STAGEOPDRACHT PROCESGERICHT WERKEN: SPEL EN EXPLORATIE DEELOPDRACHT VERKENNEN, VERBINDEN, VERRIJKEN

Transcriptie

1 STAGEOPDRACHT PROCESGERICHT WERKEN: SPEL EN EXPLORATIE DEELOPDRACHT VERKENNEN, VERBINDEN, VERRIJKEN A. Korte omschrijving van de stageopdrachten Spontaan spel Spelmethodiek: verkennen verbinden verrijken Eindopdracht: video-opname meespelen (3V s) B. Doelen van de stageopdrachten Doelen gelinkt aan het opleidingsonderdeel: OLR 1/E1c/G1 De student verzamelt vanuit een breed perspectief objectieve (observatie)gegevens over kinderen (de ontwikkeling, de leef- en belevingswereld van kinderen, zone van de naaste ontwikkeling, interesses, thuiscultuur ) (ook via opvoedingscontexten, de buurt...). OLR 1/E1c/G4 Uitgaand van een krachtig kindbeeld, analyseert en interpreteert de student de observatiegegevens genuanceerd door ze met elkaar in verband te brengen en door ze te koppelen aan referentiekaders (ontwikkelingspsychologie, culturele achtergrond, spelvormen en spelontwikkeling, hoe kinderen leren... ). OLR 1/E1c/G5 De student illustreert de meerwaarde van intersubjectiviteit in observaties, analyses en interpretaties Doelen gelinkt aan Stage 1: OLR 1/E1e/G5 De student boeit kinderen door speelsheid, enthousiasme en eigen expressie. OLR 1/E1e/G6 De student benut kansen om tegemoet te komen aan de muzische beleving van kinderen. OLR 1/E1e/G7De student maakt verbinding met de kinderen door mee te gaan in de fantasiewereld van de kinderen OLR 1/E1e/G8De student speelt in op het welbevinden en betrokkenheid van kinderen door verbinding te maken met hun spel. OLR 1/E1f/G7De student creëert denktijd, denkruimte en denkcontext: hij geeft kinderen tijd om na te denken over vragen of antwoorden, reageert waarderend op ideeën van kinderen en stelt open vragen. OLR1/E1e/G9De student creëert taalruimte: hij luistert actief, stelt open vragen en werkt met de inbreng van de kinderen. OLR 2/E1 De student waardeert alle kinderen en staat open voor hun leefwereld. OLR 2/E2/G7De student draagt bij tot een positief leefklimaat door relatiebevorderende interacties. OLR 2/E2/G8De student gelooft in elk kind, geeft steeds nieuwe kansen en vertrouwen. OLR 2/E3/G3De student stimuleert de zelfredzaamheid en de zelfsturing van kinderen. OLR 2/E4/G2De student geeft positief verwachtingen, afspraken en regels aan en doet die consequent naleven. OLR 2/E4/G3De student is op constructieve wijze duidelijk aanwezig in de klas.

