Doorkiesnummer Registratienummer De voorzitter opent de vergadering om uur en heet de aanwezigen welkom.

Transcriptie

1 Verslag Vergadering Commissie Water en Wegen Aanwezig C. Mantel (voorzitter), ir. C.J.M. Stam (portefeuillehouder), R. Veenman (portefeuillehouder), S.A. van Balen Blanken (VVD), I.A. van der Bliek (Water Natuurlijk), J.C.M. de Boer (Boeren Burgers Waterbelang), C.J.A. Borst (PvdA), H. Brandt (Gewest NH/U KNSB), S. Groot (VVD), C.J. Grooteman (LTO), J.R. Kielstra (Meer met Water), A. Lap (CDA), drs. ing. J.P. Leek (Algemene Waterschapspartij), P.N.M. Otten (Boeren Burgers Waterbelang)(tot uur), L.J.M. Schagen (Groen WaterLand), B. Schrieken (Water Natuurlijk), J.H. Wijnholds (KvK)(leden), M. Schreijer (secretaris), Mw. M. Steenwinkel (Het Notuleercentrum). Afwezig B. Korf (Bosschap) Kopie aan Van M. Schreijer, secretaris Doorkiesnummer vergadering Onderwerp Commissie Water & Wegen Registratienummer 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om uur en heet de aanwezigen welkom. De afmeldingen worden doorgenomen. 2. Mededelingen De vergadering zal onderbroken worden om het journaal te bekijken. Daarin wordt de dijkgraaf in Den Oever geïnterviewd over de sluiting van de coupure in de dijk in verband met de storm. De heer Stam (hoogheemraad) meldt dat het ontwerp voor de kustversterking bij Petten op om uur door de aannemer en het waterschap wordt bekendgemaakt in strandpaviljoen Struin. Op 12 december 2013 volgt een publieke bijeenkomst. De periode waarin aannemers de aanbesteding konden aanvechten is Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Postbus 250, 1700 AG Heerhugowaard Bevelandseweg 1, 1703 AZ Heerhugowaard T F info@hhnk.nl

2 2 van 13 voorbij zonder klachten. Bij de Raad van State zijn uiteindelijk elf bezwaren binnengekomen. Het gaat om bekende bezwaren waaronder een verzoek om een voorlopige voorziening. Dat verzoek wordt op 1 februari 2014 voor het eerst behandeld. De voorzitter laat weten dat het memo over het CBS-rapport binnenkort wordt verstuurd. De gegevens stammen van voor 2009, maar toch wordt duidelijk dat de 0,5%, waar de heer Vonk naar vroeg, de ecologische kwaliteit betrof. De voorzitter geeft aan dat D&H het project polder t Hoekje heeft heroverwogen. De reden is dat in de tweede helft van 2014 pas duidelijk wordt of de POP-subsidie wordt toegekend. Wel is gebleken dat het voor 90% zeker is dat de subsidie wordt toegekend. Gezien die behoorlijke zekerheid en om dan de einddatum van 1 januari 2015 voor de POPsubsidie te kunnen halen wil D&H verder gaan met het project. Na een rondvraag in de commissie blijkt deze de 10% risico aanvaardbaar te vinden. Ook is duidelijk dat HHNK voor de wateropgave in ieder geval werk in de polder moet doen. In de -vergadering van 11 december 2013 zal D&H nogmaals de vraag voorleggen. De heer Lap (CDA) vraagt D&H in de toekomst bij vergelijkbare projecten na te gaan of de landeigenaren in de kosten kunnen delen. De voorzitter legt uit dat voorheen op andere financiële ondersteuning kon worden gerekend. Nu wordt zo vaak mogelijk geprobeerd gebruik te maken van de POP-subsidies die voor de landbouw zijn bestemd. De agenda wordt vastgesteld. 3. Gelegenheid tot inspreken De heer Stammes spreekt zijn waardering uit voor de manier waarop met het baggerwerk wordt omgegaan. Ook hij vindt dat alleen gebaggerd moet worden als er voldoende bagger kan worden opgehaald. In de overdracht van wegen in de gemeente Castricum ziet de inspreker een goede ontwikkeling. Net als in het opknappen van de N241. Hij wijst er echter wel op dat in de verkaveling een gedeelte niet is meegenomen. Daarmee moet rekening worden gehouden bij de waterhuishoudkundige kaders. Het nieuwe gemaal in de Wieringerwaard krijgt genoeg te doen, want onderzoek wijst uit dat er eigenlijk nog meer capaciteit nodig is. In de Wieringerwaard is veel verharding door wegen en dat leidt tot de vraag of de provincie meebetaalt aan de noodzakelijke capaciteitsuitbreiding. Hij vraagt het waterschap op tijd te beginnen met de voorbereidingen. Ter vaststelling 4. Verslag vergadering commissie Water en Wegen van 6 november 2013 ( ) (Redactioneel en naar aanleiding van)

