1 Hallo, dit ben ik! 1ste leerjaar. 2de leerjaar. 4de leerjaar 3de leerjaar. 6de leerjaar 5de leerjaar

Transcriptie

1 MEETBOEKJE

2

3 1 Hallo, dit ben ik! Teken jezelf of plak een foto van jezelf in het vak voor elk leerjaar. ty n 1ste leerjaar yr ig ht Pl an 2de leerjaar op 4de leerjaar C 3de leerjaar 6de leerjaar 5de leerjaar 4

4 2 Lengte Met de lengte meten we hoe lang iets is. De maat van de langste kant. In dit boekje meten we hoe groot we zijn en hoe ver en hoe hoog we kunnen springen. We gaan op onderzoek uit! Ik ben zo groot Ik spring zo ver Ik spring zo hoog Datum Lengte Datum Afstand Datum Hoogte Topsporter Topsporter Topsporter 5

5 3 Omtrek De omtrek van iets is de buitenste lijn ervan. In dit boekje meten we de omtrek van ons hoofd en van onze pols. Je kan aan je ouders vragen of ze nog weten hoeveel het was bij je geboorte Mijn hoofd Mijn pols Datum Omtrek Datum Omtrek Baby Baby WEETJE De omtrek van de aarde is iets meer dan km. Aan een snelheid van 120 km/u (dat is de maximumsnelheid op de autosnelweg duurt het iets meer dan 333 uur (bijna 14 dagen) om rond de aarde te rijden. Dat is zonder te stoppen om te slapen en te eten. Maar dat kan natuurlijk niet. Bovendien zou je dan over het water moeten kunnen rijden. 6

6 4 Inhoud en volume De inhoud van iets is wat erin zit. De inhoud van een fles is wat er in de fles zit. Het volume is ongeveer hetzelfde. Het volume van iets is de plaats die dat voorwerp inneemt. Een zwembad heeft een groter volume dan een emmer. We gaan op onderzoek! In een melkfles gaan kopjes. Meten of weten? In onze klasemmer gaat liter. In een brikje fruitsap gaat dl of cl. In een medicijnlepel gaat ml of cl. In 1 dm³ gaat precies l water. In 1 cm³ kan ml of cl. In 1 m³ kunnen dm³ 1 dm³ = dl WEETJE 1 cc = cm³ = ml Een volwassen menselijk lichaam bestaat voor ongeveer gemiddeld 65% uit water. En toch is het belangrijk dat je elke dag voldoende water drinkt. Dat is gezond en dus goed voor je lichaam. 7

7 5 Gewicht Het gewicht van iets is wat het weegt. We gaan op onderzoek uit! We wegen onszelf en onze boekentas. 1 Ik weeg Mijn boekentas weegt Datum Gewicht Datum Gewicht

8 6 Tijdstip en tijdsduur Een tijdstip is één bepaald moment in de tijd. De tijdsduur geeft aan hoelang iets duurt. We gaan op onderzoek uit! 1 Op een schooldag ga ik slapen om sta ik op om slaap ik dus WEETJE Een mens slaapt ongeveer een derde van zijn leven. Als je dus 84 jaar oud wordt, heb je er daarvan 28 geslapen. Hopelijk ben je dan de overige 56 jaar wakker genoeg geweest om van het leven te genieten. 9

9 7 Geld Met geld kun je betalen. Geld bestaat uit munten en bankbiljetten. Wij betalen met de euro. Dat is zo in de meeste landen van Europa. Maar er zijn ook landen met andere munten. Zoals de dollar in de Verenigde Staten en het pond in Groot-Brittannië. We gaan op onderzoek uit! Noteer de prijs van een groot brood een postzegel een krant (papier/ digitaal) per dag een zwembeurt 10

10 13 Deze maten zijn mijn maatjes! (de referentiematen) 1 Lengtematen Wiskanjersmaatjes Op onze school Dikte van een vingernagel 1 mm Lengte van staafje van 10 Breedte duimnagel Breedte van een deur Twee auto s achter elkaar geparkeerd 1 cm 1 dm 1 m 10 m Lengte van een voetbalveld 100 m Afstand van 1 km tot 18

11 2 Inhoud Wiskanjersmaatjes Op onze school Enkele druppels uit een druppelteller 1 ml Brik of fles drank Inhoud van een eetlepel Flesje drinkyoghurt Emmer 1 cl 1 dl 1 l 10 l Groot vat (voor olie) 100 l 19

12 15 Alles op een rijtje! Notaties Symbolen Afkortingen Tabellen Formules Lengte meter m millimeter mm centimeter cm decimeter dm anderhalve meter 1,5 m 3 meter 50 centimeter 3,5 m kilometer km Oppervlaktematen vierkante meter m² vierkante centimeter cm² vierkante decimeter dm² vierkante kilometer km² Landmaten (geeft ook oppervlakte weer) hectare 1 ha = m² are 1 a = 100 m² centiare 1 ca = 1 m² Inhoud en volume liter l milliliter ml centiliter cl deciliter dl kubieke meter m³ kubieke centimeter cm³ = cc kubieke decimeter dm³ 28