1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm
|
|
- Lien Meijer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Oefenopgaven. 1. Bereken. A. 5 m = cm B. 4 hm = dm C. 3 km = m D. 300 cm = dm E m = km F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm 2. Bereken. A. 3 dm² = cm² B. 4 cm² = mm² C. 54 m² = cm² D. 23 km² = m² E. 6 hm² = m² F. 30 dm² = mm² G. 25 m² = mm² H. 2 km² = cm² I. 5 hm² = dam² J. 125 cm² = m² 3. Bij deze opgave gebruiken we: wandelen 4 km per uur en fietsen 18 km per uur. De familie Jansen fietst in 20 minuten naar het bos. Daar maken ze een wandeling van 5 km en vervolgens fietsen ze in 40 minuten via een andere weg terug naar huis. A. Bereken hoeveel kilometer ze in totaal afleggen. B. Bereken hoelang ze van huis zijn. Ook de familie Kolkman fietst naar het bos (7 km). Na een wandeling van 35 minuten fietsen ze via een omweg (9 km) naar huis terug. C. Bereken hoeveel kilometer ze in totaal afleggen. D. Bereken hoelang ze van huis zijn. 4. Laura woont 7 km van school. Ze fietst er in 25 minuten naar toe. A. Bereken hoeveel km per uur ze fietst. Op de terugweg heeft ze tegenwind. Ze haalt nu maar een snelheid van 12 km per uur. B. Bereken hoelang ze nu onderweg is.
2 5. Tijdens een snelheidscontrole meet de politie hoe lang een auto over een stukje van 100 meter doet. A. Bereken de snelheid van een auto in km per uur als deze over het stukje slechts 4,5 sec doet. B. Bereken hoelang een auto over dit stukje doet, als zijn snelheid 120 km per uur is. 6. Linda gaat een wand in de badkamer betegelen. De wand is 2,4 meter hoog en 4,5 meter breed. Zij gebruikt tegels van 16 cm bij 25 cm. Bereken hoeveel tegels zij nodig heeft. 7. Kim wil op haar terras grindtegels leggen van 40 bij 60 cm. Het terras is 3,60 meter bij 2,40 meter. Bereken hoeveel grindtegels ze nodig heeft. 8. Marjo wil een wand in de badkamer betegelen. De wand is 1,8 meter breed en 1,85 meter hoog. De tegels zijn 15 bij 20 cm. Bereken hoeveel tegels ze nodig heeft. 9. Op een kaart is een rechthoek getekend van 2 cm bij 3 cm. De schaal van de kaart is 1 : A. Bereken de echte omtrek van deze rechthoek in meters. B. Bereken de echte oppervlakte van deze rechthoek in m Bereken de oppervlakte van de onderstaande figuren. Gebruik de roostervierkantjes als oppervlaktemaat.
3 (De hokjes hieronder behoren steeds even grote vierkantjes te zijn.) 11. Een plaat hout wordt in stukken gezaagd (zie tekening). Bereken van elk stuk de oppervlakte.
4 12. Bereken. A. 200 dm³ = m³ B. 4 m³ = cm³ C. 12 cm³ dm³ D. 4 dm³ = liter E. 5 m³ = liter F. 40 mm³ = cm³ G. 12 dm³ = mm³ H. 125 cm³ = m³ I cm³ = liter J. 500 m³ = dm³ 13. John heeft een doos van 15 cm bij 32 cm bij 36 cm. Hij wil hier pakken sinaasappelsap van 5 cm bij 12 cm bij 16 cm inpakken. Bereken hoeveel pakken hij in de doos kan doen. 14. De laadruimte van een vrachtauto heeft van binnen de volgende maten: 9 meter lang, 2,8 meter breed en 2,4 meter hoog. Mark laadt de vrachtauto vol met dozen van 60 cm bij 50 cm bij 40 cm. Bereken hoeveel dozen er in de vrachtwagen passen. 15. Een zwembad is 50 meter bij 25 meter en 3 meter diep. Er moet chloor aan het water worden toegevoegd. Volgens de gebruiksaanwijzing moet er 5 liter chloor gedaan worden bij liter water. Bereken hoeveel liter chloor er aan het water moet worden toegevoegd? 16. In een klas zitten 26 leerlingen. Iedere leerling vult vier keer een kubus met een ribbe van 3 cm met water en gooit dit in een emmer. A. Bereken hoeveel liter water er dan in de emmer zit. De helft van de leerlingen pakt nu een kubus met een ribbe van 4 cm. De andere helft pakt een balk met een lengte van 3 cm een breedte van 4 cm en een hoogte van 5 cm. Iedere leerling vult zijn kubus of balk zes keer met water en gooit de inhoud in een emmer waarin 10 liter water kan. B. Is de emmer vol?
