Multi-stakeholderbevraging proefprojecten Centrum voor Kinderopvang (CKO): resultaten naar opvangsoort

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Multi-stakeholderbevraging proefprojecten Centrum voor Kinderopvang (CKO): resultaten naar opvangsoort"

Transcriptie

1 Multi-stakeholderbevraging proefprojecten Centrum voor Kinderopvang (CKO): resultaten naar opvangsoort Eindrapport In opdracht van: Kind en Gezin Uitgevoerd door: IDEA Consult Brussel, september 2009 IDEA Consult nv Tel: (+32) Kunstlaan 1-2, bus 16 Fax: (+32) B 1210 Brussel

2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding Context Het CKO concept...3 De proefprojecten CKO Doel en draagwijdte van het onderzoek Inhoud van dit rapport Aanpak van het onderzoek Onderzoeksproces Respons van de bevraging Samenstelling van de steekproeven...6 Responsgraad Resultaten van de bevraging Inleiding Bestaan en doelstellingen CKO Bekendheid van kennis over het CKO...9 Deelname aan het CKO Niet-deelname aan het CKO Perceptie over de doelstellingen van het CKO Samenwerking en interactie tussen actoren Samenwerking in het CKO Samenwerking en interactie met de niet-deelnemers Interactie met het LOK Activiteiten van de vier werkterreinen Inleiding Lokaal sociaal-pedagogisch opvangproject Gecoördineerd opnamebeleid Lokaal coördinatiesysteem van opvangvragen Praktische samenwerking Resultaten van de vier werkterreinen Inleiding Resultaten gecoördineerd opnamebeleid Resultaten lokaal coördinatiesysteem van opvangvragen Resultaten praktische samenwerking Meerwaarde Toekomstvisie Samenvattende Conclusies De erkende en zelfstandige voorzieningen Gezinsopvang en groepsopvang Buitenschoolse en voorschoolse opvang p.

3 1 INLEIDING 1.1 Context Het CKO concept In 2006 werd een conceptueel kader voor de vernieuwing van de Vlaamse kinderopvang geformuleerd. Een belangrijk deel in het vernieuwingsconcept gaat over het Centrum voor Kinderopvang of CKO. Een CKO is een lokaal of regionaal samenwerkingsverband waarin de diverse opvanginitiatieven hun krachten bundelen. Het CKO-concept heeft 3 doelstellingen: een transparanter, efficiënt en gecoördineerd opnamebeleid realiseren een opvangproject realiseren dat expliciet aandacht heeft voor de drie maatschappelijke functies van kinderopvang (economisch, pedagogisch en sociaal, zie ook Box 1) het aanbod afstemmen op de lokale en regionale behoeften Box 1: De 3 maatschappelijke functies van kinderopvang De drie maatschappelijke functies van kinderopvang: 1. Economische functie: dankzij kinderopvang kunnen ouders gaan werken en voor een inkomen zorgen. In de kinderopvang zelf werken ook heel wat mensen. 2. Sociale functie: kinderopvang kan de uitsluiting van kansengroepen tegengaan en hun integratie helpen bevorderen. Door opvang zijn ouders bijvoorbeeld in staat om een opleiding te volgen of te solliciteren zodat ze later kunnen gaan werken. Ze kunnen er steun vinden en andere ouders leren kennen. Soms hebben ouders opvang nodig om even tot rust te komen. 3. Educatieve functie: goede kinderopvang biedt jonge kinderen niet alleen verzorging en geborgenheid, maar stimuleert kinderen ook in hun fysische en psychische ontwikkeling. Kinderen ontmoeten er anderen en leren er van jongs af aan respectvol mee omgaan. Kinderopvang zorgt voor een betere integratie en gaat uitsluiting tegen. Bron: Binnen dergelijke lokale of regionale samenwerkingsverbanden moet samenwerking tot uiting komen doorheen de volgende 4 werkterreinen: Ontwikkelen en realiseren van een lokaal sociaal-pedagogisch opvangproject dat expliciet aandacht heeft voor de 3 maatschappelijke functies van kinderopvang. Dit project is afgestemd op het lokaal beleidsplan kinderopvang van de gemeente(n) waarin het CKO actief is. Uitwerken en toepassen van een transparant, efficiënt en gecoördineerd opnamebeleid dat elk van deze 3 functies een volwaardige plaats geeft en afgestemd is op de lokale/regionale noden. Uitwerken en toepassen van een lokaal coördinatiesysteem om opvangvragen te registreren, te dispatchen en zo effectief mogelijk te beantwoorden. Dit systeem is afgestemd op de lokale noden en mogelijkheden Het uitwerken van een efficiënte samenwerking op praktisch vlak (bijv. uitwisselen van kennis en knowhow, opzetten van gezamenlijke vorming, logistiek samenwerken, samen gebruiken van infrastructuur, gezamenlijk inzetten van personeel). Het CKO-concept geeft een duidelijke richting aan maar roept ook veel vragen op. Daarom werden de mogelijkheden en grenzen van het CKO-concept uitgetest in 16 CKO-proefprojecten. 3

4 1.1.2 De proefprojecten CKO In totaal dienden 55 proefprojecten CKO hun kandidatuur in tegen eind februari Hiervan werden 16 kandidaten geselecteerd om op 16 mei 2007 te starten als proefproject CKO. Het gaat om de volgende CKO in Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1 : CKO Leuven CKO Boutersem CKO Brugge CKO De Koepel Kortrijk CKO IJzervallei (Veurne, Diksmuide, Nieuwpoort, Alveringem) CKO Klein Duimpje Torhout CKO Oostende CKO Mortsel CKO Herenthout CKO Mechelen CKO Olen CKO Ham CKO Genk CKO Gent West CKO Beveren CKO Brussel (1000 Brussel, Koekelberg, Sint Jans Molenbeek) In een eerste fase liepen de proefprojecten tot eind september In september 2008 werd beslist de proefperiode te verlengen tot eind december Aan de hand van deze projecten wil de Vlaamse Overheid zicht krijgen op de mogelijke meerwaarde, beperkingen en effecten van de werking van een CKO. De ervaringen en resultaten in de praktijk zullen het inzicht verhogen of en hoe het CKO-concept verder kan toegepast worden voor heel Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Kind en Gezin staat in voor de begeleiding en de rapportage over de evoluties van deze CKO. Het proefprojectenconcept wil drie zaken bereiken 2 : Leren wat de mogelijkheden, knelpunten, opportuniteiten, kritische voorwaarden, proceskenmerken en effecten zijn van lokale of regionale samenwerking van opvangvoorzieningen. Een goede regelgeving voorbereiden die niet alleen kansen biedt aan een toekomstgerichte uitbouw van een kinderopvang die toegankelijk is voor alle gezinnen met vragen van economische, sociale of pedagogische aard, maar moet ook aansluiten bij de mogelijkheden van de opvangvoorzieningen zelf. De ervaringen en de good practices uit de proefprojecten verspreiden in de hele opvangsector. 1.2 Doel en draagwijdte van het onderzoek In het najaar van 2008 voerde IDEA Consult een evaluatieonderzoek uit naar de proefprojecten CKO door middel van een multi-stakeholderbevraging. Deze bevraging gebeurde bij de volgende actoren: 1) Deelnemende opvangvoorzieningen in elk CKO 1 Kind en Gezin, Proefprojecten CKO: voortgangsrapport mei-oktober Toelichtingsnota bij de oproep proefprojecten CKO 4

5 2) Niet-deelnemende opvangvoorzieningen in de gemeente/regio van het CKO 3) Vertegenwoordiging van de ouders: de ouders die in het Lokaal Overleg Kinderopvang van de betreffende gemeente de ouders vertegenwoordigen 4) De voorzitters van het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) in de gemeente en vertegenwoordigers van het lokaal bestuur 5) Sociale en Welzijnsorganisatie (SWO) die werkzaam zijn in het CKOwerkingsgebied en die (in)direct te maken hebben met ouders met opvangvragen De resultaten van deze 5 enquêtes werden uitgebreid geanalyseerd en gerapporteerd 3. In dit rapport worden de onderzoeksresultaten van de deelnemers en de nietdeelnemers opgesplitst naar het soort opvangvoorziening: 1) Erkende opvang versus zelfstandige opvang 2) Groepsopvang versus gezinsopvang 3) Voorschoolse opvang versus buitenschoolse opvang 1.3 Inhoud van dit rapport Na dit inleidende hoofdstuk bespreken we in hoofdstuk 2 de methodologische aanpak van het onderzoek. In hoofdstuk 3 bespreken we de resultaten van de analyse van de antwoorden naar opvangsoort. We bekijken daarbij per opvangsoort de antwoorden rond de volgende thema s: ontstaan en doelstellingen van het CKO, samenwerking en interactie tussen actoren, activiteiten en resultaten van de 4 werkterreinen en meerwaarde en toekomst van het CKO-concept. In hoofdstuk 4 zetten we de conclusies op een rij. 3 Zie IDEA Consult (2009), Multistakeholderbevraging proefprojecten Centrum voor Kinderopvang (CKO), Finaal rapport, Brussel. 5

6 2 AANPAK VAN HET ONDERZOEK 2.1 Onderzoeksproces Dit rapport baseert zich op de resultaten van de bevraging die IDEA Consult in het najaar van 2008 uitvoerde bij deelnemende en niet-deelnemende opvangvoorzieningen van de 16 proefprojecten CKO. Het onderzoeksproces verliep als volgt: Om de vragenlijsten op te stellen deden we zowel desk research als een aantal verkennende interviews. Aan de hand van de informatie opgedaan in deze interviews, stelden we de multi-stakeholder bevraging op. Daarna verstuurden we de enquêtes naar de 5 verschillende doelgroepen. Het merendeel van de enquêtes werden elektronisch afgelegd via een web-based enquête. Een aantal enquêtes werd ook schriftelijk ingevuld. Na afsluiting van de enquête begonnen we met de analyse. Dit gebeurde zowel verticaal per enquête als horizontaal doorheen de 5 enquêtes. Voor de statistische toepassingen (vooral bij de criteria analyse) gebruikten we het programma SAS. In een tweede fase werd aan IDEA Consult de opdracht gegeven om een bijkomende analyse te maken van een groot aantal van de antwoorden 4 van de deelnemers en niet-deelnemers, opgedeeld naar opvangsoort (erkend of zelfstandig, groeps- of gezinsopvang, voor- of naschools). Deze resultaten vormen het onderwerp van dit rapport. 2.2 Respons van de bevraging In wat volgt bespreken we de samenstelling van de steekproeven voor de deelnemers en niet-deelnemers en de responsgraad van de respectieve enquêtes Samenstelling van de steekproeven De steekproeven voor deze 2 bevragingen stelden we als volgt samen: Bij de deelnemers was de steekproef gelijk aan de populatie. Alle deelnemers van de 16 proefprojecten CKO werden dus uitgenodigd deel te nemen aan de enquête. Bij de niet-deelnemers bestond de populatie op het moment van de bevraging uit 207 opvangvoorzieningen. Hiervan namen we 104 voorzieningen (5) op in de steekproef. We zorgden voor voldoende representativiteit naar aantal en soort voorzieningen (bijv. zelfstandig, DVO, kinderdagverblijf) per CKO. 4 Niet alle vragen van de multistakeholderbevraging werden geanalyseerd naar opvangsoort. Er werd door Kind en Gezin een selectie gemaakt van de te analyseren vragen van zowel deelnemers als niet-deelnemers. 6

