BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

Transcriptie

1 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1880/Tulip Computers - 2L International I. MELDING 1. Op 14 april 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Tulip Computers N.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over 2L International B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 79 van 20 april Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Tulip Computers N.V. (hierna: Tulip) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. Zij heeft als belangrijkste aandeelhouder Koninklijke Begemann Groep N.V. (hierna: Begemann). Tulip is houdstermaatschappij van Tulip Computers Holding N.V., Tulip Computers International B.V., Tulip Computers Nederland B.V., Tulip Computers Deutschland GmbH, Tulip Computers U.K. Plc, Tulip Computers Belgium N.V., Tulip Computers Italia S.p.A. en Tulip Computers France S.A. Tulip is actief op het gebied van de ontwikkeling, marketing en verkoop van professionele desktopcomputerproducten. 3. 2L International B.V. (hierna: 2L International) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij heeft als aandeelhouders L.G. Laseur Beheer B.V., B.Y. Laseur Beheer B.V. en P.W.A. van Binsbergen Beheer B.V. Zij houdt alle aandelen in 2L Computers B.V. en Sapphire Holding Spain S.L. 2L International is actief op het gebied van het importeren en assembleren van computerapparatuur en communicatieproducten. III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De gemelde operatie is neergelegd in een Letter of Intent van 25 februari 2000 en behelst de verwerving door Begemann van alle aandelen in 2L International van de huidige aandeelhouders en vervolgens de overdracht van deze aandelen aan Tulip. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

2 5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Tulip uitsluitende zeggenschap verkrijgt over 2L International. 6. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Begemann en 2L International. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkt 8. Partijen geven aan dat Tulip en 2L International actief zijn op de IT-markt. Partijen wijzen er op dat uit eerdere besluiten van de NMa blijkt dat de ITmarkt waarschijnlijk onderverdeeld kan worden in drie verschillende deelmarkten: verkoop van hardware aan eindgebruikers, verkoop van software aan eindgebruikers en IT-dienstverlening.[1] De activiteiten van Tulip en 2L International overlappen volgens partijen slechts op de (deel)markt voor verkoop van hardware aan eindgebruikers. 9. Partijen zijn van mening dat de markt voor verkoop van hardware aan eindgebruikers onderverdeeld kan worden in de volgende segmenten: verkoop van desktopcomputers, verkoop van notebookcomputers, verkoop van servers en verkoop van communicatieproducten. Op geen van deze segmenten bestaat volgens partijen overlap in de activiteiten van Tulip en 2L International, aangezien Tulip alleen actief is op het gebied van verkoop van desktopcomputers en servers, terwijl 2L International zich bezig houdt met de verkoop van notebookcomputers en communicatie-apparatuur. 10. In navolging van voorgaande besluiten zal in onderhavig geval worden uitgegaan van afzonderlijke markten voor IT-dienstverlening en voor verkoop van hardware respectievelijk software aan eindgebruikers.[2] Op de markt voor IT-dienstverlening is er geen overlap in de activiteiten van Tulip en 2L International, derhalve zal deze markt buiten beschouwing worden gelaten bij de verdere beoordeling. 11. Tulip en 2L International zijn geen van beide actief op het gebied van verkoop van software aan eindgebruikers, daarom zal de verkoop van software buiten beschouwing worden gelaten bij de verdere beoordeling. In het midden kan blijven of een nadere segmentering van de (deel)markt voor verkoop van hardware aan eindgebruikers noodzakelijk is, omdat de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wijzigt (zie punten 14 tot en met 17). Relevante geografische markt 12. Partijen zijn van mening dat de markt(en) voor verkoop van hardware aan

