COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Transcriptie

1 COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M81136 B.R Beslissing van 16 juli 2009 De Eerste Kamer van de Commissie, samengesteld uit: Mevrouw C. DELESIE, voorzitter, mevrouw N. VERBEEST en mevrouw M. PIERAERTS, leden, bijgestaan door de heer P. VERHOEVEN, secretaris a.i., spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van: de heer Geert X. geboren op../../1968 De Commissie nam kennis van de stukken, onder meer van: - het verzoekschrift van 20 november 2008, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 21 november 2008 waarbij de verzoeker toekenning heeft gevraagd van een hulp van euro; - de uitgevoerde onderzoeksverrichtingen; - het verslag opgemaakt door de verslaggeefster op 12 maart 2009 overeenkomstig artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986; - het door de afgevaardigde van de Minister van Justitie op 24 maart 2009 neergelegd advies; - de op 21 april 2009 door de verzoeker neergelegde schriftelijke reactie; - het zittingsblad van 27 mei 2009 waarbij de behandeling van de zaak op vraag van de verzoeker uitgesteld werd; - de regelmatige kennisgevingen aan de partijen van de procedurestukken en van de rechtsdag vastgesteld op 25 juni De Commissie hoorde in haar openbare zitting van 25 juni 2009: - de verslaggeefster in haar verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen; - de verzoeker, in zijn middelen vertegenwoordigd door Meester Sigrid V.;

2 2 - de afgevaardigde van de Minister van Justitie is niet verschenen noch iemand voor hem. * * * I. Feiten Op 22 april 2004 wordt verzoeker, werkzaam in het Tiercékantoor in de Gemeentestraat te..., net voor sluitingstijd overmeesterd door drie gewapende mannen. Er werd pepperspray in zijn aangezicht gespoten, hij werd mee naar het toilet gesleurd en kreeg een zware slag op en een messteek in zijn rug. II. Vervolging Het parket van de procureur des konings te... seponeerde het dossier wegens onbekende dader(s) III. Medische gevolgen Uit de expertise door de arbeidsongevallenverzekeraar Ethias, met name het onderzoek op 6 juni en 30 juni 2006 door Dr. P., neuroloog, blijkt dat in de onderste ledematen krachtvermindering is van alle spiergroepen, symmetrisch 4/5: X. Geert liep bij de overval van 22 april 2004 als gevolg van en messteek een laesie op van de thoracale medulla op niveau D1-D2, waardoor partiële dwarslaesie. Hij vertoont hiervan nog duidelijke sequelen, zowel sensibel als motorisch. Verder zijn er functiestoornissen van mictie en defaecatie. Gelet op de aard van de laesie en de klinische bevindingen, dient niet getwijfeld te worden aan de seksuele functiestoornissen, die door betrokkene werden aangehaald. Op geen ogenblik werden er aanwijzingen gevonden voor aggravatie of simulatie. Besluit: Lichte tot matig ernstige sequelen van een medullaire laesie op het niveau Th1-Th2 (myelomalacie). De arbeidsongevallenverzekeraar Ethias consolideerde de letsels op 1 september 2004 met een blijvende invaliditeit van 25% en vergoedde hoofdzakelijk de economische en professionele schade. Het betreft een vergoeding van 5.411,25 per jaar (per , te indexeren). Dr. Marc De K. kwam tot volgend besluit op 11 juli 2006: Slachtoffer van een overval op 22/4/04 met messteek en letsel thv. het ruggemerg posterieur, de bundels van Goll en Burdach. Na initiële spinale shok vrij snel hersteld, evenwel gedeeltelijk met verlies van tastgevoeligheid en pijn onderste ledematen, alsook vibratiezin, wat resulteert in discrete gangstoornissen, hyposensibiliteit vanaf D3 en sexuele problemen wegens hyposensibiliteit. De hospitalisatie duurde van 22/1/04 tot 31/5/04. Betrokkene heeft het werk hervat op 1/9/04 zoals voorheen. Volgende fysieke ongeschiktheden kunnen weerhouden worden: Tijdelijke ongeschiktheid 100% van 22/4/04 tot 30/6/04 50% van 1/7/04 tot 31/8/04 35% van 1/9/04 tot 21/4/05 Consolidatie met een blijvende fysieke ongeschiktheid van 25% op 22/4/05.