3 3 van 13 2, punt 2: In de tweede alinea moet de zin Het gaat om een niet primaire kering ( ) gewijzigd worden in Het gaat om een primaire kering ( ). 3, punt 4: De heer Lap (CDA) wijst nogmaals op de onwerkbare steilte van een talud van 1:2 zoals in de beleidsregels staat. De heer Veenman (portefeuillehouder) wijst erop dat in 2007 de beleidsregels zijn vastgesteld. In 2014 zal de herziening van de keur, waarin de beleidsregels staan, aan de orde komen. 3, punt 4: De heer Schrieken bedankt de heer Schreijer (secretaris) voor het omrekenen van de EGV-getallen in zoutgehaltecijfers. 3, punt 4: De heer Lap (CDA) sluit aan bij de opmerking die de heer Groot (VVD) over het verslag van 9 oktober 2013 maakte. Het verslag geeft over het algemeen goed weer wat in de vergadering is besproken en bespreking van zaken die een ingezetene betreffen moeten daar geen uitzondering op zijn. De actielijst wordt behandeld en bijgewerkt. Actiepunt 1: Er is een memo uitgereikt waaruit blijkt dat het aantal weidevogels fors is afgenomen in het Wormer en Jisperveld. De daling is inmiddels gestabiliseerd. Een aantal maatregelen in het veld is pas in het voorjaar van 2013 uitgevoerd en de weidevogels blijken veel last te hebben van ganzen. Actiepunt 2: De heer Schreijer (secretaris) geeft aan dat HHNK niet actief is op de spotmarkt. Met HVC wordt gesproken over het gebruiken van het overschot aan energie van de vuilverbranding. Gemaal De Waakzaamheid gaat mogelijk in februari proefdraaien met het gebruik van dat overschot. Het verslag wordt met inbegrip van de wijziging vastgesteld. Om advies 5. Peilbesluit Zeevang ( ) 6 De voorzitter licht toe dat na het overleg met de inwoners en de dorpsraad van Beets een oplossing is gevonden in het verhogen van de dijksloot in de hoogwaterzone met 25 cm. De zienswijzen zijn daarop aangepast. De heer Lap (CDA) spreekt zijn complimenten uit voor deze manier van werken. Hij vraagt naar de eventuele blokbemaling. De voorzitter antwoordt dat aan blokbemaling nog wordt gewerkt. De in het peilbesluit opgenomen sloot is daar een onderdeel van.

