De student toont weinig interesse in. De student toont interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool.

Transcriptie

1 EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 3 PERIODE 3 (ingroeistage) gebruik voor het invullen van dit evaluatieformulier de stageleerlijn Student: Stageschool: Stageklas: Mentor: Aantal kleuters: Campus BRUGGE Wij gaan ervan uit dat de student beschikt over de competenties die in de 1ste en 2de opleidingsfase verworven moesten zijn. Op dit evaluatieformulier zijn die lichtgrijs ingekleurd. Gelieve bij de passende rubriek te noteren welke competenties volgens u opvallend zijn of waarvan de student nog te weinig blijk geeft. De concretisering staat in de stageleerlijn die u vindt in de praktijkgids en ook in de stagemap van uw student. Voor de nieuwe rubrieken (de competenties van de 3de opleidingsfase): kruis in elke rij het vakje aan dat het gedrag van uw student het dichtst benadert (slechts één vakje per rij aankruisen). BEROEPSHOUDING Aanwezigheid Omgaan met afspraken Administratie Flexibiliteit Attitude De student toont helemaal geen interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool. De student toont weinig interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool. De student toont interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool. De student toont interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool en toetst die aan verworven inzichten, theoretische kaders en zijn groeiende subjectieve onderwijsvisie. Drive, De student is niet ondernemend op verantwoordelijkheid en klas en schoolniveau. betrokkenheid De student onderneemt zaken in de klas, maar te weinig op schoolniveau. De student is ondernemend op klas en schoolniveau. Hij voert de opdrachten op schoolniveau uit. De student neem naast de verplichte opdrachten spontaan initiatief op klas en schoolniveau. Gelijke onderwijskansen De student vertoont discriminerend gedrag. De student heeft geen oog voor gelijke onderwijskansen. De student engageert zich om gelijke onderwijskansen te bieden aan elk kind. Graag een woordje toelichting rond de gegeven score i.v.m. beroepshouding: KLEUTERONDERWIJS STAGE 3 PERIODE 3 (INGROEISTAGE) Evaluatieformulier mentor pagina 1 van 7

2 EEN MUZISCHE GRONDHOUDING EXPRESSIE Intonatie, mimiek lichaamstaal MUZISCH WERKEN Zang Klaspop Muzische elementen De student gebruikt geen muzische elementen en tussendoortjes. De student put uit een te beperkt aanbod van tussendoortjes en muzische elementen. De student doorweeft zijn praktijk met een uitgebreid en gevarieerd repertorium aan goed gekozen muzische elementen en tussendoortjes. De student doorweeft spontaan en op passende momenten zijn praktijk met een uitgebreid en gevarieerd repertorium aan goed gekozen muzische elementen en tussendoortjes. Graag een woordje toelichting rond de gegeven score i.v.m. expressie en muzisch werken: TAAL MONDELING TAALGEBRUIK Attitude Uitspraak Woordenschat en taalzuivering Tempo en volume Taalopvoeding SCHRIFTELIJK TAALGEBRUIK Attitude Spelling en grammatica KLEUTERONDERWIJS STAGE 3 PERIODE 3 (INGROEISTAGE) Evaluatieformulier mentor pagina 2 van 7

3 BEGELEIDER VAN LEERPROCESSEN VOORBEREIDING Voorbereiding De student kan niet zelfstandig een en planning planning opstellen voor een langere stageperiode. De student stelt een evenwichtige weekplanning op, maar nog niet voor een langere stageperiode. De student stelt een evenwichtige planning op voor een langere stageperiode. De student stelt een evenwichtige planning op voor een langere stageperiode rekening houdend met de noden en interesses van de groep. De student houdt zeer strikt vast aan de vooropgestelde planning. Hij kan niet omgaan met wijzigingen in de planning. De student houdt vast aan de vooropgestelde planning. Hij heeft moeite met wijzigingen in de planning. De student gaat flexibel om met de vooropgestelde planning en zoekt met de mentor naar oplossingen. De student gaat heel flexibel om met de vooropgestelde planning. Bij wijzigingen in de planning zoekt hij zelf naar oplossingen. De student houdt geen rekening met de leerlijn en het niveau van de kleuters. De student ontwerpt activiteiten die niet altijd aansluiten bij de leerlijn en het niveau van de kleuters. De student ontwerpt activiteiten die aansluiten bij de leerlijn en de verschillende niveaus van de kinderen. De student ontwerpt activiteiten die aansluiten bij de leerlijn en de verschillende niveaus, interesses en zorgvragen van de kinderen. De student heeft te weinig oog voor het leerresultaat van een activiteit. De student gaat na wat het leerresultaat is van een activiteit. De student gaat na wat het leerresultaat is van een activiteit en benut deze gegevens bij een volgend aanbod. De student werkt doelgericht, maar stuurt de doelen te weinig bij tijdens de activiteit. De student stuurt de doelen bij tijdens de activiteit. De student stuurt de doelen doordacht bij tijdens de activiteit waardoor het welbevinden en/of de betrokkenheid bij kleuters stijgt. De student verrijkt de klas zinvol en voldoende met spelprikkels en materiaal. De student past de verrijking aan aan de interesses en behoeftes van de kinderen. De student benut zijn concrete observaties om de verrijking vanuit behoeftes en interesses bij te sturen. De student stimuleert te weinig zelfstandigheid en zelfsturing. De student stimuleert zelfstandigheid en zelfsturing. De student differentieert in zijn stimulansen tot zelfstandigheid en zelfsturing. Doelen Opbouw Stagemap REALISATIE Doelgericht werken De student heeft geen oog voor het en evalueren leerresultaat van een activiteit. De student werkt niet doelgericht. Opdrachten formuleren Milieuverrijking De student zorgt er voor dat het thema herkenbaar is in de klasruimte, maar er zijn onvoldoende spelprikkels. Vormingskansen De student ontneemt de kinderen kansen tot zelfstandigheid en zelfsturing. KLEUTERONDERWIJS STAGE 3 PERIODE 3 (INGROEISTAGE) Evaluatieformulier mentor pagina 3 van 7

