UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008

Transcriptie

1 BIJLAGE Bijlage nr. 1 Advies Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het toekennen van nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse kinderopvang in het Brussels hoofdstedelijk gewest Hallepoortlaan 27 B-1060 Brussel Telefoon: Fax: htttp:// UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Versie 23 april 2008 Opgelet! Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt advies gevraagd aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Voor de steden Antwerpen en Gent werden zowel de OCMW-voorzitter als het college van burgemeester en schepenen uitgenodigd een advies te formuleren rond deze uitbreiding. Kind en Gezin verwacht één advies per gemeente. De adviesvraag wordt bij voorkeur opgenomen door het bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor de lokale regie rond kinderopvang, zoals afgesproken binnen het kader van het lokaal sociaal beleidsplan. 1

2 Deel 1: IDENTIFICATIEGEGEVENS VAN HET LOKAAL BESTUUR (Dubbelklik op één van de onderstaande vakjes, en kies standaardwaarde ingeschakeld, om aan te duiden voor welke van de grootsteden dit advies van toepassing is.) 1. Dit advies betreft: Brussels Hoofdstedelijk Gewest Stad Antwerpen Stad Gent 2

3 2. Wie mogen wij contacteren met vragen over dit advies? Naam: Functie: Antoinette Huysmans Adjunct van de directeur, Algemene Directie W&G, VGC Contactad res: Lombardstraat 41 Postcode: 1000 Gemeente: Brussel Telefoon: 02/ Fax 02/ Deel 2: ACHTERGRONDINFORMATIE VOOR KIND EN GEZIN 1. Welke taakverdeling en welke werkafspraken maakten OCMW en gemeente m.b.t. het lokaal beleid kinderopvang? Wie staat in voor de lokale regie rond kinderopvang? Deze vraag is niet van toepassing voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 2. Hoe kwam het advies van het lokaal bestuur tot stand? Werd het Lokaal Overleg Kinderopvang betrokken bij dit advies? Zo ja, op welke manier? Het advies kwam tot stand op basis van het goedgekeurd lokaal beleidsplan kinderopvang. Het advies werd besproken met het Lokaal Overleg Kinderopvang, op 02 juni In welke mate wijkt het advies van het lokaal bestuur af van het advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang? Het advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang: Ondersteunt het advies van het lokaal bestuur Wijkt af van het advies van het lokaal bestuur Beschrijf, in geval van het laatste, op welke punten en waarom het advies van het lokaal bestuur afwijkt van het advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang. 3

4 4. Welke ondersteunende maatregelen vanuit het lokaal bestuur en/of het Lokaal Overleg Kinderopvang zouden er mee kunnen voor zorgen dat de uitbreiding snel gerealiseerd wordt en dat ze daar gerealiseerd wordt waar ze ook het meest nodig is. (Denk hierbij aan bijvoorbeeld ondersteuning bij het vinden van geschikte onthaalouders; ter beschikking stellen van infrastructuur; ). De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC)voorziet in aanvullende infrastructurele middelen. Daartoe werd een investeringsplan opgesteld dat nauw wordt opgevolgd en op regelmatige basis wordt geëvalueerd en bijgestuurd. Deel 3: OPPORTUNITEITSADVIES Het opportuniteitsadvies is gebaseerd op het lokaal beleidsplan kinderopvang en geeft aan waar binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest er nood is aan welk soort opvang. Kind en Gezin zal de aanvraagdossiers onderling afwegen op basis van: organisatorische aspecten (4 punten); aandacht voor eenoudergezinnen (4 punten); de conformiteit van het aanvraagdossier aan het opportuniteitsadvies van het lokaal bestuur (4 punten). Hoe specifieker u als lokaal bestuur uw opportuniteitsadvies formuleert hoe beter dit Kind en Gezin toelaat de conformiteit van de aanvraag met uw advies te beoordelen. Maak in uw opportuniteitsadvies dus zo duidelijk mogelijke keuzes inzake waar er nood is aan welk soort opvang. Argumenteer deze keuzes op basis van: de beleidskeuzes, gemaakt op basis van een omgevingsanalyse, opgenomen in het lokaal beleidsplan kinderopvang; bijkomende elementen aangebracht door het Lokaal Overleg Kinderopvang. 4