4 4 van Peilbesluit Anna Paulowna ( ) 7 De heer Van der Bliek (WN) constateert dat vooral de bestaande situatie wordt overgenomen. Hij vraagt of er dan wel sprake is van beleid. Ook vindt hij dat de namen van de peilbesluiten niet duidelijk de gebieden weergeven waar het om gaat. De heer Borst (PvdA) vraagt of met het vastleggen van de bestaande situatie ongewenste situaties worden gelegaliseerd. De opmerking in het peilbesluit dat peilafwijkingen niet worden vastgesteld is daarmee in tegenspraak. De voorzitter vindt dat de heer Van der Bliek wel enigszins gelijk heeft wat betreft de namen, maar alles waarover een besluit moet worden genomen staat in de peilbesluiten. Voor elke peilafwijking moet een ontheffing worden verleend en daarom moet het peilbesluit worden vastgesteld zodat de ontheffingen gegund kunnen worden. Het beleid is langzaam toegroeien naar het provinciale peil van 60 cm. Gezien de gegunde grote peilafwijkingen kan dat niet in een keer. Als zowel de milieufederatie als de landbouw zienswijzen indienen wordt duidelijk hoe tegengesteld de belangen zijn. Daar moet het waterschap telkens weer een weg in vinden. De heer Van Balen Blanken (VVD) wijst erop dat het peilbesluit Anna Paulowna verschilt van de andere peilbesluiten aangezien de milieufederatie geen bezwaar heeft ingediend. De manier waarop gewerkt is, met het benaderen van mensen, heeft dus tot goede resultaten geleid. Schorsing van uur tot uur voor het journaal. 7. Peilbesluit De Waterlanden ( ) 8 De heer Kielstra (MmW) vraagt naar het grote verschil van 25 cm tussen zomer- en winterpeil in de IJdoorn. De voorzitter legt uit dat Natuurmonumenten het primaat heeft in dat gebied en daarmee zijn die afspraken gemaakt. De heer Brandt (KNSB) vraagt uitleg over de markering 5170 die met verschillende toevoegingen en verschillende peilen wordt vermeld. De heer Veenman (portefeuillehouder) legt uit dat een deel van 5170 in stedelijk gebied valt en dus een ander peil heeft. De heer Leek (AW) vindt het een goede zaak dat de zakkingsclausule voor veenweide wordt aangepast naar 2 mm in plaats van 3 mm. 1 mm lijkt weinig, maar leidt hopelijk wel tot een betere bescherming van het

5 5 van 13 veenweidegebied. De heer Lap (CDA) vraagt of er nog een evaluatiemoment komt om te zien of het peil voldoet voor de landbouw, natuur en bewoners. Onderwaterdrainage lijkt een goede methode, maar wordt die ook gestimuleerd? De voorzitter legt uit dat de investering in onderwaterdrainage groot is, maar wil een landeigenaar naar een grotere onderbemaling dan 40 cm dan is het eigenlijk de enige optie. Het neemt echter nog geen vlucht. Er loopt een project in de Zeevang en een in het Wormer en Jisperveld. Die projecten worden geëvalueerd. De heer Borst (PvdA) wijst erop dat in Waterland hoog- en laagwatergebieden door elkaar liggen. Hij vraagt of het verschil tussen hoog en laag peil groter wordt en wat dat voor gevolgen heeft voor de hoogwatersloten en de wegen in het gebied. De voorzitter beaamt dat het verschil tussen hoog en laag peil groter wordt. De grote druk van een weg op het veen is vooral een probleem als een weg tussen twee sloten ligt. Hoogwatersloten lopen overigens langs de lager gelegen percelen en de onderbemalingen zijn er over het algemeen in beheer van het waterschap. Het waterschap is daar verantwoordelijk voor de kades, maar die hoeven nog niet verhoogd te worden. Het waterschap geeft nu nog de voorkeur aan onderbemaling boven blokbemaling. De heer Groot (VVD) vraagt of D&H verwacht dat het peilbesluit nog aangevochten gaat worden. De voorzitter heeft de indruk dat er met de twee grootste bezwaarmakers, Milieufederatie en LTO, naar tevredenheid is overlegd. Samen met de provincie wordt ook gekeken naar de invulling in het gebied, maar het veranderen van een bestemming is een heel moeilijk proces. 8. Peilbesluit Purmerend ( ) 9 9. Peilbesluit Wormer ( ) Peilbesluit Wijde Wormer ( ) 11