4 Betrokkenheid en De student laat de kleuters aan hun welbevinden lot over of stuurt het leerproces te sterk. Differentiatie De student differentieert niet en houdt geen rekening met verschillen in niveau, tempo en interesses. De student kan onvoldoende inschatten welke kleuters op welk moment nood hebben aan sturing of ruimte voor autonomie. De student begeleidt het leerproces passend (sturen, autonomie geven, helpen, ). De student begeleidt het leerproces passend. Hij kan zijn aanpak verantwoorden vanuit observaties. De student probeert te differentiëren, maar slaagt daar niet altijd in of hij differentieert nog te weinig. De student merkt verschillen in niveau, tempo en interesses op en speelt erop in door extra interventies te doen (begeleiding, aanbod, materialen). De student speelt opvallend sterk in op verschillen in niveau, tempo en interesses. Hij doet zeer goede en creatieve interventies op het vlak van begeleiding, aanbod en/of materialen. Graag een woordje toelichting rond de gegeven scores i.v.m. begeleider van leerprocessen: FG2 OPVOEDER Attitude De student gaat niet respectvol om met diversiteit, onder andere met verschillen in de thuissituatie. De student is weinig geïnteresseerd in diversiteit, onder andere met verschillen in de thuissituatie. De student gaat geïnteresseerd en respectvol om met diversiteit, onder andere met verschillen in de thuissituatie. De student gaat op bijzonder geïnteresseerde en respectvolle wijze om met diversiteit, onder andere met verschillen in de thuissituatie. Omgang De student reageert tegen de beleving en emoties van de kinderen in. De student negeert de beleving en de emoties van de kinderen. De student toont in zijn reacties voeling met de beleving en de emoties van de kinderen. De student toont in zijn reacties voeling met de beleving en de emoties van de kinderen. Hij ondersteunt ze bij het uiten van hun emoties en beleving. De student merkt signalen op bij kleuters met sociaal emotionele problemen en ontwikkelingsproblemen maar onderneemt niets. De student merkt signalen op bij kleuters met sociaal emotionele problemen en ontwikkelingsproblemen en reageert hier passend op. De student reageert passend op signalen van kleuters met sociaal emotionele problemen en ontwikkelingsproblemen en blijft dit opvolgen. Hij heeft opvallend oog voor kinderen die extra zorg nodig hebben. De student laat geregeld kansen liggen om normen en waarden te bespreken met de kinderen. De student bespreekt normen en waarden met de kinderen. De student bespreekt normen en waarden met de kinderen en leeft deze waarden en normen ook voor. De student merkt geen signalen op bij kleuters met sociaal emotionele problemen en ontwikkelingsproblemen. Normen en waarden De student heeft geen oog voor normen en waarden naar de kinderen toe. KLEUTERONDERWIJS STAGE 3 PERIODE 3 (INGROEISTAGE) Evaluatieformulier mentor pagina 4 van 7

