BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie

1 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1257 / Airtours - Traveltrend I. MELDING 1. Op 1 maart 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Parkway Holdings B.V., een dochteronderneming van de Airtours Groep, voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Traveltrend Holding B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 42 van 2 maart Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Parkway Holdings B.V. (hierna: Parkway) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij maakt deel uit van de Airtours Groep. Het moederbedrijf, Airtours Plc, is een beursgenoteerde vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk. De Nederlandse activiteiten van Airtours Groep zijn ondergebracht in dochterondernemingen van Parkway, te weten Eurosites B.V., Sunair International B.V., Unitravel Beheer B.V. en Vakantie Toppers B.V. 3. Parkway is de belangrijkste overzeese investeringsmaatschappij van Airtours Groep. Airtours Groep is via haar dochterondernemingen actief op het gebied van het organiseren en verkopen van toeristische reizen en het verrichten van de daarmee samenhangende diensten. 4. Traveltrend Holding B.V. (hierna: Traveltrend) is een besloten vennootschap naar Nederlandse recht. Zij heeft als aandeelhouders De Jong Intra Beheer B.V. ( hierna: De Jong), Schaerenburgh B.V. en de Nederlandse Vereniging "Weerzien Overzee" (hierna: de NVWO). Dochterondernemingen van Traveltrend zijn Travel Trend B.V., Trend Reizen B.V. en Business Trend B.V. 5. Traveltrend is via haar dochterondernemingen actief op het gebied van het organiseren van toeristische en zakelijke reizen en het bemiddelen van reizen van andere touroperators, alsmede op het gebied van de inkoop en verkoop van vluchten voor reisbureaus ("consolidating"). III. DE GEMELDE OPERATIE

2 6. De gemelde operatie houdt volgens het "Share Purchase Agreement" van 12 februari 1999 in dat de huidige aandeelhouders van Traveltrend hun gehele aandelenpakket aan Parkway zullen overdragen. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 6, omschreven transactie leidt er toe dat Parkway uitsluitende zeggenschap in Traveltrend zal verkrijgen. 8. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Airtours Groep en Traveltrend. 9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 10. Uit de melding blijkt dat de activiteiten van bij de voorgenomen concentratie betrokken partijen overlappen op het gebied van het organiseren van toeristische reizen. 11. Ten aanzien van het organiseren van reizen kan een onderscheid worden gemaakt tussen het organiseren van toeristische reizen enerzijds en zakelijke reizen anderzijds[1]. Toeristische reizen zijn meestaal pakketten die bestaan uit transport en accommodatie, samengesteld en aangeboden door een touroperator. Bij zakelijke reizen worden daarentegen transport en accommodatie afzonderlijk geboekt, omdat de behoeften van zakelijke reizigers te heterogeen zijn en derhalve op dit gebied geen pakketten worden aangeboden. Zakelijke reizen zijn in het algemeen duurder dan toeristische reizen. Aangezien Parkway geen zakelijke reizen aanbiedt, kan deze markt buiten beschouwing blijven. [11] Zie in dit verband NMa-besluit in zaak 1107/TUI - Panta, van 28 oktober Met betrekking tot het organiseren van toeristische reizen zijn er verschillende typen reizen zoals lange en korte vakanties, reizen in groepsverband of individueel, avontuurlijke reizen, zon-en-strandvakanties, wintersportvakanties e.d.. Parkway richt zich hoofdzakelijk als touroperator op korte-afstandreizen (binnen Europa) en in kleinere mate op langeafstandreizen. Traveltrend is specialist in lange-afstandreizen. Volgens partijen zijn er twee afzonderlijke markten, een voor lange-afstandreizen en een andere voor korte-afstandreizen. In de onderhavige zaak kan in het

