De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit:

Transcriptie

1 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Briefwisseling: Waterloolaan Brussel Lokalen : Hallepoortlaan Brussel COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M70243 B.R Beslissing van 3 februari 2009 De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit: de heer P. DRAULANS, voorzitter, mevrouw H. MELOTTE en de heer L. LEUNENS, leden, bijgestaan door mevrouw M. STEYAERT, secretaris a.i., spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van: mevrouw Lisette X. geboren op../../1936 De Commissie nam kennis van de stukken, onder meer van: - het verzoekschrift van 20 maart 2007, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 21 maart 2007 waarbij de verzoekster toekenning heeft gevraagd van een hulp van 1.000; - het bevelschrift van de verslaggever d.d. 2 juli 2007 waarbij de Gerechtelijkgeneeskundige Dienst werd belast met een medisch deskundigenonderzoek van verzoekster; - het verslag van de Gerechtelijk-geneeskundige Dienst neergelegd op het secretariaat op 29 mei 2008; - de op 26 juni 2008 en op 17 juli 2008 door verzoekster neergelegde schadebegroting;

2 - p.2 - het verslag opgemaakt door de verslaggever op 9 september 2008 overeenkomstig artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986; - het door de afgevaardigde van de Minister van Justitie op 23 september 2008 neergelegd advies; - de op 2 oktober 2008 door de verzoekster neergelegde schriftelijke reactie. De regelmatige kennisgevingen aan de partijen van de procedurestukken en van de rechtsdag vastgesteld op 13 januari De Commissie hoorde in haar openbare zitting van 13 januari 2009: - de verslaggever in zijn verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen; - de verzoekster in haar opmerkingen, bijgestaan door de heer Jef Vande Velde, loco mevrouw Kristel De Vos, C.A.W. Het W te. De afgevaardigde van de Minister van Justitie is niet verschenen noch iemand voor hem. * * * I. Feiten - Verzoekster was op 14 januari 2006 slachtoffer van een handtasdiestal. Toen zij aan het wandelen was werd haar handtas afgerukt en kwam hierdoor ten val. De dader liep met de handtas (met volledige inhoud: portefeuille, gsm, sleutels, identiteitskaart en SIS-kaart) weg. - Op 18 februari 2006 werd de handtas van verzoekster opnieuw gestolen. De dader trok haar handtas over haar hoofd, waardoor de portefeuille van verzoekster eruit viel. Hij liep verder. Hierbij verloor verzoekster haar handtas, haar bril en enkele documenten. II. Vervolging Verzoekster legde klacht neer bij de politie te. Beide zaken werden door de Procureur des Konings geseponeerd wegens dader onbekend.

3 - p.3 III. Financiële middelen Uit een persoonlijk ondertekende verklaring van verzoekster blijkt dat zij geen familiale polis heeft onderschreven. Verzoekster verklaart ter zitting dat zij een pensioen geniet van 750 per maand. Zij huurt een bescheiden appartement. IV. Medische gevolgen: vaststellingen van de GGD: - Feiten van 14 januari 2006: Door de val had verzoekster last aan de onderste ribben en aan de linkerknie. Dit blijkt uit het medisch attest van de huisarts van verzoekster, Dokter Vandaele, d.d. 16 januari Feiten van 18 februari 2006: Hiervan bestaat géén attest van deze datum of de dagen nadien. Uit een medisch attest van Dokter Vandaele d.d. 29 maart 2006 blijkt dat verzoekster pijn had aan de rechter schouder. Daarenboven was verzoekster psychisch ontregeld. In het medisch attest van Dokter Vandaele d.d. 3 mei 2006 staat: Aanslepende rechter schouder klachten van pijn en functiebeperking en waarschijnlijk van lange duur. In verband met de schouderklachten zijn er de medisch verslagen van Dokter De Boeck, radioloog, d.d. 3 mei 2006 en 9 juni Op 24 juni 2006 kreeg verzoekster op straat een hevige aanval van beven en scheef lopen. Bij de opname vertoonde zij een verwarde indruk. Verzoekster werd in het ziekenhuis te opgenomen in de psychiatrie. Zij werd 14 dagen gehospitaliseerd: van 24 juni 2006 tot en met 6 juli Er werd echter géén melding gemaakt van de overvallen op straat. In het verslag van de GGD staat: Er is geen duidelijke pathologie te weerhouden. Het is niet geweten waarom ze is beginnen beven en verward was. Betrokkene nam al medicatie vóór de opname (N.B. op 06/01/1997: opname wegens psychotische opstoot). Uit het opnameverslag van de psychiater blijkt niet dat mevrouw werd opgenomen voor de gevolgen van de trauma s (overvallen). Besluiten van de GGD: 1. Feiten van 14 januari 2006: Er wordt een beperkte tijdelijke invaliditeit toegekend voor de sequellen van deze eerste feiten.

