kilometer hectometer decameter meter decimeter centimeter milimeter km hm dam m dm cm mm



Vergelijkbare documenten
Schaal. Met behulp van de werkelijke grootte en de afgebeelde grootte kun je de schaal berekenen.

2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte

REKENMODULE LENGTE/SCHAAL

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

LEERWERKBOEK. 2F Meten en meetkunde. Les Schaal

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010

Meten. Kirsten Nederpel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

KAPSTOK REKENEN inhoud

Inhoud kaartenbak groep 8

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

9.1 Oppervlakte-eenheden [1]

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend duizend Andersom ,6 duizend ,5 duizend

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

groep 8 blok 7 antwoorden Malmberg s-hertogenbosch

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs

11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd

SAMENVATTING BASIS & KADER

6_LENGTEMATEN EN SCHAAL

VAKANTIEWERK WISKUNDE

Overstapprogramma 6-7

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE

handleiding pagina s 678 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.

De lengtematen. Naam:...

1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm

BLAD 6: KARWEITJES EN KOZIJNEN

Werkblad bij lesvoorbereiding Breuken. 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij!

Toetswijzer examen Cool 2.1

Kies uit: 10,25 11,5 11,125 10,875 11,875 10,125 10,50 11,001 10,99 11,75

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12

deel B Vergroten en oppervlakte

Een baan als binnenhuis architect

TOELICHTING METRIEK STELSEL

REKENTECHNIEKEN - OPLOSSINGEN

De schaal. Plattegrond van een klas.13

SMART-finale 2016 Ronde 1: 5-keuzevragen

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE

Stenvertblok Rekenen 4 Antwoorden

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs

Bij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links:

De opdracht Met de hele klas maken jullie een straat met huizen. Hoe? Jullie werken in groepjes van 3. Bouwen is namelijk teamwerk.

44 De stelling van Pythagoras

tekentaken [ TO ] technisch tekenen [ A ] BA VA RZA graa klas 1

spiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep

drs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs

Wiskundeproject voor klas 2 VMBO

Voorkennis : Breuken en letters

met Google Sketchup Een wiskundeproject voor de brugklas ISW Tiendweg

handleiding pagina s 964 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 915: km Huistaken huistaak 27: bladzijde Werkboek 3 Posters

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Meten is weten ANTWOORDENBOEK Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

11 Meten en maten VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten

Rekentaalkaart - toelichting

1_KENNISMAKEN. Hier zie je de plattegrond van de stadsboerderij.

Werkblad 33A. lengte. 1 Welke auto past in de garage? Auto b. Auto d. 185 cm. 199 cm Auto c. Auto a. 2,2 m 225 cm. 160 cm. 209 cm.

Voorkennis : Breuken en letters

Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

a a Hoe hoog is de kleinste toren op het plaatje? 97 m b d Hoe oud zijn de Martinitoren en de Eiffeltoren? De Martinitoren is meer dan

RekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 maandag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Bereken hoeveel populieren hiervoor gebruikt zijn. Schrijf je berekening op.

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Metriek stelsel. b. Grootheden. b-1. Lengte. Uitgangspunt (SI-eenheid): meter ; symbool: m. Gebruikte maten: mm-cm-dm-m-dam-hm-km

Aanvulling hoofdstuk 1

REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.

Voor we iets gaan maken moeten we wel het een en ander weten van meten. We zeggen altijd meten is weten. Hoi Leuk dat je er weer bent.

Oplossing zoeken kwadratisch verband vmbo-kgt34

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

TUINCENTRUM KENNISMAKEN

Thema 02 a: Meetkunde 1 vmbo-b12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Onthoudboekje rekenen

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4. Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen

STADSBOERDERIJ SCHOOLTUINTJES

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

De laatste loodjes...

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

NAAM: KLAS : Leerling boekje v1.5 aug Nick Govaart. Dienstverlening en Producten. Workshop Tekenen I

Toets gecijferdheid maart 2004

Examen Rekenen en Wiskunde

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Juf is Ziek boekje. Groep 8

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Transcriptie:

