BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie

1 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1277 / EDON - VAM I. MELDING 1. Op 15 maart 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat N.V. EDON GROEP voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over N.V. VAM. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 54 van 18 maart Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 2. N.V. EDON GROEP (hierna: EDON) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. Zij is moederonderneming van en heeft deelnemingen in een groot aantal ondernemingen in Nederland. 3. EDON is actief op het gebied van de distributie van gas en de productie en distributie van elektriciteit en warmte. Daarnaast ontplooit zij voorlichtings- en energiebesparingsactiviteiten. Voorts houdt zij zich bezig met verhuur en onderhoud van CV-ketels en warmwaterapparatuur, alsmede kabel- en telecommunicatieactiviteiten en video- en internetdiensten. Voorts verricht zij werkzaamheden op het gebied van inzameling, recycling, compostering en het storten van afval. Ten slotte houdt zij terzake van de verbranding van afval in de afvalverwerkingsinstallatie Twente een minderheidsdeelneming en houdt zij een aandeel van 50% in VAMIJ Beheer BV, welke een gentegreerde afvalverwerkingsinstallatie laat exploiteren (zie hierna, punt 5). 4. N.V. VAM (hierna: VAM) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. VAM is een nutsbedrijf en houdt direct en indirect een aantal dochterondernemingen. Zij heeft als belangrijkste aandeelhouder de Staat der Nederlanden. 5. VAM is werkzaam op het gebied van afvalverwerking met de activiteiten recycling, compostering, verbranding en storten van afval. Terzake van verbranding houdt zij een aandeel van 50% in VAMIJ Beheer BV (zie hiervr, punt 3). De exploitatie van de in punt 3 genoemde installatie berust bij een 100%-dochteronderneming van VAM.

2 III. DE GEMELDE OPERATIE 6. De gemelde operatie, zoals weergegeven in de door partijen bij de melding overgelegde overeenkomst tot koop en verkoop van de geplaatste aandelen in VAM d.d. 25 februari 1999, betreft de verkoop van alle door de Staat der Nederlanden gehouden aandelen in VAM aan EDON. De verkoop van VAM aan EDON door de Staat is de uitkomst van een door de Staat georganiseerde biedingsprocedure. Ten tijde van het uitbrengen van het bod op de VAM-aandelen heeft EDON onderhandeld met de Stichting Contractpartners VAM (waarbij een tachtigtal gemeenten zijn aangesloten) over mogelijke samenwerking en een oplossing van de bestaande problemen die waren gerezen tussen VAM enerzijds en gemeenten anderzijds[1]. [1] Een en ander mondde uit in een overgelegde "Heads of Agreement". IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 6, omschreven transactie leidt er toe dat EDON uitsluitende zeggenschap verkrijgt over VAM. 8. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn EDON en VAM. 9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 10. Op de volgende gebieden zijn beide partijen actief: productie van elektriciteit, recycling van bouwstoffen, recycling van grond, compostering van afvalstoffen en storten van afval. Eerder is geconcludeerd, dat deze gebieden zijn te beschouwen als afzonderlijke productmarkten[2]. [2] Zie, bijvoorbeeld, besluit van 28 oktober 1998, zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel; zie terzake van de productie van elektriciteit bijvoorbeeld besluit van 15 maart 1999, zaak 1186/NUON-ENW-EWR-Gamog, punt 13 e.v. 11. Op een aantal andere gebieden staan partijen tot elkaar in een verticale relatie: inzameling van niet-gevaarlijk huishoudelijk afval, inzameling van nietgevaarlijk bedrijfsafval, recycling van bouwstoffen, compostering, storten en verbranden van afvalstoffen (eindverwerking); EDON is actief terzake van inzameling, terwijl VAM actief is terzake van recycling, compostering, storten en verbranden van afval. In een eerder besluit is geconcludeerd, dat deze gebieden zijn te beschouwen als afzonderlijke productmarkten[3].

