Commissie Beleid, Plannen en Projecten

Transcriptie

1 Commissie Beleid, Plannen en Projecten Concept verslag commissievergadering Beleid, Plannen en Projecten van 28 november 2012 Aanwezig: de heren Bolhuis, In t Hout, Koeneman (voorzitter), Kuipers, Langbroek, Smit (portefeuillehouder Noord), In t Veld, Vertegaal en Van der Wal (portefeuillehouder Zuid) en de heer Kooistra, hoofd afdeling Beleid, Projecten en Geo-informatie (secretaris) en mevrouw Hulzebos, bestuurs- en managementassistente (verslag) Afwezig: - 1. Opening De heer Koeneman opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom. 2. Mededelingen Er zijn geen mededelingen. 3. Verslag vergadering d.d. 31 oktober 2012 Tekstueel: Pagina 2 Najaarsrapportage 2012, tweede alinea De zin De heer Smit... gekeken zal worden vervangen door De heer Smit legt uit dat voor de gehele organisatie gekeken zal worden naar de mogelijkheden voor het toepassen van duurzame energie. Pagina 3 Najaarsrapportage 2012, alinea onder het kader De onderste zin Het project is... van besluitvorming is vervangen door Het project is nog niet in het stadium van besluitvorming. Pagina 5 Begroting, vierde alinea De zin De heer Kuipers... de KRW-doelstelling vervangen door De heer Kuipers vraagt wat de verwachting is ten aanzien van de voortgang in de KRW-doelstellingen. Het verslag wordt gewijzigd vastgesteld. 1

2 Naar aanleiding van: Pagina 2 Verslag vergadering d.d. 12 september 2012, bovenste alinea Na de vergadering zal een overleg gepland worden over ondiep grondwater. De heer Vertegaal heeft betrokkenen hierover een inleidende memo gestuurd. Pagina 3 Najaarsrapportage 2012, tweede alinea De heer Vertegaal zegt dat het DB in de vergadering van het algemeen bestuur van 21 november jongstleden heeft aangegeven ook van mening te zijn dat het begrip atypische overheid moet worden vervangen. De heer Vertegaal ziet het alternatief tegemoet. Pagina 3 Najaarsrapportage 2012, het antwoord in het kader De heer Kuipers merkt op dat het in Nederland een trend is dat regels van vergunningen worden omgezet naar algemene regels. Hij geeft aan dat de herkenbaarheid van regels van vergunningen voor burgers en bedrijven beter te begrijpen is dan algemene regels, tenzij de burgers en bedrijven individueel hiervan op de hoogte worden gesteld. De heer Kooistra legt uit dat het waterschap niet het beleid heeft om alle vergunningen in algemene regels te bundelen. 4. Agenda vergadering algemeen bestuur d.d. 31 oktober 2012 Zoals in de plenaire commissievergadering door de heer Smit is meegedeeld zal agendapunt 7 Prioritering KRW-maatregelen worden nagezonden en derhalve niet in de commissies worden behandeld. Het bestuursvoorstel inclusief de zienswijzen zal in de vergaderingen van het dagelijks bestuur van 10 december 2012 en het algemeen bestuur van 19 december 2012 worden besproken. De heer Vertegaal vraagt naar de reacties van de provincies op het bestuursbesluit van het Waterschap inzake KRW-maatregelen. De heer Kooistra legt uit dat de provincies hierop positief hebben gereageerd. De provincie Drenthe vindt het wel jammer dat een aantal projecten is verschoven naar 2016 en verder. De provincie Groningen heeft begrip voor de verschuiving van KRW oppervlaktewater naar grondwater. Ook in het RBO-overleg Rijn Noord/Nedereems is hierop positief gereageerd. De agenda wordt voor kennisgeving aangenomen. 5. Projectplan Zeegserloopje De heer Kooistra licht het voorstel kort toe. De heer In t Veld vraagt of het waterschap veel moeite moet doen om het land te verkopen. De heer Kooistra legt uit dat het gebied via een open inschrijving wordt verkocht. Hierbij wordt gekeken naar diverse randvoorwaarden, zoals inrichting, waterkwaliteit en financiën. De inrichting moet passen bij het landschap. 2

