Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang;

Transcriptie

1 Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr BIJLAGE Bijlage nr. 1 Overeenkomst Overeenkomst tussen Kind en Gezin en de Vlaamse Gemeenschapscommissie betreffende de procedure voor de toekenning van subsidies voor inkomenstarief en de plussubsidie in de kinderopvang van baby s en peuters in het kader van de beleidsovereenkomst Stedenfonds van de VGC met de Vlaamse Regering De partijen: 1. Kind en Gezin, intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel, vertegenwoordigd door Katrien Verhegge, administrateur-generaal, hierna genoemd Kind en Gezin enerzijds En 2. De Vlaamse Gemeenschapscommissie, Emile Jacqmainlaan 135, 1000 Brussel, vertegenwoordigd door Eric Verrept, leidend ambtenaar, hierna genoemd VGC anderzijds; Context van de overeenkomst Gelet op de doelstellingen in Het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van de kinderopvang van baby s en peuters die het volgende bepalen: - Binnen het beschikbare aanbod aan kinderopvang heeft elk gezin recht op kinderopvang; - De Vlaamse overheid beoogt binnen een afgesproken budgettair kader - tegen 2016 een aanbod aan kinderopvang voor minstens de helft van de kinderen jonger dan drie jaar, en vanaf 2020 voor alle gezinnen met een behoefte aan kinderopvang. Gelet op de dringende nood aan bijkomende kinderopvangplaatsen voor baby s en peuters in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad die betaalbaar, kwaliteitsvol en toegankelijk zijn; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang; Gelet op de verordening van de VGC nr van 30 mei 2013 houdende een overkoepelend kader voor subsidies binnen het beleidsdomein Gezin; Gelet op het collegebesluit van de VGC nr van 19 december 2013 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor kinderopvang van baby s en peuters; Gelet op de beleidsovereenkomst Stedenfonds tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de periode en haar addenda, in 1

2 uitvoering van het decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Stedenfonds, waarin volgende operationele doelstelling 2.2 opgenomen is: De VGC zorgt voor de verdere uitbouw van een fijnmazig en behoefte dekkend aanbod van de Nederlandstalige gezinsvoorzieningen gericht op kinderen (0-12 jaar) met aandacht voor een evenwichtig opnamebeleid. In uitvoering van deze beleidsovereenkomst zet de VGC de middelen concreet in voor de subsidiëring van kinderopvangplaatsen van baby s en peuters in het tweetalig gebeid Brussel- Hoofdstad. De wijze van subsidiëren is volledig gebaseerd op het subsidiesysteem voorzien in artikel 7 en 8 van het decreet van 20 april 2012 en het artikel 11 tot en met 36/1 van het Subsidiebesluit van 22 november Meer bepaald zal de VGC een basissubsidie, subsidie voor het werken met inkomenstarief en/of een plussubsidie geven, naar analogie met de basissubsidie (trap 1), de subsidie inkomenstarief (trap 2) en de plussubsidie (trap 3) die Kind en Gezin toekent, voor: - Nieuwe vergunde plaatsen; - Reeds bestaande vergunde plaatsen (omschakeling). Tussen de partijen wordt overeenkomen: Artikel 1 Kind en Gezin verbindt zicht ertoe om de subsidiëring van maximaal 120 kinderopvangplaatsen met basissubsidie en/of subsidie voor inkomenstarief en/of plussubsidie van VGC over te nemen, onder de voorwaarden en op de wijze vermeld in de volgende artikelen. Artikel 2 Kind en Gezin neemt de subsidiëring van de door de VGC gesubsidieerde plaatsen over voor zover en van zodra dit mogelijk is binnen de grenzen van haar programmatie en haar beschikbare budget voor uitbreiding in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. Artikel 3 Organisatoren die de hoger vermelde subsidie van de VGC ontvangen, moeten een aanvraag voor subsidiebelofte indienen bij Kind en Gezin als zij in aanmerking willen komen voor die subsidie op het moment dat Kind en Gezin een uitbreidingsoproep gedaan heeft. Deze organisatoren moeten aan alle voorwaarden van het beslissingskader voldoen om in aanmerking te komen. Artikel 4 Kind en Gezin zal de subsidiëring door de VGC in het kader van het Stedenfonds als voorrangscriterium gebruiken bij volgende uitbreidingsrondes op voorwaarde dat de toekenning van de subsidie door VGC als volgt gebeurde: - De VGC kende subsidies toe aan aanvragers van subsidietrap 1, 2 en 3 bij een programmatie- en uitbreidingsronde van Kind en Gezin die aan de criteria van de oproep en het beslissingskader voldeden, maar wegens te beperkt budget uit de boot vielen. De VGC kende daarbij subsidies toe aan de aanvragen volgens de rangschikking bepaald door Kind en Gezin op basis van het beslissingskader. 2