2 OLR4/E2/G1De student is mentaal voorbereid. OLR4/E2/G2De student is tijdig voorbereid. OLR4/E2/G3De student is materieel voorbereid. OLR 5/E1/G7 De student verkent nieuwsgierig de stagecontext. OLR 5/E1/G8 De student neemt initiatief in de stagecontext in functie van het eigen leerproces. OLR 5/E1/G9De student durft experimenteren en leert uit fouten. OLR 5/E1/G10De student staat open voor en gaat aan de slag met feedback over zijn professioneel handelen. OLR 5/E1/G11De student maakt het eigen professioneel handelen bespreekbaar met mentor en medestudenten. OLR 7/E2/G2 De student communiceert correct, discreet en waarderend met en over de leden van het schoolteam en/of medestudenten. C. Instructies bij de stageopdrachten In een notendop: Van spontaan meespelen, groeien naar kwalitatieve spelbegeleiding via de spelmethodiek verkennen, verbinden, verrijken Concreet: - Van bij de start: spontaan meespelen met kleuters - Vanaf lintdag 4: groeien in spelmethodiek verkennen, verbinden, verrijken, in 3 basishoeken, minstens 3 keer per hoek Info bijhouden (naar eigen keuze hoe): zowel woord als beeld (foto en video min. 3x) in kader met 3 v s voor 3 hoeken Verplicht: Verkennen: observaties: 2 filmisch + 2 pedagogisch documenteren Verbinden: 2 analyses beeldmateriaal relatiebevorderende interactie Verrijken: opmaak spelfiche + uitvoeren - Tegen laatste les: toepassing 3 v s: analyse beeldmateriaal van jezelf Nog concreter: Spontaan spel Van bij de start (week 40 tot 43 = eerste 4 lintdagen) en verder zoveel als mogelijk, ga je steeds spontaan meespelen om contact te maken met kinderen. Laat je inspireren door wat aan bod komt tijdens de lessen. Je observeert kinderen en hun spel doorheen de dag en houdt je indrukken bij door deze voor jezelf te noteren in een schriftje/digitaal. Je hoeft je hierbij niet aan bepaalde regels voor observeren te houden. Zorg er gewoon voor dat je probeert vast te houden wat je opmerkte. Deze indrukken kunnen we gebruiken tijdens de lessen (concreet in week 42 les 4 word je gevraagd om deze mee te brengen). Spelmethodiek verkennen-verbinden-verrijken o Vanaf week 43 tem week 49 = lintdag 4 tem 8) ga je gericht meespelen in 3 basishoeken: - zandtafel/ontdektafel of bouwhoek, - een hoek voor rollenspel (bv huishoek of winkel)

3 - en een hoek naar keuze. Benut hierbij ook de buitenruimte indien mogelijk! (Bv als er een zandbak is buiten of enkele heuvels of een buitenkeuken of ). o Je gaat daar doorheen deze dagen oefenen in meespelen, enkele keren na elkaar (in de 3 hoeken minstens 3 keer). We bouwen op doorheen de lessen (van verkennen naar verbinden en verrijken), zodat je van daaruit input hebt om je spelbegeleiding kwalitatief te maken. In onderstaand schema geef je weer wat je deed en opmerkte. o Je focust op het verkennen (wat zie je kinderen doen in de hoek? Wat leer je eruit ivm hun interesses, leefwereld, ontwikkeling), daarna op het verbinden (via welk gedrag probeer je tot een connectie te komen: volgend meespelen, spiegelen, relatiebevorderend werken via ervaringsgerichte dialoog en welk effect zie je bij het kind) en later het verrijken (indien de context dit als zinvol aangeeft en je dit voor jezelf mogelijk acht: via spelbegeleiding (meedenken, nieuwe leerinhouden aanreiken, Ook hier geef je weer welk effect dit heeft op het kind.). Mogelijkheden tot samenwerking In deze opdrachten zitten verschillende manieren van samenwerking: met je mentor en met medestudenten. Voor het verzamelen en analyseren van videomateriaal doe je beroep op je medestudent of kan je je mentor bevragen i.v.m. de mogelijkheden. Voor de filmische verslagen en pedagogisch documenteren kan dit ook. Je leest er verder meer over. Alles vertrekt uiteraard van goede afspraken en het opvolgen ervan. Hoe houd je al je gegevens bij? Onderstaand rooster biedt je houvast om gericht info weer te geven. Je vindt dit rooster ook in een apart document op CANVAS. Hoek 1: - moment 1: datum: naam kleuter(s) + geboortedatum: situatie: - moment 2: - moment 3: - verkennen verbinden verrijken Hoek 2: - moment 1: datum: naam kleuter(s) + geboortedatum: situatie: - moment 2: - moment 3:

