COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Transcriptie

1 COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M Beslissing van 30 maart 2015 De eerste kamer van de Commissie, samengesteld uit: de heer P. DE SMET, voorzitter, de heren L. LOOS en L. VAN ENDE, leden, bijgestaan door de heer J. DEVOLDERE, plv. secretaris, spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van: de heer Pedro Z. geboren op../../1991 De Commissie nam kennis van: - het verzoekschrift, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 28 juni 2013 waarbij verzoeker om de toekenning heeft gevraagd van een financiële hulp voor schade als gevolg van een opzettelijke gewelddaad; - de uitgevoerde onderzoeksinstructies; - het verslag opgemaakt door de verslaggever op 9 september 2014 overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986; - het advies van de Minister van Justitie, neergelegd op 6 oktober 2014; - de betekening van het verslag en het advies aan verzoeker waarop deze niet reageerde; De Commissie hoorde op haar openbare zitting van 18 december 2014 de verslaggever in het verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen. Aangezien verzoeker niet wenste te worden gehoord, werd hij niet uitgenodigd. De Minister van Justitie is evenmin verschenen noch iemand voor hem.

2 Beslissing inzake M p. 2 * * * I. Feiten Verzoeker werd het slachtoffer van opzettelijke slagen en verwondingen met blijvende arbeidsongeschiktheid tot gevolg. Verzoeker werd op 26 december 2010 te... door Fiton Z. met beide armen in een greep vastgehouden en in de lucht getild en vervolgens op de grond gegooid, waardoor zijn hoofd hard de grond raakte. II. Vervolging Bij vonnis dd. 27 november 2012 van de Correctionele Rechtbank te... werden de volgende tenlasteleggingen bewezen geacht in hoofde van de genaamde Fiton Z., en waarvoor deze veroordeeld werd tot 2 jaar gevangenisstraf met een uitstel van vijf jaar; Te... op 9 mei 2009: Om de misdaad of het wanbedrijf uitgevoerd te hebben of om aan de uitvoering ervan rechtstreeks medegewerkt te hebben, door enige daad, tot de uitvoering zodanige hulp verleend te hebben dat zonder zijn bijstand het misdrijf niet kon gepleegd worden; Opzettelijke verwondingen of slagen te hebben toegebracht aan Pedro Z. die voor deze hetzij een ongeneeslijk lijkende ziekte, hetzij een blijvende ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge hadden, hetzij het volledig verlies van het gebruik van een orgaan, hetzij een zware verminking ten gevolge gehad hebben. Op burgerlijk gebied werd Fiton Z. bij hetzelfde vonnis veroordeeld tot betaling aan verzoeker de schadevergoeding van ,54 meer de intresten en de kosten, met inbegrip van de kosten van het deskundig onderzoek begroot op 1.031,36 en een rechtsplegingsvergoeding van 2.200,00. Tegen dit vonnis werd er beroep aangetekend door Fiton Z. en het Openbaar Ministerie, tegen alle beschikkingen. Bij arrest van het Hof van Beroep te..., op 23 mei 2013, werd dit vonnis bevestigd met dien verstande dat de rechtsplegingsvergoeding werd teruggebracht naar Er zit bij het verzoekschrift een akte van berusting, ondertekend door Fiton Z. III. Gevolgen van de feiten Conclusies van gerechtsdeskundige dr. P. De P. in zijn verslag van 10 april 2012 Aard van de opgelopen letsels : linker claviculafractuur distaal me AC verbreding. schedeltrauma met fractuur temporeel links verlopend tot in het mastoïd aan de linker zijde. aanwezigheid van epidurale bloeding parieto-temporaal links 5 mm doorsnede. vermoeden van enkele kleine hemorragische contusies, baso-tamporaal rechts en basofrontaal bilateraal.

