken actief zijn en als zodanig ook hun beleid landelijk bepalen. 21. Uitgangspunt is dat de afnemers van de producten en diensten van apothekers lokaal vraag uitoefenen. Dit wordt, zoals partijen ook aangeven, versterkt door het systeem waarop de apothekers betaling voor de geleverde goederen en diensten ontvangen. Zoals aangegeven sluiten apothekers

5 medewerkersovereenkomsten met zorgverzekeraars en hebben zij nauwe contacten met andere zorgaanbieders (bijvoorbeeld huisartsen) uit de regio. Een en ander duidt eerder op een lokale dan een nationale markt voor het distribueren van producten en diensten door openbare apotheken.[17] Met partijen kan worden vastgesteld dat gelijke wettelijke regels op nationaal niveau gelden zoals de Wet Tarieven Gezondheidszorg.[18] Echter, in tegenstelling tot hetgeen partijen stellen, bieden deze regels wel degelijk ruimte voor concurrentie en differentiering al naar gelang de lokale of regionale omstandigheden, nu zij bijvoorbeeld niet in vaste maar enkel in maximumtarieven voorzien. 22. Voor de beoordeling van de onderhavige concentratie kan het in het midden blijven of er sprake is van een lokale, regionale of nationale markt voor de detailhandel in producten en diensten door openbare apotheken nu dat voor de materile beoordeling geen verschil maakt (zie de punten 26 tot en met 29). (ii) De inkoop door verzekeraars van door apotheken verstrekte producten en diensten 23. Partijen geven aan dat zorgverzekeraars voornamelijk zorg inkopen "in het eigen kerngebied". Dit leidt er toe dat de markt voor de inkoop van door apotheken verstrekte producten en diensten regionaal is, aldus partijen. 24. Met partijen kan worden aangenomen dat de inkoopactiviteiten van zorgverzekeraars met name zijn gericht op de gebieden waar hun verzekerden zijn gevestigd. Dit leidt ertoe dat deze activiteiten eerder een lokaal/regionaal karakter dan een nationaal karakter zullen hebben.[19] Het is voor de onderhavige beoordeling evenwel niet nodig om te bepalen of sprake is van een lokale, een regionale dan wel een nationale markt voor de inkoop door verzekeraars van door apotheken verstrekte producten en diensten nu dat de materile beoordeling niet benvloedt (zie punt 33). (iii) De groothandel in geneesmiddelen, medische kunst- en hulpmiddelen en aanverwante (logistieke) diensten. 25. Partijen geven aan dat de groothandels hun producten landelijk aanbieden hetgeen er volgens partijen toe leidt dat er sprake is van een landelijke markt voor de groothandel in geneesmiddelen, medische kunst- en hulpmiddelen en aanverwante (logistieke) diensten. In het onderhavige geval kan met partijen worden uitgegaan van een landelijke markt voor de groothandel in geneesmiddelen, medische kunst- en hulpmiddelen en aanverwante (logistieke) diensten. B. Gevolgen van de concentratie Horizontale relatie (i) De detailhandel in producten en diensten door openbare apotheken. 26. Er zijn in Nederland volgens partijen circa 2150 openbare apotheken, waarvan circa 1550 reguliere openbare apotheken, circa 600 apotheekhoudende huisartsen en 4 politheken.[20] De totale omzet van de in Nederland gevestigde openbare apotheken bedroeg in 2000 naar schatting van partijen NLG miljoen (voor een reguliere apotheek gemiddeld NLG 4,5