4 - verkennen verbinden verrijken Hoek 3: - moment 1: datum: naam kleuter(s) + geboortedatum: situatie: - moment 2: - moment 3: - verkennen verbinden verrijken Toelichting bij de wijze van noteren / verwachtingen van de docenten Spel en exploratie in functie van lessen en voorbereiding op evaluatie / concretisering van de samenwerking: Je noteert per hoek bovenaan telkens kort de datum en contextgegevens (wie enkel voornaam kl + geboortedatum, situatie: wanneer op de dag, eventuele belangrijke info: bv tijdens de voorbije speeltijd is M. gevallen, met een pijnlijke knie tot gevolg). In de kolommen verkennen, verbinden en verrijken verwijs je telkens naar deze momenten bij de betreffende info (bv moment 1). Voor de kolommen verkennen, verbinden en verrijken zijn er verschillende manieren om gegevens weer te geven. Wat verwachten we? o o Van elke hoek verzamel je minstens één keer videomateriaal (minstens drie keer dus in totaal). Dit kan een kort fragment zijn (bv 2 minuten kan al voldoende zijn). Dit fragment gebruik je om info op te hangen aan de rubriek verkennen, verbinden en waar mogelijk verrijken. Wanneer het een fragment is waarin meerdere rubrieken kunnen geduid worden, kan je dit uiteraard dubbel gebruiken. Je laadt het dan 2 of 3 keer op (dit geldt wel als één van de drie verplichte videofragmenten). Naast opladen van dit beeldmateriaal, geef je ook weer wat je uit het fragment leert. Afhankelijk van de rubriek, is deze info uiteraard anders. Je leest verder wat aan bod moet/kan komen. Binnen de rubriek verkennen verzamel je informatie ivm de interesses, leefwereld, spelvorm en ontwikkeling van de kleuters. Je mag dat doen op je eigen manier (zolang het een voldoende duidelijke weergave van gegevens is hoe nauwkeuriger je werkt, hoe beter je zal voorbereid zijn op het examen), naast volgende verplichte opdrachten: Twee keer breng je een kleuter in beeld via pedagogisch documenteren zonder vooraf gestelde

5 observatievraag. Je maakt een collage van enkele foto s die gericht weergeven wat het kind doet, wat het lijkt te boeien, welke interesses je daarbij opmerkt, welke ontwikkeling er al dan niet gaande is. Dit kan je illustreren met uitspraken van de kleuter, met een quote die een samenvattend beeld geeft van de beleving van de kleuter of die van jou Hiervoor kan je voor meer informatie terecht in de cursus Spel en exploratie. Voor deze opdracht mag je samenwerken met je medestudent(en). Indien je dat doet, is het belangrijk dat je samen observeert en elk een eerste, eigen uitwerking van de situatie maakt. Daarna kan je je info samenleggen en verder uitwerken tot één geheel. Deze kans kijkt ons uiterst leerrijk. Indien mogelijk kan je ook je mentor raadplegen, of kan je samenwerken met een derdejaarsstudent. Twee keer ga je een filmisch verslag noteren vanuit een vooraf gestelde observatievraag, terwijl je zittend observeert. In de lessen leer je hoe je dit kan doen (les 4). Een filmisch verslag is minstens 15 regels en hoogstens 45 regels lang. De duurtijd van de observatie hoeft niet zo lang te zijn (10 minuten kunnen volstaan). In je interpretaties noteer je gegevens over wat de kleuter lijkt te boeien, probeer je zijn leefwereld weer te geven, ga je ontwikkeling in kaart brengen via koppeling aan Zill en geef je weer welke spelvorm je opmerkt met eventuele gegevens over het spelniveau. Voorbeelden van dergelijke observaties zijn in de cursus Spel en exploratie te vinden. Voor deze opdracht mag je samenwerken met je medestudent(en). Indien je dat doet, is het belangrijk dat je samen observeert en elk een eerste, eigen uitwerking van de situatie maakt. Daarna kan je je info samenleggen en verder uitwerken tot één geheel. Deze kans kijkt ons uiterst leerrijk. Indien mogelijk kan je ook je mentor raadplegen, of kan je samenwerken met een derdejaarsstudent. o o Binnen de rubriek verbinden staat interactie centraal. Interactie houdt niet noodzakelijk praten met het kind in. Je kan ook door volgend mee te spelen, te spiegelen, kijken wat het effect is op het kind. Hieruit kan een gesprek voortvloeien. Bij het gesprek wordt binnen Spel en exploratie gefocust op de ervaringsgerichte dialoog. De gemakkelijkste manier om hierover informatie te verzamelen, lijkt ons via videomateriaal te zijn. Hiervoor kan je een medestudent inschakelen, want het is natuurlijk van belang dat je zelf ook in beeld komt. Zelf zal je deze taak ook opnemen voor je medestudenten (minstens 2 keer). Deze momenten worden vooraf best gepland (in week 47 les 7 wordt gebruik gemaakt van jullie beeldmateriaal, tegen dan moet je dit dus een eerste keer gedaan hebben). Hou hier rekening mee in jullie samenwerking. We verwachten dat je de situatie samen bespreekt (liefst aan de hand van gezamenlijk kijken naar de beelden en opmerken wat reacties van de kleuters zijn, welke aspecten al mooi aan bod komen (bv spiegelen, empathie tonen) naast mogelijkheden voor de toekomst. Dit is de start van jullie professioneel handelen als lerende collega s van elkaar. We stellen uiteraard een veilige leeromgeving voorop, door constructieve feedback hoog in het vaandel te dragen. Binnen Leerkracht kan je hierin ondersteund worden. In het kader komt uiteraard het fragment en jullie gezamenlijke analyse van de beelden. Heb je een zinvolle ervaring opgedaan maar kon je dit niet vastleggen in beelden, dan bestaat uiteraard de mogelijkheid om de situatie uit te schrijven. Ook hier maak je, naast weergeven van de situatie, ook een analyse van verbindende aspecten (gebruik de cursus en lessen als inspiratiebron). Binnen de rubriek verrijken ga je focussen op bepaalde aspecten van spelbegeleiding en op het aanbieden van een rijke speelleeromgeving. Je geeft weer welke tussenkomsten je hebt gedaan en welk effect die hadden op de kinderen. Gebruik opnieuw je cursus Spel en exploratie om dit voldoende rijk uit werken. Denk aan de verschillende rollen die je binnen het verrijken kan opnemen (bv toneelmeester, spelregisseur) en de ingrepen die je kan doen om spel te verdiepen (zoals geïntegreerd spel bevorderen, meedenken, ). Weergave van deze info kan via videomateriaal met analyse, maar kan ook een schriftelijke weergave zijn van de situatie. Je kan