7 2.2.2 Responsgraad Van de 260 uitgenodigde deelnemers vulden in totaal 163 voorzieningen of 62% van de totale steekproef de enquête in. Voor de analyse van de antwoorden naar opvangsoort werd in samenspraak met Kind en Gezin beslist bepaalde voorzieningen niet mee te nemen. Het gaat hier over scholen, CKG s, babysitdiensten, opvang thuis voor zieke kinderen en speelplein of vakantieopvang. Hierdoor daalt het aantal deelnemers van 163 tot 140. Tabel 1 deelt deze 140 deelnemers in naar soort opvangvoorziening. Tabel 1: Respondenten deelnemers naar opvangsoort Opvangsoort Aantal Crèche 34 Mini-crèche 30 DVO 22 Zelfstandige onthaalouder 19 IBO 15 Zelfstandig kinderdagverblijf 10 Buitenschoolse kinderopvang verbonden aan kinderdagverblijf 6 Peutertuin 2 Mini-crèche lokale dienst 2 Totaal 140 Bron: IDEA Consult op basis van gegevens Kind en Gezin Van de niet-deelnemers vulden 59 voorzieningen of 56,7% van de steekproef de enquête in. Tabel 2 deelt de niet-deelnemers in naar soort. Voor de analyse van de antwoorden van de niet-deelnemers naar opvangsoort worden al deze respondenten meegenomen. Tabel 2: Respondenten niet-deelnemers naar opvangsoort Opvangsoort Aantal Zelfstandige onthaalouder 18 Crèche 13 Mini-crèche 13 DVO 7 IBO 5 Zelfstandig kinderdagverblijf 3 Totaal 59 Bron: IDEA Consult op basis van gegevens Kind en Gezin Aan de hand van bovenstaande indelingen naar opvangsoort kunnen we de deelnemers en niet-deelnemers nu onderverdelen in 3 categorieën: de erkende versus de zelfstandige voorzieningen, de groepsopvang versus de gezinsopvang en de voorschoolse versus de buitenschoolse opvangvoorzieningen. Tabel 3 hieronder illustreert. 7

8 Tabel 3: Respondenten deelnemers en niet-deelnemers naar opvangsoort (3 indelingen) Deelnemers Niet-deelnemers Aantal % Aantal % Erkend Zelfstandig Totaal % 44% % 59% Groepsopvang Gezinsopvang Totaal % 29% % 46% Voorschools Buitenschools Totaal % % 8% Bron: IDEA Consult op basis van gegevens Kind en Gezin 8

9 3 RESULTATEN VAN DE BEVRAGING 3.1 Inleiding In wat volgt presenteren we de resultaten van de analyse van de antwoorden van deelnemers en niet-deelnemers naar opvangsoort. We doen dit op een thematische manier waarbij we de antwoorden van zowel de deelnemers als de niet-deelnemers per thema bespreken. Volgende thema s komen achtereenvolgens aan bod: - Bestaan en doelstellingen van het CKO - Samenwerking en interactie tussen de actoren - Activiteiten van de 4 werkterreinen - Resultaten van de 4 werkterreinen - Meerwaarde van het CKO - Toekomst van het CKO-concept Belangrijk is te vermelden dat deze resultaten de meningen van de respondenten reflecteren en dus een subjectieve weergave zijn van de verschillende actoren met betrekking tot de voortgang en resultaten van het CKO. Deze weergave kan dus enigszins verschillen van de realiteit. 3.2 Bestaan en doelstellingen CKO Bekendheid van kennis over het CKO Uit de bevraging van de niet-deelnemers aan het CKO blijkt dat 2 op de 3 het proefproject kennen. Als we dit bekijken per soort opvangvoorziening, bemerken we geen verschillen naar opvangsoort: - Onder de niet-deelnemers zijn de erkende en de zelfstandige opvangvoorzieningen even goed op de hoogte van het bestaan van het CKO: telkens geeft iets meer dan 6 van beide soorten voorzieningen aan het CKO te kennen. - Ook tussen de gezins- en groepsopvang is er geen verschil in bekendheid (bij beiden ook ruim 6). - Het aantal respondenten dat buitenschoolse opvang aanbiedt (5 voorzieningen) is te klein om uitspraak te doen over een verschil in bekendheid van voorschoolse versus buitenschoolse opvang. Aan de respondenten die het CKO proefproject kennen vroegen we van welke specifieke aspecten zij op de hoogte zijn. We bekijken de antwoorden van de nietdeelnemers per opvangsoort: - Over de ganse lijn blijken de erkende niet-deelnemende voorzieningen meer aspecten van het CKO te kennen dan de zelfstandige niet-deelnemers. Bijna 8 van de erkende voorzieningen die het proefproject kennen, weet wie er lid is van het CKO, bij de zelfstandige voorzieningen is dit de helft. Bovendien geeft 64% van die erkende voorzieningen aan dat zij het werk van het CKO rond het gecoördineerd opnamebeleid kennen, bij de zelfstandigen die het proefproject kennen is dit slechts 23%. 9

10 - Ook tussen gezinsopvang en groepopvang merken we verschillen. De nietdeelnemers die gezinsopvang aanbieden blijken meer aspecten te kennen dan de niet-deelnemers die groepsopvang verzorgen. Zo weet ruim 3 op 4 van de gezinsopvangvoorzieningen (die het CKO proefproject kennen) wie lid is van het CKO, van de groepsopvang is dit 47% Deelname aan het CKO De bevraging van de deelnemers peilde naar hun reden van deelname aan het CKO proefproject 5. Ruim 3 op de 4 deelnemers geeft aan dat ze deelnemen aan het CKO uit overtuiging dat samenwerken een meerwaarde heeft. Figuur 1 en 2 illustreren de antwoorden opgesplitst naar erkende versus zelfstandige voorziening en groepsversus gezinsopvang. De belangrijkste reden van deelname voor zowel de erkende als de zelfstandige én voor zowel de groeps- als gezinsopvang, is de overtuiging dat samenwerken een meerwaarde heeft. Opvallend is dat 44% van de erkende voorzieningen deelnamen omdat dit in lijn lag van bestaande samenwerkingsverbanden, terwijl dit slecht bij ruim 23% van de zelfstandigen het geval is. van de erkende voorzieningen neemt deel uit bezorgdheid om anders de boot te missen (bij zelfstandigen is dit slechts 18%), 34% neemt deel uit geloof in de noodzaak van het realiseren van de CKO doelstellingen (bij zelfstandigen is dit 22%). Bij zelfstandigen blijkt professionalisering, de positieve invloed op K&G inzake uitbreiding kinderopvang en kostenefficiëntie dan weer iets zwaarder door te wegen. Figuur 1: Reden van deelname (erkende en zelfstandige voorzieningen) Overtuigd van de meerwaarde van samenwerken Lag in lijn van bestaande samenwerkingen Geloof in noodzaak van realiseren CKO doelstellingen Nood aan professionalisering van KO Uit bezorgdheid om boot te missen Veronderstelt invloed op K&G voor de uitbreiding KO Voorziening heeft niet zelf beslist Andere Om kostenefficiënter te kunnen werken 23% 44% 23% 33% 34% 18% 26% 7% 8% 8% 15% 7 84% Erkende opvangvoorzieningen Zelfstandige opvangvoorzieningen Het feit dat deelname in lijn lag van bestaande samenwerkingsverbanden blijkt ook voor veel (42%) voorzieningen met groepsopvang een belangrijke reden voor deelname te zijn. Bij de gezinsopvang komt dit veel minder voor (). Professionalisering van kinderopvang en geloof in de noodzaak van het realiseren van de CKO doelstellingen blijken bij meer voorzieningen met groepsopvang dan voorzieningen met gezinsopvang belangrijke redenen te zijn voor deelname aan het CKO. 5 De respondenten konden hierbij meerdere antwoorden aankruisen. 10

11 Figuur 2: Reden van deelname (gezins- en groepsopvang) Overtuigd dat samenwerken meerwaarde heeft Lag in lijn van bestaande samenwerkingen Geloof in noodzaak van realiseren CKO doelstellingen Nood aan professionalisering van KO Uit bezorgdheid om boot te missen Veronderstelt invloed op K&G voor de uitbreiding KO Voorziening heeft niet zelf beslist Andere Om kostenefficiënter te kunnen werken 8% 7% 12% 1 14% 22% 31% 37% 21% 24% 25% 27% 42% 68% 82% Gezinsopvang Groepsopvang Een andere vraag van de enquête bij de deelnemers peilde naar de deelname van de voorziening aan de projectaanvraag. Vooral de erkende voorzieningen geven aan dat zij hieraan deelnamen: bijna 8 van hen zegt hieraan in beperkte tot grote mate te hebben deelgenomen. Bij de zelfstandigen is dit 63%. Ook bij de groepsopvang ligt dit percentage (77%) hoger dan bij de gezinsopvang (62%). 86% van de buitenschoolse opvangvoorzieningen nam in beperkte tot grote mate mee aan de projectaanvraag, van de voorschoolse voorzieningen deed 68% mee. Tot slot bevroegen we ook hoe vaak de deelnemende voorzieningen deelnemen aan de CKO-activiteiten waarvoor zij uitgenodigd zijn. Over het algemeen observeren we een hoge graad van deelname: 79% van de respondenten geeft aan dat ze hier vaak tot altijd aan deelnemen. Slechts 8% neemt zelden of nooit deelneemt. Onderstaande figuur illustreert het antwoordt op deze vraag, opgesplitst naar opvangsoort. Wat meteen opvalt, is het verschil in deelname tussen erkende en zelfstandige voorzieningen. Figuur 3: Hoe vaak neemt u deel aan de CKO-activiteiten waarvoor u uitgenodigd bent? % 33% 9% 3% 4% 32% 21% 37% 4% 9% % 58% 51% 51% 47% 42% 35% erkend zelfstandig gezin groep buitenschools voorschools Altijd Vaak Af en toe Zelden Nooit 11

