Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie

1 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1674/Hans Verkerk - Horn Keuken en Bad/Horn Keukens Belgi I. MELDING 1. Op 2 december 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Holding Hobbycentrum Hans Verkerk B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over twee dochterondernemingen van Horn Beheer B.V., te weten Horn Keuken en Bad B.V. en NV Horn Keukens Belgi. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 237 van 8 december Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Holding Hobbycentrum Hans Verkerk B.V. is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Enig aandeelhouder van Holding Hobbycentrum Hans Verkerk B.V. is G.J. Verkerk B.V. (hierna: Verkerk), die daarmee aan het hoofd staat van de Verkerk-groep. Deze groep voert (groot)handelsactiviteiten uit voor bouwmaterialen, voert timmer- en installatiewerken uit, oefent het aannemers-, water- en gasfittersbedrijf uit, is actief in de jachtbouw, ontwikkelt en levert automatiseringsproducten en -diensten, adviseert en bemiddelt bij het verstrekken van leningen en hypotheken en het afsluiten van verzekeringen en is actief in de handel in keukens en sanitaire artikelen. 3. Horn Keuken en Bad B.V. is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. NV Horn Keukens Belgi (hierna tezamen met Horn Keuken en Bad B.V.: Horn) is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht. Enig aandeelhouder in Horn is Horn Beheer B.V. (hierna: Horn Beheer). Horn voert handelsactiviteiten uit in zowel de keukenbranche als de badkamerbranche. III. DE GEMELDE OPERATIE 4. Zoals blijkt uit de Koopovereenkomst van aandelen van 2 december 1999 betreft de gemelde operatie de overdracht van het volledige geplaatste en uitstaande aandelenkapitaal van Horn door Horn Beheer aan Holding Hobbycentrum Hans Verkerk B.V. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Verkerk uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Horn.

2 6. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Verkerk en Horn. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. 8. Op 28 december 1999 hebben partijen de gemelde concentratie tot stand gebracht. Hiervan is rapport opgemaakt in de zin van artikel 77 van de Mededingingswet, in verband met een overtreding van artikel 34 van de Mededingingswet. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten Standpunt van partijen 9. Partijen geven aan dat de betrokken ondernemingen gezamenlijk actief zijn op het gebied van verkoop van keukens, zowel als geheel als wat betreft de verkoop van de mogelijke onderdelen van keukens. Voorts zijn partijen eveneens gezamenlijk actief op het gebied van de verkoop van badkamersanitair zowel als n geheel als voor wat betreft de mogelijke onderdelen van badkamersanitair. Beoordeling 10. Met partijen kan worden aangenomen dat er een markt is voor de wederverkoop van keukens alsmede voor de wederverkoop van badkamersanitair. Het is mogelijk dat deze markten moeten worden onderverdeeld naar mogelijke deelmarkten, voor wat betreft de wederverkoop van de mogelijke onderdelen van keukens en badkamersanitair.[1] 11. Evenwel kan de exacte afbakening van de markt naar een markt voor de distributie van badkamersanitair als n geheel, dan wel voor de respectievelijke losse badkameronderdelen in het midden worden gelaten, nu dit de materile beoordeling niet benvloedt. Ook voor wat betreft de eventuele deelmarkten voor de mogelijke keukenonderdelen, naast de markt voor de wederverkoop van keukens als n geheel, kan de precieze afbakening in het midden worden gelaten nu dit de uiteindelijke beoordeling niet benvloedt. Relevante geografische markten Standpunt van partijen 12. Partijen geven aan dat zowel de markt voor de verkoop van (onderdelen van) badkamersanitair als de markt voor de verkoop van keuken(onderdelen) nationaal is. Zij voeren aan dat zij de producten in geheel Nederland aanbieden en daarbij concurrentie ondervinden van andere, landelijk opererende, ondernemingen. Daarnaast onderscheiden partijen een regionale markt waarop volgens partijen de zelfstandige wederverkopers actief zijn.

3 Beoordeling 13. De relevante geografische markt heeft regionale dan wel lokale kenmerken door de zogenaamde catchment area (de afstand die de consument bereid is af te leggen om genoemde producten te kopen) van de individuele aanbieders van keukens en keukenonderdelen alsmede badkamersanitair en onderdelen van badkamersanitair.[2] Vele concurrentieparameters op de markten voor de wederverkoop van keukens en keukenonderdelen alsmede badkamersanitair en onderdelen van badkamersanitair zoals productassortiment, kwaliteit en herkomst assortiment, worden op landelijk niveau bepaald. Dit komt mede door het feit dat op landelijk niveau met andere marktpartijen die eveneens een landelijke spreiding hebben zoals Brugman en Siematic wordt geconcurreerd. Voor de beoordeling van de onderhavige concentratie kan een precieze afbakening van de geografische markt naar een nationale dan wel een regionale of lokale markt in het midden worden gelaten nu dit de materile beoordeling niet benvloedt. B. Gevolgen van de concentratie 14. Partijen hebben aangegeven dat de landelijke markt voor wederverkoop van keukens een omvang heeft van circa NLG 3,8 miljard. Op deze markt heeft Verkerk een marktaandeel van [0 10%][3], terwijl het marktaandeel van Horn op deze markt door partijen op [0 10%] wordt geschat. 15. Daarnaast hebben partijen gemeld dat de detailhandelsomzet[4] op het gebied van badkamersanitair in Nederland circa NLG 1,6 miljard bedraagt. Partijen hebben voorts aangegeven dat zij ieder afzonderlijk een omzet van circa [..] miljoen realiseren op deze markt, hetgeen tot een gezamenlijk marktaandeel van [0 10%] leidt. 16. Indien wordt uitgegaan van afzonderlijke markten voor de verschillende onderdelen waaruit keukens en badkamersanitair bestaan, dan ondervinden partijen naast de andere aanbieders van keukens en badkamersanitair directe concurrentie van bijvoorbeeld bouwmarkten. 17. Indien wordt uitgegaan van lokale markten dan zijn partijen gezamenlijk actief in de volgende plaatsen: Maastricht, Sittard, Roermond, Venlo, Tilburg, Roosendaal, Rotterdam, Delft, Utrecht, Amersfoort, Apeldoorn en Emmen. In deze plaatsen zijn ten minste twee oplopend tot ruim tien andere aanbieders, waaronder nationaal opererende concurrenten zoals Brugman naast partijen op het gebied van de verkoop van zowel keukens als badkamers actief. Het is niet aannemelijk dat er op deze eventuele lokale markten door de concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt. 18. Indien wordt uitgegaan van regionale markten[5] dan zijn partijen gezamenlijk actief in de volgende agglomeraties: Eindhoven (Eindhoven en Son), Breda (Breda en Oosterhout), Rotterdam (Capelle, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen), Amsterdam (Zaandam, Oostzaan, Amsterdam en Amstelveen), IJmuiden (IJmuiden en Beverwijk) en Arnhem (Arnhem en Velp). Ook bij deze geografische afbakening zijn ten minste zeven oplopend tot tientallen andere aanbieders, waaronder nationaal opererende concurrenten zoals Brugman naast partijen op het gebied van de verkoop van zowel badkamers als keukens actief en is niet aannemelijk dat er op deze eventuele regionale markten door de concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt.

