Advies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) aan Kind en Gezin inzake de uitbreiding voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang 2010

Transcriptie

1 BIJLAGE Bijlage nr. 1 Advies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) aan Kind en Gezin inzake de uitbreiding voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang 2010 Hallepoortlaan 27 B-1060 Brussel Telefoon: Fax: htttp:// UITBREIDING VOORSCHOOLSE EN BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG 2010 ADVIES LOKAAL BESTUUR (versie ) Deel 1 : IDENTIFICATIEGEGEVENS VAN HET LOKAAL BESTUUR 1. Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) 2. Wie mogen wij contacteren met vragen over dit advies? Naam: Functie: Antoinette Huysmans Entiteitsverantwoordelijke Gezin Contactadres: Lombardstraat 41 Postcode: 1000 Gemeente: Brussel Telefoon: 02/ antoinette.huysmans@vgc.be Fax (facultatief) 02/

2 Deel 2 : ALGEMENE CONTEXT 1. Het lokaal beleidsplan kinderopvang Uitbreiding van het voorschoolse opvangaanbod: werd als doelstelling opgenomen in het lokaal beleidsplan kinderopvang is geen doelstelling in het beleidsplan maar wordt gedragen door het Lokaal Overleg Kinderopvang is geen doelstelling in het beleidsplan en wordt niet gedragen door het Lokaal Overleg Kinderopvang. Omschrijf of geef aan waar in het beleidsplan de uitbreiding van het voorschoolse opvangaanbod gemotiveerd wordt en/ of wanneer dit in het LOK aan bod gekomen is: Beleidsplan kinderopvang en preventieve gezinsondersteuning 2007 SD1/Actie 2: bepalen van prioriteiten bij de programmering van opvangplaatsen, met bijzondere aandacht voor een billijke regionale spreiding en sociale noden SD2/Actie 6: actief bijdragen tot de uitbreiding van het gesubsidieerde aanbod, met bijzondere aandacht voor sociale opvang en dringende opvang Uitbreiding van het buitenschoolse opvangaanbod: werd als doelstelling opgenomen in het lokaal beleidsplan kinderopvang is geen doelstelling in het beleidsplan maar wordt gedragen door het Lokaal Overleg Kinderopvang is geen doelstelling in het beleidsplan en wordt niet gedragen door het Lokaal Overleg Kinderopvang. Omschrijf of geef aan waar in het beleidsplan de uitbreiding van het buitenschoolse opvangaanbod gemotiveerd wordt en/ of wanneer dit in het LOK aan bod gekomen is: SD3/Actie 12: stimuleren en begeleiden van het creëren van bijkomende plaatsen in (nieuwe) IBO s, met bijzondere aandacht voor kleuters 2

3 2. Werd het Lokaal Overleg Kinderopvang betrokken bij dit advies? Zo ja, op welke manier? Het advies werd op vraag van het lokaal bestuur besproken met het Lokaal Overleg Kinderopvang, op 27 mei Het lokaal bestuur heeft zijn advies niet voorgelegd aan het Lokaal Overleg Kinderopvang. Het Lokaal Overleg Kinderopvang formuleerde op eigen initiatief een advies, op datum advies LOK. Het advies van het LOK werd als bijlage toegevoegd aan dit advies. 3. In welke mate wijkt het advies van het lokaal bestuur af van het advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang? Het advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang: Ondersteunt het advies van het lokaal bestuur Wijkt af van het advies van het lokaal bestuur Beschrijf, in geval van het laatste, op welke punten en waarom het advies van het lokaal bestuur afwijkt van het advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang. / 3