12 3.2.3 Niet-deelname aan het CKO Over het algemeen geeft iets meer dan de helft van de niet-deelnemers aan dat zij niet deelnamen uit tijdsgebrek. Dit blijkt vooral van groot belang te zijn bij zelfstandige voorzieningen: 14 van de 35 of van de zelfstandigen geven dit aan als reden voor het niet-deelnemen. Van de erkende voorzieningen zijn dit er slechts 4 van de 24 of bijna. De helft van de voorschoolse voorzieningen (18 van de 36) geven tijdsgebrek op als reden. Met betrekking tot de andere redenen komen geen grote verschillen naar voor Perceptie over de doelstellingen van het CKO Aan de deelnemers vroegen we wat voor hen de belangrijkste werkterreinen zijn van het CKO. Zij moesten aan de 4 werkterreinen een cijfer geven van 1 (belangrijkste werkterrein) tot 4 (minst belangrijke werkterrein). Op basis van de antwoorden kenden we scores toe aan elk werkterrein. Zo kunnen we analyseren welk terrein in totaal de hoogste score krijgt. De deelnemers ordenen de werkterreinen als volgt (in dalende volgorde van belang): 1. Het coördinatiesysteem van opvangvragen voor ouders 2. Praktische samenwerking van opvangvoorzieningen in de buurt 3. Een gecoördineerd opnamebeleid met meer aandacht voor kansengroepen 4. Samenwerken aan een gemeenschappelijk sociaal-pedagogische visie Als we de resultaten opsplitsen naar soort opvangvoorziening, dan bemerken we dat de erkende en zelfstandige voorzieningen niet dezelfde ordening hebben. Gemiddeld genomen achten zelfstandige voorzieningen de praktische samenwerking duidelijk het belangrijkste aspect van het CKO, daarna volgt het coördinatiesysteem van opvangvragen voor ouders, de gemeenschappelijke visie en tot slot het gecoördineerd opnamebeleid. Erkende voorzieningen vinden het coördinatiesysteem het belangrijkste aspect, maar zij achten het gecoördineerde opnamebeleid met meer aandacht voor kansengroepen belangrijker dan de praktische samenwerking (dit staat op nr. 2 en de praktische samenwerking op nr. 3, de gemeenschappelijke visie staat op nr. 4). Zowel de gezins- als groepsopvang als de buitenschoolse en de voorschoolse opvang ordenen de werkterreinen in dezelfde volgorde. Na het coördinatiesysteem volgt de praktische samenwerking, dan het gecoördineerd opnamebeleid en tot slot de gemeenschappelijke visie. 3.3 Samenwerking en interactie tussen actoren Samenwerking in het CKO 7 op 10 deelnemers werkte in het verleden reeds beperkt tot intensief samen met sommige partners van het CKO. Opvallend is dat 1 op de 3 voorzieningen vóór het ontstaan van het CKO nooit samenwerkte. Figuur 3 geeft de antwoorden naar soort opvangvoorziening. We zien dat het vooral de zelfstandigen zijn die voordien nog nooit samenwerkten met partners van het CKO. Ook valt op dat de groepsopvang voordien meer samenwerkte dan de gezinsopvang. 12

13 Bovendien zijn er meer voorschoolse dan buitenschoolse voorzieningen die negatief antwoorden op de vraag of zij voordien reeds samenwerkten. Figuur 4: Had uw voorziening voor de start van het CKO-proefproject reeds samengewerkt met sommige van de partners van het CKO? % 24% 14% 32% 49% 41% 63% 57% 55% 53% 41% 49% 20,5% 24% 19% 14% 8% 5% erkend zelfstandig gezin groep buitenschools voorschools Ja, op intensieve wijze Ja, in beperkte mate Nee Ik weet het niet Bij de deelnemers peilden we naar de belangrijkste succesfactoren voor samenwerking binnen het CKO 6. Onderstaande tabel geeft het percentage van elke groep die de stelling als succesfactor beschouwen. Een eerste bemerking bij deze tabel is dat het percentage van de zelfstandigen steeds opvallend lager ligt. Dit kan verklaard worden door het feit dat de zelfstandige opvangvoorzieningen minder succesfactoren aanduiden en/of dat hun mening onderling sterk verschilt. In elke kolom staat de top 3 voor elke soort opvangvoorziening in het vet aangeduid. Hieruit blijkt dat dezelfde factoren terugkomen in de top 3 van elke soort opvangvoorziening. Zowel voor de erkende als de zelfstandige voorzieningen als voor de voor- en de buitenschoolse opvang is het vertrouwen tussen de deelnemers de belangrijkste succesfactor. Dit geldt ook voor de groepsopvang, maar voor de gezinsopvang staat deze factor op de tweede plaats, zij vinden een CKO-coördinator die voldoende tijd kan steken in het CKO de belangrijkste succesfactor. Het engagement van de deelnemende voorzieningen is een succesfactor die ook bij elke opvangsoort in de top 3 staat. Ook de factoren die betrekking hebben op de CKO-coördinator (samenwerking trekken, voldoende tijd investeren in CKO) vinden we terug vaak terug in de top 3 van succesfactoren. Een andere vaststelling in de tabel is dat het realiseren van concrete acties met duidelijke meerwaarde door het CKO vooral een belangrijke meerwaarde blijkt voor de buitenschoolse opvang alsook voor de erkende voorzieningen. Voor zelfstandige voorzieningen is gelijkwaardigheid tussen partners binnen het CKO een top 3 succesfactor, terwijl dit niet het geval is bij de andere opvangsoorten. 6 De respondenten konden meerdere antwoorden aankruisen. 13

14 Tabel 4: Succesfactoren voor samenwerking binnen het CKO E Z Gezin Groep BS VS CKO-coördinator die samenwerking trekt en mensen motiveert 82% 36% 54% 66% 82% 58% CKO-coördinator die voldoende tijd kan investeren in het CKO 71% 41% 61% 57% 59% 58% Vertrouwen tussen de deelnemers van het CKO 84% 52% 56% 76% 82% 68% Vrijwillige deelname aan het CKO 49% 36% 37% 46% 5 42% Breed draagvlak bij lokaal bestuur, SWO en voorzieningen in het werkingsgebied Het engagement van de deelnemende voorzieningen Het realiseren van concrete acties met duidelijke meerwaarde door het CKO 52% 31% 39% 44% 59% 77% 48% 59% 67% 73% 63% 73% 39% 54% 61% 73% 56% Duidelijke inhoud en visie van het proefproject 53% 33% 34% 48% 55% 42% Gelijkwaardigheid tussen partners binnen het CKO 59% 48% 41% 6 55% 54% Neutraliteit van de coördinator van het CKO 47% 33% 49% 55% 38% Het inschakelen van een externe procesbegeleider in de opstartfase 24% 29% 23% 27% Naast de succesfactoren peilden we ook naar de knelpunten voor een goede CKOwerking. Uit de bevraging van de deelnemers blijken tijdsinvestering, tekort aan kinderopvang en financiële middelen de grootste knelpunten te zijn. Onderstaande tabel geeft het aantal weer (in percentage) per soort voorziening die eerder tot helemaal akkoord gaan dat de factor een knelpunt vormt voor een goede werking van het CKO. Ook hier weer observeren we dat de percentages van de zelfstandigen steeds lager liggen dan deze van de erkende voorzieningen wat erop duidt dat de zelfstandigen in mindere mate knelpunten zien. De top 3 van knelpunten staat telkens aangeduid in het vet. Opnieuw valt op dat dezelfde knelpunten steeds terug te vinden zijn in elke top 3. Het tekort aan kinderopvang blijkt een belangrijk knelpunt. Dit komt meer uitgesproken naar voor bij erkende voorzieningen dan bij de zelfstandigen en ook eerder bij de groepsopvang dan bij de gezinsopvang. Met de stelling dat de CKO-werking te veel tijd opslorpt zien we dat het vooral de erkende voorzieningen zijn die hier mee akkoord gaan; ook de buitenschoolse opvangvoorzieningen hebben hierover een meer uitgesproken mening dan de voorschoolse opvangvoorzieningen. De mening van de gezin- en groepsopvang loopt gelijk. Verder merken we dat de buitenschoolse opvang zowel het beperkte engagement van bepaalde deelnemers als de onzekerheid rond de verderzetting van het CKO als een groter knelpunt beschouwd vergeleken met alle andere opvangsoorten. Dat het CKO niet het volledige werkingsgebied dekt van de voorzieningen is dan weer een opvallend knelpunt voor de gezinsopvang. Tabel 5: Knelpunten voor samenwerking binnen het CKO E Z Gezin Groep BS VS Beperkt engagement van bepaalde 47% 43% 45% 63% 41% 14

15 deelnemers aan het CKO Het tekort aan kinderopvang in uw gemeente/regio Lokale politieke invloeden en machtsverhoudingen (politisering) Het CKO dekt niet volledig het werkingsgebied van mijn voorziening 67% 49% 5 64% 63% 59% 26% 23% 27% 25% 26% 25% 29% 28% 5 21% 21% De CKO werking slorpt veel tijd op 85% 53% 73% 73% 84% 71% De onzekerheid rond de verderzetting van het CKO na 2009 Spanningsveld tussen samenwerken als CKO en autonomie van eigen voorziening Concurrentie tussen de voorzieningen Verschillen in cultuur en identiteit tussen de voorzieningen Verschillende regelgeving voor verschillende types van voorzieningen 44% 44% 27% 51% 63% 41% 35% 23% 33% 29% 42% 28% 14% 12% 1 14% 26% 1 32% 28% 27% 32% 47% 27% 63% 47% 47% 6 79% 52% Op de open vraag of er nog andere knelpunten zijn die de voorzieningen ondervinden krijgen we verschillende antwoorden. Zowel de erkende als de zelfstandige voorzieningen halen vaak aan dat de tijdsinvestering erg groot is en het soms moeilijk maakt om actief deel te nemen. Echter, de erkende voorzieningen laten ook uitschijnen dat het soms moeilijk is om tot besluitvorming te komen aangezien de zelfstandige initiatieven volgens hen te weinig deelnemen aan vergaderingen ongelijke capaciteit van engagement, zelfstandige initiatieven die slechts in zeer beperkte mate participeren, opnamebeleid delen met de zelfstandige opvang. De zelfstandigen geven aan dat zij te weinig tijd hebben om hieraan deel te nemen, dat de avonden die voorzien zijn om samen te komen vaak niet geschikt zijn voor hun voorziening, dat het bijwonen van vergaderingen veel te moeilijk is, en dergelijke meer. Eén respondent vermeldt hierdoor het gevoel te krijgen een minderwaardige partner te zijn. 15