5 Fysiek welzijn Emancipatie bevorderen De student ontneemt kinderen kansen tot ondernemen, zelfstandigheid, mondigheid en het nemen van verantwoordelijkheid. Actualiteit De student heeft geen notie van wat zich afspeelt in de actualiteit. De student biedt kinderen weinig kansen tot ondernemen, zelfstandigheid, mondigheid en het nemen van verantwoordelijkheid. De student biedt kinderen kansen tot ondernemen, zelfstandigheid, mondigheid en het nemen van verantwoordelijkheid. De student gaat op zoek naar en creëert actief kansen tot ondernemen, zelfstandigheid, mondigheid en het nemen van verantwoordelijkheid. De student speelt in op de actualiteit zonder hierbij een kritische houding aan te nemen. De student speelt in op de actualiteit en leeft hierbij een kritische houding voor. De student speelt in op de actualiteit, leeft hierbij een kritische houding voor en verwerkt dit in activiteiten. De student verwerkt waar mogelijk verschillende leergebieden in een activiteit. De student verwerkt doordacht en gefundeerd verschillende leergebieden in een activiteit. Graag een woordje toelichting rond de gegeven scores i.v.m. opvoeder: FG3 INHOUDELIJK EXPERT Basiskennis vakinhoud (zoals beeld, wiskunde, LBA, wero, beweging, muzische, ) Vakdidactische principes (manieren van werken eigen aan elk vakdomein) correct zingen en blokfluit spelen, toon overnemen, klaspop hanteren Achtergrondkennis Verschillende De student verwerkt geen leergebieden verwerken verschillende leergebieden in een activiteit, ook al bieden zich kansen daar toe aan. De student verwerkt te weinig verschillende leergebieden in een activiteit, ook al bieden zich kansen daartoe aan. KLEUTERONDERWIJS STAGE 3 PERIODE 3 (INGROEISTAGE) Evaluatieformulier mentor pagina 5 van 7

6 Graag een woordje toelichting rond de gegeven score i.v.m. inhoudelijk expert: ORGANISATOR Klasoverzicht Klasruimte Management De student raakt in paniek bij onverwachte situaties die de planning doorkruisen. De student kan moeilijk omgaan met onverwachte situaties die de planning doorkruisen. De student gaat flexibel om met de planning. De student ziet nieuwe kansen bij onverwachte situaties en stuurt de planning creatief bij. Administratie De student neemt geen administratieve taken van de mentor over. De student neemt de administratieve taken van de mentor slechts af en toe over. De student neemt de administratieve taken van de mentor correct over. De student neemt de administratieve taken van de mentor correct en vloeiend over. De student gaat zelf op zoek naar nieuwe initiatieven en test ze uit. De student gaat zelf op zoek naar nieuwe initiatieven en test ze uit. Hij ziet hierbij leerkansen. Graag een woordje toelichting bij de gegeven scores i.v.m. organisator: INNOVATOR Innovator De student gaat niet in op aangereikte nieuwe initiatieven. De student gaat enkel in op aangereikte nieuwe initiatieven maar gaat er niet zelf naar op zoek. Graag een woordje toelichting bij de gegeven score i.v.m. innovator: KLEUTERONDERWIJS STAGE 3 PERIODE 3 (INGROEISTAGE) Evaluatieformulier mentor pagina 6 van 7

7 REFLECTERENDE HOUDING Attitude Reflectie Bijsturen De student gaat onverschillig om met feedback, reflecteert niet over zijn eigen functioneren en stuurt niet bij. De student stuurt het eigen functioneren bij op basis van feedback van de mentor/de docent en te weinig vanuit persoonlijke reflectie. De student stuurt het eigen functioneren bij op basis van persoonlijke reflectie. De student stuurt het eigen functioneren bij op basis van persoonlijke reflectie. Hij doet dit vanuit zijn subjectieve onderwijsvisie. Agenda De student reflecteert zeer oppervlakkig in zijn agenda waardoor hij zijn praktijk niet kan bijsturen. De agenda wordt niet benut om zorgbreed te werken. De student reflecteert te weinig in zijn agenda waardoor hij zijn praktijk niet altijd kan bijsturen. De agenda wordt te weinig benut om zorgbreed te werken. De student gebruikt de agenda als werkinstrument om zorgbreed te werken. De student reflecteert zeer diepgaand waardoor de agenda een waardevol instrument is om zorgbreed te werken. De student probeert zijn aanpak te verwoorden in feedback en begeleidingsgesprekken, maar dit is weinig onderbouwd. Hij benut hierbij geen theoretische inzichten uit de opleiding. De student verantwoordt zijn aanpak in feedback en begeleidingsgesprekken en benut hierbij theoretische inzichten uit de opleiding. De student verantwoordt zijn aanpak in feedback en begeleidingsgesprekken en benut hierbij theoretische inzichten uit de opleiding. Hij verwoordt hierbij op een passende manier zijn eigen onderbouwde kritische bedenkingen. Onderwijsvisie De student verantwoordt zijn aanpak niet. Bij vragen naar het hoe en waarom van zijn handelen kan hij niet antwoorden. Graag een woordje toelichting bij de gegeven scores i.v.m. reflectie: Handtekening mentor Handtekening student (voor gezien) KLEUTERONDERWIJS STAGE 3 PERIODE 3 (INGROEISTAGE) Evaluatieformulier mentor pagina 7 van 7