3 [3] Zie zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. 12. Partijen staan voorts in een verticale relatie terzake van verbrandingsslakken: VAM produceert verbrandingsslakken; EDON neemt verbrandingsslakken af, recycleert ze, en biedt vervolgens de gerecycleerde verbrandingsslakken aan op de markt. VAM exploiteert een afvalverwerkingsinstallatie. Bijproduct van de verwerking zijn verbrandingsslakken. VAM kan derhalve worden gezien als een producent van verbrandingsslakken. EDON neemt van verbrandingscentrales verbrandingsslakken af. EDON recycleert deze verbrandingsslakken tot bouwstoffen. 13. Gerecycleerde verbrandingsslakken worden toegepast als materiaal voor ophogingen en aanvullingen in de grond-, weg- en waterbouwsector. Als ophogings- en aanvullingsmateriaal worden onder meer ook puin- en betongranulaat, sorteer- en brekerzand (het materiaal dat vrijkomt bij het sorteren en breken van bouw- en slooppuin), grond en het reguliere ophoogzand gebruikt. Ook van de zijde van concurrenten is opgemerkt, dat er verschillende alternatieven bestaan voor de toepassing van - gerecycleerde - verbrandingsslakken, en technisch gezien andere materialen kunnen worden toegepast. Wel wordt opgemerkt, dat de branchevereniging voor afvalverwerking poogt afspraken te maken met Rijkswaterstaat betreffende de toepassing van verbrandingsslakken. Dit zou, aldus een marktdeelnemer, ertoe kunnen leiden dat in de toekomst de situatie zou kunnen ontstaan dat geen alternatieven voorhanden zijn. 14. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of de productie van verbrandingsslakken of het aanbieden van gerecycleerde verbrandingsslakken afzonderlijke productmarkten zijn, dan wel deel uitmaken van ruimere markten, aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wijzigt (zie hierna, punt 39). Relevante geografische markten 15. In zaak 1186/NUON-ENW-EWR-Gamog is gewezen op het proces van liberalisering waarin de elektriciteitssector zich bevindt[4]. Dit proces zou mogelijk gevolgen kunnen hebben voor de wijze van afbakening van de geografische markt. In het onderhavige geval kan evenwel de precieze afbakening van de geografische markt in het midden blijven aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie hierna, punt 19 e.v.). [4] Zie besluit van 15 maart 1999, zaak 1186/NUON-ENW-EWR-Gamog, punten De geografische omvang van de markt voor recycling van bouwstoffen alsmede de markt voor recycling van grond is mogelijkerwijs nationaal: afval bestemd voor nuttige toepassing (hergebruik, recycling) mag in principe vrij worden overgebracht tussen provincies binnen Nederland[5]. Gelet op bijvoorbeeld transportkosten zijn de markten wellicht kleiner. Een precieze afbakening kan evenwel in het midden blijven omdat de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie hierna, punt 22 e.v.). [5] Zie punt 30 in zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. 17. De geografische omvang van de markten voor eindverwerking van afval is regionaal[6]. Thans is evenwel een proces van liberalisering aan de gang ten

4 gevolge waarvan in de nabije toekomst de markten ruimer kunnen worden[7]. De markten voor de inzameling van niet-gevaarlijk huishoudelijk afval en nietgevaarlijk bedrijfsafval alsmede de markt voor compostering van afvalstoffen zijn ten minste nationaal[8]. [6] Zie punt 30 e.v. in zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. [7] Zie punt 34 in zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald, en Stb. 1997, nr [8] Zie punt 39 resp. punt 35 in zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. 18. Ten aanzien van een markt voor recycling van verbrandingsslakken hebben partijen opgemerkt, dat toeleveranciers en afnemers zich in het gehele land bevinden, verbrandingsslakken door marktdeelnemers worden afgenomen bij afvalverwerkingsinstallaties in het gehele land en afnemers van gerecycleerde verbrandingsslakken zich in geheel Nederland bevinden. Transportkosten zijn, zo geven partijen aan, geen doorslaggevende factor omdat het transport veelal per water plaatsvindt, wat relatief goedkoop is. Ook van de zijde van andere marktdeelnemers wordt opgemerkt, dat de markt voor de recycling van verbrandingsslakken een nationale markt is. Gelet op het voorgaande is het aannemelijk, dat een markt voor recycling van verbrandingsslakken een landelijke markt is. B. Gevolgen van de concentratie (I) Productie van elektriciteit 19. EDON is door middel van EPON actief op het gebied van de productie van elektriciteit. VAM produceert elektriciteit als bijproduct bij haar afvalverwerkingsactiviteiten. 