5 1. Hoe is de nood aan gesubsidieerde opvang gespreid over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Binnen welke district/ welke (deel)gemeente/ buurt of wijk is er vooral nood aan bijkomend gesubsidieerde opvang? Waar kunnen zelfstandige opvangvoorzieningen de nood aan opvang mee helpen lenigen? Geef aan welke factoren de nood aan gesubsidieerde opvang binnen dit district/ deze (deel)gemeente/ deze buurt of die wijk bepalen? Geef desgewenst ook aan welke aanvraagdossiers het best beantwoorden aan de vaststellingen in het kader van deze omgevingsanalyse. Volgende beleidskeuzes zijn opgenomen in het beleidsplan kinderopvang en preventieve gezinsondersteuning Brussel: SD 1 actie 2: Bepalen van prioriteiten bij de programmering van opvangplaatsen, met bijzondere aandacht voor een billijke regionale spreiding en de sociale noden. SD 2 actie 6: Actief bijdragen tot de uitbreiding van het gesubsidieerd aanbod, met bijzondere aandacht voor sociale opvang en dringende opvang. SD 5 actie 22: Stimuleren van toegankelijkheid en diversiteit De adviesraad voorschoolse aangelegenheden heeft op 2 juni 2008, vanuit in zijn opdracht als Lokaal Overleg Kinderopvang, advies uitgebracht. Het betreft een algemeen opportuniteitsadvies en dus geen advies op dossierbasis. Bijgevolg wordt ook geen uitspraak gedaan over de financiering van die individuele dossiers (reguliere middelen en/of geco's). De VGC sluit zich aan bij het advies zoals geformuleerd door de adviesraad, mits verder vermelde aanvullingen. De adviesraad vertrekt voor zijn advies van volgende vaststellingen: De nood aan kinderopvang is groot in het gehele Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Onderzoek uitgevoerd in 2005 (Cartografie van de Nederlandstalige Brusselse Kinderopvang) wees op een tekort van 585 Nederlandstalige kinderopvangplaatsen, waarvan inmiddels 65 plaatsen in een vorige uitbreidingsronde (basisaanbod) werden ingevuld. Sinds 2005 blijft het geboortecijfer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stijgen (ook in de toekomst cfr. Bevolkingsvooruitzichten van het Federaal Planbureau). De uitbreiding die nu voorligt is ruim onvoldoende om het stijgend tekort aan plaatsen op te vangen. In bovenvermelde studie werd ook vastgesteld dat de Nederlandstalige dekkingsgraad laag is, d.w.z. onder de Barcelonanorm, in de gemeenten Sint-Joost-ten-Node (7,47%), Vorst (10,62%), Sint-Gillis (10,77%), Anderlecht 13,63%), Schaarbeek (14,48%), Sint-Pieters- Woluwe (16,21%), Elsene (17,73%), Koekelberg (19,98%), Etterbeek (20.47%), Sint-Jans-Molenbeek (21,81%), Evere (24,55%) Brussel (24,68%) en Ukkel (31,55%). Verder blijkt dat gemeenten met een lager dan gemiddeld gezinsinkomen een kleiner dan gemiddeld gesubsidieerde aanbod (met inkomensgerelateerde ouderbijdragen) hebben. 5

6 De vraag of zelfstandige opvangvoorzieningen mee de nood kunnen helpen lenigen stelt zich in Brussel anders. Specifiek voor Brussel is het grote gebrek aan initiatiefnemers voor de uitbouw van Nederlandstalige zelfstandige voorzieningen. Het (eentalige) Franstalig zelfstandige aanbod kan op dit ogenblik geen structureel oplossing geven voor de nood aan Nederlandstalige opvang. Misschien is er voor de toekomst wel een mogelijkheid voor zelfstandige opvang door bedrijven in een centrale voorziening plaatsen te laten inkopen. De adviesraad brengt volgend advies uit: In heel Brussel is er grote behoefte aan bijkomende gesubsidieerde opvang. Bijzondere aandacht moet daarbij gaan naar een billijke regionale spreiding, rekening houdend met de centrumfunctie van de vijfhoek, en naar de sociale noden. De voorrang naar éénoudergezinnen zou moeten worden uitgebreid naar andere doelgroepen. Ook kinderen van ouders die opleiding volgen, gezinnen met een laag inkomen, kinderen van allochtone afkomst, gezinnen in crisissituaties en kinderen met specifieke zorgbehoeften verdienen bijzondere aandacht. Aangezien er geen initiatiefnemers zijn voor de uitbreiding gezinsopvang pleit de adviesraad voor een zo snel mogelijke omzetting naar plaatsen in groepsopvang. Gezien de behoefte wordt daarbij, naar het voorbeeld van de vorige uitbreiding ( ), aangedrongen op een omzetting in een één-op-één-verhouding. Een langere termijnplanning (bvb. 3 of 5 jaar) van Kind en Gezin moet het voor initiatiefnemers mogelijk maken om de uitbreiding van zowel infrastructuur als erkende capaciteit beter te plannen en op elkaar af te stemmen. De VGC neemt het advies van de adviesraad over, maar met de volgende aanvullingen: de nood is niet alleen groot wat betreft basisopvang maar ook inzake occasionele en flexibele opvang. bijkomende voorrang moet gaan naar voorzieningen die in aanmerking komen met infrastructuur die ofwel staat ingeschreven in het Investeringsplan van de VGC ofwel geen bijkomende subsidie nodig heeft van de VGC. het college stemt principieel in met de toewijzing van geco's aan voorzieningen in het kader van de huidige uitbreidingsronde met het oog op erkenning en subsidiëring van nog bijkomende plaatsen door Kind en Gezin. 2. Welke behoefte is het meest prioritair: de behoefte aan groepsopvang, of de behoefte aan gezinsopvang? Wanneer er moet gekozen worden tussen een uitbreiding van de groepsopvang of een uitbreiding van de gezinsopvang, aan welk soort uitbreiding moet Kind en Gezin dan voorrang geven? Geldt de voorrang voor een bepaald soort opvang voor het geheel of zijn er specifieke verschillen naargelang district/ (deel)gemeente / buurt of wijk? Vermeld ook de factoren die ter zake de keuze van het lokaal bestuur bepalen. Indien gewenst kan je ook aangeven welke aanvraagdossiers best beantwoorden aan de vaststellingen in het kader van deze omgevingsanalyse. 6

7 Zie: punt 1 3. Welke andere elementen wenst het lokaal bestuur hier nog te vermelden in functie van de opportuniteit van aanvragen voor bijkomende gesubsidieerde voorschoolse opvangplaatsen ingediend door voorzieningen gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zie: punt 1 Brussel, 19 juni Brigitte GROUWELS VGC-collegelid, bevoegd voor Welzijn, Gezondheid en Ambtenarenzaken Gezien om gevoegd te worden bij het collegebesluit 08/280 van 19 juni 2008 houdende het advies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het toekennen van nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse kinderopvang in het Brussels hoofdstedelijk gewest. De Collegeleden, Brigitte GROUWELS Pascal SMET Guy VANHENGEL 7