3 De heer Vertegaal vraagt of er op het gebied een natuurbestemming rust. De heer Kooistra antwoordt dat de inrichting van het gebied buiten de EHS valt en er derhalve geen natuurbestemming op ligt. De randvoorwaarden die het waterschap stelt zijn gerelateerd aan de opgaven binnen het gebied. De heer Vertegaal vraagt of het waterschap een procedure heeft voor het uit handen geven van het eigen beheer en/of eigendom. De heer Kooistra antwoordt dat er geen vaste procedures zijn voor dit specifieke geval. De heer Vertegaal complimenteert de dienst en het DB voor de aanpak van dit project. Bevindingen De commissie neemt kennis van het ter inzage gelegde projectplan inclusief de vast te stellen kleine wijzigingen. 6. Landelijke vergelijkingsrapportage Waterschapsspiegel 2012 Het schema op pagina 4 / 5 wordt kort toegelicht. De heer Vertegaal vraagt wat geen referentie mogelijk betekent. De heer Kooistra legt uit dat er een bepaalde uitvraag is geweest waaraan geen norm is gekoppeld, maar waaraan een beeld is geschetst. In het boek Waterschapsspiegel 2012 zal hierover verdere informatie worden gegeven. De heer In t Hout vindt dat er teveel punten zijn die (nog) niet goed vergelijkbaar zijn. De heer Smit geeft aan dat de landelijke vergelijking slechts een aantal jaren geleden is gestart en derhalve nog moet groeien. Daarnaast licht hij toe dat het een goed project is om aan mee te doen. Pagina 4 en pagina 8 De heer Vertegaal vraagt wat de reden is waarom er geen toelichting is gegeven op par. 3.4 Watertekort/zoetwatervoorziening en par. 3.5 Groen-blauwe diensten. Het antwoord op deze vraag is nagegaan bij de ambtelijke dienst en weergegeven in het kader hieronder. 3

4 Gezien de aard van de gegevens is een vergelijk tussen de waterschappen op het onderdeel Watertekort/zoetwatervoorziening niet goed mogelijk, een (relatieve) score is derhalve ook niet gegeven. Ook voor ons waterschap is een verkenning/probleemanalyse voor de lange termijn ( ) uitgevoerd. Eén van de maatregelen om de wateraanvoer te beperken is het toestaan van beregenen uit grondwater in de Veenkoloniën. Voor ons beheergebied is een regionale verdringingsreeks opgesteld die aangeeft hoe tijdens droogtesituaties om te gaan met mogelijke watertekorten. Hiervoor wordt verwezen naar bijlage 6 van ons Beheerplan. Deze is in 2011 ook daadwerkelijk (beperkt) ingezet. Zoals in het overzicht op pagina 4 is aangegeven is voor Groen-Blauwe diensten geen referentie mogelijk, omdat we hiervoor geen stimuleringsregeling kennen. Pagina 5, Hoofdstuk 2 Waterveiligheid, 2.2 Primaire waterkeringen, eerste alinea De heer In t Hout vraagt of het waterschap al werkt aan het voldoen van de toetsingsronde met betrekking tot B.L. Tijdenskanaal. De heer Kooistra antwoordt bevestigend. De ophoging van de kade van het B.L. Tijdenskanaal wordt nu uitgevoerd, voor het eind van dit jaar is het afgerond. Pagina 5, Hoofdstuk 2 Waterveiligheid, 2.2 Primaire waterkeringen, tweede alinea De heer Bolhuis vraagt wat de afkeuring van de delen van de primaire waterkeringen tussen Delfzijl en Nieuwe Statenzijl betreft. De heer Kooistra legt uit dat het hier met name de bekleding (gras in plaats van steenzetting) betreft. Pagina 6, 2.5 Muskusrattenbeheer De heer Vertegaal vraagt of de genoemde zaken het enige is wat geanalyseerd is. De heer Kooistra antwoordt bevestigend. Pagina 5 en pagina 15 Naar aanleiding van par. 9.3 Inkoop en aanbesteding vraagt de heer In t Veld waarom wij ongunstig scoren, waarom is het rood en is het slechter dan voorgaande jaren. Het antwoord op deze vraag is nagegaan bij de ambtelijke dienst en weergegeven in het kader hieronder. Bij de vergelijkingsrapportage 2009 was in het bestuursvoorstel de relatieve score gunstig aangegeven voor dit onderdeel. De huidige relatieve score van ongunstig is alleen ingegeven door de lage score op duurzaam inkopen over het jaar Hiervoor is in het bestuursvoorstel in 9.3 een toelichting gegeven. Enkele commissieleden zijn van mening dat duurzaam op korte termijn niet goedkoop is. Aangegeven wordt dat dit op lange termijn wel het geval is. 4