20. Van de totale productie van elektriciteit in Nederland neemt EDON ongeveer [15-30]% voor haar rekening. VAM is een kleine aanbieder op dit gebied met een aandeel van [minder dan 5]%. 21. Gelet op voornoemde marktaandelen bestaat geen reden om aan te nemen, dat ten gevolge van de onderhavige concentratie een machtspositie tot stand komt of wordt versterkt. (II) Recycling van bouwstoffen 22. Op het gebied van recycling van bouwstoffen (breken en sorteren van bouw- en sloopafval) is EDON actief via haar dochteronderneming De Pijp Afvalverwerking. Daarnaast is zij samen met VAM actief via een onderneming, BRW v.o.f. (hierna: BRW), waarin zij beiden n-derde deel van de aandelen houden. Ten gevolge van de onderhavige concentratie zal EDON uitsluitende zeggenschap verkrijgen in BRW. 23. De activiteiten van BRW op het gebied van recycling van bouwstoffen bedragen [minder dan 5]% van het totaal aan activiteiten op dit gebied in Nederland[9]. Na de totstandkoming van onderhavige concentratie zal het gezamenlijke marktaandeel [minder dan 5]% bedragen. [9] Voor de totale omvang van de markt wordt door partijen verwezen naar het rapport "Economisch functioneren van de grondstoffenmarkt. Eindrapport fase 1: Inventarisatie" van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Afdeling Infrastructuur

5 Grondstoffen, Augustus Naast de in het voorgaande genoemde horizontale relatie, staan partijen ook in een verticale relatie tot elkaar: EDON is ook actief op het gebied van inzameling van bouw- en sloopafval, terwijl VAM actief is op het gebied van de handel in bouwstoffen. Ten gevolge van de onderhavige concentratie wordt de bestaande verticale relatie bestendigd. Gelet op de bestaande samenwerking (zie hiervr, punt 22) alsmede de posities van EDON en VAM op het gebied van inzameling (zie hierna, punt 25) en handel (zie hierna, punt 26) en ten slotte de aanwezigheid van een groot aantal bouw- en sloopinrichtingen in Nederland, bestaat geen reden om aan te nemen, dat de onderhavige concentratie leidt tot het ontstaan of versterken van een machtspositie op het gebied van recycling van bouwstoffen, de inzameling van bouwstoffen of de handel in bouwstoffen. 25. Op het gebied van inzameling van bouwstoffen in Nederland behaalt EDON naar schatting van partijen rond de [0-10]%; indien zou worden uitgegaan van een kleinere, regionale markt geven partijen aan, dat EDON een marktaandeel van rond de [15-25]% behaalt. 26. Op het gebied van de handel in bouw- en sloopafval in Nederland behaalt VAM naar schatting van partijen een marktaandeel van [minder dan 5]%; indien zou worden uitgegaan van een kleinere, regionale markt geven partijen aan, dat meerdere regionale concurrenten actief zijn en dat VAM een marktaandeel van rond de [0-10]% behaalt. (III) Recycling van grond 27. Op het gebied van recycling van grond in Nederland behaalt EDON, door middel van een dochteronderneming, BION Overijssel, naar schatting van partijen een marktaandeel van rond de [10-20]%. Het marktaandeel dat VAM behaalt, wordt door partijen geschat op rond de [0-10]%. Op deze markt zijn vele ondernemingen actief, waaronder een aantal sterke landelijke marktdeelnemers. 28. Van de zijde van concurrenten op het gebied van recycling van grond wordt aangegeven, dat zij geen bedenkingen hebben tegen de voorgenomen overname. Aangegeven wordt dat niet wordt gevreesd dat de overname tot een dusdanige marktpositie van partijen leidt dat de mededinging wordt belemmerd. 