6 miljoen per jaar en voor een apotheekhoudende huisarts gemiddeld NLG 1,1 miljoen per jaar[21]). Er is geen reden om aan deze gegevens van partijen te twijfelen. Mediveen en Theriak beschikken tezamen over 103 reguliere openbare apotheken met een omzet van NLG [ ]* miljoen. Op een nationale markt zullen partijen derhalve een gezamenlijk marktaandeel hebben zowel in aantal apotheken als in omzet van minder dan [0-10]%, ongeacht of wordt uitgegaan van een markt voor openbare apotheken in het algemeen of dat nader onderscheid wordt gemaakt naar reguliere openbare apotheken. Indien het marktaandeel van de 59 onafhankelijke Extra Apotheken, (zie punt 2) tevens bij de beoordeling zouden worden betrokken[22] blijft het gezamenlijke marktaandeel van partijen in Nederland lager dan 15%. 27. Van de 13 over te nemen apotheken zijn er 10 gevestigd in Zuid-Limburg (de regio ten zuiden van Sittard en Born) en 3 in Rotterdam. Zuid-Limburg telt 79 reguliere openbare apotheken en partijen schatten het aantal apotheekhoudende huisartsen op circa 20. Van het totaal aantal van circa 99 apotheken in Zuid-Limburg worden er 17 door partijen gexploiteerd met een gezamenlijke omzet van NLG [ ] miljoen. Uitgaande van een regionale markt bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van partijen zowel naar aantal gexploiteerde apotheken als naar omzet en zowel indien wordt gekeken naar alle openbare apotheken als indien uitsluitend wordt gekeken naar de reguliere openbare apotheken in Zuid-Limburg minder dan [20-30]%. In Zuid- Limburg zijn 4 Extra Apotheken, waarvan 1 Mediveen-apotheek, gevestigd. Indien het marktaandeel van de 3 Extra Apotheken tevens zou worden meegerekend, is het gezamenlijke marktaandeel van partijen in Zuid-Limburg circa [20-30]%. 28. In Rotterdam zijn circa 68 apotheken gevestigd, waarvan geen apotheekhoudende huisartsen. Door partijen worden in Rotterdam 9 apotheken gexploiteerd met een gezamenlijke omzet van NLG [ ] miljoen. Uitgaande van een regionale markt bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van partijen zowel naar aantal gexploiteerde apotheken als naar omzet en zowel indien wordt gekeken naar alle openbare apotheken als indien uitsluitend wordt gekeken naar de reguliere openbare apotheken in Rotterdam minder dan [10-20]%. In Rotterdam zijn 3 Extra Apotheken, die tevens Mediveen-apotheek zijn, gevestigd. Het maakt voor het gezamenlijke marktaandeel van partijen derhalve niet uit of de Extra Apotheken al dan niet worden meegerekend. 29. De over te nemen apotheken van Theriak zijn gevestigd in Bocholtz, Heerlen, Landgraaf, Schinveld, Simpelveld en Rotterdam. In Heerlen, Landgraaf en Rotterdam zijn naast de Mediveen en Theriak apotheken ook onafhankelijke apotheken actief. In zowel Bocholtz, Schinveld als Simpelveld is slechts n apotheek gevestigd; de overname van de apotheken in deze plaatsen door Mediveen heeft niet tot gevolg dat een wijziging optreedt in deze feitelijke situatie. Het is derhalve niet aannemelijk dat als gevolg van de onderhavige concentratie op een mogelijk lokale markt voor detailhandel in producten en diensten door openbare apotheken een economische machtspositie ontstaat of wordt versterkt. 30. Ongeveer 14% van de totale omzet van geneesmiddelen in Nederland wordt behaald door de ruim 300 ziekenhuisapotheken.[23] Indien ziekenhuisapotheken tot dezelfde markt gerekend zouden worden als openbare apotheken dan neemt het gezamenlijke marktaandeel van partijen, onafhankelijk van de geografische afbakening van de markt, derhalve af.