6 6 van Peilbesluit Westzaan ( ) Wijziging provinciale Waterverordening en sluiten overeenkomst inzake vaarwegbeheer en watersysteembeheer ( ) 13 De heer Van Balen Blanken (VVD) spreekt zijn waardering uit voor de duidelijke invalshoek die uit het stuk blijkt. De heer Lap (CDA) spreekt zijn zorg uit over het beheer van de kleine vaarwegen aangezien dat bij de gemeenten blijft liggen. In de waterplannen moet dat goed worden meegenomen. De heer Stam (portefeuillehouder) licht toe dat het waterschap bij de provincie heel duidelijk heeft aangegeven waarvoor het wel en niet verantwoordelijk wil zijn. Dat zal ook aan gemeenten duidelijk worden gemaakt. De heer Veenman (hoogheemraad) legt uit dat het beheer van de wateren die niet in de overeenkomst zijn opgenomen de verantwoordelijkheid is van de algemene democratie. Begin volgend jaar komt er een memo naar het bestuur over de formele regeling. De heer Leek (AW) vraagt waarom maar een van de twee sluizen bij Monnickendam in de overeenkomst is opgenomen. Van ambtelijke zijde wordt uitgelegd dat de Kloosterdijksluis in een provinciale vaarweg zit en dus in deze overeenkomst is opgenomen. De Grafelijkheidssluis zit niet in een vaarweg. Daar moet dus apart iets voor geregeld worden. De heer Van der Bliek (WN) vraagt waarom de Zaan niet in de overeenkomst zit. De heer Stam (hoogheemraad) antwoordt dat de gemeente Zaanstad beheerder is van de hele Zaan. De heer Brandt (KNSB) vraagt waarom HHNK na vijf jaar evalueert en de provincie binnen drie jaar. De heer Stam (hoogheemraad) legt uit dat het om verschillende evaluaties gaat. De provincie gaat na of de verdeling van het werk goed is en HHNK evalueert de normbedragen die onderling zijn afgesproken. 13. Overdracht wegen buiten de bebouwde kom gemeente Castricum ( ) 14 De heer Stam (hoogheemraad) wijst erop dat de gemeenteraad waarschijnlijk vlak voor kerst een besluit zal nemen. Het besluit van het

7 7 van 13 zal dan ook een voorbehoud hebben. De heer Lap (CDA) vraagt hoe het overblijvende bedrag van 1 miljoen opgebracht gaat worden. Ook merkt hij op dat HHNK door de overdracht inkomsten misloopt, iets wat ook bij andere gemeenten zal gaan spelen. De heer Stam (hoogheemraad) wijst erop dat de opbrengsten en kosten voor het waterschap in het geval van Castricum nagenoeg gelijk zijn. De 1 miljoen zal worden verrekend met de taakreserves. Die zullen wellicht negatief worden, maar zullen uiteindelijk ook weer worden aangevuld. Bij een overdracht komen uiteraard zaken als opbrengsten en kosten aan de orde. 14. Muskusrattenbeheer, verlenging overeenkomst van kosten voor gemene rekening ( ) 18 De heer Stam (hoogheemraad) legt uit dat HHNK na de eerste periode van twee jaar nog niet tevreden genoeg is over de kostenbesparing en de organisatie om een langdurige relatie aan te gaan met Stichtse Rijnlanden. Daarom wordt voorgesteld de regeling met twee jaar te verlengen. De heer Van Balen Blanken (VVD) vraagt wat de bijdrage van voor de landelijke coördinatie inhoudt. De heer Leek (AW) vraagt of die coördinatiecommissie ook uitvoeringstaken heeft. De heer Stam (hoogheemraad) legt uit dat volgens een twintig jaar oude afspraak wordt bijgedragen aan het beheer van andere soorten ratten. Het gaat om een verevening op landelijk niveau. Hij zal de afspraken nagaan. De heer Grooteman (LTO) vraagt wat de vangers vinden van de samenwerking en de vergroting van het gebied. De heer Stam (hoogheemraad) antwoordt dat de mensen, die uit verschillende organisaties zijn gekomen, inmiddels een goed team vormen, van elkaar leren en van het grotere gebied waarin zij werken. De heer Wijnholds (KvK) vraagt naar het risico met betrekking tot de btw. De heer Stam (hoogheemraad) legt uit dat het hier gaat om een gemeenschappelijke regeling licht. De deelnemers zouden daarin volgens een gelijke verdeling moeten deelnemen, maar enkele waterschappen hebben een maximum ingesteld. Dat kan door de Belastingdienst worden gezien als een afwijking op een normale gemeenschappelijke regeling licht. Voor de afgelopen twee jaar was een regeling getroffen met de Belastingdienst en die moet nu opnieuw getroffen worden. Dat is het risico.