29. Gelet op het voorgaande bestaat geen reden om aan te nemen dat een machtspositie ontstaat of wordt versterkt op het gebied van recycling van grond. Voorts bestaat gelet op het voorgaande geen reden om aan te nemen, dat de samenvoeging van de eindverwerkingsactiviteiten van VAM met de recyclingactiviteiten van EDON zouden leiden tot een marktafsluiting. 30. Ook indien ervan zou worden uitgegaan, dat de markt kleiner is dan landelijk, wijzigt voorgaande conclusie niet. Reacties van ondervraagde marktdeelnemers geven hiertoe geen aanleiding. Voorts wordt het volgende opgemerkt. Partijen hebben gewezen op de aanwezigheid in de regio Noorden Midden-Nederland van meerdere ondernemingen waarvan concurrentie wordt ondervonden. Deze ondernemingen, althans sommigen daarvan, zijn ook horizontaal gentegreerd: zij zijn ook actief op aanverwante gebieden zoals de op hergebruik gerichte verwerking van zogenaamd RKG-slib, veegvuil, zeefen sorteerzand en baggerspecie. Enkele ondernemingen die actief zijn op

6 genoemde gebieden maken bovendien deel uit van sterke landelijke concerns. Zou ervan worden uitgegaan, dat de geografische omvang van de markt lokaal of regionaal is en de directe omgeving (ca. 25 km) van de respectieve vestigingen van partijen omvat[10], dan wordt opgemerkt, dat geen sprake is samenvoeging van marktaandelen. [10] Vgl. punt 37 in zaak 1124/AVL - BAG, besluit van 22 februari (IV) Inzameling niet-gevaarlijk huishoudelijk afval 31. EDON is actief op het gebied van inzameling niet-gevaarlijk huishoudelijk afval. VAM is terzake niet actief doch is actief op het gebied van de verwerking niet-gevaarlijk huishoudelijk afval. Derhalve is hier geen sprake van horizontale benvloeding. 32. Volgens partijen is ook geen sprake van verticale benvloeding, aangezien de bestemming van het door EDON ingezamelde afval door de gemeenten wordt bepaald, en niet door EDON zelf. In zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel is onder punt 18 evenwel geconcludeerd, dat het ontstaan van een verticaal gentegreerde onderneming die zowel de inzameling als de verwerking van huishoudelijk afval gezamenlijk kan aanbieden, effecten kan hebben op zowel de markt voor inzameling als op de markten voor eindverwerking. 33. Ten aanzien van de genoemde mogelijke effecten van het samengaan van EDON met VAM kan het volgende worden opgemerkt. Ten eerste heeft EDON als inzamelaar van huishoudelijk afval een geringe marktpositie: naar schatting van partijen [minder dan 5]% op de landelijke markt. Op de markt voor inzameling van huishoudelijk afval vindt concurrentie plaats door middel van aanbestedingsprocedures. Naast regionale marktdeelnemers is op deze markt een aantal grote landelijk opererende inzamelbedrijven actief[11]. Ten tweede is in het gebied waarin EDON en haar belangrijkste concurrenten actief zijn, welk gebied ten minste geheel Nederland omvat, een voldoende aantal alternatieve mogelijkheden van eindverwijdering beschikbaar[12]. In dit verband wordt opgemerkt, dat in 1997 in Nederland rond de 4420 Kton werd verbrand. VAM behaalt terzake een marktaandeel van rond de [0-10]%[13]. Partijen hebben aangegeven op dit gebied van grotere ondernemingen concurrentie te ondervinden[14]. [11] Zie punt 50 in zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. [12] Zie punt 54 in zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. [13] Werkgroep Afvalregistratie, Afvalverwerking in Nederland: gegevens 1997, Utrecht, 1997, pp [14] Zie voorts punt 50 e.v. van dit besluit. 34. Gelet op het voorgaande bestaat geen reden om aan te nemen, dat ten gevolge van de onderhavige concentratie een machtspositie ontstaat of wordt versterkt. (V) Inzameling van niet-gevaarlijk bedrijfsafval 35. EDON is actief op het gebied van de inzameling van niet-gevaarlijk bedrijfsafval. VAM is niet actief op dit gebied doch verwerkt niet-gevaarlijk

