Schaal. Met behulp van de werkelijke grootte en de afgebeelde grootte kun je de schaal berekenen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schaal. Met behulp van de werkelijke grootte en de afgebeelde grootte kun je de schaal berekenen."

Transcriptie

1 Schaal Hieronder staat een afbeelding van het raam van het van Gogh-museum waardoor een inbreker zou zijn ontsnapt. Een advocaat voert aan dat door het gat in de ruit zijn client niet heeft kunnen ontsnappen, dus onschuldig is. 1. Het raam is in werkelijkheid 2,1 m hoog en 1,8 m breed. Op de afbeelding is de hoogte 7 cm en de breedte 6 cm. Als 7 cm op de afbeelding in het echt 210 cm is, dan is de verhouding 7 : 210 = 1: 30. De verhouding van 1 cm op de afbeelding met het aantal cm in werkelijkheid noemen we de schaal. Deze afbeelding heeft de schaal 1 : 30. De breedte heeft dezelfde schaal van 1 : 30. In een verhoudingstabel: cm op afbeelding cm in werkelijkheid Met behulp van de werkelijke grootte en de afgebeelde grootte kun je de schaal berekenen. 2. De grootte van het gat op de afbeelding past ongeveer in een rechthoek van 2,4 bij 3,0 cm. Met de schaal op de afbeelding van 1: 30 is de werkelijke grootte van het gat dus 30 x 2,4 = 72 cm bij 30 x 3,0 = 90 cm. cm op afbeelding 1 2,4 3 cm in werkelijkheid Met behulp van de schaal en de afgebeelde grootte kun je de werkelijke grootte berekenen. 3. De verdachte, die client is van de advocaat, wordt opgemeten en blijkt bij zijn brede schouders 70 bij 45 cm te zijn. In de afbeelding met schaal 1 : 30 is dit 70 : 30 = 2 1/3 cm bij 45 : 30 = 1½ cm. De grootte van de schouderpartij is hiernaast weergeven op dezelfde schaal als de afbeelding. In een verhoudingstabel: cm op afbeelding 1 ½ 1½ 2 1/3 2 1/3 cm in werkelijkheid Met behulp van de schaal en de werkelijke grootte kun je de afgebeelde grootte bepalen. Verwacht je dat de rechter de verdachte wel of niet vrijspreekt?

2 Geef de regels weer bij het werken met een schaal: Bespreek de regels met je buur Laat je regels afvinken door de docent Pas je regels van schaal toe: a. Hiernaast staat de beroemde Eiffeltoren van Parijs. Op deze foto heeft de toren een hoogte van 5 cm. In werkelijkheid is de toren 300 meter hoog, dit is gelijk aan cm. Als 5 cm op de foto in het echt cm is, dan is 1 cm op de foto in het echt : 5 = cm. De schaal van de foto is 1 op 6.000, we schrijven dat als 1 : Iedere cm op de foto is in werkelijkheid cm, dus keer zo groot. b. De afstand tussen de pijlers van de brug op de foto hiernaast is in werkelijkheid 80 meter, dus cm. Meet de afstand tussen de pijlers op de foto met een liniaal..cm. 1 cm op de foto is in werkelijkheid hoeveel cm? Afstand in cm op de foto Afstand in cm in werkelijkheid Wat is de schaal van deze foto?

3 c. Hiernaast zie je tekeningetjes van kikkers. In werkelijkheid is de kikker 7 cm lang. Reken na dat de schaal waarop de kikkers getekend zijn 1 : 3,5 is. d. Bereken bij de schaallijnen hieronder de schaal: km dam e. Van een schip is en schaalmodel gemaakt met een schaal van 1 : 200. het model is 135 centimeter lang. Reken uit hoe lang het schip in werkelijkheid is. f. Jeroen is 180 cm lang. Zijn moeder heeft een foto van hem waar hij van top tot teen op past. Die foto is 15 bij 10 centimeter. Wat is de schaal van die foto? g. Petra tekent een plattegrond van haar kamer. De schaal van haar tekening is 1 : 100. Wanneer de plattegrond klaar is, vindt ze de tekening wel erg klein. Daarom begint ze opnieuw. Ze tekent nu alles twee keer zo groot. Wat is de schaal van haar nieuwe tekening? h. Op een bouwtekening van een woonhuis is de keuken 12 cm bij 14 cm. De schaal van de bouwtekening is 1 : 50. Wat zijn de afmetingen van de keuken in werkelijkheid?