3 Beslissing inzake M p. 3 beperkte hemorragische contusie in cortex rechts temporaal tot fonto-parietaal : contrecoup echymose rechter onderste ooglid, gekwetste onderlip Verzoeker verbleef van 26 december 2010 tot 31 december op de dienst intensieve zorgen. Op 6 januari 2011 mocht hij het ziekenhuis verlaten. De geleden pijnen waren aanvankelijk matig en vervolgens licht conform de lager op geëvalueerde Tijdelijke arbeidsongeschiktheid: 100 % van 26/12/2010 tot 28/02/2011 Tijdelijke persoonlijke ongeschiktheid en tijdelijke huishoudelijke ongeschiktheid: 100 % van 26/12/2010 tot 28/02/ % van 01/03/2011 tot 30/04/ % van 01.05/2011 tot 29/02/2012 Consolidatiedatum: 01/03/2012 Blijvende persoonlijke ongeschiktheid : 12 %. Blijvende arbeidsongeschiktheid : 5 % Esthetische schade : 1 op 7. Voorbehoud : i.v.m. mogelijkheid tot epilepsie in de toekomst IV. Mogelijkheden tot schadeloosstelling Volgens de raadsman van de verzoeker is de dader insolvabel - hij is werkloos en is astmapatiënt Verzoeker heeft een rechtsbijstandverzekering afgesloten bij Piette & Partners. Zijn raadsman treedt op in dit kader. De clausule onvermogen van derden is van toepassing en verzoeker heeft een maximale tussenkomst verkregen van de vrijstelling van 226,26 = 5.973,54. V. Begroting van de gevraagde hulp Verzoeker vraagt om de toekenning van een hulp van ,54, conform het arrest van het Hof van Beroep te... op 23 mei administratie en verplaatsingskosten 250,00 - kledijschade 175,00 - medische kosten 383,05 - TWO moreel 3.409,50 - blijvende invaliditeit ,00 - esthetische schade (1/7) 490,00 - inkomstenverlies TAO 1.462,99 - meerinspanningen 1.342,00 - huishoudelijke ongeschiktheid TAO 390,00 Algemeen Totaal ,54

4 Beslissing inzake M p. 4 VI. Beoordeling door de Commissie Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden. De Commissie verzekert geen integrale schadeloosstelling. Ze kan, naar billijkheid, een financiële hulp toekennen voor de schadeposten die limitatief zijn opgesomd in artikel 32, 1, van de wet van 1 augustus 1985: Voor de toekenning van een hulp aan de personen als bedoeld in artikel 31, 1, steunt de commissie uitsluitend op de volgende bestanddelen van de geleden schade : 1 de morele schade, rekening houdend met de tijdelijke of blijvende invaliditeit; 2 de medische kosten en de ziekenhuiskosten, met inbegrip van de prothesekosten; 3 de tijdelijke of blijvende invaliditeit; 4 een verlies of vermindering aan inkomsten ten gevolge van de tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid; 5 de esthetische schade; 6 de procedurekosten; 7 de materiële kosten; 8 de schade die voortvloeit uit het verlies van een of meer schooljaren. De posten meerinspanningen en huishoudelijke ongeschiktheid zijn niet opgenomen in deze limitatieve opsomming en komt bijgevolg niet in aanmerking voor een financiële hulp. Conform een constante rechtspraak terzake de post administratie- en verplaatsingskosten hanteert de Commissie haar gebruikelijk forfaitair tarief van 125. De rechtsbijstandsverzekering is tussengekomen ingevolge de clausule onvermogen van derden. Gelet op het subsidiariteitsbeginsel, dat vervat ligt in artikel 31bis, 1, 5 van voormelde wet, dient de Commissie bij de toekenning van een hulp rekening te houden met deze door de verzoeker genoten verzekeringstussenkomst (in casu 5.973,54) De Commissie is evenwel van oordeel dat deze tussenkomst kan toegerekend worden op voornoemde niet voor een hulp in aanmerking komende schadeposten, zodat de Commissie na beraadslaging tot het volgend resultaat komt : Het door verzoeker gevraagd bedrag van ,54 wordt verminderd met 125,00 en met het reeds ontvangen bedrag van 5.973,54. Rekening houdende enerzijds met de ernst van de feiten en de opgelopen schade, zoals hierboven geschetst en anderzijds met de door de wet uitgesloten schadeposten, meent de Commissie aan verzoeker in billijkheid een hulp te kunnen toekennen begroot op ,00. * * *

5 Beslissing inzake M p. 5 OP DIE GRONDEN, De Commissie, Gelet op: - de artikelen 17 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken; - de artikelen 28 tot 41 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, laatst gewijzigd bij wet van 30 december 2009; - het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 december 2006, Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent verzoeker een hulp toe van euro. Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 30 maart De plv. secretaris, De voorzitter, J DEVOLDERE P. DE SMET