16 3.3.2 Samenwerking en interactie met de niet-deelnemers 42% van de niet-deelnemers geeft aan dat zij op geen enkele wijze betrokken wordt bij het proefproject CKO. Van de bijna 6 op 10 niet-deelnemende voorzieningen die wel betrokken worden geeft de helft aan dat dit gebeurt via deelname aan het coördinatiesysteem van opvangvragen, de andere helft zegt dat dit gebeurt via het LOK 7. - Opvallend is dat de helft van de zelfstandigen aangeeft dat hun voorziening op geen enkele wijze betrokken is bij het CKO. Als zij wel betrokken zijn is dit hoofdzakelijk via deelname aan het coördinatiesysteem. Van de erkende voorzieningen geeft slechts 21% aan dat zij op geen enkele wijze betrokken zijn bij het CKO. De meerderheid van de erkende voorzieningen zijn betrokken via het LOK in de gemeente of stad. - 42% van de voorzieningen uit de groepsopvang en 35% van de voorzieningen uit de gezinsopvang geven aan dat zij op geen enkele wijze betrokken zijn. Van degene die wel betrokken zijn gebeurt dit bij beide groepen via zowel deelname aan het LOK als via het coördinatiesysteem van opvangvragen. De informatie over het CKO naar de niet-deelnemers toe wordt als volgt beoordeeld: - Van de erkende voorzieningen geven bijna alle respondenten (11 op 12) aan dat ze via Kind en Gezin voldoende informatie kreeg over het CKO-concept in Vlaanderen. Van de zelfstandigen geeft slechts 52% aan dat ze hierover voldoende informatie kregen. - Naar de vraag of ze voldoende informatie kregen over het proefproject in de regio, antwoordt 62% van de zelfstandigen dat ze niet voldoende informatie kregen. Van de erkende ondernemingen ligt dit percentage een stuk lager (33%). - 63% van de groepsopvang en 71% van de gezinsopvang geven aan dat zij voldoende informatie kregen over het CKO-concept via Kind en Gezin. Er is wel een duidelijk verschil als men vraagt naar de informatie die men kreeg over het proefproject in de regio: bijna 2 op de 3 gezinsopvangvoorzieningen antwoordt dat men voldoende informatie kreeg over het proefproject tegenover bijna 1 op de 3 voorzieningen voor groepsopvang Interactie met het LOK Bij de niet-deelnemers peilden we naar wie van hen deelneemt aan het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) in de gemeente/stad. Hier blijkt dat vooral de erkende opvangvoorzieningen deelnemen. Ruim 2/3 onder hen antwoorden dat zij hieraan deelnemen. Van de zelfstandige opvang is dit maar 34%. Ook blijkt dat de gezinsopvang (56%) iets vaker aan het LOK deelneemt dan de voorzieningen met groepsopvang (41%). 7 De respondenten konden hierbij meerdere antwoorden aankruisen 16

17 3.4 Activiteiten van de vier werkterreinen Inleiding Deze paragraaf beschrijft de perceptie van de deelnemende voorzieningen over de activiteiten die reeds uitgevoerd werden met betrekking tot de 4 werkterreinen van het CKO: - Het lokaal sociaal-pedagogisch opvangproject - Het gecoördineerd opnamebeleid - Het lokaal coördinatiesysteem van opvangvragen - Praktische samenwerking Lokaal sociaal-pedagogisch opvangproject Het eerste werkterrein betreft het ontwikkelen en realiseren van een lokaal sociaal-pedagogisch opvangproject dat expliciet aandacht heeft voor de 3 maatschappelijke functies van kinderopvang. Dit project is afgestemd op het lokaal beleidsplan kinderopvang van de gemeente(n) waarin het CKO actief is. - Uit de bevraging van de deelnemers blijkt dat bijna iedereen (98%) op de hoogte is van de sociaal-pedagogische visietekst van zijn CKO en dat 91% zich hierin kan vinden. Hier vinden we weinig verschil in antwoord tussen de verschillende soorten opvangvoorzieningen. - De meeste deelnemende voorzieningen (79%) waren ook betrokken bij het opstellen van deze visietekst. De erkende voorzieningen zijn opvallend meer betrokken bij het opstellen hiervan dan de zelfstandigen: slechts 6% van de erkende voorzieningen geeft aan dat zij hier niet bij betrokken was. Bij de zelfstandigen is dit 26%. De buitenschoolse opvangvoorzieningen blijken meer betrokken te zijn bij het opstellen van deze visie dan de voorschoolse opvang. Slechts 1 van de 22 buitenschoolse opvangen geeft aan niet betrokken te zijn geweest. Bij de voorschoolse was niet betrokken. Tussen gezins- en groepsopvang blijkt het verschil tussen wel of niet betrokken zeer klein. - In de vragenlijst werd ook gepeild of de deelnemers zich kunnen terugvinden in de sociaal-pedagogische visietekst. Ook hier blijkt dat de meerderheid van de voorzieningen van elke opvangsoort zich kan terugvinden in deze visietekst. Bij de erkende voorzieningen kan 81% zich in grote mate vinden in de visietekst en in beperkte mate. Bij de zelfstandigen vindt men zich in mindere mate terug in de opgestelde visietekst: 46% in grote mate en 36% in beperkte mate Gecoördineerd opnamebeleid Het tweede werkterrein betreft het uitwerken en toepassen van een transparant, efficiënt en gecoördineerd opnamebeleid dat elk van de 3 maatschappelijke functies van kinderopvang een volwaardige plaats geeft en afgestemd is op de lokale/regionale noden. Uit de vraag hoe ver de deelnemende voorzieningen staan in het aanpassen van hun opnamebeleid aan de CKO-werking blijkt dat slechts 15% zijn opnamebeleid reeds aanpaste aan de gezamenlijke opnamecriteria. Bij 43% is men hier wel al mee gestart of staat dit gepland. 17

18 Als we dit bekijken naar soort opvangvoorziening, krijgen we het beeld zoals weergegeven in onderstaande figuur. We zien dat vooral de erkende voorzieningen, de gezinsopvang en de buitenschoolse opvang aangeven het meest ver te staan in het aanpassen van hun opnamebeleid. De zelfstandigen lijken hier minder aandacht aan te besteden: meer dan een derde van de respondenten geeft aan dat hier niet aan gewerkt wordt. Figuur 5: Hoe ver staat de voorziening in het aanpassen van het opnamebeleid aan de gezamenlijke opnamecriteria? 10 18% 18% 7% 5% % 31% 29% 24% 35% 27% 25% 18% 28% 25% 22% 23% 24% 18% 14% 19% 15% 1 15% erkend zelfstandig gezin groep buitenschools voorschools Uitgevoerd Gestart Gepland Wordt niet aan gewerkt Ik weet dit niet Over het algemeen nam ruim 1 op de 4 opvangvoorzieningen al maatregelen om de toegankelijkheid voor kansengroepen te verbeteren in de eigen voorziening. In onderstaande figuur kunnen we observeren dat dit vooral de erkende opvangvoorzieningen zijn. Bijna van de zelfstandigen geeft aan dat zij geen maatregelen nemen om de toegankelijkheid van kansengroepen te verbeteren. Ook de groepsopvang lijkt hier meer aan te werken dan de gezinsopvang. Tussen de buiten- en voorschoolse opvang is het verschil beperkt. 18

19 Figuur 6: Maatregelen nemen om de toegankelijkheid van kansengroepen in uw voorziening te verbeteren % 18% 18% 15% 18% 8% 5% 19% 19% 6 29% 18% 18% 18% 32% 18% 25% 25% 34% 18% 18% 25% 27% erkend zelfstandig gezin groep buitenschools voorschools Uitgevoerd Gestart Gepland Wordt niet aan gewerkt Ik weet dit niet Lokaal coördinatiesysteem van opvangvragen Het derde werkterrein betreft het uitwerken en toepassen van een lokaal coördinatiesysteem om opvangvragen te registreren, te dispatchen en zo effectief mogelijk te beantwoorden. Dit systeem is afgestemd op de lokale noden en mogelijkheden Vooral folders en flyers, een contactpunt en een website worden in grote mate gebruikt als instrumenten voor een coördinatiesysteem. Een draaiboek en een interne website (intranet) worden slechts bij 1 op de 5 deelnemers gebruikt. Als we dit bekijken per soort opvangvoorziening, dan komen de volgende elementen naar voor: - De website met informatie over opvangvoorzieningen in het CKO wordt zowel door zelfstandigen als erkende voorzieningen goed gebruikt. Toch zegt nog 1 op de 5 zelfstandigen dat dit niet gebruikt wordt, tegenover 1 op de 10 erkende voorzieningen. Opvallend is ook dat de groepsvoorzieningen dit instrument in grote mate gebruiken dan de gezinsopvang (43% van de gezinsopvang zegt dat dit instrument niet beschikbaar is of niet gebruikt wordt). Een gelijkaardig fenomeen zien we bij de buitenschoolse opvang, waar 33% aangeeft dat dit instrument niet beschikbaar is of niet gebruikt wordt. Dit tegenover slechts 1 van de voorschoolse opvangvoorzieningen. - Een website die aangeeft of er vrije plaatsen zijn in de opvangvoorziening wordt op ongeveer gelijke manier gebruikt door erkende en zelfstandigen. Wel is er een significant verschil tussen gezins- en groepsopvang. Ruim 6 van de gezinsopvang geeft aan dat dit instrument niet beschikbaar is of niet gebruikt wordt. Bij de groepsopvang is dit. Hier zijn het vooral de voorschoolse voorzieningen die dit instrument niet ter beschikking hebben. 19

20 Van de buitenschoolse geeft 45% aan dat ze dit instrument in beperkte tot grote mate gebruikt. - Voor wat betreft intranet geeft 22% van de erkende ondernemingen aan dat ze dit in beperkte tot grote mate gebruikt, bij de zelfstandigen is dit slechts 15%. Meer dan 35% van de zelfstandige voorzieningen geeft aan dat dergelijk instrument niet beschikbaar is. Ook de groepsopvang gebruikt dit iets meer () dan de gezinsopvang (15%). Een groter verschil zien we bij de buitenschoolse opvang, waar 35% aangeeft dat ze dit in beperkte tot grote mate gebruikt, bij de voorschoolse is dit 19%. - Bij de vraag naar een centraal of gecoördineerd telefoonnummer en/of contactpunt voor ouders zien we dat het vooral de zelfstandigen zijn die dergelijk instrument hanteren. 31% van de erkende voorzieningen geeft aan dat zij een centraal contactpunt voor ouders hebben. Bij de zelfstandigen is dit 44%. Ook de gezinsopvang hanteert dit significant meer dan de groepsopvang (55% van de gezinsopvang tegenover 31% van de groepsopvang). Tussen buiten- en voorschoolse opvang observeren we geen grote verschillen. - Wat betreft het hanteren van folders en flyers bemerken we geen grote verschillen tussen de diverse opvangsoorten. Een draaiboek met procedures voor het gecoördineerd is bij de meeste soorten voorzieningen niet beschikbaar Praktische samenwerking Het vierde werkterrein betreft het uitwerken van een efficiënte samenwerking op praktisch vlak (bijv. uitwisselen van kennis en knowhow, opzetten van gezamenlijke vorming, logistiek samenwerken). In de bevraging van de deelnemers gaven de respondenten aan of er al dan niet samenwerking is rond een bepaald thema en in welke mate deze samenwerking voordeel oplevert aan de eigen voorziening. Over het algemeen vindt de grootste samenwerking plaats rond knowhow en vorming. Samenwerking op gebied van infrastructuur en logistiek Op gebied van infrastructuur lopen de antwoorden tussen de respondenten van de groepsopvang en de gezinsopvang vrij sterk uiteen. De groepsopvang geeft voor alle aspecten aan dat er meer samenwerking is dan de gezinsopvang. Deze verschillen zijn vrij groot. Onderstaande figuur illustreert. 20

