COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Transcriptie

1 COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M81141 B.R Beslissing van 21 april 2009 De Eerste Kamer van de Commissie, samengesteld uit: De heer P. DE SMET, voorzitter, de heer L. LOOS en de heer L. VAN ENDE, leden, bijgestaan door mevrouw I. VAN GORP, secretaris a.i., spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van: de heer Fabio X. geboren op../../1980 De Commissie nam kennis van de stukken, onder meer van: - het verzoekschrift van 24 november 2008, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 26 november 2008 waarbij de verzoeker toekenning heeft gevraagd van een hulp van euro; - de uitgevoerde onderzoeksverrichtingen; - het verslag opgemaakt door de verslaggever op 12 december 2008 overeenkomstig artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986; - het door de afgevaardigde van de Minister van Justitie op 7 januari 2009 neergelegd advies; - de op 19 januari 2009 door de verzoeker neergelegde schriftelijke reactie; - de regelmatige kennisgevingen aan de partijen van de procedurestukken en van de rechtsdag vastgesteld op 25 maart De Commissie hoorde in haar openbare zitting van 25 maart 2009: - de verslaggever in zijn verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen; - de verzoeker, in zijn middelen vertegenwoordigd door Meester Adelheid Van Roey loco Meester Herman Franssens; - de afgevaardigde van de Minister van Justitie is niet verschenen noch iemand voor hem.

2 Beslissing inzake M p. 2 I. Feiten Tijdens een voetbalwedstrijd in bedrijfsverband tussen Ons H. en K. te op 10 september 2005 kreeg Fabio X. een kopstoot van een tegenspeler, met name Uyar Z., waardoor hij ten val kwam. II. Vervolging II.1. Bij vonnis van de correctionele rechtbank te... van 14 juni 2006 werd, alvorens uitspraak te doen over de strafvordering en de burgerlijke vordering, Dr. Henrotte aangesteld om verzoeker te onderzoeken. II.2. Bij vonnis van de correctionele rechtbank te... van 12 december 2007 werd Uyar Z. (geboren te... op 18 maart 1985, arbeider), bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en een geldboete van 50 euro wegens: te Diepenbeek op 10 september 2005, opzettelijk verwondingen of slagen te hebben toegebracht aan X. Fabio, die voor deze een ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid tot gevolg hadden. Op burgerlijk vlak werd hij veroordeeld om aan X. Fabio de som van 7.876,74 euro, meer de intresten, te betalen. II.3. Bij vonnis op verzet van de correctionele rechtbank te... van 12 maart 2008 werd Uyar Z., veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden en een geldboete van 50 euro. Op burgerlijk vlak werd hij veroordeeld om aan X. Fabio de som van 4.742,31 euro, meer de intresten, te betalen. Dit vonnis verkreeg kracht van gewijsde. Bij vonnis werd de schade als volgt begroot: Verplaatsingskosten 200,00 Administratiekosten 75,00 Medische kosten 101,62 Morele schade TI 3.112,55 Economisch verlies huishouden 762,57 Morele schade BI 2.625,00 Esthetische schade 1.000,00 Loonverlies 4.742,32 TOTAAL ,05 III. Medische gevolgen Dr. Henrotte, de door de rechtbank aangestelde deskundige, kwam tot de volgende conclusie op 13 juni 2006: Bij het schadegeval van heeft mr. X. F. een commotioneel syndroom opgelopen, een snijwonde boven de Li wenkbrauw en een luxatie thv de Li schouder. In het ziekenhuis te... werd de schouderluxatie gereponeerd en de wonde thv de LI wenkbrauw gehecht: een draagdoek voor Li arm/schouder voor een 3-tal weken werd voorgeschreven. Er was een eerste periode van werkonbekwaamheid van tot en met