5 Antwoorden oefenopgaven. 1. A. 500 B C D. 30 E. 2,5 F G. 300 H. 0,045 I. 2,5 J A. 300 B. 400 C D E F G H I. 500 J. 0, fietsen I tijd(min) afstand(km) 18 0,3 6 fietsen II tijd(min) afstand(km) 18 0,3 12 A. In totaal wordt er = 23 km afgelegd. lopen afstand(km) tijd(min) B. In totaal zijn ze = 135 min = 2 uur en 15 minuten onderweg. lopen tijd(min) afstand(km) 4 0,0666 2,33
6 C. In totaal leggen ze 7+2,33+9 = 18,33 km af. fietsen I afstand(km) tijd(min) 60 3, ,33 fietsen II afstand(km) tijd(min) 60 3,33 30 D. In totaal zijn ze 23, = 88,33 min = 1 uur en 28,33 min onderweg. 4. tijd(min) afstand(km) 7 0,28 16,8 A. Ze fietst 16,8 km per uur. afstand(km) tijd(min) B. Nu is ze 35 minuten onderweg. 5. tijd (sec.) 4, afstand(m) , A. De snelheid is 80 km per uur. afstand(m) tijd(sec) ,03 3 B. De auto doet er 3 seconden over.
7 6. Er passen 240:16 = 15 tegels in de hoogte. Er passen 450:25 = 18 tegels in de breedte. Dus zijn er 15x18 = 270 tegels nodig. 7. Er passen 240:40 = 6 tegels in de breedte. Er passen 360:60 = 6 tegels in de lengte. Er zijn dus 6x6 = 36 tegels nodig. 8. Er passen 180:20 = 9 tegels in de breedte. We nemen 11 tegels in de hoogte (11x15 = 165). Hiervoor hebben we 9x11 = 99 tegels nodig. Boven aan de wand blijft een strook van = 20 cm over. Als we de tegels rechtop zetten kunnen er 180:15 = 12 tegels naast elkaar. In totaal zijn er = 111 tegels nodig. 9. A. De echte breedte van de rechthoek is 2x25000 = cm = 500 meter. De echte lengte van de rechthoek is 3x25000 = cm = 750 meter. De echte omtrek is daarom = 2500 meter. B. De echte oppervlakte is 500x750 = m eerste rij: Oppervlakte I = = 5 Oppervlakte II = 20-1, = 10,5 Oppervlakte III = ,5-4,5 = 15. Oppervlakte IV = 40-4, ,5-2 = 15. tweede rij: Oppervlakte V = ,5 = 13,5. Oppervlakte VI = ,5-4,5-9 = 9 Oppervlakte VII = 42-1,5-1, , ,5-1,5 = 19,5
8 11. Oppervlakte I = 24x14:2 = 168 cm 2. Oppervlakte driehoek (I+II) = 35x60:2 = 1050 cm 2. Oppervlakte II = = 882 cm 2. Oppervlakte III = 30x15:2 = 225 cm 2. Oppervlakte driehoek (III+IV) = 30x60:2 = 900 cm 2. Oppervlakte IV = = 675 cm 2. Oppervlakte rechthoek (alles) = 45x60 = 2700 cm 2. Oppervlakte V = = 750 cm A. 0,2 B C. 0,012 D. 4 E F. 0,04 G H. 0, I. 1,4 J Er zitten 15:5 = 3 pakken in de breedte. Er zitten 32:16 = 2 pakken in de lengte. Er zitten 36:12 = 3 pakken in de hoogte. Er zitten dus 3x2x3 = 18 pakken in de doos.