3 3 Er dient een medisch voorbehoud geformuleerd - in BA betrokkene is gedekt in arbeidsongevallen voor een progressie van myeolomalacie. Esthetische schade bestaande uit een T-vormig litteken van 8 cm op 3 cm thoracaal, kan ingeschat worden à rato van 2 op 7. Er is een beduidend preatium voluptatis aanwezig wat kan geschat worden à rato van 5 op 7. Verdere medicatie te nemen: Viagra, Sialis of analogen. Zoals afgesproken verwacht ik de evaluatie in arbeidsongevallen af; er werden tal van neurologische onderzoeken uitgevoerd door Dr. P., met aanvullende beeldvorming en MRI 30/6/06, en SSEP onderste ledematen waarvan ik geen inzage heb gehad. IV. Begroting van de schade door de verzoeker Verzoeker begroot zijn schade als volgt: 1. TWO moreel 4.683,75 Verzoeker vraagt volgende hulp voor pijn en smarten die hij leed en alle courante ongemakken als gevolg van de vastgestelde letsels: 100% van tot waarvan hospitalisatie van tot = 20 dagen x 31 = 620,00 revalidatie bij APRA van tot = 20 dagen x ,00 100% van tot = 30 dagen x 25 = 750,00 50% van tot of 62 dagen x 12,50 = 775,00 35% van tot of 233 dagen x 8,75 = 2.038,75 Totaal 4.683,75 2. Verlies aantasting economische waarde huishouden 2.494,62 100% = 30 dagen x 17,50 = 525,00 50% = 62 dagen x 8,75 = 542,50 30% = 233 dagen x 6,125 = 1.427,12 Totaal 2.494,62 3. Esthetische schade 1.800,00 Deze wordt door Dr. De K. geraamd als 2/7, nl. een T-vormig litteken van 8 cm op 3 thoracaal. 4. Pretium voluptatis ,00 Deze wordt door Dr. De K. geraamd als 5/7, wat overeenkomt met een belangrijke of ernstige schade. Dr. P., neuroloog, die werd gelast in het kader van de arbeidsongevallenverzekering, bevestigde dat er niet kan getwijfeld worden aan de seksuele functiestoornissen. Gelet op de leeftijd van verzoeker, het feit dat het een man betreft n de bloei van zijn leven, dient deze schade ex aequo et bono begroot te worden op Blijvende morele schade ,10 De letsels worden geconsolideerd met een blijvende ongeschiktheid van 25% op

4 4 Rekening houdende met deze blijvende ongeschiktheid van 25%; de aard en de omvang van de blijvende letsels zoals beschreven in het deskundig verslag en de weerslag van deze letsels op her verdere leven van verzoeker, die op het ogenblik van de consolidatie 37 jaar was, komt het gepast voor de schade te vergoeden via de kapitalisatiemethode. Schade voor het verleden Vanaf datum consolidatie t.e.m. per hypothese datum beslissing van de Commissie = dagen x 6,25 = 9.137,50 Schade voor de toekomst 365 dagen x 6,25 = 2.281,25 x 27,963, factor voor maandelijkse betalingen, zekere annuïteit aan een rentevoet van 2% (conform de meest recente in de indicatieve tabel), rekening houdende met een mediaan levensduur van 41 jaar = ,60 6. Blijvend verlies/aantasting economische waarde huishouden ,52 Ook hier past verzoeker de kapitalisatiemethode toe conform de heersende rechtspraak. Huishoudschade is immers een schade die permanent zal worden geleden. Verzoekers is alleenstaande. Zijn invaliditeit bezwaart hem met beperkingen in huishoudelijke klusjes, alsook met ongemakken die slechts kunnen verholpen worden door het uitvoeren van bepaalde meerinspanningen. Het basisbedrag is 17,50 waarbij rekening houdende met de blijvende arbeidsongeschiktheid van 25%, het dagbedrag komt op 4,375. Schade in het verleden Vanaf t.e.m = 4,375 x dagen = 6.396,25 Schade in de toekomst Basisbedrag per jaar is 365 dagen x 4,375 = 1.596,87 x factor zekere annuïteit aan een rentevoet van 2%, maandelijks = 27,963 = ,27. Het subtotaal voor de huishoudschade verleden en toekomst bedraagt , Administratie-, correspondentie-, telefoon- en verplaatsingskosten 100,00 Verzoeker heeft naast de afwikkeling in arbeidsongevallen, Dr. De K. geraadpleegd om de schade in gemeen recht te begroten. Ex aequo et bono kan voor deze schadepost globaal om een bedrag van 100,00 worden verzocht. 8. Kledijschade 375,00 Uit het strafdossier blijkt dat verzoeker op het moment van de feiten gekleed was in een jeansbroek, één paar zwarte sokken, zwarte schoenen, een zwarte T-shirt, en een bruine lederen jas. De zwarte T-shirt is doorgeknipt door de hulpdiensten toen deze ter plaatse kwamen. De bruine lederen jas werd onderzocht door de gespecialiseerde diensten van het parket en hierin was een scheur, net zoals in de T-shirt, ten gevolge van de messteek. Aangezien deze kledij onherstelbaar beschadigd is, verzoekt verzoeker om en schade ex aequo et bono van 375,00, conform de meest recente indicatieve tabel. 9. Voorbehoud Volgens het verslag van Dr. De K. moet er een medisch voorbehoud worden geformuleerd voor een progressie van de myeolomalacie nl. voor de fysieke