3 eindgebruikers de Europese Unie beslaat/beslaan. Hiertoe geven partijen aan dat beide betrokken ondernemingen uitsluitend actief zijn binnen Europa en dat de belangrijkste concurrenten van beide vennootschappen binnen de gehele Europese markt actief zijn. 13. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of de (deel)markt(en) voor verkoop van hardware aan eindgebruikers beperkt is/zijn tot Nederland of een ruimere omvang heeft/hebben, aangezien dit de uiteindelijke beoordeling niet benvloedt (zie punten 14 tot en met 17). B. Gevolgen van de concentratie 14. Volgens onderzoeks- en adviesbureau Dataquest[3] hebben de vijf grootste spelers op de Europese markt voor verkoop van hardware aan eindgebuikers, Compaq, Dell, Siemens, IBM en Fujitsu, een gezamenlijk marktaandeel van circa 50%. Van de overige spelers, waaronder dus ook partijen, heeft geen enkele hardwareverkoper een marktaandeel van meer dan 2,5%. 15. Indien de geografische dimensie van de markt(en) voor verkoop van hardware aan eindgebruikers nationaal is, kunnen de cijfers van brancheorganisatie FENIT als uitgangspunt worden genomen. FENIT schat de totale bestedingen op de IT-markt in Nederland in 1997 op NLG 19 miljard. Ongeveer 54% hiervan heeft betrekking op hardware, hetgeen neerkomt op circa NLG 10,2 miljard. Volgens Dataquest is de Nederlandse IT-markt in 1998 en 1999 met circa 15% gegroeid. Dit houdt in dat er in 1999 ongeveer NLG 13 miljard is besteed aan hardware. Partijen nemen hiervan gezamenlijk ongeveer 88 miljoen voor hun rekening. Hieruit kan worden afgeleid dat beide betrokken ondernemingen een gezamenlijk marktaandeel hebben van minder dan 1% op de Nederlandse (deel)markt voor verkoop van hardware aan eindgebruikers. 16. Indien van een nadere segmentering van de (deel)markt voor verkoop van hardware aan eindgebruikers zou worden uitgegaan, zou geen van deze segmenten door de onderhavige transactie benvloed worden, aangezien activiteiten van Tulip en 2L International elkaar op geen enkel segment overlappen. 17. In het licht van het voorgaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. VI. NEVENRESTRICTIES 18. Partijen hebben verzocht om een non-concurrentiebeding en een wervingsverbod, zoals opgenomen in artikel 3 onder 2b van de Letter of Intent, aan te merken als nevenrestrictie. Op grond van dit artikel is het verkopers verboden om gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari 2000, direct of indirect concurrerende dan wel vergelijkbare activiteiten met die van 2L International te verrichten. Daarnaast is bepaald dat het 2L International, gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari 2000, niet toegestaan is om werknemers te werven van de verkochte

4 onderneming. 19. De koper dient tot op zekere hoogte te worden beschermd tegen het concurrerende handelen van de verkoper. De in punt 18 genoemde clausules kunnen als rechtstreeks verbonden aan en noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie en derhalve als nevenrestrictie worden beschouwd. Voor wat betreft het non-concurrentiebeding kan echter worden opgemerkt dat de clausule als nevenrestrictie in het kader van de onderhavige beoordeling kan worden aangemerkt, voorzover het ziet op daadwerkelijk concurrerende activiteiten en op het gebied waarin 2L International op het moment van het effectueren van de transactie actief is. Het wervingsverbod kan als nevenrestrictie worden beschouwd voorzover het wervingsverbod ziet op het actief werven van werknemers die beschikken over belangrijke knowhow. VIl. CONCLUSIE 20. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 21. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 22. Gelet op de overweging in punt 19 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 18 omschreven clausules overeenkomsten vormen als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomsten voorzover het non-concurrentiebeding ziet op daadwerkelijk concurrerende activiteiten en op het gebied waarin 2L International op het moment van het effectueren van de transactie actief is en voorzover het wervingsverbod ziet op het actief werven van werknemers die beschikken over belangrijke knowhow. Datum: 4 mei 2000 De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. Drs. R.J.P. Jansen Hoofd sectie Concentratiecontrole

5 Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam [1] Zie zaaknr. 1139/CSS-CNN, besluit van 4 december 1998, zaaknr. 1366/Origin-Akzo, besluit van 28 juni 1999 en zaaknr. 1699/CSS-Lacis, besluit van 21 januari [2] Zie bijvoorbeeld zaaknr. 1699/CSS-Lacis, reeds aangehaald. [3] Dataquest, PC Market Analysis for Europe Summery Results, Third quater 1999 versus third quater 1998 and fourth quater 1999 versus fourth quater Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.