3 midden blijven of de markt voor het organiseren van toeristische reizen verder onderverdeeld moet worden in bijvoorbeeld lange- en korte-afstandreizen, omdat dit voor de uiteindelijke beoordeling van de voorgenomen concentratie niet relevant is (zie punt 17). 13. Traveltrend houdt zich voorts bezig met zogenaamde consolidatingactiviteiten. Hieronder wordt verstaan de inkoop van vluchten direct bij luchtvaartmaatschappijen en de doorverkoop aan reisagenten. Deze verkopen de vluchten vervolgens aan de individuele klant. Voor deze activiteit is een zogenaamde IATA-vergunning vereist. Zoals uit de door partijen verstrekte gegevens blijkt, beschikken de meeste touroperators en grote reisbureaus zelf over een IATA-vergunning en boeken dus ook zelf de vluchten ten behoeve van hun klanten. Traveltrend is derhalve actief als bemiddelaar voor zulke reisbureaus die zelf niet over een IATA-vergunning beschikken. Gelet op het feit dat de IATA-vergunning waarover de Parkway-dochter Unitravel beschikt, uitsluitend wordt gebruikt voor het boeken van vluchten voor door Unitravel georganiseerde reizen, is er ten aanzien van de bemiddelingsactiviteit voor derden geen overlap. In onderhavige zaak kan derhalve in het midden blijven of de consolidating-activiteiten een afzonderlijke markt vormen. Relevante geografische markt 14. Naar de mening van partijen is de markt voor de organisatie van toeristische reizen nationaal. Volgens partijen verkopen touroperators (in casu uitsluitend via reisbureaus en Postkantoren) over het algemeen geheel verzorgde reizen met een bepaald land van vertrek, waarbij de marketingactiviteiten dan ook gericht zijn op dit land. Ook vanuit het oogpunt van de consument bestaat er veelal een voorkeur voor een nationale aanbieder. Hierdoor kunnen extra kosten worden voorkomen bij het bereiken van het vertrekpunt van de reis, maar ook taal- en andere communicatieproblemen. 15. Met partijen kan worden aangenomen dat de huidige kenmerken van de markt voor de organisatie van toeristische reizen wijzen op een markt van nationale aard[2]. [2] Zie ook in dit verband NMa-besluit in zaak 1107/TUI - Panta, van 28 oktober Voorts kan voor de geografische marktafbakening naast het vertrekpunt van de reis ook de bestemming van de reis van belang zijn. Partijen zijn beiden actief als aanbieder van lange-afstandreizen naar de bestemmingen Azi, Australi/Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika. In onderhavige zaak kan in het midden blijven of een onderscheid naar bestemmingen noodzakelijk is omdat het voor de uiteindelijke beoordeling niet van belang is (zie punt 17). B. Gevolgen van de concentratie 17. Op de markt voor het organiseren van toeristische reizen in Nederland bereiken partijen een gezamenlijk marktaandeel van beneden de 15%. Indien wordt gekeken naar de positie van partijen op de nauwere markt voor het organiseren van lange-afstandreizen, blijft het gezamenlijke marktaandeel ook beneden de 15% in Nederland. Dit geldt ook als de markt voor langeafstandreizen verder onderverdeeld wordt naar de bestemmingen Azi, Australi/Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika. Op de markt voor korte-afstandreizen bestaat er in Nederland geen overlap. 18. Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat er geen reden

4 is om aan te nemen dat door de voorgenomen concentratie op de bovengenoemde markten een economische machtspositie zal ontstaan of worden versterkt. VI. NEVENRESTRICTIES 19. Partijen hebben zich op het standpunt gesteld dat de volgende twee restricties in de 'Share Purchase Agreement' van 12 februari 1999 als nevenrestricties moeten worden beschouwd: a. De huidige bestuurder van Traveltrend Holding BV., dhr. Kleermaeker, en n van de verkopende partijen waarvan dhr. Kleermaeker eigenaar is, Schaerenburgh B.V., zullen zich gedurende een periode van 5 jaar na voltooiing van de transactie onthouden van betrokkenheid bij activiteiten die concurreren met activiteiten van Traveltrend. b. Alle drie verkopende partijen en dhr. Kleermaeker zullen geen werknemers bij Traveltrend weglokken. 20. Ten aanzien van het bovenstaande kan met partijen worden aangenomen dat de genoemde concurrentiebedingen, voor zover zij beperkt zijn tot een periode van vijf jaar en in geografisch opzicht niet verder gaan dan het gebied waarin Traveltrend thans actief is, rechtstreeks verbonden zijn aan de concentratie en noodzakelijk voor haar verwezenlijking. VII. CONCLUSIE 21. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 22. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 23. Gelet op de overwegingen in de punten 19 en 20 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 19 omschreven clausules overeenkomsten vormen als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomsten. Datum: w.g. A.W. Kist

5 Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.