4 - p.4 Volgende graden en periodes van tijdelijke en blijvende invaliditeit werden vastgesteld: - 30 % van 14/01/2006 tot en met 31/01/2006; - 15 % van 01/02/2006 tot en met 15/02/2006; - 5 % van 16/02/2006 tot en met 28/02/2006. Consolidatiedatum: 1 maart Er zijn géén restletsels Er is geen esthetische schade. 2. Feiten van 18 februari 2006: Er zijn geen objectieve argumenten dat mevrouw bij het trauma van de tweede feiten letsels opliep. 3. Er zijn géén objectieve medische argumenten die de psychiatrische problematiek in verband brengen met de overvallen. V. Begroting van de schade door de verzoekster Medische kosten) (aangetoond): Tijdelijke invaliditeit: 24,30 apotheek 54,57 ziekenvervoer 21/06/2006 2,50 bezoek huisarts 16/01/2006 1,76 bezoek huisarts 14/06/ ,70 verpleegnota A.Z. Sint - Maarten 155,83-30 % van 14/01/2006 tot en met 31/01/2006: 18 d. x 25 x 30 % = 135,00-15 % van 01/02/2006 tot en met 15/02/2006: 15 d. x 25 x 15 % = 56,25-5 % van 16/02/2006 tot en met 28/02/2006: 13 d. x 25 x 5 % = 16,25 207,50 Materiële kosten: 80,00 slotenmaker 200,00 gestolen cash geld 14,01 sleutel bijmaken 71,00 aankoop gsm en herlaadkaart 145,00 waarde gestolen bril 0,46 postzegel 510,47

5 - p.5 Begroting: Aanvankelijk vroeg verzoekster 849. Thans verhoogt zij het bedrag naar 1.000, ex aequo et bono. VI. Beoordeling door de Commissie Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. De kansen op verhaal tegenover de dader zijn quasi onbestaande. De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden. Artikel 31bis, 3, tweede lid, van de wet van 1 augustus 1985, luidt als volgt: Indien het strafdossier geseponeerd is wegens het onbekend blijven van de dader, kan de Commissie oordelen dat het voldoende is dat de verzoeker klacht heeft ingediend of de hoedanigheid van benadeelde persoon heeft aangenomen. In deze omstandigheden is de Commissie van oordeel dat in casu aan verzoekster een hulp kan toegekend worden. De gevraagde materiële schade is verschillend van de materiële kosten zoals omschreven in artikel 32 1, 7 de van de wet van 1 augustus Onder materiële schade wordt begrepen de schade die rechtstreeks verband houdt met de opgelopen letsels. Gestolen voorwerpen komen derhalve niet in aanmerking voor vergoeding. Verzoekster kan waarschijnlijk nog een deel van haar verpleegnota recupereren bij haar mutualiteit in het kader van de bijkomende ziekteverzekering. Verzoekster argumenteert in haar schriftelijke reactie d.d. 17 juli 2008 dat de totaliteit van de gemaakte kosten en de bevindingen van de Gerechtelijk geneeskundige Dienst in schril contrast staan met de geleden schade. Tot tweemaal toe werd zij op korte tijd slachtoffer van een handtasdiefstal. Tot tweemaal toe viel zij op de grond. De eerste keer was haar knie gekwetst, de tweede keer haar schouder. Haar schouder heeft sinds de feiten aan beweeglijkheid ingeboet. Verzoekster verklaart ter zitting dat, gezien haar leeftijd en mentale gezondheid, zij kwetsbaar is om van dergelijke incidenten mentaal te herstellen. Als weduwe is zij sedert de handtasdiefstallen, tot op vandaag, nog steeds angstig. Het kost haar heel veel moeite om alleen de straat op te gaan om haar boodschappen te doen.

6 - p.6 Rekening houdend met de vaststellingen door de Gerechtelijk-geneeskundige Dienst, met de opmerkingen van verzoekster, met haar hoge leeftijd en met de omstandigheden waarin de feiten plaatsvonden, is de Commissie van oordeel haar in billijkheid toe te kennen. * * * OP DIE GRONDEN, De Commissie, Gelet op de artikelen 17 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003 en 22 april 2003, de programmawet van 27 december 2004 en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december Verklaart het verzoek ontvankelijk. Kent de verzoeker een hulp toe van Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 3 februari De secretaris a.i., De voorzitter, M. STEYAERT P. DRAULANS