De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit:

Transcriptie

1 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Briefwisseling: Waterloolaan Brussel Lokalen : Hallepoortlaan Brussel COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M70882 B.R Beslissing van 3 maart 2009 De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit: de heer P. DRAULANS, voorzitter, mevrouw H. MELOTTE en de heer P. VERHAEGHE, leden, bijgestaan door mevrouw M. STEYAERT, secretaris a.i., spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van: mevrouw AlineX. geboren op../../1926 De Commissie nam kennis van de stukken, onder meer van: - het verzoekschrift van 21 september 2007, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 26 september 2007, waarbij de verzoekster toekenning heeft gevraagd van een hulp van ,47; - het bevelschrift van de verslaggever d.d. 30 oktober 2007 waarbij de Gerechtelijk - geneeskundige Dienst werd belast met een medische deskundigenonderzoek van verzoekster; - het verslag van de Gerechtelijk - geneeskundige Dienst neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 15 april 2008; - de op 23 april 2008 door de advocaat van verzoekster neergelegde schadebegroting; - het verslag opgemaakt door de verslaggever op 6 mei 2008 overeenkomstig artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986;

2 t p. 2 - het door de afgevaardigde van de Minister van Justitie op 5 juni 2008 neergelegd advies; - de op 22 juli 2008, 24 juli 2008 en op 31 juli 2008 door de advocaat van verzoekster neergelegde schriftelijke reacties met betrekking tot verdere informatie omtrent de onvermogendheid van de dader. De Commissie hoorde in haar openbare zitting van 10 februari 2009 de verslaggever in zijn verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen. De verzoekster is niet verschenen noch iemand voor haar. Zij werd niet uitgenodigd omdat zij de Commissie niet schriftelijk verzocht om gehoord te worden. De afgevaardigde van de Minister van Justitie is niet verschenen noch iemand voor hem. * * * I. Feiten Verzoekster was op 18 februari 2007 te... slachtoffer van een handtasdiefstal. Zij werd hierbij door een jongeman op de grond geduwd, gestampt en geslagen. II. Vervolging Bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te... d.d. 17 juli 2007 werd Kay Z. voor deze en andere feiten veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van 5 jaar met uitstel en onder probatievoorwaarden. Op burgerlijk gebied werd hij veroordeeld om aan verzoekster een provisionele som van te betalen. Dokter X. Janssens werd aangesteld als gerechtsdeskundige. Dit vonnis is in kracht van gewijsde getreden. III. Financiële middelen tot schadeloosstelling - De advocaat van de dader liet op 13 september 2007 aan de advocaat van verzoekster weten dat Kay Z. nog steeds gedetineerd is en dat hij de provisionele som niet kan voldoen. Er wordt tevens een attest van gevangenschap bijgevoegd. Uit stukken blijkt dat niet werd gereageerd op een ingebrekestelling (aangetekend schrijven) van de advocaat van verzoekster.

3 t p. 3 - Volgens gerechtsdeurwaarder J. Matthys betrekt de dader een bescheiden studio met beperkte inboedel. Hij is niet in het bezit van een voertuig. - Uit een door verzoekster persoonlijk ondertekende verklaring d.d. 12 oktober 2007 blijkt dat zij niet over een familiale verzekering noch over een polis rechtsbijstand beschikt. - Zij ontvangt slechts een overlevingspensioen van ongeveer 950. Door de vele kosten die zij ten gevolge van de feiten diende te dragen dreigt zij in geldproblemen te komen. IV. Medische gevolgen Uit het verslag van de Gerechtelijk - geneeskundige Dienst blijken de volgende objectieve vaststellingen: 1. Aan de linkerschouder bestaat een functionele beperking. Drie weken na de feiten vermoedt Dokter Luyten echografisch een scheur aan een welbepaalde pees. Reeds in mei 2006 was er brachilagie links met een normaal EMG. Hoewel antecedenten aanwezig zijn, kunnen de klachten en de vaststellingen bij klinisch onderzoek in belangrijke mate aan het incident worden toegeschreven. De blijvende invaliditeit wordt begroot op 3 %. 2. Reeds in januari 2005 werden ribbreuken beschreven (er was reeds osteoporose aanwezig).op basis van het verhaal en van de Tc-scan kan worden aangenomen dat mevrouw door het geweld van de aanval ribben heeft gebroken en daaraan pijn heeft overgehouden. Er is geen radiologisch materiaal voorhanden. De gevolgen van deze ribbreuken worden opgenomen in de tijdelijke schaal. Consolidatie zonder blijvende invaliditeit wordt bepaald op 18 juni 2007, 4 maanden na de feiten. Deze relatief lange duur wordt verantwoord door een trager botherstel op hogere leeftijd. 3. Volgens het verslag van Dokter B. Janssens d.d. 27 december 2007 werd Aline Everaert in de maand mei opgenomen met een bilaterale longontsteking. Ter zitting verklaren zowel het slachtoffer als haar huisarts evenwel dat zij werd opgenomen enkele dagen na de overval. In het dossier is geen verslag van zulke opname aanwezig. 4. Evenmin is in het dossier een stuk voorhanden dat het bestaan van longembolen objectiveert. Volgens het verslag van Dokter B. Janssens d.d. 30 mei 2007 zijn longembolen niet uitgesloten en is een V-Q scan aangewezen. Een protocol hiervan is hier evenwel niet voorhanden. In elk geval is het vermoeden op longembolen slechts geuit eind mei Er is geen argument dat het optreden van longembolen ten gevolge van de overval plausibel maakt.