7 31. Indien nader onderscheid gemaakt zou worden naar de verschillende producten (zie punt 9) die apotheken aanbieden, dan neemt het gezamenlijke marktaandeel van partijen niet toe. Apotheken bieden in Nederland alle ongeveer een gelijk assortiment aan. Bovendien ondervinden partijen wat betreft het aanbieden van bijvoorbeeld drogisterijartikelen concurrentie van drogisten, warenhuizen, supermarkten etc. 32. Voorts is van belang dat apotheken tegenwicht ondervinden van de zorgverzekeraar die in de betreffende regio[24] met name actief is. Gelet op het voorgaande is het niet aannemelijk dat als gevolg van de onderhavige transactie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt op een Nederlandse markt of een deel daarvan wat betreft de detailhandel in producten en diensten door openbare apotheken. (ii) De inkoop door verzekeraars van door apotheken verstrekte producten en diensten 33. De positie van de zorgverzekeraars wordt weerspiegeld in de positie van de afnemers van producten en diensten van openbare apotheken nu deze afnemers verzekerd zullen zijn bij de zorgverzekeraars. Wat betreft de gevolgen van de onderhavige transactie op de inkoop door verzekeraars van door apotheken verstrekte producten en diensten kan worden verwezen naar hetgeen is overwogen in de punten 26 tot en met 31 nu de gevolgen van de onderhavige concentratie voor de verzekeraars gelet op voornoemde relatie niet wezenlijk verschillen van de gevolgen voor de afnemers van producten en diensten van openbare apotheken. Verticale relatie (iii) De markt voor de groothandel in geneesmiddelen, medische kunst- en hulpmiddelen en aanverwante (logistieke) diensten. 34. Partijen geven aan dat voor de groothandelsactiviteiten in geneesmiddelen en medische kunst- en hulpmiddelen een vergunning van overheidswege is vereist. Er zijn in Nederland volgens partijen 360 ondernemingen met een dergelijke groothandelsvergunning. Ten minste 4 van deze ondernemingen met een gezamenlijk marktaandeel van ruim 70% op het gebied van geneesmiddelen, zijn volgesorteerd.[25] Het marktaandeel van OPG wat betreft de groothandel in geneesmiddelen, medische kunst- en hulpmiddelen en aanverwante (logistieke) diensten bedraagt volgens partijen 30%. In de media is een marktaandeel van OPG, "de grootste farmagroothandel van Nederland" van meer dan 35% genoemd.[26] Partijen schatten het marktaandeel van de twee naaste concurrenten op 21% voor Interpharm en 18% voor Brocacef. Er is geen reden om aan de opgave van partijen te twijfelen. 35. Geneesmiddelen en kunst- en hulpmiddelen worden in Nederland voor het grootste gedeelte (90-95%) via groothandels ingekocht, aldus partijen. In de meeste gevallen kopen de apotheken bij meerdere groothandels in waarvan er dan vaak ten minste n volgesorteerd is. 36. Op grond van de overgelegde gegevens zou de positie van OPG op de groothandelsmarkt in geneesmiddelen, medische kunst- en hulpmiddelen en aanverwante (logistieke) diensten maximaal met 1% kunnen toenemen. Ondanks de sterke positie van OPG is niet te verwachten dat als gevolg van

8 deze concentratie marktafsluitende effecten kunnen optreden. Immers aan de groothandelszijde zijn geen belangrijke veranderingen als gevolg van de onderhavige transactie te verwachten en aan de verkoopzijde blijven voldoende onafhankelijke apotheken actief. VI. CONCLUSIE 37. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 38. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 14 mei 2001 w.g. A.W. Kist Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus50951, 3007 BM Rotterdam [1] OPG Groep N.V. heeft als aandeelhouders een aantal particuliere (m.n. apothekers) en institutionele beleggers waaronder ING Groep met een belang van 6,5%. Voor zover bekend hebben de overige aandeelhouders kleinere deelnames. [2] OTC staat voor over the counter. Met OTC-geneesmiddelen worden nietreceptgeneesmiddelen bedoeld. [3] De aandelen in TPP Participaties Rotterdam B.V. zijn, al dan niet via persoonlijke vennootschappen, in handen van zes particulieren die alle actief zijn als apothekers. [4] De aandelen in TPP Beheer B.V. zijn gecertificeerd. De certificaten zijn, al dan niet via persoonlijke vennootschappen, in handen van zes particulieren die