4 Metriekstelsel Onthoud de volgende afkortingen: Kilo k 1000 Deci d Hecto h 100 Centi c Deca da 10 Milli m 0,1 = ,01 = 0,001 = Waarom bestaat de afkorting da uit 2 letters en de andere afkortingen slechts uit 1 letter? Lengtematen Schrijf een voorbeeld op van de volgende lengtematen: millimeter centimeter decimeter meter decameter hectometer kilometer 1 mm 1 cm 1 dm 1 m 1 dam 1 hm 1 km Ga de volgende overgang van lengtematen na: mm = cm = dm= 1230 m = 123dam= 12,3 hm=1,23 km :10 :10 :10 :10 :10 :10 Geef de regel weer bij het werken met lengtematen:

5 Bespreek de regels met je buur Laat je regels afvinken door de docent Pas je regels van lengtematen toe: 2,45 km = 245 dam 456 cm = 0,0456 hm 0,78 hm =.. dm 0,34 dam = km Oppervlakte maten Schrijf een voorbeeld op van de volgende oppervlaktematen: 1 mm 2 1 cm 2 1 dm 2 1 centiare = 1 m 2 1 are = 1 dam 2 1 hectare = 1 hm 2 1 km 2 Een oppervlak is lengte x breedte. Geef op dezelfde manier als bij de lengtematen de overgang van oppervlaktematen weer: mm 2 = cm 2 = dm 2 = 4560 m 2 = 45,6 dam 2 = hm 2 = km 2 centiare are hectare Geef de regels weer bij het werken met lengtematen:

6 Bespreek de regels met je buur Laat je regels afvinken door de docent Pas je regels van oppervlaktematen toe: 2,45 km 2 = dam cm 2 = 0, hm 2 0,78 hm 2 =.. dm 2 0,34 dam 2 = km 2 Een oude veel gebruikte oppervlaktemaat is een are. Onthoud dat 1 are is 1 dam 2, dus 10 m bij 10 m. Wat gaf je als voorbeeld? Ga na in het bovenstaand schema van de omzetting van oppervlaktematen dat: 7,89 hm 2 = 789 dam 2 = m 2 gelijk is aan: 7,89 hectare = 789 are = centiare Reken na: 34,56 hm 2 = centiare 7,82 are = 0, km 2 0,0036 are =.. cm 2 1,23 cm 2 =. centiare Inhoudsmaten Schrijf een voorbeeld op van de volgende inhoudsmaten: 1 mm 3 1 milliliter = 1 c 3 = 1 ml 1 liter = 1 dm 3 1 m 3 1 dam 3 1 hm 3 1 km 3

7 Een inhoud is lengte x breedte x hoogte. Geef op dezelfde manier als bij de lengte- en oppervlaktematen de overgang van inhoudsmaten weer: mm 3 =.. cm 3 =.. dm 3 = m 3 = 10,234 dam 3 = hm 3 =.. km 3. ml =. cl =. dl =..l Geef de regels weer bij het werken met lengtematen: Bespreek de regels met je buur Laat je regels afvinken door de docent Reken na: 1,23 hm 3 = m 3 0,03 mm 3 = 0,0003 cm 3 0,5 m 3 =. dm cm 3 = hm 3 Een oude veel gebruikte inhoudsmaat is een liter. Onthoud dat 1 liter = 1 dm 3 is. Dus 1 liter is 10 cm bij 10 cm bij 10cm. Zoiets als een kubusvormig pak melk. Ga na dat: 1 l = 1 dm 3 = 1000 cm 3 = 1000 ml, dus 1 cm 3 = 1 ml In de keuken gebruiken we naast liter en ml ook nog vaak dl en cl. Ga na dat een glas van 0,2 liter: 0,2 liter = 2 dl = 20 cl = 200 ml, dus 0,2 dm 3 = 200 cm 3.. reken na: 0,5 m 3 = 500 l 2345 ml = 0, dam 3 0,002 km 3 =. dl cl =. m 3

8 Opgaven: Teken bij de volgende opgaven eerst de benodigde overgang van lengte-, oppervlak- of inhoudsmaten: 1. 5 cm =..m 0,78 l =...ml mm = dam 743 ha = m² cm² =...m² 3,45 m³ =.hm³ km =. dm 6000 cc =.dm³ mm²=...dam² 25 cm³ =..cl km³ =...hm³ 8,654 m =. hm 7. 12,5 cm = km 25 dm² =...m² dl =.l 0,09 ml = cm³ 9. 1,76 cm³ =.m³ 0,897 km =.mm ,56 cm²=.mm² 34 a =.ha 11. Een aquarium is 120 cm lang, 5 dm breed en 0,45 m hoog. Het aquarium is gevuld met water tot 5 cm onder de rand. Bereken hoeveel liter water er in het aquarium zit. 12. Een tuinman heeft de opdracht gekregen om een tuin van 1500 cm bij 1,2 dam op te hogen met 2 dm. Bereken hoeveel kuub grond de tuinman nodig heeft.

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm

Nadere informatie

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010 November 2010 Wat kunnen we allemaal meten? Wat kunnen we allemaal meten? 1. Lengte / breedte / hoogte / omtrek / oppervlakte / inhoud en volume 2. Tijd 3. Gewicht 4. Geld 5. Temperatuur Wij gaan ons

Nadere informatie

TOELICHTING METRIEK STELSEL

TOELICHTING METRIEK STELSEL TOELICHTING METRIEK STELSEL 2 3 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 2 8-03-3 23: liter ml 00 4 5 6 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 3 8-03-3 23: Rekenvlinder Metriek stelsel Toelichting Uitgeverij Zwijsen

Nadere informatie

Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige

Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige Meten is weten Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk Leer- Meten en is oefenboek weten Bloemlezing metriek uit stelsel 36 bladzijden voor ISBN: een 978-90-821249-1-0 eerste indruk Auteur