9 14. Er passen 900:60 = 15 dozen in de lengte. Er passen (280:50 = 5,6) 5 dozen in de breedte. Er passen 240:40 = 6 dozen in de hoogte. Er zouden dan 15x5x6 = 450 dozen in de vrachtauto gaan. Met de strook van 30 cm in de breedte kunnen we niets meer. Bovendien zullen de dozen in de vrachtauto gaan schuiven. Daarom doen we het anders. We zetten de dozen zo dat de bodem helemaal vol komt. Er passen 900:60 = 15 dozen in de lengte. Er passen 280:40 = 7 dozen in de breedte. Er passen (240:50 = 4,8) 4 dozen in de hoogte. Dan zitten er al 15x7x4 = 420 dozen in de vrachtauto. Bovenin houden we een hoogte van 40 cm over. We leggen de dozen nu zo dat ze een hoogte van 40 cm hebben. Dan kunnen er in de lengte 15 dozen en in de breedte 5 dozen. Bovenin de vrachtauto gaan dus nog eens 75 dozen extra. In totaal kunnen er = 495 dozen in de vrachtauto. 15. De inhoud van het zwembad is 50x25x3 = 3750 m 2 = liter. Je moet 50 ( :75000 = 50) keer 5 liter chloor toevoegen. Dat is 50x5 = 250 liter chloor. 16. A. De inhoud van een bakje = 3x3x3 = 27 cm 3. In totaal komt er 26x4x27 = 2808 cm 3 in de emmer. Dat is 2,808 liter. B. De inhoud van het kubusbakje is 4x4x4 = 64 cm 3. De inhoud van het andere bakje is 3x4x5 = 60 cm 3. De eerste groep doet 13x6x64 = 4992 cm 3 in de emmer. De tweede groep doet 13x6x60 = 4680 cm 3 in de emmer. In totaal komt er = 9672 cm 3 = 9,672 liter in de emmer. De emmer is daarom nog niet vol.
2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte
H5 Oppervlakte 2 BBL 5.1 Eenheden van oppervlakte 1a. Vraag aan je docent een vel met hokjes van 1 cm bij 1 cm. b. Teken op het papier een vierkant met zijden van 1 cm. c. Schrijf in het vlak 1 cm². d.
Nadere informatiehandleiding pagina s 678 tot 686 1 Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde 614 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken
week les toets en foutenanalyse handleiding pagina s 678 tot 686 nuttige informatie Handleiding. Kopieerbladen pagina 69: oppervlakte ruit pagina 500: kaart van België pagina 50: afstandentabel België
Nadere informatieMeten is weten ANTWOORDENBOEK. 88972 Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm
Meten is weten Antwoordenboek Opdracht 1 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 5 mm 4 cm = 45 mm 1 cm = 15 mm 9 cm = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm Opdracht 2 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 1,5 cm = 15 mm 6,5 cm = 65
Nadere informatieBij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.
Boekverslag door Eline 801 woorden 23 april 2016 6.8 5 keer beoordeeld Vak Rekenen Rekenen hoofdstuk 5 Meten Paragraaf 1 Lengte Lengte Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal
Nadere informatieHet metriek stelsel. Grootheden en eenheden.
Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die
Nadere informatieAanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen
Natuur-scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd 2 Havo- VWO H. Aelmans SG
Nadere informatieHet Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud
Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm
Nadere informatiehandleiding pagina s 994 tot 1004 1 Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 26: bladzijde 841 huistaak 29: bladzijde 919 2 Werkboek 3 Posters
week 32 les 1 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 994 tot 1004 nuttige informatie 1 Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 808: tijd, afstand, snelheid pagina 840: oppervlakte berekenen (omstructureren)
Nadere informatieJe ziet hier 3 snelheidsmeters. Welke meter geeft de hoogste snelheid aan?