9 alle actief zijn als apothekers. [5] Partijen geven aan dat Theriak dertien apotheken exploiteert. De veertiende apotheek wordt gexploiteerd door een derde die contractueel met Theriak is verbonden. Deze veertiende apotheek maakt geen onderdeel uit van de gemelde transactie. [6] Dit betreft de exploitatie van drie apotheken. [7] Hiertoe behoort tevens een participatie van 50% in Kapindis B.V., een coperatieve joint venture met VOF Schijndelse Apotheken. Kapindis verleent (ten behoeve van vrijwel uitsluitend haar eigen aandeelhouders) ondersteunende diensten op het gebied van het verpakken van geneesmiddelen. [8] Partijen geven aan dat de activiteiten betreffende geneesmiddelen sterk zijn gereguleerd, zowel wat de producten zelf betreft als de personen (apothekers) die ze op de markt distribueren. De titel "apotheker" is ingevolge de Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG) voorbehouden aan personen die aan bepaalde opleidingseisen voldoen en vervolgens zijn ingeschreven in het daartoe strekkende register. [9] Een apotheek dient een zogenaamde medewerkersovereenkomst aan te gaan met n of meer zorgverzekeraar(s) teneinde op declaratiebasis receptgeneesmiddelen te kunnen verstrekken aan de verzekerden. [10] Partijen definiren een politheek als een in een ziekenhuis gevestigde apotheek die voor het publiek toegankelijk is. [11] Zie ook het besluit van 29 december 1998 in zaak 1165/ANOZ-ANOVA- ZAO, punt 37. [12] Partijen geven aan dat uit cijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) blijkt dat gemiddeld 85% van de omzet van een openbare apotheek wordt gegenereerd met de verkoop van op recept verkrijgbare geneesmiddelen, gemiddeld 10% met medische kunst- en hulpmiddelen en de resterende 5% met de verkoop van OTC-geneesmiddelen en overige drogisterijartikelen. [13] Besluit van 9 april 1998 in zaak 126/Internatio - Brocacef. [14] Besluiten van 15 december 2000 in de zaken 1972/Amicon - Vrijgevestigd fysiotherapeuten en 1570/Sanders Amicon Zorgverzekeraar. [15] De niet-volgesorteerde groothandelaren bieden enkel een bepaald soort producten aan of verkopen enkel de meest gevraagde producten. [16] Partijen verwijzen in dit kader naar het besluit van 20 april 2000 in zaak 995/Organisatie van Nederlandse Tandprothetici - Zorgverzekeraars en naar het besluit van 5 maart 2000 in zaak 2324/Amicon - Het Anker. [17] Ook de bestuursvoorzitter van OPG, de heer J. Blom, gaat er volgens een bericht in de Volkskrant van 5 mei 2001 vanuit dat sprake is van een kleinere dan nationale markt.

10 [18] En de op basis daarvan gegeven tariefbeschikkingen van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. [19] Zie ook het besluit van 15 december 2000 in zaak 590/Amicon Zorgverzekeraar - Vrijgevestigd fysiotherapeut en het besluit van 11 april 2001 in zaak 537/Landelijke Huisartsen Vereniging. [20] Deze cijfers worden op hoofdlijnen bevestigd door de publicatie van F. van Bockel, "De farmaceutische bedrijfskolom", Woerden, 22 oktober [21] Partijen baseren zich op de SFK-publicatie "Data en Feiten 2000". * In deze openbare versie van het besluit zijn vertrouwelijke gegevens verwijderd of weergegeven door middel van een bandbreedte; dit is aangegeven met vierkante haken. [22] Partijen geven aan dat de economische activiteiten van de onafhankelijke franchisenemers niet bij de beoordeling moeten worden betrokken nu er sprake is van een zogenaamd soft-franchisecontract. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of de relatie franchisegever-franchisenemer zodanig is dat de activiteiten van de onafhankelijke franchisenemers bij de beoordeling van de onderhavige concentratie moeten worden betrokken. [23] Zoals reeds is aangegeven, wordt 90% van de omzet van een openbare apotheek gegenereerd met de verkoop van geneesmiddelen. [24] Partijen geven in dit kader aan dat in de regio Zuid-Limburg met name CZ actief is en in Rotterdam met name Zilveren Kruis. [25] Dat zijn OPG, Interpharm, Brocacef en Euromedica. [26] Bericht in de Volkskrant van 5 mei 2001 naar aanleiding van een gesprek met de bestuursvoorzitter van OPG, de heer J. Blom. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.