COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Transcriptie

1 COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M80840 B.R Beslissing van 27 mei 2009 De Vijfde Kamer van de Commissie, samengesteld uit: de heer L. VULSTEKE, voorzitter, mevrouw M. VANLOUWE en de heer K. VAN GOETHEM, leden, bijgestaan door de heer G. VAN DEN ABBEELE, secretaris a.i., spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van: de heer Gerald X. geboren op../../1975 De Commissie nam kennis van de stukken, onder meer van: - het verzoekschrift, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 26 augustus 2008, waarbij de verzoeker om de toekenning heeft gevraagd van een financiële hulp van 1.523,28 (nadien verhoogd tot 4.696,39); - het verslag opgemaakt door de verslaggever op 5 maart 2009 overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986; - het door de Minister van Justitie op 13 maart 2009 neergelegd advies; - de door de verzoeker op 23 maart 2009 ingediende schriftelijke reactie (met aanvulling op 11 april 2009); - de regelmatige kennisgeving aan de partijen van de procedurestukken en van de rechtsdag vastgesteld op 27 april De Commissie hoorde in haar openbare zitting van 27 april 2009: - de verslaggever in zijn verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen; - de verzoeker in zijn opmerkingen, vertegenwoordigd door Mr. Amelinckx, advocaat te. De afgevaardigde van de Minister van Justitie is niet verschenen.

2 2 I. Feiten In het proces-verbaal van verhoor van verzoeker d.d. 30 juli 2007, afgelegd voor de Lokale Politie, lezen we het volgende: Ik doe klacht wegens slagen en verwondingen die aan mij werden toegebracht. Ik kwam op zondagavond 29/07/2007 omstreeks uur te voet van de Hoogstraat kermis te... en ik was op weg naar huis. Ik ging te voet via de Kerkwegels naar huis, richting B. In de Kerkwegels kwam ik vier of vijf manspersonen tegen. Het was daar donker en ik kon hun gezichten dan ook niet goed zien. Ik herkende niemand van hen. Een van hen zei iets tegen mij, maar ik weet niet meer wat. Toen ik wilde verder gaan werd ik door die persoon op de grond gesmeten en daarna heb ik van al die personen slaag gekregen. Ik kan u enkel zeggen dat de mannen allemaal al tussen de twintig à dertig jaar oud leken. [ ]. Op 9 september 2007 legde verzoeker een navolgende verklaring af voor de Lokale Politie : Ik heb van een persoon welke ik onder geen enkel beding wens te vernoemen, vernomen dat de bewoners van de B 11 zouden weten wie de daders zijn van de feiten waarbij ik benadeeld werd. De mensen kennen de daders. Ze wisten te vertellen dat er vier personen mij gevolgd waren, het zouden zeer struise personen zijn welke regelmatig in de fitness zouden komen P. A. Center gevestigd te... Hoogstraat. Ik wens dat het onderzoek daar verder zou lopen om de daders te kunnen vatten. [ ]. Verder onderzoek leverde evenwel niets op. II. Vervolging Verzoeker legde op 30 juli 2007 klacht neer bij de Lokale Politie. Het strafdossier werd door het parket van de procureur des Konings te. geseponeerd wegens het onbekend blijven van de daders. III. Gevolgen van de feiten voor verzoeker Verzoeker, die sinds een ongeval in 1999 invalide is, werd na de feiten per ambulance overgebracht naar de spoedgevallendienst van het AZ Nikolaas te. Aldaar werden volgende letsels vastgesteld: neusfractuur, uitgesproken brilhematoom in het aangezicht, rechter orbita trauma, diverse schaafwonden t.h.v. de ledematen en de rug. Op basis van een medisch onderzoek van verzoeker d.d. 11 december 2008 weerhoudt Dr. F. Somville (geneesheer KBC Defendo) in zijn deskundig verslag de volgende graden en periodes van tijdelijke arbeidsongeschiktheid: 100 % van t.e.m % van t.e.m Voorts worden volgende graden en periodes van tijdelijke invaliditeit vastgesteld: 15 % van t.e.m % van t.e.m % van t.e.m % van t.e.m