Heeft Uw kind problemen met redactiesommen? Hieronder staan een aantal redactiesommen specifiek voor groep 7 en 8 van de basisschool U kunt het gebruiken voor wat extra training. Van welke combinatie van
Nadere informatie9.1 Oppervlakte-eenheden [1]
9.1 Oppervlakte-eenheden [1] De omtrek van een figuur bereken je door uit te rekenen hoe lang het is als je één keer langs de rand van de figuur gaat. Omtrek = l + l + l + l + l + l + l + l = 14 + 8 +
Nadere informatieBereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder.
Oefenopgaven oppervlakte en inhoud 1. Bereken de oppervlakte van de driehoeken en parallellogrammen hieronder. 2. Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder. 3. A. Bereken
Nadere informatie1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.
Bij het uitrekenen van een lengte, een oppervlakte of een inhoud moet je altijd het volgende opschrijven: de formule - de tussenstap - het antwoord - de eenheid. 1. rechthoek. Kenmerken: alle hoeken zijn
Nadere informatieTijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren
Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week
Nadere informatieWerkblad bij lesvoorbereiding Breuken. 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij!
Werkblad bij lesvoorbereiding Breuken 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij! 3. En nu iets moeilijker. Schrijf de berekening erbij! Werkblad bij lesvoorbereiding
Nadere informatieOefenopgaven vergroten en verkleinen
Oefenopgaven vergroten en verkleinen 1. Van een rechthoek ABCD zijn de zijden 7 en 11 cm. Rechthoek KLMN is een vergroting van rechthoek ABCD met factor 1,5. A. Bereken de zijden van rechthoek KLMN. B.
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Voorkennis V-1a - Als je gedeelten van hokjes ij elkaar telt tot hele hokjes, dan passen op eiland A ongeveer 12 roosterhokjes. Op eiland B passen ijna 14 roosterhokjes. V-2a - Eiland A: ongeveer 22 m
Nadere informatie1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010
November 2010 Wat kunnen we allemaal meten? Wat kunnen we allemaal meten? 1. Lengte / breedte / hoogte / omtrek / oppervlakte / inhoud en volume 2. Tijd 3. Gewicht 4. Geld 5. Temperatuur Wij gaan ons
Nadere informatieSchaal. Met behulp van de werkelijke grootte en de afgebeelde grootte kun je de schaal berekenen.
Schaal Hieronder staat een afbeelding van het raam van het van Gogh-museum waardoor een inbreker zou zijn ontsnapt. Een advocaat voert aan dat door het gat in de ruit zijn client niet heeft kunnen ontsnappen,
Nadere informatieExtra opdrachten bewegen klas 2 HAVO
Extra opdrachten bewegen klas 2 HAVO Opdracht 0: Bereken de ontbrekende gegevens van de gemiddelde snelheid, tijd en afstand. (2 decimalen nauwkeurig). Afstand Tijd Gemiddelde snelheid 4000 m 1000 seconde
Nadere informatiehandleiding pagina s 956 tot 964 1 Handleiding
week 32 les 1 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 956 tot 964 nuttige informatie 1 Handleiding 11 Kopieerbladen pagina s 726 en 727: oppervlakte ruimtefiguren pagina 778: tijdstip en tijdsduur
Nadere informatie7 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 29, 31,
Hoofdstuk.0 INTRO De som is, of 0, of. Dat zijn de enige met vier mogelijkheden, zie eerste twee kolommen. Som Mogelijkheden Product Manieren om het product te schrijven + 8 + 7 + + 5 8 8 0 8 of 7 of 5
Nadere informatie4 Schat. ja / nee 1 punt / 0 punten. 3 gram links en 9 + 1 gram rechts. nee. Alle gewichten van 1 t/m 13 gram.