7 bedrijfsafval. Derhalve is hier geen sprake van horizontale benvloeding. 36. Aangezien EDON actief is als inzamelaar van bedrijfsafvalstoffen en VAM als verwerker, kan sprake zijn van een mogelijke verticale benvloeding. Betreffende deze mogelijke verticale benvloeding wordt het volgende opgemerkt. Ten eerste heeft EDON als inzamelaar van bedrijfsafvalstoffen een geringe marktpositie: naar schatting van partijen [minder dan 5]% op de landelijke markt. Partijen hebben aangegeven, dat dit marktaandeel niet wezenlijk wijzigt indien nader zou worden onderscheiden naar soort bedrijfsafval (bijvoorbeeld, KWDafval en groenafval). Ten tweede is in het gebied waarin EDON en haar belangrijkste concurrenten actief zijn, welk gebied ten minste geheel Nederland omvat, een voldoende aantal alternatieve mogelijkheden van eindverwijdering beschikbaar[15]. [15] Zie punt 54 in zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. 37. Op de markt voor de inzameling van niet-gevaarlijk bedrijfsafval is in Nederland een aantal grote financieel krachtige (buitenlandse) ondernemingen actief. Daarnaast is een aantal kleinere ondernemingen voornamelijk regionaal actief. Voor inzamelaars die in een bepaalde regio actief zijn, bestaan geen significante belemmeringen om hun activiteiten uit te breiden naar aangrenzende regio's[16]. [16] Zie punt 38 in zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. 38. Gelet op het voorgaande bestaat geen reden om aan te nemen, dat een machtspositie ontstaat of wordt versterkt op de markt voor de inzameling van niet-gevaarlijk afval of de verwerking daarvan. (VI) Aanbieden van gerecycleerde verbrandingsslakken 39. Indien zou worden uitgegaan van de meest nauwe marktafbakening, namelijk het aanbieden van gerecycleerde verbrandingsslakken (zie hiervr, punten 12 en 13), kan worden opgemerkt dat op dit gebied geen samenvoeging van marktaandelen plaatsvindt; enkel EDON is terzake actief, door middel van een dochteronderneming, Insulinde Recycling. 40. Terzake van verbrandingsslakken staan partijen in een verticale relatie tot elkaar nu VAM verbrandingsslakken produceert en EDON actief is op het gebied van het aanbieden van gerecycleerde verbrandingsslakken. 41. Betreffende de positie van EDON op het gebied van het aanbieden van gerecycleerde verbrandingsslakken wordt het volgende opgemerkt. Partijen schatten het marktaandeel van EDON op dit gebied rond de [50-60]%. Op deze markt zijn meerdere concurrenten aanwezig: Cyclas, Feniks, Heros, Heymans en Vervat. Enkele van hen behalen niet onaanzienlijke marktaandelen terzake van het aanbieden van gerecycleerde verbrandingsslakken. 42. Van de zijde van de concurrentie wordt opgemerkt, dat geen bedenkingen bestaan tegen de thans aan de orde zijnde voorgenomen overname van VAM door EDON. Wel wordt gewezen op eventuele verdergaande ontwikkelingen in de vuilverbrandingssector, waardoor de vuilverbrandingsinstallaties van AZN, AVI-Twente en VAM in de toekomst mogelijkerwijs onder dezelfde

8 aandeelhouders zouden vallen. Van de zijde van de concurrentie wordt in dit verband de zorg uitgesproken, dat de door deze installaties geproduceerde verbrandingsslakken dan automatisch aan Insulinde Recycling zouden kunnen toekomen. 43. Aangaande de positie van EDON op het gebied van het aanbieden van gerecycleerde verbrandingsslakken wordt ten slotte gewezen op de opmerkingen van de zijde van de concurrentie, dat verschillende alternatieven bestaan voor de toepassing van deze verbrandingsslakken, en technisch andere materialen gebruikt zouden kunnen worden (zie hiervr, punt 13). 44. Betreffende de positie van de VAM op het gebied van de productie van verbrandingsslakken wordt opgemerkt, dat de omvang van de productie van VAM op dit gebied rond de [...] ton bedraagt. Dit komt naar schatting van partijen neer op een marktaandeel van rond de [0-10]%. 45. Gelet op het voorgaande bestaat geen reden om aan te nemen, dat ten gevolge van de onderhavige concentratie een machtspositie tot stand komt of wordt versterkt op de eventuele markten voor het aanbieden van gerecycleerde verbrandingsslakken of productie van verbrandingsslakken. (VII) Compostering van afvalstoffen 46. De omvang van de markt voor compostering van afval in Nederland, gemeten naar de verwerkte hoeveelheid, bedraagt rond de 1720 kton[17]. VAM behaalt hier een marktaandeel van rond de [30-40]%, terwijl EDON een marktaandeel behaalt van [minder dan 5]%. [17] Werkgroep Afvalregistratie, Afvalverwerking in Nederland: gegevens 1997, Utrecht, 1997, pp Op deze markt ondervinden partijen onder meer concurrentie van AVL (PNEM-MEGA) met een marktaandeel van rond de 10%.