3 3 Er is consolidatie op 1 februari 2008, met een blijvende invaliditeit van 2 % (zonder economische weerslag). De esthetische schade bedraagt 1 op de schaal van 7 (littekens en harde knobbels t.h.v. het gelaat). Verzoeker raadpleegde geregeld zijn huisarts in de loop van september, oktober en november Daarna werd een afwachtende houding aangenomen. Er is angst om op straat te komen. IV. Mogelijkheden tot schadeloosstelling Aangezien de daders onbekend bleven, kan de geleden schade niet op hen verhaald worden. Geen enkele private verzekering kwam tussen in dekking van de geleden schade. In haar schrijven d.d. 7 april 2009 deelde de rechtsbijstandsverzekeraar van verzoeker (KBC Defendo) mee dat zij niet konden tussenkomen in insolventie aangezien er geen burgerrechtelijk aansprakelijke derde is. V. Begroting van de hulp In een door de raadsman van verzoeker op 20 februari 2009 overgemaakt schaderapport wordt de geleden schade als volgt begroot: - verplaatsingskosten: 50,00 - administratieve kosten: 62,00 - kledijschade: 50,00 - medische kosten (ziekenvervoer + huisarts): 124,10 - morele schade TAO / TI: 1.153, % van t.e.m : 34 d. x 25 = 850,00 25 % van t.e.m : 30 d. x 6,25 = 187,50 15 % van t.e.m : 31 d. x 1,88 = 58,28 7 % van t.e.m : 30 d. x 0,88 = 26,40 5 % van t.e.m : 31d. x 0,63 = 19,53 3 % van t.e.m : 31d. x 0,38 = 11,78 - huishoudschade: 881,80 - BAO / BI (2 %): 1.925,00 2 x per punt / 2 - esthetische schade (1/7): 450,00 Totaal: 4.696,39 VI. Beoordeling door de Commissie A. Ontvankelijkheid Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd.

4 4 Luidens artikel 31bis, 1, 3, van de wet van 1 augustus 1985 kan een financiële hulp worden toegekend onder de volgende voorwaarde: Er is een definitieve rechterlijke beslissing over de strafvordering genomen en de verzoeker heeft schadevergoeding nagestreefd door middel van een burgerlijke partijstelling, een rechtstreekse dagvaarding of een vordering voor een burgerlijke rechtbank. Indien het strafdossier geseponeerd is wegens het onbekend blijven van de dader, kan de commissie oordelen dat het voldoende is dat de verzoeker klacht heeft ingediend of de hoedanigheid van benadeelde persoon heeft aangenomen. De hulp kan ook worden aangevraagd indien er meer dan een jaar verstreken is sinds de datum van de burgerlijke partijstelling en de dader onbekend blijft. In het voorliggend dossier stelde verzoeker zich geen burgerlijke partij, zoals voorzien in het eerste lid van de hierboven geciteerde wetsbepaling; hij diende enkel klacht in bij de Lokale Politie. In casu hebben we evenwel te maken met een sepot wegens onbekende dader, zodat toepassing kan gemaakt worden van het tweede lid van voormeld artikel. In deze zaak is de Commissie van oordeel dat het uiterst onwaarschijnlijk is dat een thans nog op te starten gerechtelijk onderzoek nieuwe elementen aan het licht zou brengen die tot identificatie van de daders zouden kunnen leiden. Nu artikel 31bis, 1, 3, tweede lid, van de wet bepaalt dat de Commissie kan oordelen dat, indien het strafdossier geseponeerd is wegens het onbekend blijven van de dader, het voldoende is dat de verzoeker klacht heeft ingediend, is de Commissie in de huidige zaak van oordeel niet te moeten eisen dat verzoeker alsnog de weg van het gerechtelijk onderzoek bewandelt. B. Ten gronde De Commissie verzekert geen integrale schadeloosstelling. Ze kan, naar billijkheid, een financiële hulp toekennen voor de schadeposten die limitatief zijn opgesomd in artikel 32, 1, van de wet van 1 augustus Huishoudschade is daarbij niet opgenomen en komt dus niet in aanmerking voor vergoeding. Rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak, zoals zij blijken uit de neergelegde stukken alsook uit de mondelinge toelichting ter zitting verstrekt door de raadsman van verzoeker, meent de Commissie een hulp te kunnen toekennen zoals hierna bepaald. VII. Begroting van de hulp door de Commissie De hulp kan in billijkheid begroot worden op * * *

5 5 OP DIE GRONDEN, De Commissie, Gelet op de artikelen 17 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003, 22 april 2003 en 27 december 2004, en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986, Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent de verzoeker een hulp toe van Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 27 mei De secretaris, De voorzitter, G. VAN DEN ABBEELE L. VULSTEKE