Nadere informatie

Metriek stelsel. b. Grootheden. b-1. Lengte. Uitgangspunt (SI-eenheid): meter ; symbool: m. Gebruikte maten: mm-cm-dm-m-dam-hm-km

Metriek stelsel. b. Grootheden. b-1. Lengte. Uitgangspunt (SI-eenheid): meter ; symbool: m. Gebruikte maten: mm-cm-dm-m-dam-hm-km Inhoudsopgave: a: Inleiding b: Grootheden: (voor het basis-onderwijs) 1. Lengte 2. Oppervlakte 3. Volume, inhoud 4. Massa (vroeger: gewicht) 5. Tijd (voor het voortgezet onderwijs) 6. Temperatuur c. Omrekenregels

Nadere informatie

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week

Nadere informatie

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter. Boekverslag door Eline 801 woorden 23 april 2016 6.8 5 keer beoordeeld Vak Rekenen Rekenen hoofdstuk 5 Meten Paragraaf 1 Lengte Lengte Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal

Nadere informatie

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Natuur-scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd 2 Havo- VWO H. Aelmans SG

Nadere informatie

REKENMODULE LENGTE/SCHAAL

REKENMODULE LENGTE/SCHAAL REKENMODULE LENGTE/SCHAAL Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Lengte/Schaal Leerlingtekst Versie 1.0. Oktober 2012 Auteurs:

Nadere informatie

kilometer hectometer decameter meter decimeter centimeter milimeter km hm dam m dm cm mm

kilometer hectometer decameter meter decimeter centimeter milimeter km hm dam m dm cm mm Op een plattegrond van een stad, maar ook op de landkaart van Nederland worden allerlei wegen kleiner afgebeeld. Omdat je niet de werkelijke maten op papier kunt zetten, maak je gebruik van een schaal.

Nadere informatie

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud 1 3 COLOFON DiKiBO presenteert Het het complete Metriek Stelsel reken-zakboek voor groep voor 6, 7 en groep 8 5 & 6 3 Auteur: Nicolette de

Nadere informatie

LEERWERKBOEK. 2F Meten en meetkunde. Les Schaal

LEERWERKBOEK. 2F Meten en meetkunde. Les Schaal LEERWERKBOEK 2F Meten en meetkunde Les Schaal 1 REKENBLOKKEN LES 1 SCHAAL EVEN OEFENEN LENGTEWEETJES 10 10 10 10 10 10 km hm dam m dm cm mm : 10 : 10 : 10 : 10 : 10 : 10 1 Reken om naar de andere maat.

Nadere informatie

Meten is weten ANTWOORDENBOEK. 88972 Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm

Meten is weten ANTWOORDENBOEK. 88972 Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm Meten is weten Antwoordenboek Opdracht 1 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 5 mm 4 cm = 45 mm 1 cm = 15 mm 9 cm = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm Opdracht 2 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 1,5 cm = 15 mm 6,5 cm = 65

Nadere informatie

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep de o ra en a oor a 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de

Nadere informatie

Rembrandt College Veenendaal. Protocol medicijnverstrekking. Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College

Rembrandt College Veenendaal. Protocol medicijnverstrekking. Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College Rembrandt College Veenendaal Protocol medicijnverstrekking Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College Mei 206 Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Leerlingen met dyscalculie krijgen

Nadere informatie

Spiekboekje. Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden

Spiekboekje. Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden Spiekboekje Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden 1 rekenen tot 20 verliefde getallen verliefde getallen zijn samen 10 1+9= 2+8= 3+7= 10 4+6= 5+5= 0+10= 2 getallenlijn 20 + plus 7 + 6= 7 + 3 = 10

Nadere informatie

2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte

2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte H5 Oppervlakte 2 BBL 5.1 Eenheden van oppervlakte 1a. Vraag aan je docent een vel met hokjes van 1 cm bij 1 cm. b. Teken op het papier een vierkant met zijden van 1 cm. c. Schrijf in het vlak 1 cm². d.

Nadere informatie

Werkblad bij lesvoorbereiding Breuken. 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij!

Werkblad bij lesvoorbereiding Breuken. 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij! Werkblad bij lesvoorbereiding Breuken 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij! 3. En nu iets moeilijker. Schrijf de berekening erbij! Werkblad bij lesvoorbereiding

Nadere informatie

9.1 Oppervlakte-eenheden [1]

9.1 Oppervlakte-eenheden [1] 9.1 Oppervlakte-eenheden [1] De omtrek van een figuur bereken je door uit te rekenen hoe lang het is als je één keer langs de rand van de figuur gaat. Omtrek = l + l + l + l + l + l + l + l = 14 + 8 +

Nadere informatie

REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.

REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd. REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN Procenten betekent per honderd. Percentage Groeifactor 1% 1/100 0,01 2% 2/100 0,02 10% 10/100 0,10 99% 99/100 0,99 104% 104/100 1,04 150% 150/100 1,50 Rekenen met procenten:

Nadere informatie

11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd

11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd De dollar heeft een andere waarde dan de euro. De verhouding van de waarde van de ene munt ten opzichte van de andere heet de wisselkoers. Als je een munt koopt, betaal je de aankoopkoers. De aankoopkoers

Nadere informatie

Gebruik van dit aanvullingskatern Maten en gewichten is alleen toegestaan aan gebruikers van NOI-uitgaven voor (bedrijfs)rekenen.