3 - De VGC kende subsidies toe naar aanleiding van een eigen programmatie- en uitbreidingsronde. In dit geval moet Kind en Gezin als volgt betrokken worden bij die uitbreidingsronde: Artikel 5 o o Kind en Gezin en de VGC bepalen samen de modaliteiten van de oproep en het beslissingskader (uitsluitings- en voorrangscriteria, scorecriteria, aanlevering scores door Kind en Gezin, koppeling uitbreiding met geco s,...) Kind en Gezin geeft voor elke aanvraag een score op basis van de vastgelegde criteria. Kind en Gezin neemt de subsidiëring van de door de VGC gesubsidieerde plaatsen alleen over als de organisator van deze plaatsen voldoet aan de vergunningsvoorwaarden uit het Vergunningsbesluit van 22 november 2013 en aan de subsidievoorwaarden voor basissubsidie, subsidie voor inkomenstarief en/of de plussubsidie vermeld in het Subsidiebesluit van 22 november Kind en Gezin ziet samen met Zorginspectie toe op de naleving van de vergunningsvoorwaarden. De organisatoren die in een handhavingstraject van Kind en Gezin zitten wegens het niet-naleven van de vergunningsvoorwaarden komen in principe niet in aanmerking voor subsidie door Kind en Gezin. De VGC ziet toe op de naleving van de subsidievoorwaarden door de organisatoren die zij subsidiëren en op de handhaving ervan. Artikel 6 Kind en Gezin kan de overname van de subsidiëring van Stedenfondsplaatsen weigeren. Kind en Gezin bezorgt de VGC en de organisator in dat geval een gemotiveerde beslissing. Artikel 7 Indien de subsidie op een lagere trap dan de toegekende trap door de VGC reeds werd gefinancierd of beloofd door Kind en Gezin, voorziet de VGC enkel in de presubsidie van inkomenstarief (trap 2) en/of plussubsidie (trap 3) en blijft de subsidie verbonden aan de lagere subsidietrap ten laste van Kind en Gezin. Artikel 8 De uitbetaling van de subsidies door de VGC gebeurt volgens volgende principes: - Kind en Gezin zorgt voor de berekening van de subsidies - Kind en Gezin informeert de VGC over de te betalen subsidiebedragen in de vorm van uit te betalen kwartaalvoorschotten en jaarsaldo, met inbegrip van alle gegevens gebruikt voor deze berekening. - Kind en Gezin en de VGC maken afspraken over hoe de administratieve opvolging van de toegekende Stedenfondsplaatsen zal gebeuren. 3

4 Artikel 9 De VGC investeert de middelen uit het Stedenfonds die vrijkomen doordat Kind en Gezin kindplaatsen overgenomen heeft opnieuw in de kinderopvang. Niettegenstaande de vorige alinea, kan de VGC beslissen de vrijgekomen middelen niet meer te herinvesteren in nieuwe plaatsen en omschakelingsplaatsen indien er aanwijzingen zijn dat Kind en Gezin de bestaande Stedenfondsplaatsen niet zal overnemen tegen 31 december Artikel 10 Deze overeenkomst eindigt automatisch op 31 december Een voortijdige beëindiging van deze overeenkomst is mogelijk mits één van beide partijen dit minstens 3 maanden op voorhand via een aangetekend schrijven meldt aan de andere partij. Deze overeenkomst treedt in werking vanaf 1 april Artikel 11 De overeenkomst van 3 juni 2011 tussen Kind en Gezin en de Vlaamse Gemeenschapscommissie betreffende de procedure voor de toewijzing van opvangplaatsen in de kinderopvang in het kader van de beleidsovereenkomst Stedenfonds wordt hiermee opgeheven. 4

5 Deze overeenkomst werd opgemaakt in tweevoud en elke partij verklaart een exemplaar ontvangen te hebben. Gedaan, te Brussel, op, Voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie Voor de Vlaamse Regering Bianca DEBAETS VGC Collegelid Bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen Jo VANDEURZEN Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Voor de administratie van de VGC Voor IVArp Kind en Gezin Eric VERREPT Leidend ambtenaar Katrien VERHEGGE Administrateur-generaal Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende de goedkeuring van de overeenkomst met Kind en Gezin over de capaciteitsuitbreiding van kinderopvang van baby's en peuters nr van De collegeleden, Bianca DEBAETS Pascal SMET Guy VANHENGEL 5