21 Figuur 7: Samenwerking rond infrastructuur en logistiek: gezins- versus groepsopvang % 44% 22% 34% 43% 41% 38% 47% 47% 58% 59% 64% 38% 31% 24% 34% 1 38% 34% 33% 19% 23% 19% 19% 1 22% 9% 3% 14% 15% 9% 9% 6% 6% 44% 64% 7 38% 15% 9% 3% 9% 3% 9% Gezin Groep Gezin Groep Gezin Groep Gezin Groep Gezin Groep Gezin Groep Gezin Groep Zoeken locaties en infrastructuur Gezamenlijke behoeften in kaart brengen Gezamenlijk aankopen materiaal Afspraken rond vervoer Uitlenen materiaal Samenw erken rond onderhoud Samenw erken rond administratie In grote mate voordeel In beperkte mate voordeel Geen voordeel Geen samenw erking De volgende figuur illustreert de antwoorden van de erkende versus de zelfstandige opvangvoorzieningen. Deze lopen voor de meeste zaken vrij gelijk. Wat opvalt, is dat de zelfstandige opvangvoorzieningen telkens minder of geen voordeel zien in samenwerking rond infrastructuur en logistiek. Figuur 8: Samenwerking rond infrastructuur en logistiek: erkende (E) versus zelfstandige (Z) voorzieningen % 33% 43% 46% 48% % 56% 54% 65% 63% 64% 61% 18% 28% 22% 33% 24% 14% 24% 36% 35% 28% 18% 18% 25% 26% 22% 18% 7% 4% 9% 6% 14% 7% 7% 9% 6% E Z E Z E Z E Z E Z E Z E Z Zoeken naar locaties en infrastructuur Gezamenlijke behoeften in kaart brengen Gezamenlijk aankopen materiaal Afspraken rond vervoer Uitlenen materiaal Samenw erken rond onderhoud Samenw erken rond administratie In grote mate voordeel In beperkte mate voordeel Geen voordeel Geen samenw erking 21

22 Ook tussen de antwoorden van de voorschoolse en de buitenschoolse opvang zijn geen erg grote verschillen. Enkel voor het gezamenlijk aankopen van materiaal: bijna 3 op de 4 van de buitenschoolse opvangvoorzieningen geeft aan dat hier geen samenwerking rond is, bij de voorschoolse opvang ligt dit percentage veel lager (49%). Onderstaande figuur illustreert. Figuur 9: Samenwerking rond infrastructuur en logistiek: buitenschoolse (BS) versus voorschoolse (VS) opvang % 37% 39% 39% 49% 47% 53% 54% 53% 58% 62% 68% 65% 74% 42% 23% 32% 21% 21% 19% 23% 27% 28% 22% 19% 19% 12% 26% 5% 12% 21% 21% 4% 15% 9% 1 6% 7% 6% BS VS BS VS BS VS BS VS BS VS BS VS BS VS Zoeken naar locaties en infrastructuur Gezamenlijke behoeften in kaart brengen Gezamenlijk aankopen materiaal Afspraken rond vervoer Uitlenen materiaal Samenw erken rond onderhoud Samenw erken rond administratie In grote mate voordeel In beperkte mate voordeel Geen voordeel Geen samenw erking Samenwerking rond knowhow en vorming Zoals reeds vermeld gebeurt (in het algemeen) de meeste samenwerking rond knowhow en vorming. In onderstaande figuren bekijken we dit voor de verschillende soorten opvangvoorzieningen. Voor elk aspect geeft de groepsopvang aan dat zij er meer voordeel uithaalt dan de gezinsopvang (zie Figuur 10). Dit is het meest duidelijk voor het openstellen van de vormingen voor de leden van het CKO. 22

23 Figuur 10: Samenwerking rond knowhow en vorming: gezins- versus groepsopvang 10 19% 19% 14% 25% 25% 31% 3% 8 9% 9% 9% 33% 6 9% 23% 6% 29% 19% 6% 34% 22% 34% 26% 38% 19% 44% 44% 31% 59% 49% 41% 43% 38% 38% 38% 22% Gezin Groep Gezin Groep Gezin Groep Gezin Groep Gezin Groep Gezamenlijke Organiseren van vormingsbehoeften gezamenlijke in kaart brengen vorming Eigen vormingen openstellen voor leden CKO Overleg tussen knelpunten en actuele thema's in Informatieuitw isseling In grote mate voordeel In beperkte mate voordeel Geen voordeel Geen samenw erking Figuur 11 geeft de antwoorden weer voor de erkende en zelfstandige voorzieningen. De erkende voorzieningen geven aan dat zij meer voordeel halen uit elk aspect van de samenwerking dan de zelfstandige voorzieningen. Dit verschil komt het duidelijkst naar voor bij het openstellen van de eigen vormingen voor de leden van het CKO en bij de informatie-uitwisseling. Figuur 11: Samenwerking rond knowhow en vorming: erkende (E) versus zelfstandige (Z) voorzieningen % 39% 22% 19% 7% 31% 33% 24% 8% 33% 41% 4% 29% 7% 24% 29% 7% 29% 33% 36% 35% 46% 46% 35% 28% 54% 52% 35% 35% E Z E Z E Z E Z E Z Gezamenlijke vormingsbehoeften in kaart brengen Organiseren van gezamenlijke vorming Eigen vormingen openstellen voor leden CKO Overleg tussen knelpunten en actuele thema's in de KO Informatieuitw isseling In grote mate voordeel In beperkte mate voordeel Geen voordeel Geen samenw erking De buitenschoolse opvang haalt telkens beduidend meer voordeel uit de samenwerkingen rond knowhow en vorming dan de voorschoolse vorming, 23

24 bijvoorbeeld rond het in kaart brengen van de gezamenlijke vormingsbehoeften en het openstellen van de eigen vormingen voor leden van het CKO. Enkel voor de samenwerking rond informatie-uitwisseling is er bij de voorschoolse opvangvoorzieningen meer samenwerking en halen zij hier ook meer voordeel uit. Figuur 12: Samenwerking rond knowhow en vorming: buitenschoolse (BS) versus voorschoolse (VS) voorzieningen % 47% 22% 1 5% 5% 37% 21% 5% 29% 37% 33% 12% 32% 15% 6% 26% 47% 27% 34% 25% 21% 26% 47% 33% 53% 44% 47% 29% 58% 53% 32% 35% BS VS BS VS BS VS BS VS BS VS Gezamenlijke vormingsbehoeften in kaart brengen Organiseren van Eigen vormingen gezamenlijke vorming openstellen voor leden CKO Overleg tussen Inf ormatieuitw isseling knelpunten en actuele thema's in de KO In grote mate voordeel In beperkte mate voordeel Geen voordeel Geen samenw erking Samenwerking rond personeel De meeste samenwerking en het grootste voordeel haalt men uit het uitwisselen van vacatures. Dit gebeurt hoofdzakelijk bij de erkende voorzieningen: 46% van de zelfstandigen geeft aan dat er hier geen samenwerking rond is (tegenover 27% van de erkende voorzieningen). 31% van de groepsopvang geeft aan dat zij hier in grote mate voordeel uithaalt, tegenover slechts 6% van de gezinsopvang. 37% van de voorschoolse opvangen werkt hier niet rond samen, terwijl dit slechts 21% is bij de buitenschoolse opvang. 3.5 Resultaten van de vier werkterreinen Inleiding Het werken aan activiteiten van de 4 werkterreinen leidt tot bepaalde resultaten voor elk van deze werkterreinen. Deze resultaten geven de rechtstreekse voordelen aan van de activiteiten voor de eindbegunstigden. Zo kan het creëren van een CKO-website om opvangvragen te registreren en te coördineren (= activiteit) leiden tot het vereenvoudigen van de zoektocht van ouders naar kinderopvang (= resultaat). Of leidt het organiseren van een gezamenlijke vorming binnen een CKO (= activiteit) tot een verhoging van de pedagogische kwaliteit van kinderopvang in de gemeente/regio (= resultaat). Deze paragraaf geeft de mening van de deelnemende voorzieningen weer over in welke mate er reeds resultaten bereikt zijn voor elk van de vier werkterreinen. 24

25 3.5.2 Resultaten gecoördineerd opnamebeleid In de enquête peilden we of de resultaten van het gecoördineerde opnamebeleid merkbaar zijn in de eigen voorziening. De volgende figuren illustreren de antwoorden per soort voorziening. Vooral de erkende voorzieningen geven aan dat zij meer opvangvragen krijgen van ouders uit kansengroepen. Meer dan de helft geeft aan dat dit in beperkte tot grote mate zo is. Bij zelfstandige voorzieningen ligt dit percentage een stuk lager (28%). Wat opvalt, is dat zowel de buiten- als voorschoolse opvang aangeeft dat zij (in beperkte tot grote) mate meer opvangvragen krijgt. Figuur 13: De opvangvoorziening krijgt meer opvangvragen van ouders uit kansengroepen 10 12% 9% 2% 6% % 69% 64% 69% 35% 51% 37% 35% 28% 18% 18% 21% % 6% erkend zelfstandig gezin groep buitenschools voorschools In grote mate In beperkte mate Niet Ik weet dit niet In Figuur 14 zien we dat het ook de erkende voorzieningen zijn die aangeven meer kinderen uit kansengroepen op te vangen (54% in beperkte tot grote mate, tegenover 28% van de zelfstandigen). Ook meer dan de helft van de groepsopvang geeft aan dat zij meer kinderen uit kansengroepen opvangen. Bij de gezinsopvang ligt dit percentage veel lager (24%). Tussen de buiten- en voorschoolse opvang is het verschil beperkt. 25