[18] [18] Zie punt 48 in zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. 48. Van de zijde van concurrenten is opgemerkt, dat geen bedenkingen bestaan tegen de voorgenomen concentratie. Niet wordt gevreesd dat door de overname de mededinging zou worden belemmerd. 49. Gelet op voornoemde marktaandelen alsmede de reacties van concurrenten bestaat geen reden om aan te nemen dat een machtspositie tot stand komt of wordt versterkt. (VIII) De markten voor storten en verbranden (eindverwerking) van afval 50. Terzake van het storten van afval zijn beide partijen actief. Uitgaande van de thans bestaande situatie van markten met een provinciale dimensie[19], vindt geen samenvoeging plaats van marktaandelen aangezien partijen in verschillende provincies werkzaam zijn. [19] Punt 34 in zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. 51. Wordt uitgegaan van een nationale markt voor het storten[20], dan wordt het volgende opgemerkt. De omvang van de Nederlandse markt voor het storten van afval bedroeg in 1997 rond de Kton[21]. Op deze markt

9 behaalt EDON een marktaandeel van [minder dan 5]%, terwijl VAM uitkomt op [0-10]% marktaandeel. Uitgaande van een nationale markt zouden partijen onder meer concurrentie ondervinden van PNEM/MEGA. [20] Punt 53 in zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. [21] Werkgroep Afvalregistratie, Afvalverwerking in Nederland: gegevens 1997, Utrecht, 1997, pp Terzake van verbranding is VAM actief door middel van een 100%- dochteronderneming die een verbrandingsinstallatie exploiteert (zie hiervr, punt 5). Ofschoon EDON deelnemingen houdt in ondernemingen die betrokken zijn bij de exploitatie van verbrandingsinstallaties[22], geven zij EDON geen zeggenschap terzake van verbrandingsactiviteiten. Derhalve vindt geen samenvoeging van marktaandelen plaats. [22] Zie hiervr, punten 3 tot en met 5; Zelfs indien ervan zou worden uitgegaan - hetgeen in tegenspraak zou zijn met de door de partijen overgelegde stukken - dat EDON en VAM via VAMIJ Beheer BV reeds gezamenlijke zeggenschap uitoefenden over een afvalverwerkingsinstallatie, kan worden opgemerkt, dat geen sprake is van samenvoeging van marktaandelen, aangezien in dat geval het marktaandeel terzake van verbranding reeds voorafgaande aan de operatie kon worden toegerekend aan EDON (zie laatstelijk: punt 41 in zaak 1186/NUON/ENW/EWR/GAMOG, reeds aangehaald). 53. Ten aanzien van eventuele verticale effecten op de markten voor inzameling en eindverwerking (storten en verbranden) van afval kan het volgende worden opgemerkt. Betreffende eindverwerking van afvalstoffen zou alleen dan een machtspositie kunnen ontstaan of worden versterkt indien het samengaan van VAM met EDON tot gevolg zou hebben dat een marktafsluiting ten nadele van andere aanbieders zou plaatsvinden[23]. Een zodanig effect kan de concentratie niet hebben. In de huidige situatie, waarin voor het verbranden en storten van afval nog sprake is van provinciale markten, ondervindt VAM niet of nauwelijks concurrentie en is er in ieder geval geen reden om aan te nemen dat deze positie verder wordt versterkt. Uitgaande van een nationale markt neemt VAM een bescheiden plaats in (zie hiervr, punten 33 en 51). Voorts is de positie van EDON als inzamelaar daarvoor niet sterk genoeg (zie hiervr, punten 33 en 36)[24]. [23] Vgl. punt 53 zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. [24] Vgl. punt 53 zaak 1004/PNEM/MEGA - Van Gansewinkel, reeds aangehaald. 54. Gelet op het voorgaande bestaat geen reden om aan te nemen dat op het gebied van het storten van afval een machtspositie tot stand komt of wordt versterkt. VII. CONCLUSIE 55. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 56. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de

10 Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 21 april 1999 De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. Drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.