4 Deel 3 : ADVIES UITBREIDING VOORSCHOOLSE OPVANG 1. Welke aanvragers hebben hun intenties tot uitbreiding van het voorschoolse opvangaanbod bekend gemaakt bij het lokaal bestuur en/of bij het LOK? Naam aanvrager NI = nieuw initiatief NV = nieuwe vestigingsplaats Ukkepuk VRT, 1030 Schaarbeek Scheutje, 1070 Anderlecht De Ketjes, 1000 Brussel NV De Ketjes Sint Joris, 1000 Brussel Pluchke, 1180 Ukkel NV De Roosjes, 1070 Anderlecht Kraakje, 1180 Ukkel NI Zonnetje 17, 1040 Etterbeek NI Zonnetje 18, 1082 Sint-Agatha-Berchem Ukelele, 1160 Oudergem NV Ukelele, 1160 Oudergem Onze Vriendjes, 1120 Neder-Over-Heembeek NV De Kapoentjes, 1070 Anderlecht Helmetje, 1030 Schaarbeek Let op! Vragen 2 en 3 zijn vooral belangrijk wanneer er meerdere aanvragen werden ingediend (stap 3 p. 21 beslissingskader uitbreiding voorschoolse opvang). Als er meerdere plaatsen toegekend kunnen worden, dan zal het antwoord op deze twee vragen in belangrijke mate bepalen waar Kind en Gezin de voorschoolse opvangplaatsen zal toewijzen (bij het beoordelen van de aanvraag telt het advies van het lokaal bestuur voor 8 van de 12 punten). 2. Geef hieronder aan op basis van welke criteria het lokaal bestuur de voorschoolse opvangplaatsen die binnen de gemeente zouden kunnen toegekend worden wil verdelen. Bepaal ook welk gewicht elk criterium krijgt. De criteria worden vastgelegd op basis van de vaststellingen en keuzes opgenomen in het lokaal beleidsplan kinderopvang. Waar relevant worden de criteria bij voorkeur ook afgetoetst bij het Lokaal Overleg Kinderopvang. Geef elk criterium een gewicht, dit doe je door er een maximum score aan toe te kennen. Hoe meer belang het lokaal bestuur hecht aan een bepaald criterium des te hoger de score. 4

5 Criteria op basis waarvan het lokaal bestuur de aanvraagdossiers zal beoordelen: Criterium A en B zijn algemene criteria voor zowel uitbreiding in bestaande voorzieningen/ vestigingsplaatsen als nieuwe voorzieningen/vestigingsplaatsen. Criterium C geldt enkel voor bestaande voorzieningen/vestigingsplaatsen. Criterium D geldt enkel voor nieuwe voorzieningen/vestigingsplaatsen en houdt rekening met voorlopige huisvesting (bvb. containers). Dit laatste criterium is onder voorbehoud van nazicht door Kind en Gezin. Criterium A: Zekerheid van financiering infrastructuur (3 punten) o Indien de voorziening nog een principieel akkoord nodig heeft voor de financiering van hun VIPA-dossier: 3 punten o indien de voorziening een investeringsdossier heeft in het kader van het VGC investeringsplan of toegezegde financiering in kader van het kinderkribbenplan van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: 1,5 punten o indien geen van beide gevallen: 0 punten Criterium B: Regionale spreiding gebaseerd op de gesubsidieerde en inkomensgerelateerde dekkingsgraad (3 punten) (overzicht dekkingsgraad per gemeente als bijlage) o Heel lage dekkingsgraad: 0-16,5%: 3 punten o Lage dekkingsgraad: 16,5-33% (barcelonanorm): 2 punten o Goede dekkingsgraad 33-50%: 1 punt o Hoge dekkingsgraad >50%: 0 punten Criterium C: Opnemen van sociale functie (2 punten) o indien de voorziening deelneemt aan een samenwerkingsverband (CKO of project sociale functie): 2 punten o indien niet: 0 punten of Criterium D: Realisatietermijn met inbegrip van tijdelijke huisvesting (2 punten) o indien de nieuwe voorziening/vestigingsplaats instapklaar is voor eind 2010: 2 punten o indien de nieuwe voorziening/vestigingsplaats een concreet vooruitzicht heeft op infrastructuur die nog voor eind juni 2011 beschikbaar is: 1 punt o indien geen van beide gevallen: 0 punten 3. Scoor elke aanvraag op basis van de vooropgestelde criteria en bereken voor elke aanvraag de totaalscore. Als de som van de punten groter of kleiner is dan 8 dan zal Kind en Gezin de behaalde totaalscore voor elke aanvraag omrekenen naar een maximumscore van 8. Deze score wordt dan samengeteld met de score voor het bezettingscijfer (maximum 4 punten). De alzo behaalde score bepaalt de volgorde waarin aanvragen binnen de gemeente in aanmerking komen voor uitbreiding van het buitenschools opvangaanbod. 5