Gebruik van dit aanvullingskatern Maten en gewichten is alleen toegestaan aan gebruikers van NOI-uitgaven voor (bedrijfs)rekenen. 19 19 matenengewichten Gebruik van dit aanvullingskatern Maten en gewichten is alleen toegestaan aan gebruikers van NOI-uitgaven voor (bedrijfs)rekenen. NOI 1.9 1 INLEIDING In het dagelijkse leven wordt

Nadere informatie

KAPSTOK REKENEN inhoud

KAPSTOK REKENEN inhoud KAPSTOK REKENEN inhoud pagina Optellen 2 Optellen cijferen 3 Aftrekken 4 Aftrekken cijferen 5 Vermenigvuldigen 6 Vermenigvuldigen cijferen 7 Delen 8 Tafels 9 Deeltafels 10 Breuken 11 Meten 12 Tijd wijzers

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen. Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen. Het werkt als volgt, Je maakt een opgave bijv. opgave 1. Hoe gaat het ook al weer denk je dan. Nou,

Nadere informatie

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 2. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 2

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 2. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 2 Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 2 LES 1 LES 2 LES 3 LES 4 LES 5 (hele getallen tot 1000) (meter, decimeter, centimeter, millimeter, kilometer, decameter, hectometer) (begrip kilo)

Nadere informatie

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend Hoofdstuk 5 5A Grote getallen Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend Miljoen 6 getallen achter de komma 230 miljoen

Nadere informatie

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep 3 COLOFON 3 DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 6 groep 5 & 6 (een uittreksel van DiKiBO

Nadere informatie

6_LENGTEMATEN EN SCHAAL

6_LENGTEMATEN EN SCHAAL 6_LENGTEMATEN EN SCHAAL SCHAALLIJNEN I Voor het rekenen met schaal moetje een aantal maten kennen. De belangrijkste daarbij zijn: centimeter meter kilometer m In het tuinontwerp hieronder staat geen schaal.

Nadere informatie

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen REKENMODULE INHOUD Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Inhoud Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Abels,

Nadere informatie

Inhoud kaartenbak groep 8

Inhoud kaartenbak groep 8 Inhoud kaartenbak groep 8 1 Getalbegrip 1.1 Ligging van getallen tussen duizendvouden 1.2 Plaatsen van getallen op de getallenlijn 1.3 Telrij t/m 100 000 1.4 Telrij t/m 100 000 1.5 Getallen splitsen en

Nadere informatie

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden. Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die

Nadere informatie

1 Hallo, dit ben ik! 1ste leerjaar. 2de leerjaar. 4de leerjaar 3de leerjaar. 6de leerjaar 5de leerjaar

1 Hallo, dit ben ik! 1ste leerjaar. 2de leerjaar. 4de leerjaar 3de leerjaar. 6de leerjaar 5de leerjaar MEETBOEKJE 1 Hallo, dit ben ik! Teken jezelf of plak een foto van jezelf in het vak voor elk leerjaar. ty n 1ste leerjaar yr ig ht Pl an 2de leerjaar op 4de leerjaar C 3de leerjaar 6de leerjaar 5de leerjaar

Nadere informatie

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12 Tytsjerksteradiel Rekenportfolio Naam: cm 2 1 5 7 + = 5 10 10 m 3 1 _ 12 X 5 1 + = 5 1 + Inhoudsopgave Voorwoord 3 Domein getallen 4 - Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen 5 - Breuken 6 - Rekenvolgorde

Nadere informatie

11 Meten en maten VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten

11 Meten en maten VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten Bestelnr. Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten K-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat NL- CS Bodegraven Telefoon +(0)- 0 Telefax +(0)- info@k-publisher.nl www.k-publisher.nl De dollar

Nadere informatie

handelingswijzer rekenen

handelingswijzer rekenen handelingswijzer rekenen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders HANDELINGSWIJZER REKENEN INHOUD HANDELINGSWIJZER REKENEN... 1 1 INHOUD... 1 HOOFDBEWERKINGEN... 2 OPTELLEN... 3 AFTREKKEN... 3 VERMENIGVULDIGEN...

Nadere informatie

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent. BLAD 16: HAM EN KAAS 1. Hoeveel is het goedkoper? a. Twee aanbiedingen bij de supermarkt. Hoeveel cent is het goedkoper? 6 witte bolletjes:... 10 scharreleieren:... b. Reken van deze aanbiedingen ook uit

Nadere informatie

SAMENVATTING BASIS & KADER

SAMENVATTING BASIS & KADER SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,

Nadere informatie

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 Inhoud Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 1/10 Eenheden Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheid. Vaak zijn er meerdere eenheden

Nadere informatie

Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE

Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE Doel: Enkele referentiematen mbt lengte en inhoud kennen en kunnen gebruiken 81 Passende Perspectieven rekenen Doelenlijst 9: Meten,

Nadere informatie

M.R. 56 : Overzicht scenario s.