8 8 van 13 15a. Gemaal De Waker, uitvoeringskrediet ( ) 19a 15b. Gemaal Baarsdorpermeer, uitvoeringskrediet ( ) 19b 15c. Grote Westerkoog, uitvoeringskrediet ( ) 19c De heer De Boer (BBW) vraagt waar het verschil van tussen deze twee bijna gelijke gemalen vandaan komt. De voorzitter beaamt dat het om bijna dezelfde gemalen gaat, maar dat er een verschil zit in de opvoerhoogte. 16. Nieuwbouw gemaal polder Wieringerwaard ( ) 20 De heer Kielstra (MmW) vraagt of het oude gemaal, dat provinciaal monument is, zal worden afgestoten. De heer Lap (CDA) vraagt of er kosten zijn verbonden aan het afstoten en uit gebruik nemen van het oude gemaal. De voorzitter geeft aan dat afstoten de bedoeling is. De heer Lap (CDA) vraagt of het gemaal met een afwateringscapaciteit van 16,5 mm niet te krap bemeten is. Hij verwijst daarbij naar de ervaring bij andere gemalen waar de daadwerkelijke capaciteit is tegengevallen. De voorzitter wijst erop dat het oude gemaal te maken had met maalstops. Die zijn met de nu bepaalde capaciteit niet aan de orde. De heer Van Balen Blanken (VVD) vraagt waarom juist aan de westkant van het toekomstige gemaal land is aangeschaft, terwijl de afstand vanaf de andere kant korter is. De voorzitter licht toe dat de plek van het gemaal is gekozen in relatie tot de sluis en de bebouwde kom. Als het gemaal klaar is kan de sluis wellicht kleiner worden gemaakt of een stuw worden. De aannemer zal moeten bepalen hoe hij op de bouwplaats komt. De heer Grooteman (LTO) vraagt hoe lang de nieuwe pompen meegaan en of hun energieverbruik minder is. De voorzitter antwoordt dat wordt uitgegaan van een levensduur van 15 tot 30 jaar. Nieuwe machines zijn veel energiezuiniger. De heer Schrieken (WN) hoopt dat er ook bij het nieuwe gemaal een voorziening komt voor vissen. Het oude gemaal had de eerste vishevel.

9 9 van 13 De voorzitter antwoordt dat het standaardbeleid is een voorziening in of langs het gemaal te treffen. De heer Van der Bliek (WN) is tevreden over het feit dat er tegenwoordig in alle nieuwe gemalen visvriendelijke pompen worden gebruikt. Hij vraagt uitleg over de stichtingskosten, de afschrijving daarvan en het in 2015 opnemen in de exploitatiebegroting. De voorzitter legt uit dat zodra het gemaal gereed is in 2015 de rente en afschrijving in de exploitatie komen. In 2017 is wellicht een ideaalcomplex aan de orde. Ter informatie e Concernrapportage 2013( ) Het stuk wordt ter informatie aangenomen e Programmarapportage HWBP 2013 ( ) De heer Schagen (GWL) constateert dat bij andere waterschappen deskundigheid uit HWBP-teams vrij komt omdat projecten zijn afgerond. Kan die deskundigheid bij HHNK ingezet worden? De heer Stam (hoogheemraad) wijst erop dat HHNK met een aandeel van 30% in het budget een van de grootste projectuitvoerende waterschappen is. Overigens hebben de meeste waterschappen een tekort aan gekwalificeerd personeel dus wellicht zal er om deskundig personeel van HHNK gevraagd worden als dat vrij valt. Kennis wordt ook nu al tussen waterschappen gedeeld. De heer Lap (CDA) vraagt of de kademuur in Hoorn is aangemeld voor het nieuwe HWBP in verband met financiering. De heer Stam (hoogheemraad) antwoordt dat over mogelijke financiering uit het nieuwe HWBP is gesproken, maar dat lijkt geen haalbare zaak. De kademuur moest in ieder geval opgeknapt worden en het werk is dus in uitvoering gegaan. Er wordt geprobeerd waar mogelijk subsidie te krijgen. Het stuk wordt ter informatie aangenomen e Programmarapportage regieprogramma s 2013 ( ) De heer Van Balen Blanken (VVD) deelt de zorgen over het verkrijgen van subsidies. De tijd waarbinnen aan de voorwaarden moet worden voldaan is krap, maar HHNK blijkt wel een van de grootste gebruikers van POPsubsidies te zijn. Daaruit blijkt dat er hard aan wordt gewerkt. De heer Lap (CDA) wijst op de slimme stuwen op Texel die bij grote

