Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie

1 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2014/HIM Furness - PMK Holding I. MELDING 1. Op 14 juli 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat HIM Furness N.V. en PMK Holding B.V. voornemens zijn een gemeenschappelijke onderneming tot stand te brengen, in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 137 van 19 juli Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. PMK Holding Bunschoten B.V.[1] (hierna: Koops) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Koops is actief in de handel in personen- en bedrijfsautos, alsmede reparaties en onderhoud. Tevens is zij actief op het gebied van transport en leasing. 3. Furness Automotive B.V. (hierna: Furness) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Furness is actief in de handel in personen- en bedrijfsautos, alsmede reparatie en onderhoud. Furness is een 100%- dochteronderneming van HIM Furness N.V. (hierna HIM Furness). Deze onderneming is eveneens actief op het gebied van logistieke dienstverlening. III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De gemelde operatie behelst het onderbrengen van de automotiveactiviteiten van zowel Furness als Koops Holding N.V.[2], in een nieuw op te richten vennootschap Koops Furness N.V. (hierna: Koops Furness). 66,67% van de aandelen in Koops Furness zal worden gehouden door Koops, 8,33% door HIM Furness en 25% door de Onderlinge Waarborgmaatschappij Transvemij U.A.(hierna: Transvemij), een financile investeerder. Het voornemen van partijen is neergelegd in een fusiememorandum gedateerd 8 juni Een en ander is aangepast en aangevuld in een memorandum van de advocaat van partijen van 24 augustus 2000, welke door partijen is ondertekend.

2 IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT Standpunt van partijen 5. Partijen hebben aangegeven dat sprake zal zijn van gezamenlijke zeggenschap van Koops en HIM Furness over Koops Furness nu laatstgenoemde, aldus partijen in belangrijke mate zal worden geregeerd door het gezamenlijk overeengekomen strategieplan. Voorts geven partijen aan dat de statuten van Koops Furness zullen worden ingericht in overeenstemming met de artikelen 2: Burgerlijk Wetboek. Het volledige structuurregime zal derhalve van toepassing zijn. De Raad van Commissarissen zal bestaan uit personen die als vertegenwoordiger van de respectievelijke aandeelhouders, HIM Furness, Koops en Transvemij, kunnen worden aangemerkt. De vierde commissaris zal door de werknemers van Koops Furness worden aangewezen. Besluiten door de Raad van Commissarissen worden genomen met een volstrekte meerderheid van de stemmen. Het bestuur van Koops Furness zal aanvankelijk bestaan uit drie leden, waarvan er twee worden voorgedragen door HIM Furness en n door Koops. Toekomstige bestuurders worden benoemd door de Raad van Commissarissen. De benoeming van toekomstige commissarissen zal geschieden volgens het in de wet geregelde systeem van coptatie. Besluiten van de algemene vergadering van aandeelhouders worden in beginsel met een volstrekte meerderheid van stemmen genomen. 6. Op grond van het bovenstaande stellen partijen zich op het standpunt dat Koops en HIM Furness gezamenlijke zeggenschap over Koops Furness zullen verkrijgen. 7. Voor het geval dat de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit (hierna ook: d-g NMa) dit standpunt niet zou delen, stellen partijen dat, wegens toepassing van het structuurregime, geen van de aandeelhouders in staat zal zijn om uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap over Koops Furness uit te oefenen. Partijen onderbouwen dit onder meer met de stelling dat in de toekomst niet zeker is dat vertegenwoordigers van partijen in de Raad van Commissarissen zitting zullen hebben. Voorts geven zij aan dat de Raad van Commissarissen uitsluitend het belang van Koops Furness en niet dat van de aandeelhouders mag behartigen. Beoordeling 8. Met partijen kan worden vastgesteld dat het structuurregime in beginsel formeel tot gevolg heeft dat belangrijke beslissingsbevoegdheden binnen Koops Furness in handen worden gelegd van de Raad van Commissarissen. Dit leidt evenwel niet tot de conclusie dat Koops, die 66,67% van de aandelen van Koops Furness in handen krijgt, niet in staat zal zijn om een beslissende invloed, in de zin van artikel 26 van de Mededingingswet uit te oefenen op de activiteiten van Koops Furness, met name waar het gaat om strategische beslissingen ten aanzien van de activiteiten. Volgens de Memorie van Toelichting bij de Mededingingswet is het voor het verkrijgen van zeggenschap in de zin van dit artikel niet vereist dat er invloed ontstaat op de dagelijkse gang van zaken in de onderneming. In beginsel is het voldoende dat invloed wordt verkregen op het beleid dat op lange termijn wordt gevoerd.[3] Voorts is het niet van belang of de zeggenschap ook daadwerkelijk door de aandeelhouder wordt uitgeoefend. Het gaat erom dat de zeggenschap