31 32 1 2 4 Schat ja / 1 punt / 0 punten 3 gram links en 9 + 1 gram rechts Alle gewichten van 1 t/m 13 gram. 17 gram Alle gewichten van 1 t/m 40 gram ja 2 91 = 182 cm 2? - - - - - - - - - - - - - - - -
Nadere informatiex = 12 of x = -12 x = 5 of x = -5 x = 5 of x = -7 x = 7 of x = x = 2 15 a x(x + 10) = 600 b x = 20 meter 16 x(x + 5) = 24, dus x = 3
Hoofdstuk VWO.0 INTRO De som is, of 0, of. Dat zijn de enige met vier mogelijkheden, zie eerste twee kolommen. Som Mogelijkheden Product Manieren om het product te schrijven + 8 + 7 + + 5 8 8 0 8 of 7
Nadere informatieWat doen we ermee? Een gesprek over de aanloop naar de moeilijke opgaven Fokke Munk 1
Wat doen we ermee? Een gesprek over de aanloop naar de moeilijke opgaven 29-11-2018 Fokke Munk 1 programma Voorstellen Positiebepaling Keus voor drie soorten contexten: snelheid, inhoud en schaal Analyse
Nadere informatieExtra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud
Extra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud 1 Een optische illusie? Welk gebied heeft de grootste oppervlakte: het gele of het donkergroene? Doe eerst een schatting en maak daarna de nodige
Nadere informatieSymmetrie en oppervlakte
Symmetrie en oppervlakte Hoofdstuk 5 1 a logoen4 /d 1 1 1 313 414 c logo 1: 180 logo : 180 logo 3: 90 logo 4: 90 d alle logo s zijn puntsymmetrisch 6 a a lijnsymmetrisch draaisymmetrisch puntsymmetrisch
Nadere informatie16 a. b a. b 6a. de Wageningse Methode Antwoorden H21 OPPERVLAKTE HAVO 1
Hoofdstuk OPPERVLAKTE HAVO 5 a De rechthoeken zijn bij 6 lucifers, of bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers.. INTRO Oppervlakte snelweg = 0 km 8 m = 0.000 m 8 m = 360.000 m. Zijde vierkant = 360. 000 = 600
Nadere informatiehandleiding pagina s 964 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 915: km Huistaken huistaak 27: bladzijde Werkboek 3 Posters
week 32 les 1 / OVSG toets en foutenanalyse handleiding pagina s 964 tot 981 nuttige informatie 1 Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 722: inhoud en lengte pagina 723: gewicht en geldwaarden pagina 724:
Nadere informatieHet Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud
Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud 1 3 COLOFON DiKiBO presenteert Het het complete Metriek Stelsel reken-zakboek voor groep voor 6, 7 en groep 8 5 & 6 3 Auteur: Nicolette de
Nadere informatied = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2
H17 PYTHAGORAS 17.1 INTRO 1 b c d 1 4 4 = 8 cm 6 A: 6 1 5 1 4 = 6 m B: 6 1 4 4 = 0 m C: 6 1 3 3 4 = 18 m D: 0 m E: 6 m 7 a A:, cm B: 5,0 cm C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine
Nadere informatie6 A: 6 2 2 1 5 1 4 = 26 m 2 B: 6 2 2 1 4 2 4 = 20 m 2 C: 6 2 1 2
Hoofdstuk 17 PYTHAGORAS HAVO 17.1 INTRO 1 b c 6 A: 6 1 5 1 4 = 6 m B: 6 1 4 4 = 0 m C: 6 1 3 3 4 = 18 m D: 0 m E: 6 m 7 a A:, cm B: 5,0 cm C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine
Nadere informatieDuizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend
Hoofdstuk 5 5A Grote getallen Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend Miljoen 6 getallen achter de komma 230 miljoen
Nadere informatieSAMENVATTING BASIS & KADER
SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,
Nadere informatieWat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.
70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.
Nadere informatiekilometer hectometer decameter meter decimeter centimeter milimeter km hm dam m dm cm mm
Op een plattegrond van een stad, maar ook op de landkaart van Nederland worden allerlei wegen kleiner afgebeeld. Omdat je niet de werkelijke maten op papier kunt zetten, maak je gebruik van een schaal.