10 10 van 13 regenval niet te bedienen bleken. In de 3 e Programmarapportage staat daar weinig over. De voorzitter zegt toe dit na te gaan. De heer Lap (CDA) vraagt waarom niet meer gebruik gemaakt wordt van al opgedane kennis. In de jaren negentig is het probleem van erfafspoeling al geconstateerd en nu wordt dat eigenlijk opnieuw gedaan. De voorzitter erkent dat de ontsluiting van kennis een aandachtspunt is. Met het probleem van erfafspoeling is HHNK overigens al meer dan 15 jaar bezig, maar om er verder mee te kunnen komen is wel draagvlak nodig en dat is in de afgelopen paar jaar gaan ontstaan. Het stuk wordt ter informatie aangenomen. 20. Conceptnota visbeleid 2013 ( ) De heer Van der Bliek (WN) vraagt waarom de nota, die op 20 november ter inzage is gelegd, niet is terug te vinden op de website van HHNK. De voorzitter zal dit laten nagaan. De heer Van der Bliek (WN) wijst op de Visserijwet waarin ook het uitzetten van vis is geregeld. Andere normen van HHNK zijn dan ook niet gewenst. In de conceptnota staat dat huurovereenkomsten zullen worden aangepast met extra voorwaarden, maar huurovereenkomsten kunnen niet eenzijdig worden aangepast. De visplannen zijn de juiste plek voor de voorwaarden. De voorzitter legt uit dat het doel waar HHNK met dit plan naar streeft het halen van de KRW-doelen is. Om voorwaarden in visplannen te kunnen opnemen is overeenstemming met de sport- en beroepsvisserij nodig. In eerste instantie zal de inspraak worden afgewacht. De heer Schrieken (WN) vraagt of de -leden op de hoogte kunnen worden gehouden van de ontwikkelingen in visserijzaken. De voorzitter zegt toe dat na te zullen gaan. De heer Schagen (GWL) verbaast zich over het uitzetten van nietgebiedseigen vis als de gevolgen daarvan niet bekend zijn. De heer Van der Bliek (WN) legt uit dat het recreatiemeer afgesloten is van de boezem. Door zijn diepte leven vissen vooral aan de kant en om het meer voor sportvissers interessanter te maken, is forel uitgezet die het hele meer zal gebruiken. De vissen kunnen zich niet voortplanten wat inhoudt dat als niets wordt gedaan de forel na vier jaar weer is verdwenen. De heer Lap (CDA) verwijst naar het overzichtskaartje van knelpunten en opgeloste knelpunten. Hij mist daarbij de resultaten die zijn behaald met de extra middelen uit het Waddenfonds. De voorzitter legt uit dat nog niet alle projecten zijn uitgevoerd. Door een moeilijke start, vooral bij het verwerven van grond voor natuurvriendelijke oevers, is nog maar 2 miljoen van de circa 10 miljoen besteed. Het begint nu te lopen, verbeteringen zijn te zien en naar verwachting kan in