6 hiervoor gebruik maken van het document voor observeren van een filmisch verslag. Dit is naar keuze. We verwachten wel dat je gegevens objectief zijn, en de analyse pas daarna plaats vindt. Verplichte opdracht binnen de rubriek verrijken : opmaken van een spelfiche (let op: deze fiche verschilt deels van de spelfiche die jullie elders gebruiken. Baseer je voor deze opdracht op onderstaande rubrieken!). Binnen één van de gekozen hoeken ga je, na observatie, gericht materialen aanbieden voor één kleuter of een groepje kleuters. Je gaat zelf niet meespelen, tenzij de situatie hier echt om vraagt. Voor deze opdracht mag je samenwerken met je medestudent(en). Dit betekent dat je je ideeën aftoetst bij elkaar en samen nadenkt over een zinvolle uitwerking. Dit betekent niet noodzakelijk dat je hetzelfde materiaal aanbiedt, maar het kan wel. Elke student werkt een eigen spelfiche uit (opnieuw: deze kàn dezelfde zijn bij een volledige samenwerking, maar dit hoeft niet zo te zijn). Benut de kansen die er zijn. Indien mogelijk kan je ook je mentor raadplegen. In week 47 les 7 bekijken we de stand van zaken i.v.m. deze opdracht. Je moet er tegen dan zeker al mee bezig zijn (de uitvoering hoeft nog niet klaar te zijn). In de spelfiche neem je volgende info op: - welk materiaal bied ik aan?: wees zo concreet mogelijk - motivering: hier geef je weer waarom je dit materiaal precies aanbiedt. Verwijs hierbij naar observatiegegevens die je opnam in de rubriek verkennen en eventueel verbinden (dit kan via een filmisch verslag, via pedagogisch documenteren of via videomateriaal). - welke spelmogelijkheden zijn er?: geef hier weer welke speelkansen je ziet voor de kleuter(s). Wat denk je dat ze zullen doen? Benoem hierbij ook de verwachte spelvorm en indien van toepassing: spelniveau. Geef weer hoe je het materiaal zal aanbieden: hoe kondig je dit aan? - verwachte ontwikkelingswaarde: geef weer via generieke doelen uit Zill - terugblik: geef hier weer wat de kleuter(s) de(e)d(en) (dit mag via een filmisch verslag, via pedagogisch documenteren of via videomateriaal) koppel aan spelvorm en -niveau geef de effectieve ontwikkelingswaarde weer via generieke doelen uit Zill bepaal de spelkwaliteit sluit af met een reflectie: wat leerde je uit deze opdracht? - vervolgacties: noteer hier wat je voor deze kleuter(s) in de toekomst zou aanbieden in functie van verrijken van spel. - samenwerking: geef weer met wie je samenwerkte in deze opdracht (voor welke aspecten) en wat dit voor je leerproces opleverde. Eindopdracht Tegen het einde van het eerste semester (uiterst: vóór de laatste les van het olod Spel en exploratie ) kies je één hoek uit en laat je je filmen in het meespelen. (Indien je al een passend fragment hebt, hoef je dit niet noodzakelijk opnieuw te doen. De drie fasen moeten wel aan bod komen.) Je probeert gericht de 3 V s ruimte te geven. Inspireer je aan de filmpjes die aangebracht werden tijdens de lessen en aan de uitdiepende oefening in week 49 -les 9. Het fragment wordt gepost en je analyseert de 3 V s, met mogelijks bespreking van aspecten uit de speelleeromgeving (bv het spelmateriaal: speelkansen, ontwikkelwaarde, ). Hier kan je alle opgedane kennis integreren. Werk zo rijk mogelijk. Het fragment, samen met de analyse, post je en gebruiken we in de les. Daar kan je met je medestudenten, onder begeleiding van je docent tot een rijke uitwisseling komen en verder verfijnen. Deze opdracht bereidt je prima voor op het examen.