Op een plattegrond van een stad, maar ook op de landkaart van Nederland worden allerlei wegen kleiner afgebeeld. Omdat je niet de werkelijke maten op papier kunt zetten, maak je gebruik van een schaal. Een schaal zorgt ervoor dat je werkelijke maten op steeds dezelfde manier verkleint (of vergroot). Lengtematen De eenheid die bij een lengte hoort is bijvoorbeeld een meter. Je zegt namelijk de tuin is 8 meter lang. Naast de meter worden bijvoorbeeld ook de kilometer en de centimeter gebruikt. Misschien ken je het onderstaande rijtje wel. kilometer hectometer decameter meter decimeter centimeter milimeter km hm dam m dm cm mm Wanneer je van links naar rechts gaat, ga je van groot naar klein. Voor iedere stap die je maakt komt er een 0 (nul) bij. Dit is hetzelfde als vermenigvuldigen met 10. Wanneer je van rechts naar links gaat, ga je van klein naar groot. Voor iedere stap die je maakt gaat er een 0 (nul) vanaf. Dit is hetzelfde als delen door 10. Bijvoorbeeld 1 km = 1000 m (3 stappen naar rechts, dus 3 nullen erbij) 100 cm = 10 dm (1 stap naar links, dus 1 nul eraf) Dit moet je goed kennen en kunnen als je gemakkelijk met schaal wilt werken. Vraag 1: Vul het goede getal in: a) 2 km = dam e) 300 mm = dm b) 30 dam = cm f) 4000 dm = m c) 7 hm = m g) 15000 m = km d) 6 km = mm h) 400 000 cm = dam Vraag 2: Soms krijg je ook met kommagetallen te maken. Dan geldt: Van rechts naar links, eerst de komma verschuiven en eventueel nog nullen erbij. Van links naar rechts, eerst nullen eraf en eventueel nog de komma verschuiven. Soms moet je nog nullen en de komma ervoor zetten. Bijvoorbeeld 2,25 km = 2250 m (3 stappen, 2 plaatsen de komma + 1 nul erbij) 120 cm = 1,2 m (2 stappen, 1 nul eraf + 1 plaats de komma) a) 5,678 km = m e) 1234 dm = dam b) 45,6 m = mm f) 73,56 dam = hm c) 0,24 dam = dm g) 639,06 m = km d) 89,5 hm = cm h) 91828374 cm = km 1 Schaal

De werkelijke maat De schaal wordt meestal onderaan een kaart of bij een tekening vermeld. Er staat dan bijvoorbeeld 1 : 200 (je spreekt uit: één op tweehonderd). Dit wil zeggen dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 200 cm is. Aangezien 200 cm hetzelfde is als 2 m kun je ook zeggen dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 2 m is. De getallen die in een schaal vermeld worden zijn altijd in cm. Vraag 3: Hiernaast staan drie rechthoeken getekend. De schaal bij deze tekening is 1 : 100 a) Hoelang is 1 cm in werkelijkheid? b) Meet de lengte van rechthoek A. c) Bereken de werkelijke lengte van rechthoek A. d) Bereken de werkelijke breedte van rechthoek A. e) Bereken de werkelijke lengte en breedte van rechthoek B. A B C De oppervlakte van een rechthoek bereken je met de formule: Oppervlakte rechthoek = lengte breedte. f) Bereken de werkelijke oppervlakte van rechthoek A. g) Bereken de werkelijke oppervlakte van rechthoek C. (Tip: bereken eerst de werkelijke lengte en breedte van rechthoek C.) Vraag 4: Marlies gaat een pop maken. Daarvoor gebruikt ze de tekening die hiernaast staat. a) Op welke schaal is deze tekening gemaakt? b) Hoelang is 1 cm in werkelijkheid? c) Bereken de werkelijke lengte van de pop. d) Bereken de werkelijke lengte van een arm. e) Bereken de werkelijke lengte van een been. Schaal 1:25 Vraag 5: Hiernaast zie je een kaartje met daarop A de bomen A, B, C, D en E. a) Hoeveel meter is 1 cm in werkelijkheid? b) Bereken de werkelijke afstand tussen A en B. c) Bereken de werkelijke afstand tussen A en E. d) Bereken de werkelijke afstand tussen B en D. E D B C Schaal 1:4000 2 Schaal

Vraag 6: Architect de Boer tekent het ontwerp van een huis met ingebouwde garage. Zie hiernaast. De schaal is 1 : 200. a. Bereken de lengte en de breedte van de garage in werkelijkheid. b. Bereken de omtrek van de keuken in werkelijkheid. keuken garage gang woonkamer kast trap Op schaal tekenen Omdat een huis te groot is om met werkelijke maten te tekenen, wordt een huis op schaal getekend. De werkelijke maten moeten dan omgerekend worden naar de maten op de tekening. Vraag 7: Peter gaat een rechthoek tekenen met schaal 1 : 200. a) Hoeveel meter is 1 cm in werkelijkheid? b) De werkelijke lengte van de rechthoek is 8 m. Bereken de lengte van de rechthoek in de tekening. c) De werkelijke breedte van de rechthoek is 5 m. Bereken de breedte van de rechthoek in de tekening. d) Teken de rechthoek op schaal. Vraag 8: Peter vindt het leuk om op schaal te tekenen en daarom maakt hij een tekening met een aantal voorwerpen op schaal 1 : 100. Maak zelf ook deze tekening. (Lukt het niet op deze voorwerpen te tekenen, teken dan rechthoeken) a) Peter tekent in het midden een man die 1,80 m lang is en 0,50 m breed. b) Rechts van de man tekent Peter een hond die in het echt 50 cm hoog en 40 cm lang is. c) Links van de man komt een huis van 3 verdiepingen. Het huis is in werkelijkheid 6 m breed en elke verdieping is 3 m hoog. d) Verder staat er nog een boom op de tekening met een werkelijke hoogte van 4,3 m en een werkelijke breedte van 1 m. e) In de lucht heeft Peter nog een vogel getekend met een werkelijke lengte van 5 dm en een werkelijke breedte van 7 dm. Vraag 9: a) Meet hoe lang en breed een deur is. b) Teken een deur op schaal 1 : 50. 3 Schaal