26 Figuur 14: Meer kinderen uit kansengroepen worden opgevangen in uw voorziening 10 8% 9,1% 3,4% 10, 3,9% % 71% 67% 46% 54% 36% 34% 25% 12% 18% 12% 12% 1 erkend zelfstandig gezin groep buitenschools voorschools In grote mate In beperkte mate Niet Ik weet dit niet In de vragenlijst vroegen we ook aan de deelnemers of zij ervaren dat het aantal vragen van sociale en welzijnsorganisaties (bijv. VDAB, Sociaal Huis, CLB) over kinderopvang is toegenomen sinds de start van het CKO. 36% van de erkende voorzieningen ondervindt een beperkte tot sterke toename, bij de zelfstandige voorzieningen is dit 27%. Ook de groepsopvang ondervindt dit veel sterker dan de gezinsopvang (36% van de groepsopvang tegenover van de gezinsopvang ondervindt een beperkte tot sterke toename). Bij de buitenschoolse opvang is dit 42% tegenover 29% bij de voorschoolse opvang Resultaten lokaal coördinatiesysteem van opvangvragen Op de vraag tot welke resultaten het coördinatiesysteem leidde voor de eigen opvangvoorziening is 71% van de deelnemende voorzieningen akkoord dat het systeem een grotere tijdsinvestering betekent voor de eigen voorziening. In onderstaande figuur zien we dat elke soort voorziening hiermee grotendeels akkoord gaat. Vooral de buitenschoolse voorzieningen gaan hiermee in grote of beperkte mate akkoord. De zelfstandige voorzieningen gaan in mindere mate akkoord (65%) dan de erkende voorzieningen (62%). 26

27 Figuur 15: Het systeem betekent een grotere tijdsinvestering voor uw voorziening % 1 34% 8% 31% 35% 1 36% 1 35% 55% 14% 34% 41% 41% 38% erkend zelfstandig gezin groep buitenschools voorschools In grote mate akkoord In beperkte mate akkoord Niet akkoord Ik w eet dit niet Over het algemeen blijken opvangvoorzieningen sneller alternatieven te zoeken om ouders verder te helpen indien zij zelf geen plaats hebben. Figuur 16 illustreert dit, opgesplitst naar soort opvangvoorziening. Alle voorzieningen, en dan vooral de erkende voorzieningen en de groepsopvang, geven aan dat zij sneller spontaan contact op nemen met andere voorzieningen om ouders verder te helpen. De zelfstandige voorzieningen en de gezinsopvang gaan hier in iets mindere mate mee akkoord. Figuur 16: Voorziening neem sneller spontaan contact op met andere voorzieningen om ouders verder te helpen indien de eigen voorziening geen plaats heeft % 7% 34% 9% 19% 6% 43% 31% 9% 15% 7% 7% 41% 8% 65% 37% 44% 49% 44% erkend zelfstandig gezin groep buitenschools voorschools In grote mate akkoord In beperkte mate akkoord Niet akkoord Ik w eet dit niet Over het algemeen neemt meer dan de helft van de voorzieningen ook sneller contact op met het centraal of gecoördineerd contactpunt om ouders verder te helpen indien er 27

Multi-stakeholderbevraging proefprojecten Centrum voor Kinderopvang (CKO)

Multi-stakeholderbevraging proefprojecten Centrum voor Kinderopvang (CKO) Multi-stakeholderbevraging proefprojecten Centrum voor Kinderopvang (CKO) Finaal rapport In opdracht van: Kind en Gezin Uitgevoerd door: IDEA Consult Brussel, 3 februari 2009 IDEA Consult nv Tel: (+32)

Nadere informatie

De kracht van samen-werken aan een toegankelijke kinderopvang

De kracht van samen-werken aan een toegankelijke kinderopvang De kracht van samen-werken aan een toegankelijke kinderopvang PROEFPROJECTEN CENTRUM VOOR KINDEROPVANG EINDRAPPORT mei 2007 december 2009 Inhoudstafel: Inleiding 1. Hoe kan een CKO concreet organisatorisch

Nadere informatie

Lokaal loket kinderopvang. Resultaten enquête 2016

Lokaal loket kinderopvang. Resultaten enquête 2016 Lokaal loket kinderopvang Resultaten enquête 2016 Inleiding Doelstelling: kinderopvang als basisvoorziening Recht van elk kind/ elk gezin op een kwaliteitsvolle dienstverlening Opvang in voldoende mate

Nadere informatie

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s) SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK

Nadere informatie

onderwerpen rol K&G Kinderopvang kinderen tot het einde van de basisschool

onderwerpen rol K&G Kinderopvang kinderen tot het einde van de basisschool Kinderopvang in Vlaanderen onderwerpen 1. Rol kind en gezin 2. Kinderopvanglandschap 3. Beleidsnota minister Jo Van Deurzen 4. Decreet voorschoolse kinderopvang 5. Buitenschoolse opvang nieuwe visie 6.

Nadere informatie

Figure 1 logo vrouwenraad. De Vrouwenraad wil voor elk kind betaalbare, toegankelijke en kwaliteitsvolle kinderopvang

Figure 1 logo vrouwenraad. De Vrouwenraad wil voor elk kind betaalbare, toegankelijke en kwaliteitsvolle kinderopvang Figure 1 logo vrouwenraad De Vrouwenraad wil voor elk kind betaalbare, toegankelijke en kwaliteitsvolle kinderopvang INHOUDSTAFEL kinderopvang... 1 Een kaderdecreet kinderopvang... 2 Kwaliteitsvolle kinderopvang...

Nadere informatie

Contactgegevens: Marc Lammar, of of

Contactgegevens: Marc Lammar, of of Algemeen Gemeente: Mechelen Provincie: Antwerpen Naam van het lokaal loket: Kinderopvangwijzer Mechelen Contactgegevens: Marc Lammar, marc.lammar@mechelen.be of kinderopvang@mechelen.be, 015 29 83 24 of

Nadere informatie

Oproep naar aanvragen voor nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse opvang

Oproep naar aanvragen voor nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse opvang Hallepoortlaan 27 B-1060 BRUSSEL Telefoon: 02 533 12 11 Fax: 02 544 02 80 www.kindengezin.be e-mail : info@kindengezin.be MEDEDELING Oproep naar aanvragen voor nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse

Nadere informatie

Inclusieve opvang en Centra inclusieve kinderopvang

Inclusieve opvang en Centra inclusieve kinderopvang Inclusieve opvang en Centra inclusieve kinderopvang Inspiratiedag Kinderopvang VVSG 2 april 2015 Sylvia Walravens Stafmedewerker afdeling Kinderopvang Historische context Inclusieve opvang binnen Kind

Nadere informatie

Algemeen. Gemeente: Stad Gent. Provincie: Oost Vlaanderen. Naam van het lokaal loket: Kinderopvangpunt Gent

Algemeen. Gemeente: Stad Gent. Provincie: Oost Vlaanderen. Naam van het lokaal loket: Kinderopvangpunt Gent Algemeen Gemeente: Stad Gent Provincie: Oost Vlaanderen Naam van het lokaal loket: Kinderopvangpunt Gent Contactgegevens: Danny Verdonck, danny.verdonck@stad.gent, 09/268 20 82 Werkingsgebied: Stedelijk

Nadere informatie

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid Samenvattend rapport Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid Samenvattend Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 8 3. De resultaten per vraag p. 9 4. Informatie open vragen

Nadere informatie

Aanbod (Bron: Kind en Gezin, 1/7/2013)... 2 Evolutie 2008-2013... 8 Nood aan kinderopvang... 10

Aanbod (Bron: Kind en Gezin, 1/7/2013)... 2 Evolutie 2008-2013... 8 Nood aan kinderopvang... 10 Inhoud Aanbod (Bron: Kind en Gezin, 1/7/2013)... 2 Evolutie 2008-2013... 8 Nood aan kinderopvang... 10 Aanbod (Bron: Kind en Gezin, 1/7/2013) BOKDV IBO KDV LODIB LODIV VOP ZBO ZKDV ZOO dvo vest Eindtotaal

Nadere informatie

Proefproject inkomenstarief-mix (IKT-mix)

Proefproject inkomenstarief-mix (IKT-mix) Proefproject inkomenstarief-mix (IKT-mix) Doelstellingen en beslissingskader 1. OPROEP Een combinatie van plaatsen met inkomenstarief en plaatsen met vrije prijs op één kinderopvanglocatie is op dit moment

Nadere informatie

Kinderopvang met een sociale functie: hoe kan je dit vanuit een centrum voor kinderopvang in de praktijk realiseren?

Kinderopvang met een sociale functie: hoe kan je dit vanuit een centrum voor kinderopvang in de praktijk realiseren? Kinderopvang met een sociale functie: hoe kan je dit vanuit een centrum voor kinderopvang in de praktijk realiseren? De sociale functie van kinderopvang houdt in dat: - de toegankelijkheid van kinderopvangvoorzieningen

Nadere informatie

In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezindheid en Gezin zegt de minister ook werk te maken van een flexibele kinderopvang.

In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezindheid en Gezin zegt de minister ook werk te maken van een flexibele kinderopvang. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 440 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 10 april 2018 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Flexibele kinderopvang - Stand van zaken In een persbericht

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN Om na te gaan in welke mate de huisartsen en apothekers uit dezelfde wijk contact hebben en met elkaar overleggen, verstuurden de Apothekers van Brussel

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 459 (2011-2012) Nr. 1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZIT TING 2011-2012 17 NOVEMBER 2011 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Elke ROEX betreffende het waarborgen van het recht op kinderopvang

Nadere informatie

Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016

Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016 Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016 Begrijpend lezen in internationaal perspectief en in vergelijking met 2006 5 december 2017 Kim Bellens, Bieke De Fraine, Kelly Tielemans, Jan Van Damme & Margo

Nadere informatie

Rapportage Kindertevredenheidsonderzoek BSO. Datum: mei 2018

Rapportage Kindertevredenheidsonderzoek BSO. Datum: mei 2018 Rapportage Soort rapportage: Schngsrapportage Datum: mei 2018 Opdrachtgever: Schng GOO Dit rapport is opgesteld door DUO Onderwijsonderzoek & Advies in opdracht van Stichting GOO. DUO Onderwijsonderzoek

Nadere informatie

BEVRAGING IKG. UnieKO VZW Kasteeldreef 66/ Beveren

BEVRAGING IKG. UnieKO VZW Kasteeldreef 66/ Beveren BEVRAGING IKG UnieKO VZW Kasteeldreef 66/1 9120 Beveren 7 juni 2012 UnieKO VZW, Kasteeldreef 66/1, 9120 Beveren - 2012 Deze studie is eigendom van VZW UnieKO en is beschermd door de copyrightwetgeving

Nadere informatie

Actieve kinderopvang versus gezonde voeding en beweging

Actieve kinderopvang versus gezonde voeding en beweging Actieve kinderopvang versus gezonde voeding en beweging 3 grote verschillen: - Timing - Actieve kinderopvang: januari 2015 juni 2015 - Gezonde voeding en beweging: juni 2015 juni 2016 - Leeftijd - Actieve

Nadere informatie

De kaart trekken voor de volgende generatie. Ann Lobijn, stafmedewerker kinderopvang. Een atelier rond kinderopvang

De kaart trekken voor de volgende generatie. Ann Lobijn, stafmedewerker kinderopvang. Een atelier rond kinderopvang De kaart trekken voor de volgende generatie. Ann Lobijn, stafmedewerker kinderopvang Een atelier rond kinderopvang Inhoud Inleiding Kinderopvang van baby s en peuters Definitie Huidig (en toekomstig) kinderopvanglandschap

Nadere informatie

Art. 2. In 2019 is er een totaal te verdelen nieuw subsidiebudget van euro (twee miljoen zeshonderdentwaalfduizend euro).