6 Naam aanvrager Criterium A Financiering Criterium B Regio Criterium C Sociale functie Criterium D Realisatie Totaalscore (8 punten) (3 punten) (3 punten) ( 2 punten) (2 punten) Uitbreiding bestaande initiatieven/vestigingsplaatsen Ukkepuk Schaarbeek n.v.t. 5 Scheutje Anderlecht n.v.t. 3 De Ketjes Brussel 1,5 2 2 n.v.t. 5,5 Pluchke Ukkel n.v.t. 6 Kraakje Ukkel n.v.t. 6 Ukelele Oudergem n.v.t. 2 Onze Vriendjes NOH 1,5 0 2 n.v.t. 3,5 Helmetje Schaarbeek 1,5 3 2 n.v.t. 6,5 Nieuwe initiatieven NI /vestigingsplaatsen NV NV De Ketjes Sint Joris Brussel 0 2 n.v.t. 0 2 NV De Roosjes Anderlecht 0 3 n.v.t. 0 3 NI Zonnetje Etterbeek 0 2 n.v.t. 2 4 NI Zonnetje SAB 1,5 1 n.v.t. 2 4,5 NV Ukelele Oudergem 0 0 n.v.t. 1 1 NV Kapoentjes Anderlecht 0 3 n.v.t Opmerkingen/ bedenkingen van het lokaal bestuur Hieronder willen we het lokaal bestuur de kans geven aanvullende opmerkingen en bedenkingen te formuleren bij de uitbreiding van het voorschoolse opvangaanbod in de gemeente. Brussel heeft nood aan een meerjarengroeipad inzake voorschoolse opvang. Een voorafname van 10 procent van de middelen, zoals in eerdere uitbreidingrondes, blijft wenselijk om de historische achterstand in capaciteit (aantal erkende plaatsen) weg te werken en een antwoord te bieden op de sterke stijging van het geboortecijfer. Er wordt gevraagd om voorzichtig om te gaan met bezettingscijfers. 6