3 potentieel aanwezig is. 9. Naar huidige inzichten kan een structuurregime niet leiden tot een situatie waarin het bestuur en de Raad van Commissarissen zich volledig onafhankelijk opstellen van de grootaandeelhouder.[4] Immers, uitgangspunt is dat zowel het bestuur als de commissarissen het vertrouwen van de grootaandeelhouder moeten hebben. Aangenomen moet worden dat de Raad van Commissarissen niet blijvend voorbij zal kunnen gaan aan de wil van de grootaandeelhouder. De grootaandeelhouder beschikt, ongeacht de belemmeringen die uit het structuurregime voortvloeien, de facto over verschillende mogelijkheden om de gang van zaken in de onderneming te benvloeden en het bestuursbeleid, zo zij dat noodzakelijk acht, te frustreren. 10. Partijen hebben geen feiten of omstandigheden gesteld die kunnen wijzen op een andere situatie dan hierboven geschetst. Het is derhalve aannemelijk dat het bestuur en de commissarissen van Koops Furness zich zullen richten naar het beleid dat Koops wenselijk acht, in de wetenschap dat Koops, eventueel op de langere termijn over (indirecte) middelen beschikt, waaronder financile, om het beleid van Koops Furness naar haar hand te zetten. Dit in aanmerking genomen, is het aannemelijk dat Koops, ondanks het structuurregime, in staat zal zijn om een beslissende invloed uit te oefenen op de strategische besluitvorming van Koops Furness. 11. Gelet op het bovenstaande dient de gemelde operatie te worden gekwalificeerd als een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. 12. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Koops en Furness. 13. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 14. In eerdere besluiten van de d-g NMa is een onderscheid gemaakt in de volgende markten voor de detailhandel in nieuwe en gebruikte autos: a. de markt voor personenautos, onderdelen, accessoires, onderhoud en reparaties, b. de markt voor lichte bedrijfsautos, onderdelen, accessoires, onderhoud en reparaties, c. de markt voor vrachtwagens, onderdelen, accessoires, onderhoud en reparaties.[5]

4 15. Aangenomen kan worden dat de marktpositie van partijen op het gebied van onderdelen, accessoires, onderhoud en reparaties een afgeleide is van hun positie op het gebied van de verkoop van autos.[6] Derhalve zal hierop niet afzonderlijk worden ingegaan. 16. In het midden kan worden gelaten of er een onderscheid zou moeten worden gemaakt tussen nieuwe en gebruikte autos, aangezien de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie de punten 19 en 20). Relevante geografische markten 17. In eerdere besluiten[7] is reeds opgemerkt dat afnemers van personenautos en lichte bedrijfswagens in de meeste gevallen voor een dealer nabij hun woonplaats zullen kiezen. Voor de onderhavige zaak kan evenwel in het midden blijven of de markt voor personenautos etc. en die voor lichte bedrijfsautos etc. lokaal, regionaal of landelijk is, omdat de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie de punten 19 en 20). 18. In eerdere besluiten[8] werd opgemerkt dat afnemers van vrachtwagens doorgaans ondernemingen zijn. Voor deze ondernemingen is de aanschaf van een vrachtwagen een investeringsbeslissing, waarvoor het bedrijfseconomisch interessant is om ook buiten de eigen regio offertes aan te vragen. Dit leidt ertoe dat de regionale markt voor vrachtwagens et cetera waarschijnlijk ruimer zal zijn dan de regionale markt voor personenautos et cetera en lichte bedrijfsautos et cetera. De exacte geografische afbakening van deze markt kan evenwel in het midden blijven omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed(zie de punten 19 en 20). B. Gevolgen van de concentratie Detailhandel in personenautos, lichte bedrijfswagens en vrachtwagens etc. 19. Voor wat betreft de handel in personenautos, lichte bedrijfswagens en vrachtwagens zijn de gevolgen van deze concentratie voor de mededinging beperkt. Dit geldt zowel indien op nationaal niveau, als op lokaal/regionaal niveau naar de gevolgen zou worden gekeken. Enkel op het gebied van de detailhandel in personenautos bestaat er een overlap van de activiteiten van partijen in de regios Utrecht en Zeist. Uit de door partijen verstrekte gegevens blijkt evenwel dat partijen op zowel nationaal als lokaal/regionaal niveau gezamenlijke marktaandelen hebben van minder dan 10%. 20. Er is derhalve geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of versterkt worden, die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. VI. CONCLUSIE 21. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de

5 Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 22. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 22 september 2000 w.g. A.W. Kist Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam [1] Door partijen ook wel aangeduid als PMK Holding B.V. [2] Koops Holding N.V. is een 100%-dochtervennootschap van Koops. Deze vennootschap heeft haar activiteiten opgesplitst in vier divisies en ondergebracht in verschillende dochtervennootschappen. De divisies worden nu ingebracht in de nieuwe entiteit met uitzondering van (de activiteiten van) de dochtervennootschap Koops Transport Holding B.V. [3] Biesheuvel, Daalder en Van Breugel, Mededingingsrecht, Sdu 1998, p [4] Zie bijvoorbeeld het Rapport van de Commissie Peters, Corporate Governance, 1996, onder meer par [5] Zie onder meer zaak 1611/Koops BSO en VLF, besluit van 6 december [6] Zie ook zaak 2045/Pon Holdings ROBA Almelo, besluit van 24 augustus 2000, punt 13. [7] Zie onder meer zaak 1611/Koops BSO en VLF, reeds aangehaald. [8] Zie noot 4.

6 Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.