Nadere informatie8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]
8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] Een prisma heeft twee evenwijdige grensvlakken. Een grondvlak en een bovenvlak. De andere grensvlakken zijn rechthoeken. De hoogte van de prisma is de lengte van de opstaande
Nadere informatieRekenboek 3 havo/vwo. Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 2014 REKENBOEK 3 HAVO/VWO ANTWOORDEN 1
Rekenboek havo/vwo Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 04 REKENBOEK HAVO/VWO ANTWOORDEN Blok Getallen. Bewerkingen a 45 d 6 g 8 b 60 e 90 h 687 c 4 f 56 i 48 a 4 d 000 b 4 000 e 000 c 70 f 0 000 a 7 d 0 b 70
Nadere informatieM.R. 56 : Overzicht scenario s.
M.R. 56 : Overzicht scenario s. Leerlingengedeelte Schermafdruk uit leerlingenvolgsysteem. Vorderingen per leerling. ALLEMAAL MATEN Leerinhoud Probeer en leerfase (M.R. 56) Oefenreeks(*) A1 Lengte. Tabel
Nadere informatieREKENTECHNIEKEN - OPLOSSINGEN
REKENTECHNIEKEN - OPLOSSINGEN 1] 3,52 m + 13,6 cm =? 3,52 m 3,52 m - 2 13,6 cm 0,136 m - 3 3,656 m eindresultaat 3,66 m 2 cijfers na komma en afronden naar boven 3,52 m 352 cm - 0 13,6 cm 13,6 cm - 1 365,6
Nadere informatieThema: Rekenen 2 vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd 21 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/74241 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieDEZE VRAGEN MAAK JE ZONDER REKENMACHINE. JE MAG WEL KLADPAPIER GEBRUIKEN. vraag 1: 5 1,65 = vraag 2: 60% van 450 is. vraag 3: 12 34 + 8 34 = vraag 4:
DEZE VRAGEN MAAK JE ZONDER REKENMACHINE. JE MAG WEL KLADPAPIER GEBRUIKEN. vraag 1: 5 1,65 = vraag 2: 60% van 450 is vraag : 12 4 + 8 4 = vraag 4: 4 deel = % vraag 5: 2,98 + 0, = vraag 6: 1 + 46 + 27 +
Nadere informatieexclusief 19% BTW. Bereken de prijs van de kandelaar inclusief 19% BTW. Schrijf je berekening op.
Piramidekaars Mariska koopt in een winkel een piramidekaars, zie de foto. De kaars heeft een hoogte van 18 cm. Het grondvlak is een vierkant met zijden van 10 cm. Het toppunt ligt precies boven het midden
Nadere informatieToelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs
VOORBLAD VOORBEELDEXAMEN 2015 Vak: Rekenkunde (voorbeeldexamen) De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het examen: geen Aantal vragen: 20 Aantal pagina s: 4 Bijlage(n): antwoorden oefentoets Beoordeling
Nadere informatieExamen VMBO-BB 2005 WISKUNDE CSE BB. tijdvak 2 maandag 20 juni 9.00 10.30 uur. Naam kandidaat Kandidaatnummer
Examen VMBO-BB 2005 WISKUNE SE BB tijdvak 2 maandag 20 juni 9.00 10.30 uur Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. it examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn
Nadere informatieOpvouwbare kubus (180 o )
Workshop Verpakkingen NWD 18 februari 2012 hm / rvo Opvouwbare kubus (180 o ) - Een bouwplaat van de kubus en een voorbeeldfoto - Als je een mooi wilt maken: een A4-tje 160 g wit papier en een schutblad,
Nadere informatieBloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige
Meten is weten Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk Leer- Meten en is oefenboek weten Bloemlezing metriek uit stelsel 36 bladzijden voor ISBN: een 978-90-821249-1-0 eerste indruk Auteur
Nadere informatieVoorkennis : Breuken en letters
Hoofdstuk 1 Getallen en Variabelen (V4 Wis A) Pagina 1 van 13 Voorkennis : Breuken en letters Les 1 : Breuken Bereken : a. 4 2 3 b. x 5 = c. 12 3 x a. 4 2 3 = 8 3 = 2 2 3 b. x 5 = 1 5 x c. 12 3 x = 12
Nadere informatieOpgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000
Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000 VBO en MAVO Klas 3 en 4 Vragen 1 t/m 10: voor elk goed antwoord +3 punten, voor elk fout antwoord -¾ punt. 1. Hiernaast zie je drie aanzichten (voor, boven, links)
Nadere informatieUitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3
Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3 3.4.1 Basis Tijd meten 1 Juli heeft 31 dagen. Wanneer 25 juli op zaterdag valt, valt 31 juli dus op een vrijdag. Augustus heeft ook 31 dagen. 1 augustus valt dus op
Nadere informatieAanvulling hoofdstuk 1
Natuur-Scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd VMBO- Tl2 H. Aelmans SG Groenewald 1.