Art. 2. In 2019 is er een totaal te verdelen nieuw subsidiebudget van euro (twee miljoen zeshonderdentwaalfduizend euro). Ministerieel besluit van 27 maart 2019 (BS 17 mei 2019) tot uitvoering van artikel 57 van het Procedurebesluit van 9 mei 2014, wat betreft de programmatieregels voor de verdeling van de subsidie voor ruimere

Nadere informatie

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Ten gevolge van de goedkeuring van de bisconceptnota betreffende de organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen,

Nadere informatie

Lokaal loket kinderopvang Kinderopvangzoeker

Lokaal loket kinderopvang Kinderopvangzoeker Lokaal loket kinderopvang Kinderopvangzoeker VVSG Inspiratiedag 20 maart 2014 Situering binnen een ruimere context Lokaal loket kinderopvang Kinderopvangzoeker Praktijkgetuigenissen vanuit de proefgemeenten

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

Kinderopvang cijfert. Voorrangsgroepen

Kinderopvang cijfert. Voorrangsgroepen Kinderopvang cijfert Voorrangsgroepen 2015-2016 Inleiding Elke subsidiegroep met subsidie inkomenstarief (trap 2 of T2) moet op jaarbasis minstens 20% kinderen uit specifieke voorranggroepen opvangen.

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK RESULTATEN Marlijn Antonides Msc marlijnantonides@gmail.com Resultaten In deze rapportage bekijken we de resultaten van het Klanttevredenheidsonderzoek 2017 van Kindercentra

Nadere informatie

4. Hoeveel zelfstandige kinderopvanginitiatieven stapten in 2013 en 2014 (cijfers tot september) uit het IKG-systeem?

4. Hoeveel zelfstandige kinderopvanginitiatieven stapten in 2013 en 2014 (cijfers tot september) uit het IKG-systeem? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 63 van ELKE VAN DEN BRANDT datum: 15 oktober 2014 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Zelfstandige kinderopvang - Evolutie Het decreet Kinderopvang

Nadere informatie

Contactgegevens: Wendy Valijs, of

Contactgegevens: Wendy Valijs, of Algemeen Gemeente: Maasmechelen Provincie: Limburg Naam van het lokaal loket: Lokaal Loket Kinderopvang Maasmechelen Contactgegevens: Wendy Valijs, wendy.valijs@maasmechelen.be of loketkinderopvang@maasmechelen.be,

Nadere informatie

EVALUATIE BREDE SCHOOL Inhoudsopgave: Inleiding 2

EVALUATIE BREDE SCHOOL Inhoudsopgave: Inleiding 2 EVALUATIE BREDE SCHOOL 2008 Inhoudsopgave: Inleiding 2 Hoofdstuk 1: Evaluatie. 3 1.1 Instrumenten 1.2 Respons Hoofdstuk 2: Resultaten vragenlijst personeel. 4 Hoofdstuk 3: Resultaten vragenlijst besturen..

Nadere informatie

Kinderopvang in West-Vlaanderen West-Vlaanderen Werkt 3, 2012

Kinderopvang in West-Vlaanderen West-Vlaanderen Werkt 3, 2012 Kinderopvang in West- West- Werkt 3, 212 foto: Landelijke Kinderopvang vzw Aanbod in kaart 17. formele kinderopvangplaatsen in West- Lieselot Denorme en Tanja Termote WES Lieselot Denorme Tanja Termote

Nadere informatie

Transitie decreet voor diensten voor opvanggezinnen

Transitie decreet voor diensten voor opvanggezinnen 2013-11-28-transitie decreet diensten Inleiding Transitie decreet voor diensten voor opvanggezinnen Vrijdag 22 november zijn de twee uitvoeringsbesluiten, zijnde vergunningsvoorwaarden en het subsidiebesluit

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Bevraging van de stakeholders POD Maatschappelijke Integratie. mei DG Organisatie- en Personeelsontwikkeling FOD Personeel & Organisatie

Bevraging van de stakeholders POD Maatschappelijke Integratie. mei DG Organisatie- en Personeelsontwikkeling FOD Personeel & Organisatie Bevraging van de s POD Maatschappelijke Integratie mei 2010 DG Organisatie- en Personeelsontwikkeling FOD Personeel & Organisatie Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Voorwerp van dit rapport... 3 1.2 Vragenlijst...

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Loket Kinderopvang stad Leuven

Loket Kinderopvang stad Leuven Loket Kinderopvang stad Leuven De start Centrum voor Kinderopvang Proefproject K&G (2007): Centrum voor Kinderopvang Afstemming / antwoorden bieden op noden van sector en bevolking Stad = netwerkmakelaar

Nadere informatie

Evaluatie Loopbaan- en Diversiteitsplannen (LDP)

Evaluatie Loopbaan- en Diversiteitsplannen (LDP) Evaluatie Loopbaan- en Diversiteitsplannen (LDP) Viona-studieopdracht WSE Arbeidsmarktcongres 11 februari 2015 Daphné Valsamis & An De Coen Agenda Methodologie Wat is een LDP? 10 vaststellingen uit het

Nadere informatie

Aangepaste bedragen van de subsidies en andere financiële tegemoetkomingen voor de opvangvoorzieningen in 2012

Aangepaste bedragen van de subsidies en andere financiële tegemoetkomingen voor de opvangvoorzieningen in 2012 Hallepoortlaan 27 B-1060 BRUSSEL Telefoon: 02 533 12 11 Fax: 02 544 02 80 www.kindengezin.be e-mail : info@kindengezin.be MEDEDELING Aangepaste bedragen van de subsidies en andere financiële tegemoetkomingen

Nadere informatie

Samenwerking bedrijven en onderwijs in Limburg zit in de lift

Samenwerking bedrijven en onderwijs in Limburg zit in de lift PERSBERICHT Hasselt, 31 augustus 2017 Onderzoek VKW Limburg en UNIZO Limburg: Samenwerking bedrijven en onderwijs in Limburg zit in de lift Bedrijven willen minstens 3 maanden stage in élke opleiding Limburgse

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten Bevraging Management De Vlaamse overheid Resultaten Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 7 3. Algemene tevredenheid p. 8 4. De resultaten per vraag p. 9 5. Informatie open vragen p. 17 2

Nadere informatie

Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar 2004

Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar 2004 Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar Katleen Govaert Bea Buysse Kind en Gezin Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel Telefoon: 02/533 14 11 - Wettelijk

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE GROOTTE EN HET GEBRUIK VAN DE BUITENSPEELRUIMTE IN DE FORMELE KINDEROPVANG SYNTHESERAPPORT

ONDERZOEK NAAR DE GROOTTE EN HET GEBRUIK VAN DE BUITENSPEELRUIMTE IN DE FORMELE KINDEROPVANG SYNTHESERAPPORT ONDERZOEK NAAR DE GROOTTE EN HET GEBRUIK VAN DE BUITENSPEELRUIMTE IN DE FORMELE KINDEROPVANG SYNTHESERAPPORT 1 INHOUDSTAFEL 1. Situering... 3 2. Doelstelling van het onderzoek... 3 3. Aanpak van het onderzoek...

Nadere informatie

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid Samenvattend rapport Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid Samenvattend Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 8 3. De resultaten per vraag p. 9 4. Informatie open vragen

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE SLEUTELBLOEM BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De

Nadere informatie

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf December 2011 Auteurs: Leonie Oosterwaal, beleidsmedewerker ABU Judith Huitenga en Marit Hoffer, medewerkers Servicepunt

Nadere informatie

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR Een lokale engagementsverklaring als basis voor een vitale samenwerking tussen kinderopvang en lokaal bestuur Zowel in het decreet van

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Als je een beroepsopleiding start en je hebt kinderen dan zoek je best tijdig kinderopvang.

Als je een beroepsopleiding start en je hebt kinderen dan zoek je best tijdig kinderopvang. 4 52 Oriëntatiegids KINDEROPVANG Als je een beroepsopleiding start en je hebt kinderen dan zoek je best tijdig kinderopvang. Waar moet je op letten bij het vinden van kinderopvang? Welke soorten kinderopvang

Nadere informatie

De (on)gelijke deelname aan kinderopvang in Vlaanderen

De (on)gelijke deelname aan kinderopvang in Vlaanderen De (on)gelijke deelname aan kinderopvang in Vlaanderen Sofie Kuppens HIVA KU Leuven Kennisplatform BUITENKANS Vóór en vroegschoolse educatie in de strijd tegen kinderarmoede 27 April 2016 Overzicht Inleiding

Nadere informatie

Voorschoolse Educatie door openbare bibliotheken

Voorschoolse Educatie door openbare bibliotheken Voorschoolse Educatie door openbare bibliotheken Onderzoeksresultaten BOP-enquête VVE 2015 Oktober 2016 Samenvatting Colofon Uitgever Koninklijke Bibliotheek Prins Willem-Alexanderhof 5 2595 BE Den Haag

Nadere informatie

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Brederode Wonen

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Brederode Wonen UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Brederode Wonen Over het onderzoek Brederode Wonen heeft in juni 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde voor s. Dit imago-onderzoek

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Betreft Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang - resultaten

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Interactieve werkvormen in de klaspraktijk Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Lia Blaton, medewerker Onderzoek naar onderwijspraktijk In het kader van de opdracht van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen

Nadere informatie

Algemeen. Gemeente: Leuven. Provincie: Vlaams-Brabant. Naam van het lokaal loket: Loket Kinderopvang

Algemeen. Gemeente: Leuven. Provincie: Vlaams-Brabant. Naam van het lokaal loket: Loket Kinderopvang Algemeen Gemeente: Leuven Provincie: Vlaams-Brabant Naam van het lokaal loket: Loket Kinderopvang Contactgegevens: Yannick Meys, coördinator loket kinderopvang, info@kinderopvangleuven.be 016/27 26 43

Nadere informatie

Coördinatie binnen de GDI

Coördinatie binnen de GDI Coördinatie binnen de GDI Glenn Vancauwenberghe K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Derde Staten Generaal Vlaanderen Geoland 1 december 2011 Coördinatie, een probleem? Verschillende organisaties zijn

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG Datum : 2 juni 2017 Auteur : Heleen de Boer Inhoud INTRODUCTIE... 2 SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 1.1. Aanleiding en doel... 4 1.2 De vragenlijst...