3 Beslissing inzake M p. 3 Wegens persisteren van pijn en instabiliteit (met recidiverende subluxatie) thv de Li schouder, werd op een arthro-ct uitgevoerd, welke een scheur aantoonde in het labrum anterius en posterius: op werd een arthroscopisch herstel van de labrumscheur uitgevoerd: postoperatief werd een steunverband gedragen gedurende een 6-tal weken, waarna revalidatie. Op heeft hij het werk hervat. Thans is de behandeling beëindigd. Subjectief: intermittente hoofdpijnklachten frontaal Li; intermittente pijnklachten thv de Li schouder bij zwaardere fysische inspanningen. Klinisch: goede functie recuperatie thv het Li schoudergewricht; een weinig zichtbaar litteken van + 2cm boven de Li wenkbrauw en drie arthroscopie-littekentjes thv de LI schouder. Thv de Li schouder is de exorotatie eindstandig discreet geremd. Neurologisch onderzoek en EEG zijn binnen de normale grenzen. Wat de tijdelijke volledige werkonbekwaamheid betreft: T.O. à 100% van t.e.m en à 100% van t.e.m Wat de tijdelijke invaliditeit betreft: T.I. à 100% van t.e.m % van t.e.m % van t.e.m % van t.e.m % van t.e.m % van t.e.m % van t.e.m % van t.e.m % van t.e.m Consolidatie op Er is geen blijvende arbeidsongeschiktheid. De slagen en verwondingen hebben geen ongeneeslijk lijkende ziekte tot gevolg gehad, geen blijvende arbeidsongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid, geen volledig verlies van een orgaan, geen zware verminking. De blijvende invaliditeit bedraagt 3 (drie) %. Wat de pijnen en smarten betreft: deze worden geëvalueerd op: 3 op de schaal van 7, van t.e.m op de schaal van 7, van t.e.m op de schaal van 7, van t.e.m op de schaal van 7, van t.e.m op de schaal van 7, van t.e.m op de schaal van 7, van t.e.m en zijn vanaf begrepen in de globale B.I. De esthetische schade bedraagt 1,5 op de schaal van 7 en komt niet voor plastische correctie in aanmerking. IV. Begroting van de schade door de verzoeker Bij vonnis(sen) van de correctionele rechtbank van... toegekende bedragen: 1. Materiële schade 5.118,94 2. Morele schade tijdens tijdelijke invaliditeit 3.112,55 3. Economisch verlies huisman 762,57 4. Morele schade BI 2.625,00 5. Esthetische schade 1.000,00 TOTAAL ,05

4 Beslissing inzake M p. 4 De verzoeker vraagt de Commissie hem een billijke vergoeding van euro toe te kennen, rekening houdende met de schadeposten welke door de rechtbank werden toegekend en rekeninghoudende met het feit dat het economisch verlies huishouden en intresten door de commissie niet worden vergoed. V. Beoordeling door de Commissie Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. De kansen op verhaal tegenover de dader zijn quasi onbestaande. De wetgeving betreffende de financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden. Wat de schadepost economisch verlies huishouden betreft, dient te worden opgemerkt dat deze post niet voorkomt in de limitatieve lijst van schadeposten, vermeld in artikel 32, 1, van de wet van 1 augustus 1985, waarvoor een financiële hulp kan worden toegekend. De Commissie kan er dan ook geen rekening mee houden bij de begroting van de hulp. Rekening houdende enerzijds met de ernst van de feiten en met de door de verzoeker geleden schade zoals zij blijkt uit het neergelegde dossier en anderzijds met de door de wet uitgesloten schadepost, met de tussenkomst van de mutualiteit en met de regelmatige betalingen door de dader, meent de Commissie aan verzoeker naar billijkheid een globale hulp te kunnen toekennen zoals hierna bepaald. VI. Begroting van de hulp door de Commissie De Commissie meent de hulp naar billijkheid te kunnen begroten op euro. * * *

5 Beslissing inzake M p. 5 OP DIE GRONDEN, De Commissie, Gelet op de artikelen 17 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003, 22 april 2003 en de programmawet van 27 december 2004 en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986, Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent een hulp toe van euro. Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 21 april De secretaris a.i., De voorzitter, I. VAN GORP P. DE SMET