11 11 van en 2015 veel meer werk worden gedaan. Het stuk wordt ter informatie aangenomen. 21. Rondvraag De heer Lap (CDA) vraagt of bij de verschillende dijkprojecten op Texel wordt geprobeerd gebruik te maken van lokaal gewonnen klei. De heer Stam (hoogheemraad) wijst erop dat de vorm van de contracten tot gevolg hebben dat de aannemers zelf over dat soort zaken gaan. De heer Lap (CDA) vraagt of het mogelijk is inzage te krijgen in de berekeningen voor de zandige oplossing bij de Prins Hendrikzeedijk. De stroming is daar zo sterk dat hij verwacht dat het zand in een paar jaar zal verdwijnen. De heer Stam (hoogheemraad) wijst erop dat voor het onderhoud per jaar wordt gereserveerd. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van cijfers van de afkalving in een aantal voorgaande jaren. Daar moet het waterschap dus vanuit gaan. De heer Lap (CDA) heeft zijn twijfels bij het beeld dat wordt geschetst van het stuk natuur. Hij verwacht dat er een berg zand voor de Prins Hendrikzeedijk komt te liggen en dat zal een hoop mensen teleurstellen. De heer Stam (hoogheemraad) wijst erop dat de inrichting van het natuurgedeelte de taak van een andere organisatie is, aangezien het geen onderdeel vormt van veiligheid. Op de vraag van de heer Van der Bliek (WN) antwoordt de portefeuillehouder dat de zinkstukken in beheer zijn bij Rijkswaterstaat. De heer Kielstra (MmW) vraagt naar het stilleggen van het werk aan de Wieringermeerdijk en de gevolgen voor de planning. De heer Stam (hoogheemraad) meldt dat de arbeidsinspectie het werk heeft stilgelegd vanwege een gevaarlijke situatie in de elektrische installatie op de pontons. Het probleem is inmiddels opgelost en het werk is weer gestart. De heer Lap (CDA) vraagt naar het mogelijke meerwerk. De heer Stam (hoogheemraad) legt uit dat het werk is aangenomen voor een voor HHNK gunstige prijs. De ervaring leert dat zo n goede prijs vaak leidt tot het declareren van meerwerk en een tijdrovende discussie daarover. De heer Schreijer (secretaris) meldt dat dit zijn laatste commissievergadering was. Hij zal zich meer gaan bezighouden met strategisch advieswerk binnen HHNK. Mevrouw Smit zal zijn taak binnen de commissie overnemen. De voorzitter dankt de heer Schreijer voor zijn ondersteuning en spreekt zijn waardering uit voor de kwaliteit van zijn werk. De voorzitter sluit onder dankzegging aan de aanwezigen om uur de

12 12 van 13 vergadering.

13 13 van 13 Actie Door vergadering en agendapunt 1. Afspraken nagaan met betrekking tot de bijdrage aan de landelijke coördinatie rattenbestrijding. 2. Nagaan waarom problemen met slimme stuwen op Texel nauwelijks in 3 e Programmarapportage regieprogramma s zijn vermeld. 3. Conceptnota visbeleid is niet via de hoofdpagina van de website van HHNK te benaderen. C. Stam 14 C. Mantel 19 C. Mantel 20 Gereed Via de wekelijkse enveloppe (wk 7) volgt uitleg In de programmarapportage Wateropgave wordt verantwoording afgelegd over de opdracht: polders op orde. Over de onderliggende projecten wordt in de programmarapportage geen verantwoording afgelegd. Het is evenwel gebruikelijk in de laatste rapportage van ieder jaar een bijzonder project toe te lichten. De bekendmaking voor de nota visbeleid staat op blz 2 van de bekendmakingen op internet 4. Nagaan hoe het op de hoogte kan worden gehouden van ontwikkelingen in de visserij. C. Mantel 20 ndmakingen_0?idx_page=1&bkm Sam=true Ontwikkelingen worden via de concernrapportage gemeld