5 5 verergering, toekomstige derdenhulp bij een uitgesproken syringomyelie, pijn en smarten, bijkomende esthetische schade, enz. Verzoeker zal de Commissie dan om bijkomende hulp verzoeken. Aangezien het totaalbedrag van de verzochte hoofdhulp het maximaal toe te kennen bedrag hoofdhulp door de Commissie overtreft, zal verzoeker zijn verzoek herleiden tot de maximaal toe te kennen hoofdhulp of V. Beoordeling door de Commissie Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. De kansen op verhaal tegenover de onbekend gebleven dader(s) zijn onbestaande. De wetgeving betreffende de financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden. Wat de schadeposten verlies/aantasting economische waarde huishouden, blijvend verlies/aantasting economische waarde huishouden en pretium voluptatis betreft, dient te worden opgemerkt dat deze posten niet voorkomen in de limitatieve lijst van schadeposten, vermeld in artikel 32, 1, van de wet van 1 augustus 1985, waarvoor een financiële hulp kan worden toegekend. De Commissie kan er dan ook geen rekening mee houden bij de begroting van de hulp. Wat de gevraagde kapitalisatie van de blijvende morele schade betreft, meent de Commissie hierop niet te moeten ingaan omdat zij geen schadevergoeding toekent, maar een hulp die naar billijkheid bepaald wordt. In dit verband meent de Commissie de aandacht van de verzoeker erop te moeten vestigen dat uit samenlezing van artikel 32 (in casu 1) van de wet van 1 augustus 1985, dat de bestanddelen van de schade opsomt waarvoor de toekenning van een hulp verleend kan worden, én van artikel 33, 1 van de wet volgens hetwelk het bedrag van de hulp naar billijkheid bepaald wordt, volgt dat de Commissie, nadat zij vastgesteld heeft dat aan de toekenningsvoorwaarden is voldaan, een financiële hulp kan toekennen voor een lager bedrag dan dat van de werkelijk geleden schade, zoals die is vastgesteld door de hoven en rechtbanken. Rekening houdende enerzijds met de ernst van de feiten en met de door de verzoeker geleden schade en anderzijds met de door de wet uitgesloten schadeposten, meent de Commissie aan verzoeker naar billijkheid een globale hulp te kunnen toekennen zoals hierna bepaald. Tot slot wenst de Commissie de aandacht van de verzoeker te vestigen op artikel 37 van de wet van 1 augustus 1985 dat een slachtoffer de mogelijkheid biedt om een verzoek tot het bekomen van een aanvullende hulp in te dienen wanneer, binnen een termijn van tien jaar na de toekenning van de hulp, het nadeel kennelijk toeneemt. VI. Begroting van de hulp door de Commissie De Commissie meent de hulp naar billijkheid te kunnen begroten op ,00 euro.

6 OP DIE GRONDEN, 6 De Commissie, Gelet op de artikelen 17 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003, 22 april 2003 en de programmawet van 27 december 2004 en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986, Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent een hulp toe van ,00 euro. Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 16 juli De secretaris a.i., De voorzitter, P. VERHOEVEN C. DELESIE