5 Bevindingen De commissie neemt kennis van de vergelijkingsrapportage Waterschapsspiegel Rondvraag De heer Langbroek zegt dat de zeespiegelstijging sneller gaat dan verwacht. Hij vraagt wat dit voor ons waterschap betekent. De heer Smit legt uit dat in het Deltaprogramma hierover onderzoeken worden gedaan. De heer Smit deelt mee dat in het krantje Veldpost een artikel staat over het waterschap en de heer Langbroek met betrekking tot winterpeil. Toegezegd wordt dat dit artikel op bestuursnet wordt geplaatst. De heer Kuipers vraagt of ons waterschap betrokken is bij de waterproblematiek met betrekking tot het Paterswoldsemeer in verband met de wateraanvoer vanuit ons gebied. Het antwoord op deze vraag is nagegaan bij de ambtelijke dienst en weergegeven in het kader hieronder. Op dit moment vindt er geen wateraanvoer plaats vanuit ons gebied naar het Paterwoldsemeer. Het water van de benedenloop van de Drentse Aa komt via een leiding onder het kanaal in het herinrichtingsgebied en wordt daarna onder bemaling het Noord-Willemskanaal ingepompt. Het is in ons belang dat hierdoor de kwaliteit van het kanaal wordt verbeterd. In het verleden is in het project Herstel Benedenloop Drentse Aa hier aandacht aan besteed. Toen is geconcludeerd dat de waterkwaliteit van het Paterswoldemeer van dusdanige goede kwaliteit was dat het Drentse Aa water niet nodig/gewild was. Dit overleg heeft tot nu toe nog geen vervolg gehad. Het koppelen van de Drenste Aa met Paterwoldsemeer (beperkte inlaat) is nu opgenomen als planningseenheid no. 13 in het watersysteem Drentse Aa. Het valt onder de totale herinrichting van polder Lappenvoort Oosterland. De uitvoering van de verbinding is uitgesteld omdat het mogelijk aanzienlijke kosten met zich meebrengt. Daarnaast wordt gekeken naar mogelijkheden de uitvoering via plan Meerweg en Ecologische verbinding Herinrichting Haren te laten plaatsvinden. In het krantenartikel worden ook maatregelen genoemd die op lokale verbetering van het Paterswolde meer gericht zijn: het aanleggen van een moeraszone/ natuurvriendelijke oevers langs het meer, het afdammen van de zuidoosthoek etc. Dit zijn maatregelen waar Noorderzijlvest samen met het Meerschap zal moeten kijken wat wenselijk is en hoe dit financieel en technisch uitgevoerd moet worden. 8. Sluiting De heer Koeneman bedankt een ieder voor zijn inbreng en sluit de vergadering. 5

6 Ongewijzigd/Gewijzigd vastgesteld in de vergadering van 23 januari Jelmer Kooistra secretaris Wim Koeneman voorzitter 6