7 Deel 4 : ADVIES UITBREIDING BUITENSCHOOLSE OPVANG 1. Welke aanvragers hebben hun intenties tot uitbreiding van het buitenschools opvangaanbod bekend gemaakt bij het lokaal bestuur en/of bij het LOK? Naam aanvrager NV = nieuwe vestigingsplaats IBO KIK, 1070 Anderlecht NV IBO De Buiteling, 1000 Brussel IBO Nekkersdal, 1020 Brussel (Laken) IBO De Verliefde Wolk, 1080 Sint-Jans-Molenbeek IBO De Puzzel Leon Theodor, 1070 Jette IBO De Puzzel Leopold I, 1070 Jette NV IBO De Puzzel Poelbos, 1070 Jette NV IBO De Puzzel Vanden Borne, 1070 Jette Let op! Vragen 2 en 3 zijn vooral belangrijk wanneer er meerdere aanvragen werden ingediend (zie punt van het beslissingskader uitbreiding buitenschoolse opvang). Als er meerdere plaatsen toegekend kunnen worden dan zal het antwoord op deze twee vragen in belangrijke mate bepalen waar Kind en Gezin de buitenschoolse opvangplaatsen zal toewijzen (bij de beoordeling van de aanvraag telt het advies van het lokaal bestuur voor 8 van de 12 punten). 2. Geef hieronder aan op basis van welke criteria het lokaal bestuur de buitenschoolse opvangplaatsen die zouden kunnen toegekend worden wil verdelen. Bepaal ook welk gewicht elk criterium krijgt. De criteria worden vastgelegd op basis van de vaststellingen en keuzes opgenomen in het lokaal beleidsplan kinderopvang. Waar relevant worden de criteria bij voorkeur ook afgetoetst bij het Lokaal Overleg Kinderopvang. Geef elk criterium een gewicht, dit doe je door er een maximum score aan toe te kennen. Hoe meer belang het lokaal bestuur hecht aan een bepaald criterium des te hoger de score. Criteria op basis waarvan het lokaal bestuur de aanvraagdossiers zal beoordelen: Criterium A: Voorrang voor projecten die zijn opgestart door VGC met Stedenfondsmiddelen (5 punten) Indien project reeds concrete werking: 5 punten Indien project in prospectie: 2,5 punten Indien niet in Stedenfonds opgenomen: 0 punten Criterium B: Voorrang voor projecten die snel worden gerealiseerd (2 punten) Najaar 2010: 2 punten Najaar 2011: 1 punt Later: 0 punten Criterium C: voorrang voor initiatieven die bij de vorige uitbreidingen geen plaatsen hebben gekregen (1 punt) 7

8 3. Scoor elke aanvraag op basis van de vooropgestelde criteria en bereken voor elke aanvraag de totaalscore. Als de som van de punten groter of kleiner is dan 8 dan zal Kind en Gezin de behaalde totaalscore voor elke aanvraag omrekenen naar een maximumscore van 8. Deze score wordt dan samengeteld met de score voor het bezettingscijfer (maximum 4 punten). De alzo behaalde score bepaalt de volgorde waarin aanvragen binnen de gemeente in aanmerking komen voor uitbreiding van het buitenschools opvangaanbod. Naam voorziening/ aanvrager NV = nieuwe vestigingsplaats Criterium A Stedenfonds Criterium B Realisatie Criterium C Vorige Totaalscore (8 punten) (5 punten) (2 punten) uitbreidingen ( 1 punt) IBO KIK web NV IBO De Buiteling Vorst 2, ,5 IBO Nekkersdal IBO De Verliefde Wolk IBO De Puzzel Leon Theodor IBO De Puzzel Leopold I NV IBO De Puzzel Poelbos NV IBO De Puzzel Vanden Borne Let op! Ook al werd er slechts één aanvraag ingediend, dan nog is het belangrijk om de vragen 4, 5 en 6 te beantwoorden. Het antwoord op deze vragen zal bepalen in welke mate jouw gemeente voorrang kan krijgen bij het toekennen van plaatsen binnen de zorgregio (punt 8.2 van het beslissingskader buitenschoolse opvang). 4. Op welke manier investeert het lokaal bestuur in buitenschoolse opvangplaatsen? 4.1 Waar het de uitbreiding van een bestaand opvangaanbod betreft: Het lokaal bestuur komt niet financieel tussen in de personeels- en werkingskosten van erkende niet-gesubsidieerde IBO-plaatsen en/ of zelfstandige buitenschoolse opvangplaatsen georganiseerd door een vzw. Het lokaal bestuur komt volledig financieel tussen in de personeels- en werkingskosten van erkende niet-gesubsidieerde IBO-plaatsen en/ of zelfstandige buitenschoolse opvangplaatsen georganiseerd door een vzw. 8