M.R. 56 : Overzicht scenario s. M.R. 56 : Overzicht scenario s. Leerlingengedeelte Schermafdruk uit leerlingenvolgsysteem. Vorderingen per leerling. ALLEMAAL MATEN Leerinhoud Probeer en leerfase (M.R. 56) Oefenreeks(*) A1 Lengte. Tabel

Nadere informatie

Rekenrijk. F-schrift Antwoordenboek. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers

Rekenrijk. F-schrift Antwoordenboek. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Rekenrijk F-schrift Antwoordenboek Derde editie 8b auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman eindauteur Ko Bazen Noordhoff Uitgevers 10 Les 1 1 Hoe

Nadere informatie

Gecijferdheid II. Reader bij cursuscode PABCIJ2 (Rotterdam) PABCIJD2 (Dordrecht)

Gecijferdheid II. Reader bij cursuscode PABCIJ2 (Rotterdam) PABCIJD2 (Dordrecht) Gecijferdheid II Meten 1: grootheden en eenheden, metriek stelsel, referentiematen en schatten, schaalbegrip, gevarieerde berekeningen met afstand, oppervlakte, inhoud of gewicht, Reader bij cursuscode

Nadere informatie

handleiding pagina s 678 tot 686 1 Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde 614 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken

handleiding pagina s 678 tot 686 1 Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde 614 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken week les toets en foutenanalyse handleiding pagina s 678 tot 686 nuttige informatie Handleiding. Kopieerbladen pagina 69: oppervlakte ruit pagina 500: kaart van België pagina 50: afstandentabel België

Nadere informatie

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Rekenrijk doelen groep 1 en 2 De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Aantallen kunnen tellen De kinderen kunnen kleine aantallen tellen. De kinderen kunnen eenvoudige

Nadere informatie

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE 1. Inleiding Vanaf 1 oktober 2015 gelden nieuwe afspraken omtrent het rekenexamen 3F. De exameneisen

Nadere informatie

1.Tijdsduur. maanden:

1.Tijdsduur. maanden: 1.Tijdsduur 1 etmaal = 24 uur 1 uur = 60 minuten 1 minuut = 60 seconden 1 uur = 3600 seconden 1 jaar = 12 maanden 1 jaar = 52 weken 1 jaar = 365 (of 366 in schrikkeljaar) dagen 1 jaar = 4 kwartalen 1 kwartaal

Nadere informatie

Rekenrijk. F-schrift. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers

Rekenrijk. F-schrift. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Rekenrijk F-schrift Derde editie 8b auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman eindauteur Ko Bazen Noordhoff Uitgevers 10 Les 1 1 Hoe laat is het in

Nadere informatie

Handig met getallen 3 / 3a Antwoorden meten

Handig met getallen 3 / 3a Antwoorden meten Handig met getallen 3 / 3a Antwoorden meten Startopgave 1: a. 45 mm b. Ong. 10 m c. 75 cm d. Ong. 150 cm 2 e. Ong. 600 cm 2 f. 9 dm 2 g. 10 liter h. 15 cl i. 75 ml j. 20 kg k. 800 g l. 30 g Startopgave

Nadere informatie

Meten. Kirsten Nederpel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Meten. Kirsten Nederpel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Kirsten Nederpel 24 June 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73382 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 3

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 3 Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3 LES 1 LES 2 LES 3 LES 4 LES 5 (meter, decimeter, centimeter, millimeter, kilometer, decameter, hectometer) (begrip kilo) opdracht 4 (hele getallen

Nadere informatie

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN OPTELLEN/AFTREKKEN Zet de getallen onder elkaar in je schrift eerst zelf proberen uit te rekenen bij aftrekken: denk om lenen bij optellen: denk om doorschuiven geen vergissingen? bij lang nadenken: rekenmachine

Nadere informatie

1 de jaar 2 de graad (2uur) Naam:... Klas:...

1 de jaar 2 de graad (2uur) Naam:... Klas:... Hoofdstuk 1 : Mechanica 1 de jaar de graad (uur) -1- Naam:... Klas:... 1. Basisgrootheden en hoofdeenheden In de Natuurkunde is het vaak van belang om de numerieke waarde van natuurkundige grootheden te

Nadere informatie

Aanvulling hoofdstuk 1

Aanvulling hoofdstuk 1 Natuur-Scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd VMBO- Tl2 H. Aelmans SG Groenewald 1.