4 19. Gezien de overwegingen in de punten 14 tot en met 18 is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. VI. NEVENRESTRICTIES 20. Partijen hebben aangegeven dat het in artikel 13 van de Koopovereenkomst van aandelen opgenomen non-concurrentiebeding, met uitzondering van de financieringsactiviteiten als genoemd in dat artikel, aangemerkt dient te worden als een nevenrestrictie. 21. In dit artikel is bepaald dat de verkoper en de aan haar gelieerde vennootschappen en deelnemingen zich onthouden van activiteiten die in concurrentie staan met de activiteiten van de over te dragen ondernemingen. De duur van het beding is vijf jaar en de reikwijdte wordt bepaald door de bestaande activiteiten van de over te nemen vennootschappen. 22. Ter beargumentering van de duur van het beding wijzen partijen op de bij Horn opgebouwde knowhow, waarop de hele verkoopformule van Horn is gebaseerd. Zij stellen dat indien de koper voor langere duur niet exclusief de rechten heeft op betreffende knowhow, zij onvoldoende beschermd is tegen concurrerend handelen van verkoper en onvoldoende tijd heeft om de knowhow te assimileren en te benutten. Aanvullend stellen partijen dat badkamers en keukens een langere economische levensduur hebben dan vijf jaar, dat de knowhow in een periode van vijf jaar niet verouderd c.q. achterhaald is en dat de klantentrouw in de regel langer duurt dan vijf jaar. 23. De koper van een onderneming zal tot op zekere hoogte beschermd moeten worden tegen concurrerende activiteiten van de verkoper. Gezien de aard van de over te dragen activiteiten en gelet op het feit dat partijen geen omstandigheden hebben genoemd die een langere duur dan drie jaar rechtvaardigen.[6] In het onderhavige geval wordt een duur van drie jaar van het beding derhalve passend geacht. De geografische reikwijdte van het beding gaat niet verder dan de bestaande activiteiten van de over te nemen vennootschappen en is derhalve passend. 24. Aangezien het overeengekomen non-concurrentiebeding ertoe bijdraagt dat de volle waarde van de activiteiten die onderwerp zijn van de transactie wordt overgedragen, is het als nevenrestrictie aanvaardbaar, voorzover de duur van het beding de periode van drie jaar na totstandbrenging van de transactie niet overschrijdt. VII. CONCLUSIE 25. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

5 26. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 27. Gelet op de overwegingen in de punten 20 tot en met 24 is de directeurgeneraal van oordeel dat, voorzover de in de punten 20 en 21 omschreven clausules een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst, voorzover de duur van het beding de periode van drie jaar na totstandbrenging van de transactie niet overschrijdt. Datum: w.g. A.W. Kist Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam [1] Zie ook beslissing van de Europese Commissie IV/M1578-Sanitec/Sphinx, d.d. 1 december 1999, nrs en 43. De Commissie ziet aanleiding om de markt voor badkamersanitair in zijn geheel als de relevante productmarkt aan te merken, zonder aparte markten te onderscheiden voor de verschillende badkameronderdelen. Nu dat echter voor de beoordeling niet uitmaakte, is de precieze afbakening achterwege gebleven. [2] Zie ook beslissing van de Europese Commissie Sanitec/Sphinx, reeds aangehaald, nr 46. [3] Dit is gebaseerd op [een door partijen overgelegd rapport]. [4] Dit is inclusief de omzet die wordt gerealiseerd met montageactiviteiten. [5] Voorzover de plaatsen als genoemd in punt 17 deel uitmaken van een relevante regionale markt zal het marktaandeel van partijen slechts afnemen, en worden deze niet nogmaals in punt 18 besproken. Indien deze plaatsen deel uitmaken van een regio waarin partijen ook in andere plaatsen actief zijn, worden deze (wederom) in punt 18 besproken. [6] Een verbod van langere duur kan slechts gerechtvaardigd zijn in een beperkt aantal omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer partijen kunnen aantonen dat klantentrouw meer dan twee jaar zal voortduren, of wanneer er knowhow wordt overgedragen die een extra beschermingsperiode vergt.

6 Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.