Vraag 10: a) Meet hoe lang en breed de tafel is waaraan je werkt in de klas. b) Meet hoe lang en breed de zitting van de stoel is waarop je zit in de klas. c) Meet hoe lang en breed het bureau van jouw juf of meneer is. d) Meet hoe lang en breed jouw klaslokaal is. e) Meet hoe lang en breed de kasten in jouw klaslokaal zijn (als deze er zijn) f) Teken jouw klaslokaal met alle tafels, stoelen, kasten en wat er nog meer in staat op een blaadje met schaal 1 : 100. Vraag 11: Teken jouw eigen slaapkamer op schaal. Kies zelf een geschikte schaal. Zorg er wel voor dat de tekening niet te klein wordt. Vraag 12: Teken jouw ideale slaapkamer. Kies zelf een geschikte schaal. Vraag 13: Teken de voorkant van jouw eigen huis op schaal. Teken ook ook de ramen en eventueel de deur erin. Gebruik schaal 1 : 100. Vraag 14: a) Neem een boek voor je. b) Meet de maten van het boek. c) Teken de voorkant van het boek op schaal 1 : 5. d) Teken de bovenkant van het boek op schaal 1 : 5. e) Teken de zijkant van het boek op schaal 1 : 5. (Je hebt nu de drie aanzichten van het boek getekend) Vraag 15: Neem nog een paar andere voorwerpen voor je. Teken van deze voorwerpen de drie aanzichten. Kies zelf een geschikte schaal. Schaallijn Bij sommige kaarten staat geen schaal vermeld, maar staat er onderaan de kaart een schaallijn. Een schaallijn is eigenlijk een kleine lineaal met daarop geen cm maar bijvoorbeeld km. Zie de schaallijn hieronder. 0 6 12 18 24 30 36 42 48 m Bij deze schaallijn is elk hokje 1 cm lang. Je kunt dus zeggen dat 1 cm in werkelijkheid 6 meter is. Je zou de schaallijn kunnen natekenen en uitknippen en daarna kunnen gebruiken als lineaal met de werkelijke maten. 4 Schaal

Vraag 16: a) Gegeven is de schaallijn hiernaast. Welke schaal hoort hierbij? 0 2 4 6 8 10 12 14 16 m b) Gegeven is de schaallijn hiernaast. Welke schaal hoort hierbij? Vraag 17: a) Teken een schaallijn bij schaal 1 : 200. Maak de schaallijn 8 cm lang. (Tip: bekijk eerst hoeveel m (of km) 1 cm in werkelijkheid is) b) Teken een schaallijn bij schaal 1 : 350 000. Maak ook deze schaallijn 8 cm lang. Vraag 18: Hieronder is een schaallijn getekend. 0 4 8 12 16 20 24 28 32 km 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 m a Welke schaal hoort bij deze schaallijn? b Pjotr gebruikt de schaallijn op een kaartje. Hij meet een afstand van 3,5 cm. Hoe lang is die afstand in werkelijkheid? Plattegronden De kaartjes van de volgende opgaven staan ook in de bijlage. Wanneer je deze opgaven vanaf de computer maakt kun je de bijlage printen zodat je daarop kunt meten. Vraag 19: Hiernaast zie je een stukje van de plattegrond van Oss. a) Welke schaal hoort bij dit kaartje? b) Bereken de afstand van het Maaslandcollege naar sporthal de Ruivert in werkelijkheid. c) Sporthal de Ruivert ligt dicht bij sportcomplex Mondriaanlaan (TOP OSS). Bereken de werkelijke oppervlakte van het sportcomplex in m². Maaslandcollege TOP OSS Sporthal de Ruivert 0 187,5 375 562,5 750 937,5 m 5 Schaal

Vraag 20: Hiernaast zie je een deel van de kaart van Limburg. De schaal is 1 : 1 250 000. Roermond Geleen Maastricht Kerkrade a) Hoeveel kilometer is de afstand tussen Maastricht en Roermond hemelsbreed? (hemelsbreed: rechtstreeks van Maastricht naar Roermond en niet over de weg) b) In Limburg ligt het smalste stukje Nederland. Hoe groot is die afstand in kilometers? c) Teken een schaallijn die bij dit kaartje hoort. Vraag 21: Hiernaast staat een kaartje van Zuid Duitsland uit het begin van de 19e eeuw. De schaal is 1 : 5 500 000. N a) Hoelang is 1 cm in de tekening in werkelijkheid? b) Bereken de afstand hemelsbreed (dus zo recht mogelijk) tussen München en Salzburg. Vraag 22: Op het kaartje hiernaast zijn twee eilandjes voor de kust van Zweden getekend. De kaart is getekend op schaal 1 : 80 000. De stippellijn geeft de route aan van een veerboot. Zweden a) Bereken de werkelijke lengte en de breedte van het St. Olafsen kaartje. b) Bereken de werkelijke lengte van het eilandje St.Olafsen. c) Bereken de werkelijke lengte van de route van de veerboot tussen St.Olafsen en Sylsund. d) Bereken de totale afstand die de veerboot aflegt. Sylsund 6 Schaal