Nadere informatie

Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman

Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Rekenrijk Antwoordenboek Derde editie b auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman auteurs Meer Joop Bokhove Keimpe Kuipers eindauteur Ko Bazen Noordhoff

Nadere informatie

spiekboek rekenen spiekboek rekenen plus beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep LEERHULP.NL

spiekboek rekenen spiekboek rekenen plus beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep LEERHULP.NL spiekboek rekenen spiekboek rekenen plus beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep 3 COLOFON DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 6 groep 5 & 6 3 Auteur:

Nadere informatie

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Verhoudingstabel Wat zijn verhoudingen Rekenen met de verhoudingstabel Kruisprodukten Wat zijn verhoudingen * * * 2 Aantal rollen 1 2 12 Aantal beschuiten 18

Nadere informatie

Om herleidingen uit te voeren, bv. 211 cm = m, kun je de tabel van de lengtematen of de verhoudingstabel gebruiken. : 100

Om herleidingen uit te voeren, bv. 211 cm = m, kun je de tabel van de lengtematen of de verhoudingstabel gebruiken. : 100 75 MAAT, MAATGETAL, MAATEENHEID De maat is het geheel van maatgetal en maateenheid. Het maatgetal is het getal voor de maateenheid. De maateenheid is de eenheid waarmee gemeten wordt. 25,6 km 25,6 km 76

Nadere informatie

Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Oppervlakte Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke

Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Oppervlakte Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Oppervlakte Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Abels, Monica Wijers, Elise van Vliet, Vincent Jonker www.rekengroen.nl

Nadere informatie

1. Opbouw van getallenverzamelingen

1. Opbouw van getallenverzamelingen 1. Opbouw van getallenverzamelingen De natuurlijke getallen Wanneer kinderen voor het eerst gaan tellen, gebeurt dat op een natuurlijke manier. Zij leren de hoofdtelwoorden: een, twee, drie, vier, enzovoort

Nadere informatie

VAKANTIEWERK WISKUNDE

VAKANTIEWERK WISKUNDE A -> Hn 0 / 06 / 06 VAKANTIEWERK WISKUNDE NEEM UW MAP WISKUNDE!! Herhalingsoefening : Optellen in Q (60 ptn) gevallen : - voor twee rationale getallen met hetzelfde teken * behoud dit teken * maak de som

Nadere informatie

Handig met getallen. Antwoorden Meten

Handig met getallen. Antwoorden Meten Handig met getallen Antwoorden Meten De antwoorden bij de opgaven van het hoofdstuk Meten zijn hier kort en bondig dus zonder uitleg weergegeven. Ze zijn per paragraaf gerangschikt. De paragrafen zijn

Nadere informatie

1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm

1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm Oefenopgaven. 1. Bereken. A. 5 m = cm B. 4 hm = dm C. 3 km = m D. 300 cm = dm E. 2500 m = km F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm 2. Bereken. A. 3 dm² = cm² B. 4 cm²

Nadere informatie

Rekenen op niveau 3F, domein meten en meetkunde Pagina 1 EIW BV

Rekenen op niveau 3F, domein meten en meetkunde Pagina 1 EIW BV Rekenen op niveau 3F, domein meten en meetkunde Pagina 1 EIW BV inhoud maten 3 gewichten 6 lengtematen 10 oppervlaktematen 16 inhoudsmaten 29 tijdmaten 44 meten in het platte vlak 51 rekenen op schaal

Nadere informatie

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen 1 REKENEN Boek 6a: Blok 1 - week 1 - buurgetallen - oefenen op de getallenlijn Geld - optellen van geldbedragen - aanvullen tot 10 105 : 5 = 2 x 69 = - van digitaal

Nadere informatie

Programma. Nabespreking Procenten en Breuken. Verder met de DTO. - Metriek. - Grafieken. Verder verloop van de cursus

Programma. Nabespreking Procenten en Breuken. Verder met de DTO. - Metriek. - Grafieken. Verder verloop van de cursus 1 Programma Nabespreking Procenten en Breuken Verder met de DTO - Metriek - Grafieken Verder verloop van de cursus 2 Nabespreking Procenten en Breuken Reacties leerlingen na het maken van de toetsen? Wat

Nadere informatie

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Groep 7(eerste helft) Getalbegrip - Telrij tot en met 1 000 000 - Uitspraak en schrijfwijze van de getallen (800 000 en 0,8 miljoen) - De opbouw en positiewaarde

Nadere informatie

Rekenrijk. Leerlingenboek. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers

Rekenrijk. Leerlingenboek. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Rekenrijk Leerlingenboek Derde editie 8b auteurs Joop Bokhove Ceciel Borghouts Arlette Buter Keimpe Kuipers Ans Veltman eindauteur Ko Bazen Noordhoff Uitgevers

Nadere informatie

Klas 1 Thema Meetkunde 2. Naam: Klas:

Klas 1 Thema Meetkunde 2. Naam: Klas: Klas 1 Thema 5 2010-2011 Meetkunde 2 Naam: Klas: 1 Hoe?Zó!... 3 Basis de Baas 1 Metriek stelsel... 9 Basis de Baas 2 Oppervlakte... 17 Basis de Baas 3 Kijklijnen en kijkhoeken... 28 King Size 1 Dode Hoek...

Nadere informatie

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125,98 + 698,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken.