Nadere informatieStartrekenen 2F vo. Leerwerkboek rekenen deel B SARI WOLTERS IRENE LUGTEN CYRIEL KLUITERS MARLOES KRAMER PASCAL DE WIT
Startrekenen 2F vo Leerwerkboek rekenen deel B SARI WOLTERS IRENE LUGTEN CYRIEL KLUITERS MARLOES KRAMER PASCAL DE WIT ROB LAGENDIJK KRISTEL SCHAAP JASPER VAN ABSWOUDE JELTE FOLKERTSMA RIEKE WYNIA Inhoudsopgave
Nadere informatieVerkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE
Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE 1. Inleiding Vanaf 1 oktober 2015 gelden nieuwe afspraken omtrent het rekenexamen 3F. De exameneisen
Nadere informatie15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21.
Hoofdstuk 1 OPPERVLAKTE HAVO 1.1 INTRO 15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: 1 Oppervlakte snelweg = 0 km 18 m = 0.000 m 18 m = 360.000 m. Zijde
Nadere informatieHoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.
Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen. Het werkt als volgt, Je maakt een opgave bijv. opgave 1. Hoe gaat het ook al weer denk je dan. Nou,
Nadere informatieVoorkennis : Breuken en letters
Hoofdstuk 1 Rekenregels en Verhoudingen (H4 Wis A) Pagina 1 van 11 Voorkennis : Breuken en letters Les 1 : Breuken Bereken : a. 4 2 3 b. x 5 = c. 12 3 x a. 4 2 3 = 8 3 = 2 2 3 b. x 5 = 1 5 x c. 12 3 x
Nadere informatiede Wageningse Methode Antwoorden H17 PYTHAGORAS VWO 1
Hoofdstuk 17 PYTHAGORAS VWO 17.0 INTRO 1 b C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine zijde van een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden van 3 en 4 cm is. Dus alle vier de zijden
Nadere informatieTaak na blok 5 les 1 TAAK 33
Taak na blok 5 les TAAK Naam: Klas: Datum: Klasnummer: Bekijk de blokkenbouwsels. Teken bij elk bouwsel het vooraanzicht, de zijaanzichten en het bovenaanzicht. Er zijn geen blokken verborgen. vooraanzicht
Nadere informatierekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs
Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna
Nadere informatieWISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR
WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR Getallenkennis: getalbegrip 1. Noteer het getal: 5D 2H 6HD 7t 9d 2. Noteer het getal: MMXVIII Getallenkennis: werken met gegevens 3. Hoeveel maanden
Nadere informatierekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs
Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Beoordelingsmodel VMBO GL/TL 2008-I Vraag Antwoord Scores Golfbaan maximumscore 4 Een kijklijn tekenen van het putje langs de punt van de bosrand 90 m in werkelijkheid komt overeen met 6 cm in de tekening
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1 vwo 2008-II
Een eponentiële functie De functie f is gegeven door f( ) = e. is het snijpunt van de grafiek van f met de y-as. B is het snijpunt van de raaklijn aan de grafiek van f in met de -as. Zie figuur 1. figuur
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
xamen VMO-GL en TL 2013 tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CS GL en TL ij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten
Nadere informatieHoofdstuk 1: Basisvaardigheden
Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen
Nadere informatieInhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10
Inhoud Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 1/10 Eenheden Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheid. Vaak zijn er meerdere eenheden
Nadere informatie6 a 22,5 gram b v = 1,5m. 7 a 1,95 kg b g = 0,78 v c 13 / 0,78 16,7 dm 3. 8 a. b p = 200d
Hoofdstuk 1 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1. INTRO 1 a De slak klimt een uur met constante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz. 1,5 m/u c,5 m/u d 8 uur en 4 minuten