4 t p Al is de symptomatologie te weinig ernstig om van een posttraumatisch stresssyndroom te spreken, het is onweerlegbaar dat de overval op deze bejaarde vrouw een belangrijke psychische schok heeft veroorzaakt. Zij schijnt gelukkig te beschikken over een stevige mentale constitutie, maar het herbeleven, de slaapstoornissen en het gebrek aan veiligheidsgevoel zijn op haar leeftijd toch belastend. De blijvende invaliditeit wordt begroot op 15 %. 6. De tijdelijke invaliditeit wordt als volgt begroot: 70 % van 18/02/2007 tot en met 24/02/ % van 25/02/2007 tot en met 04/03/ % van 05/03/2007 tot en met 14/03/ % van 15/03/2007 tot en met 28/03/ % van 29/03/2007 tot en met 23/05/ % van 24/05/2007 tot en met 17/06/ consolidatie op 18 juni 2007 met een globale blijvende invaliditeit van 18 %. 8. De economische arbeidsongeschiktheid is niet van toepassing op verzoekster (pensioen). 9. Billijkerwijze wordt begroot dat zij gedurende 5 jaar tweemaandelijks haar huisarts zal consulteren. Een remgeld van 99 eurocent x 30 beloopt dan 29,70. Als medicatie wordt gerefereerd naar Sertraline 50 mg. aan 3,75 x 61 = 228,75. De totale voorzienbare medische kost bedraagt bijgevolg 258, Er is geen esthetische schade. V. Begroting van de schade - materiële kosten 400,00 - medische kosten 853,09 - gerechtskosten 38,75 - administratiekosten 125,00 - verplaatsingskosten 50,00 - morele schade TAO 1.363,75 70 % 7 dagen à 17,50 /dag 122,50 50 % 8 dagen à 12,50 /dag 100, % 10 dagen à 25,00 /dag 250,00 50 % 14 dagen à 12,50 /dag 175,00 40 % 56 dagen à 10,00 /dag 560,00 25 % 25 dagen à 6,25 /dag 156,25 - blijvende invaliditeit (18% x 375 ) 6.750,00 - economische schade huishouden 681,88 TOTAAL ,47

5 t p. 5 Naast de kledijschade werd de handtas gestolen. Verzoekster raakte hierdoor niet alleen haar geld kwijt maar ook haar huissleutels, identiteitskaart en andere documenten. Er werd tevens een nieuw slot op de voordeur geplaatst. VI. Beoordeling door de Commissie Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. De kansen op verhaal tegenover de dader zijn quasi onbestaande. De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden. 1. De post: economische schade huishouden werd niet opgenomen in de limitatieve opsomming van artikel 32 1 van de wet van 1 augustus De Commissie kan dan ook voor deze schadepost geen hulp toekennen. 2. De gevraagde materiële schade is verschillend van de materiële kosten zoals omschreven in artikel 32 1, 7 de van de wet. Gestolen of beschadigde voorwerpen worden immers door de Commissie niet in aanmerking genomen. Onder materiële schade wordt begrepen de schade die rechtstreeks verband houdt met de opgelopen letsels. 3. Rekening houden met bovenvermelde opmerkingen kent de Commissie volgende schadeposten toe: - medische kosten 853,09 - gerechtskosten 38,75 - administratiekosten 125,00 - verplaatsingskosten 50,00 - morele schade TAO 1.363,75 - blijvende invaliditeit 6.750, ,59 * * *

6 t p. 6 OP DIE GRONDEN, De Commissie, Gelet op de artikelen 17 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003 en 22 april 2003, de programmawet van 27 december 2004 en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december Verklaart het verzoek ontvankelijk. Kent de verzoekster een hulp toe van Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 3 maart De secretaris a.i., De voorzitter, M. STEYAERT P. DRAULANS