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125,98 + 698,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken. Uitwerking toets rekenvaardigheid Opgave a. 725,98 + 698,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken. 725,98 + 698,99 = 725,98 + 700,0= 7824,97 Denk eraan ik doe er teveel bij

Nadere informatie

klas 2-3 - 4 "Eenheden"

klas 2-3 - 4 Eenheden Naam: klas 2-3 - 4 "Eenheden" Klas: Het woord eenheid betekent dat dingen hetzelfde zijn. In de natuurkunde, scheikunde en techniek kan van alles gemeten worden. Iedereen kan elkaars metingen pas gebruiken

Nadere informatie

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4. Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4. Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen Week Blok Bijwerkboek 0 Les Rekenboek Lessen 0 0, 0 0, 0, keer 0, 0,, flesjes 0,, 0, 0 0 plankjes stukjes 0 0 Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen

Nadere informatie

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:... TOETS REKENEN / WISKUNDE Naam:... School:... Datum:... Groep:... 1A. Hoofdrekenen: optellen en aftrekken Reken de sommen op je eigen manier uit. Gebruik het kladblaadje als je een tussenstap wilt noteren.

Nadere informatie

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen 1 2 REKENEN Boek 7a: Blok 1 - week 1 in geldcontext 2 x 2,95 = / 4 x 2,95 = Optellen en aftrekken tot 10.000 - ciferend; met 2 of 3 getallen 4232 + 3635 + 745 = 1600

Nadere informatie

drs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs

drs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs Stadsdeel zuidoost H1 Getallen een 1 tien 10 honderd 100 duizend 1 000 tienduizend 10 000 honderdduizend 100 000 een miljoen 1 000 000 tien miljoen 10 000 000 honderd miljoen 100 000 000 een miljard 1

Nadere informatie

Tussendoelen domein METEN & MEETKUNDE, subdomein Meten 51

Tussendoelen domein METEN & MEETKUNDE, subdomein Meten 51 METEN: LENGTE EN OMTREK kent de standaardmaat hectometer en weet dat 1 km = 10 hm en 1 hm = 100 m. kent enkele referentiematen voor lengte (bv.: Hoe lang is 1 km ongeveer? Is de afstand van school naar

Nadere informatie

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud Piramide (bewerking van opgave uit CE vmbo-gtl wis 2009-II) Hierboven is een piramide getekend. Het grondvlak ABC is een gelijkzijdige driehoek met zijden van 6,5 cm. De top T van de piramide ligt recht

Nadere informatie

2016 W. Danhof / P. Bandstra Bandstra Speciaal Rekenadvies

2016 W. Danhof / P. Bandstra  Bandstra Speciaal Rekenadvies Blad 1: Optellen Optellen Antwoord Tijd Overschr. IT1 Fase 1a M3 A. D. M. H. Voorbeeld: 3 + 5 = Check evt. getalbegrip tot 10 8 + 1 O Gebruik makend van omkering 3 + 5 >> 5 + 3 = 8 2 + 5 O Doortellend

Nadere informatie

Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M

Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M5 8 + 1 38 + 23 2 + 5 47 + 48 5 + 3 26 + 57 4 + 6 55 + 38 IT2 Antwoord E3 IT7 Antwoord E5 14 + 3 200 + 380 4 + 15 240 + 80 12 + 7 440 + 270 2 + 16 245 + 383 IT3 Antwoord

Nadere informatie

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] 8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] Een prisma heeft twee evenwijdige grensvlakken. Een grondvlak en een bovenvlak. De andere grensvlakken zijn rechthoeken. De hoogte van de prisma is de lengte van de opstaande

Nadere informatie

DIT IS HET DiKiBO-BOEK VAN

DIT IS HET DiKiBO-BOEK VAN Groep 5 6 & 2 DIT IS HET DiKiBO-BOEK VAN TIP PAS OP 2 HOE? hoi, ik ben DiKiBO samen met mijn vrienden help ik jou bij het leren 3 COLOFON DiKiBO presenteert het complete reken-zakboek voor groep 5 & 6

Nadere informatie

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur WISKUNDE CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen.

Nadere informatie

Antwoorden rekenopdracht OPPERVLAKTE

Antwoorden rekenopdracht OPPERVLAKTE Antwoorden rekenopdracht OPPERVLAKTE 1. Wanneer gaat het over oppervlakte? Omcirkel het goede antwoord. a. Els gaat de schutting verven oppervlakte/inhoud b. Peter vult het zwembadje met water oppervlakte/inhoud

Nadere informatie

deel B Vergroten en oppervlakte

deel B Vergroten en oppervlakte Vergroten en verkleinen - wiskunde deel B Vergroten en oppervlakte Als je een figuur door een fotokopieerapparaat laat vergroten dan worden alle afmetingen in de figuur met dezelfde factor vermenigvuldigd.

Nadere informatie

Naam: Klas:.. Oppervlakte 1/11

Naam: Klas:.. Oppervlakte 1/11 Naam: Klas:.. Oppervlakte 1/11 Wat is oppervlakte? Als je op een groene school zit heb je vaak te maken met oppervlakte. Bij het aanleggen van een tuin of een terras, bij het bemesten van grond, bij het

Nadere informatie

Op weg naar een leerlijn rekenen.

Op weg naar een leerlijn rekenen. Op weg naar een leerlijn rekenen. Rekentoets in het nieuws. En wij? Hoe gaan wij om met rekenen? Hoe bereiden we voor? Weten we wat we doen en moeten doen? Wat is een leerlijn? Inhoudslijn. wat is de leerstof.