9 4.2 Waar het een nieuw erkend opvangaanbod betreft: Zullen er meer plaatsen gerealiseerd worden dan er gesubsidieerd worden? Hoeveel? Wie zal de kost voor deze extra niet gesubsidieerde plaatsen dragen? Welke afspraken werden er gemaakt? Nee 5. Beschrijf hoe er zal worden samengewerkt met scholen en/ of initiatieven die een aanbod hebben naar de vrije tijd van kinderen Welke partners zijn in de samenwerking betrokken? Hoe zal men vorm geven aan deze samenwerking? Welke afspraken werden er gemaakt en hoe zullen de afspraken opgevolgd worden? De Brusselse erkende en gesubsidieerde IBO s, alsook de projecten die werden opgestart met Stedenfondsmiddelen hebben een buurtgerichte werking met nest- en webfunctie (zie ook rapport VBJK Rapport Buitenschoolse opvang in en met de buurt 2009). Met alle projecten wordt daartoe jaarlijks een overeenkomst afgesloten. Daarin wordt o.a. opgenomen dat de concrete werking van het initiatief wordt besproken in een plaatselijk overleg met betrokken partners, dat men kinderen toeleidt tot partnerorganisaties, dat men zo optimaal mogelijk gebruik maakt van de beschikbare infrastructuur Concrete opvolging verloopt via rapportage van vooropgestelde resultaten die jaarlijks (kunnen) worden bijgestuurd. 6. Wordt er voor de uitbouw van het buitenschools opvangaanbod ook samengewerkt met de voorschoolse opvang? Beschrijf ook deze samenwerking. Welke partners zijn in de samenwerking betrokken? Hoe zal men vorm geven aan deze samenwerking? Welke afspraken werden er gemaakt en hoe zullen de afspraken opgevolgd worden? Nee, er zijn in Brussel geen kinderdagverblijven met buitenschoolse opvang in aparte ruimtes (BOKDV). 9

10 7. Opmerkingen/ bedenkingen van het lokaal bestuur Hieronder willen we het lokaal bestuur de kans geven aanvullende opmerkingen en bedenkingen te formuleren bij de uitbreiding van het buitenschoolse opvangaanbod in de gemeente. Brussel heeft nood aan een meerjarengroeipad inzake buitenschoolse opvang. Een voorafname van 10 procent van de middelen, zoals in eerdere uitbreidingrondes, blijft wenselijk om de historische achterstand in capaciteit (aantal erkende plaatsen) weg te werken en een antwoord te bieden op de sterke stijging van het geboortecijfer. Er wordt gevraagd om voorzichtig om te gaan met bezettingscijfers. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziet deze legislatuur niet in bijkomende geco s. Bijlage: 1 (Dekkingsgraad Nederlandstalige voorschoolse kinderopvang) Datum: Handtekening (naam en functie) Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende het advies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie aan Kind en Gezin inzake de uitbreiding voorschoolse en buitenschoolse opvang 2010 nr van De collegeleden, Bruno DE LILLE Brigitte GROUWELS Jean-Luc VANRAES 10

11 Bijlage: Dekkingsgraad Nederlandstalige voorschoolse kinderopvang (0-3 jaar), juni jarigen BHG (01/01/2007) Brusselnorm Aantal kindplaatsen in gesubsidieerde en inkomensgerelateerde Nederlandstalige kinderopvang (01/03/2010) Sint-Joost-ten-Node ,70% Koekelberg ,97% Sint-Gillis ,42% Vorst ,43% Schaarbeek ,93% Anderlecht ,61% Laken* ,94% Etterbeek ,44% Elsene ,51% Sint-Jans-Molenbeek ,56% 1000 Brussel* ,86% Sint-Pieters-Woluwe ,60% Evere ,19% Sint-Lambrechts-Woluwe ,98% Jette ,20% Sint-Agatha-Berchem ,90% Ukkel ,53% Watermaal-Bosvoorde ,90% Oudergem ,13% Ganshoren ,31% Neder-Over-Heembeek* ,71% Dekkingsgraad Haren* ,79% BHG ,93% (*) Brussel-stad ,42% 11

12 12