Nadere informatie

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2016

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2016 Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 1. BASISGEGEVENS In werden 19326 begeleidingen pakket 1 en 6415 begeleidingen pakket 2 beëindigd. Uiteindelijk hebben 18901 klanten (pakket 1) en 6287

Nadere informatie

20/02/2014 SUBSIDIES KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS. Principieel akkoord Vlaamse Regering 5 juli PRINCIPIEEL AKKOORD BVR SUBSIDIES 5 juli 2013

20/02/2014 SUBSIDIES KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS. Principieel akkoord Vlaamse Regering 5 juli PRINCIPIEEL AKKOORD BVR SUBSIDIES 5 juli 2013 SUBSIDIES KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS Principieel akkoord Vlaamse Regering 5 juli 2013 PRINCIPIEEL AKKOORD BVR SUBSIDIES 5 juli 2013 Aanpassingen mogelijk o.m. na advies Raad van State Wel geregeld

Nadere informatie

25/06/2010. Zelfstandige kinderdagverblijven

25/06/2010. Zelfstandige kinderdagverblijven Zelfstandige kinderdagverblijven Bezoekendag, 24 juni 2010 1 Dagprogramma 24 juni 2010 Voormiddag Inleiding bij het begrip zelfstandig kinderdagverblijf Kennismaking met kinderdagverblijf Ukkie-Pukkie

Nadere informatie

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016 Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen Ronde van Vlaanderen 2016 2 - VVSG - Ronde van Vlaanderen maart 2016 Inhoud Op Vlaamse regering (18 december 2015) goedgekeurde

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 44 t/m 47 2015 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 23 november 2015 Projectnummer: 20645 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Woongoed GO

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Woongoed GO UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Woongoed GO Over het onderzoek Woongoed GO heeft in juni 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde voor s. Dit imago-onderzoek voerden

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek betaaltermijnen en betaalgedrag MKB Uitgevoerd door Direct Research In opdracht van Betaalme.

Rapportage Onderzoek betaaltermijnen en betaalgedrag MKB Uitgevoerd door Direct Research In opdracht van Betaalme. Rapportage Onderzoek betaaltermijnen en betaalgedrag MKB 2018 Uitgevoerd door Direct Research In opdracht van Betaalme.nu Juni 2018 Achtergrond van het onderzoek Doel onderzoek DirectResearch heeft in

Nadere informatie

Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende

Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende 1 Inleiding In deze analyse worden een aantal cijfers meegegeven die van belang kunnen zijn in het kader van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 322 Kinderopvang Nr. 342 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2009-517- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 60 van 29

Nadere informatie

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Waarom? Daarom! Goed uitgebouwde basisondersteuning voor alle kinderen en gezinnen Aanvullende en specifieke opdracht voor jeugdhulp wanneer ontwikkeling vast loopt

Nadere informatie

Algemeen. Gemeente: Hasselt. Provincie: Limburg. Naam van het lokaal loket: Lokaal Loket Kinderopvang Hasselt

Algemeen. Gemeente: Hasselt. Provincie: Limburg. Naam van het lokaal loket: Lokaal Loket Kinderopvang Hasselt Algemeen Gemeente: Hasselt Provincie: Limburg Naam van het lokaal loket: Lokaal Loket Kinderopvang Hasselt Contactgegevens: Wendy Souvereyns, Loket.kinderopvang@hasselt.be, 0486/586940 Werkingsgebied:

Nadere informatie

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen Uw imago onder uw regionale belanghouders Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen Over het onderzoek Elan Wonen heeft in oktober 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde onder de regionale

Nadere informatie

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden Evaluatie van het onderwijsaanbod in de gevangenissen in Vlaanderen en Brussel in functie van de Vlaamse leidraad voor het onderwijsaanbod in de gevangenissen Syntheserapport 22 maart 2017 1 Inleiding

Nadere informatie

Contactgegevens: Josée Van de Wouwer,

Contactgegevens: Josée Van de Wouwer, Algemeen Gemeente: Antwerpen Provincie: Antwerpen Naam van het lokaal loket: De Kinderopvangzoeker en Het Contactpunt Kinderopvang/Lokaal Loket Contactgegevens: Josée Van de Wouwer, josee.vandewouwer@stad.antwerpen.be,

Nadere informatie

VERENIGING WAAR ARMEN HET WOORD NEMEN

VERENIGING WAAR ARMEN HET WOORD NEMEN Koning Albert II-laan 35, bus 31 1030 Brussel T 02 553 34 34 F 02 533 34 35 contact@zorginspectie.be VERENIGING WAAR ARMEN HET WOORD NEMEN Naam: Adres: Tel: Fax: Email: Opdrachtnummer: Datum opdracht:

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE PLATAAN BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Plataan.

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere Inleiding Erfgoed is een brede en overkoepelende term waarbinnen roerend, onroerend en immaterieel erfgoed wordt onderscheiden. Deze drie categorieën zijn in de praktijk sterk verweven met elkaar, maar

Nadere informatie

UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008

UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008 BIJLAGE Bijlage nr. 1 Advies Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het toekennen van nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse kinderopvang in het Brussels hoofdstedelijk gewest Hallepoortlaan 27 B-1060

Nadere informatie

WE HEBBEN JOUW ZORG IN ONZE VINGERS

WE HEBBEN JOUW ZORG IN ONZE VINGERS WE HEBBEN JOUW ZORG IN ONZE VINGERS 770 medewerkers 5.300 actieve klanten 46 miljoen euro omzet Onze diensten Het Zorgbedrijf bestaat uit 3 zorgpijlers: KINDZORG THUISZORG OUDERENZORG 4 Onze missie We

Nadere informatie

WELKOM. Jeugdwerk in de Stad

WELKOM. Jeugdwerk in de Stad WELKOM op het startmoment van het traject Jeugdwerk in de Stad Stedelijkheid? Heel breed! Stedelijkheid beperkt zich niet tot de kern van steden, maar lekt naar randgebieden Het Brussels Hoofdstedelijk

Nadere informatie

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Wonen Noordwest Friesland

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Wonen Noordwest Friesland Uw imago onder uw regionale belanghouders Resultaten imago-onderzoek Wonen Noordwest Friesland Over het onderzoek Wonen Noordwest Friesland heeft in oktober 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat

Nadere informatie

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek De Goede Woning

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek De Goede Woning UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek De Goede Woning Over het onderzoek De Goede Woning heeft in juni 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde voor s. Dit imago-onderzoek

Nadere informatie

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG (INCLUSIEF HUISHOUDELIJK REGLEMENT)

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG (INCLUSIEF HUISHOUDELIJK REGLEMENT) STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG (INCLUSIEF HUISHOUDELIJK REGLEMENT) Voor principieel akkoord verklaard door het College in zitting van 24 september 2007 en gewijzigd na bespreking met de leden van

Nadere informatie

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke BSc In opdracht van de NBvK Juni 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke/NBvK, juni 2018 Pagina!1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas Grote Bickersstraat 74 13 KS Amsterdam Postbus 247 00 AE Amsterdam t 0 522 54 44 f 0 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport De Tabakswet Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief

Nadere informatie

Subsidieoproep voor mobiel aanbod door vrijwilligers

Subsidieoproep voor mobiel aanbod door vrijwilligers 27 september 2018 Subsidieoproep voor mobiel aanbod door vrijwilligers A. Situering Investeren in opvoedingsondersteuning is belangrijk om kinderen en de gezinnen waartoe ze behoren zoveel mogelijk toekomstkansen

Nadere informatie

Groei en aanwervingen bij de Vlaamse ondernemingen en organisaties

Groei en aanwervingen bij de Vlaamse ondernemingen en organisaties Groei en aanwervingen bij de Vlaamse ondernemingen en organisaties Delagrange, H. (2014). Groei en aanwervingen in de Vlaamse ondernemingen en organisaties. Cijfers over groeibedrijven en moeilijkheden

Nadere informatie

online enquête acv-openbare diensten

online enquête acv-openbare diensten online enquête acv-openbare diensten actie voeren dienstverlening lidmaatschap opdracht taken Resultaten Mei 2015 waarden resultaten mei 2015 Naar aanleiding van het congres van ACV-Openbare Diensten in

Nadere informatie

Communicatie in kleur. Onderzoek naar de effectiviteit van gemeentelijke communicatie

Communicatie in kleur. Onderzoek naar de effectiviteit van gemeentelijke communicatie CVDR Officiële uitgave van Terneuzen. r. CVDR450426_1 5 december 2017 Communicatie in kleur. Onderzoek naar de effectiviteit van gemeentelijke communicatie 1 Aanleiding In 2008 heeft de gemeente Terneuzen

Nadere informatie

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Beeld van het Europees Parlement in Nederland Directoraat-generaal Voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Ter attentie van het DG Voorlichting van het Europees Parlement Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, september 2013

Nadere informatie

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed Kabinet Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 6 mei 2011 Mijlpaal voor kinderopvang Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed De Vlaamse Regering gaf vandaag

Nadere informatie

Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk. november december 2007

Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk. november december 2007 Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk november december 2007 Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk November - december 2007 Opdrachtgever: Sardes Utrecht, februari 2008 Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht

Nadere informatie

Jeugdig beleid Puurs. Jeugddienst als draaischijf voor alles wat jong zijn inhoud geeft

Jeugdig beleid Puurs. Jeugddienst als draaischijf voor alles wat jong zijn inhoud geeft Jeugdig beleid Puurs Jeugddienst als draaischijf voor alles wat jong zijn inhoud geeft inleiding Puurs: landelijke gemeente met ongeveer 17000 inwoners Jeugdontmoetingscentrum JOC WIJland = fuifzaal, BKO,

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

NT2-docent, man/vrouw met missie

NT2-docent, man/vrouw met missie NT2docent, man/vrouw met missie Resultaten van de bevraging bij NT2docenten Door Lies Houben, CTOmedewerker Brede evaluatie, differentiatie, behoeftegericht werken, De NT2docent wordt geconfronteerd met

Nadere informatie

IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary

IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary Onderzoeksopzet De beheersovereenkomst tussen IWT en de voogdijminister voorziet in een 2-jaarlijkse klantentevredenheidsanalyse. Midden 2011 werd een eerste

Nadere informatie

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht Huizen van het Kind Gezinnen ondersteunen in hun kracht Een noodzakelijke, natuurlijke evolutie ondersteund door een nieuwe regelgeving www.huizenvanhetkind.be Doelstelling Hoe Regels Doelstelling Hoe

Nadere informatie