7 Samenvattend alles op een rij: Spontaan spel (van bij de start tot einde): zoveel als mogelijk indrukken bijhouden voor jezelf, naar keuze Spelmethodiek verkennen verbinden verrijken (vanaf week 43 tot week 49 lintdag 4 tem 8): - in 3 vaste hoeken - minstens 3 keer spelbegeleiding per hoek - minstens 1 videofragment per hoek met reflectie - alles bijhouden in rooster * verkennen: - info bijhouden op eigen manier (meebrengen naar week 42 les 4) + - verplicht: 2 keer pedagogisch documenteren + 2 filmische observatieverslagen (samenwerking mag) (eerste pogingen meebrengen naar week 47 les 7) * verbinden: - 2 keer medestudent in interactie filmen + 2 fragmenten hebben van jezelf (minstens 1 fragment beschikbaar tegen week 47 les 7) - samen bespreken en analyseren - 2 fragmenten opnemen in kader met analyse + verder volgens eigen manier * verrijken: - info bijhouden naar keuze: videofragment met analyse of verslag of - opmaken en uitvoeren spelfiche: reeds mee beginnen tegen week 47- les 7 (geef in het rooster weer voor welke hoek je die uitwerkte de fiche zelf laad je op binnen de digitale leeromgeving) Eindopdracht tegen laatste les: - 1 videofragment met daarin 3 fasen van spelbegeleiding - volledige analyse D. Mogelijke leerwegen voor deze stageopdracht Zie hoger. Meerdere malen heeft de student keuze, bv in hoeken, in weergave van materiaal (filmisch, pedagogisch documenteren, videomateriaal), gradaties in samenwerking, E. Mogelijke begeleiding Zie hoger. Meerdere malen wordt er samengewerkt met medestudenten en waar mogelijk (waar de context dit toelaat) de mentor. Er wordt meerdere malen verwezen naar bepaalde lessen waar met het materiaal zal gewerkt worden. F. Indienen van de stageopdracht (+ eventuele beoordeling) Uploaden in canvas Meebrengen naar de les Opnemen in je groeiboek Interessant voor in je digitaal portfolio X (zie hoger) X (zie hoger) X

8 Deze stageopdrachten worden niet beoordeeld als onderdeel van het olod Procesgericht werken: spel en exploratie, maar is wel sterk voorbereidend naar het examen.