Nadere informatie

wat is de som zie ik een instinker bij de antwoorden? het goede antwoord aan

wat is de som zie ik een instinker bij de antwoorden? het goede antwoord aan e it re st r st 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de antwoorden, antwoorden die niet kunnen streep ik in mijn hoofd weg! 5.

Nadere informatie

In een museum staan enkele beelden. Hieronder zie je een gedeelte van de plattegrond van het museum. zaal 3

In een museum staan enkele beelden. Hieronder zie je een gedeelte van de plattegrond van het museum. zaal 3 MUSEUMZAAL In een museum staan enkele beelden. Hieronder zie je een gedeelte van de plattegrond van het museum. zaal 4 B * zaal 3 zaal 1 A* zaal 2 In de uitwerkbijlage staat deze plattegrond nog een keer,

Nadere informatie

handleiding pagina s 964 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 915: km Huistaken huistaak 27: bladzijde Werkboek 3 Posters

handleiding pagina s 964 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 915: km Huistaken huistaak 27: bladzijde Werkboek 3 Posters week 32 les 1 / OVSG toets en foutenanalyse handleiding pagina s 964 tot 981 nuttige informatie 1 Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 722: inhoud en lengte pagina 723: gewicht en geldwaarden pagina 724:

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo 2002 - II

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo 2002 - II Pompen of... Een cilindervormig vat met een hoogte van 32 dm heeft een inhoud van 8000 liter (1 liter = 1 dm 3 ). figuur 1 4p 1 Bereken de diameter van het vat. Geef je antwoord in gehele centimeters nauwkeurig.

Nadere informatie

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2 Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Joep van Vugt Anneke Wösten Handig optellen; tribunesom* Bij optellen van bijna ronde getallen zoals 39, 198, 2993,..

Nadere informatie

Cito-trainer groep 8. opgave 1. Hoeveel weegt de koffer? Breng leren tot leven. 5 kilogram 15 kilogram 30 kilogram

Cito-trainer groep 8. opgave 1. Hoeveel weegt de koffer? Breng leren tot leven. 5 kilogram 15 kilogram 30 kilogram opgave 1 Hoeveel weegt de koffer? volwassenen: maximaal 20 kilogram bagage kinderen: maximaal 10 kilogram bagage De koffer van Isa is 1 2 deel van het maximum gewicht te zwaar. 5 kilogram 15 kilogram 30

Nadere informatie

Wat is een standaardmaat?

Wat is een standaardmaat? Meten kun je op veel verschillende manieren. Als we iets meten dan vergelijken we dit met een afgesproken standaardmaat. Wat is een standaardmaat? Lang geleden is er afgesproken dat de afstand tussen twee

Nadere informatie

Teken een diagonaalvlak naar keuze in de originele kubus. Teken dit diagonaalvlak plat op je blad op ware grootte.

Teken een diagonaalvlak naar keuze in de originele kubus. Teken dit diagonaalvlak plat op je blad op ware grootte. Deze toets bestaat uit 11 opgaven. Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punten kunnen worden behaald. Er zijn 2 punten te behalen. Antwoorden moeten altijd zijn voorzien van een berekening, toelichting

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1:

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: 4 2 4 2 8 5 3 5 3 15 Als je twee breuken met elkr vermenigvuldigd moet je de tellers en de noemers vn beide breuken met elkr vermenigvuldigen. Voorbeeld 2: 3 3 1 5 4 8 3 5 4

Nadere informatie

Rekenen op niveau 2F, domein meten en meetkunde Pagina 1 EIW BV

Rekenen op niveau 2F, domein meten en meetkunde Pagina 1 EIW BV Rekenen op niveau 2F, domein meten en meetkunde Pagina 1 EIW BV inhoud dagelijkse maat 3 gewichten 6 maten 10 lengtematen 10 oppervlaktematen 16 inhoudsmaten 21 tijdmaten 28 lengte, oppervlakte en inhoud

Nadere informatie

Rekenkaart bij examenopgaven

Rekenkaart bij examenopgaven Rekenkaart bij examenopgaven Ir. Lonneke Boels MEd Alaka Effect docent Bron: Wat werkt. Pedagogisch handelen en klassenmanagement. Evidence-basedstrategieën voor iedere leraar. R. Marzanoe.a. Uitgeverij

Nadere informatie

Mijn naam is. Ik woon in. Ik ben jarig op. Mijn hobby s zijn. Ik zit in klas. Mijn mentor heet

Mijn naam is. Ik woon in. Ik ben jarig op. Mijn hobby s zijn. Ik zit in klas. Mijn mentor heet 2 3 Mijn naam is Ik woon in Ik ben jarig op Mijn oude basisschool is Dit lijkt mij een leuk vak Dit lijkt mij een moeilijk vak Mijn hobby s zijn Ik zit in klas Mijn mentor heet Op Salland moet ik vast

Nadere informatie

Deel 2. Zelfstandig aan de slag

Deel 2. Zelfstandig aan de slag Deel 2 78 & Zelfstandig aan de slag 2 DIT IS HET DiKiBO-BOEK VAN TIP PAS OP 2 HOE? hoi, ik ben DiKiBO samen met mijn vrienden help ik jou bij het leren 3 COLOFON DiKiBO presenteert het complete reken zakboek

Nadere informatie