Nadere informatie1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde
1 Junior Wiskunde Olympiade 005-006: tweede ronde Volgende benaderingen kunnen nuttig zijn bij het oplossen van sommige vragen 1,1 1,71 5,61 π,116 1 ls a a 17 a m = a 006, met a R + \{0, 1}, dan is m gelijk
Nadere informatieEindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2
OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte
Nadere informatiehandleiding pagina s 707 tot 714 1 Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 640: soortelijk gewicht 1.2 Huistaken huistaak 21: bladzijde 680 2 Werkboek
week 22 les 3 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 707 tot 714 nuttige informatie 1 Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 640: soortelijk gewicht 1.2 Huistaken huistaak 21: bladzijde 680 2 Werkboek
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2009 tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen.
Nadere informatieHandig met getallen 3 / 3a Antwoorden meten
Handig met getallen 3 / 3a Antwoorden meten Startopgave 1: a. 45 mm b. Ong. 10 m c. 75 cm d. Ong. 150 cm 2 e. Ong. 600 cm 2 f. 9 dm 2 g. 10 liter h. 15 cl i. 75 ml j. 20 kg k. 800 g l. 30 g Startopgave
Nadere informatieEfficientie in de ruimte - leerlingmateriaal
Junior College Utrecht Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal Versie 2 September 2012 Een project (ruimte-)meetkunde voor vwo-leerlingen Geschreven voor het Koningin Wilhelmina College Culemborg
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur
Eamen VWO 008 tijdvak woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B1 Dit eamen bestaat uit 18 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 84 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed
Nadere informatieTeken een diagonaalvlak naar keuze in de originele kubus. Teken dit diagonaalvlak plat op je blad op ware grootte.
Deze toets bestaat uit 11 opgaven. Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punten kunnen worden behaald. Er zijn 2 punten te behalen. Antwoorden moeten altijd zijn voorzien van een berekening, toelichting
Nadere informatiehandleiding pagina s 430 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 5A: bladzijden 60, 61, 69, 75 en 76 5B: bladzijden 6, 15, 21, 22 en 23
week 4 les 3 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 430 tot 438 nuttige informatie Handleiding. Kopieerbladen pagina 40: omtrekberekening pagina 73: hoeken vergelijken pagina 74: hoeken meten tot
Nadere informatieREKENMODULE LENGTE/SCHAAL
REKENMODULE LENGTE/SCHAAL Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Lengte/Schaal Leerlingtekst Versie 1.0. Oktober 2012 Auteurs:
Nadere informatieExamen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur WISKUNDE CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen.
Nadere informatieToelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs
Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD VOORBEELDEXAMEN REKENKUNDE Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten - Het examen bestaat uit twee onderdelen: hoofdrekenen en inzichtelijk rekenen. Bij het eerste
Nadere informatieOpgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000
Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000 HAVO en VWO Klas 3, 4 en 5 Vragen 1 t/m 10: voor elk goed antwoord +3 punten, voor elk fout antwoord -¾ punt. 1. Hiernaast zie je drie aanzichten (voor, boven, links)
Nadere informatiegroep 8 blok 7 antwoorden Malmberg s-hertogenbosch
blok 7 groep 8 antwoorden Malmberg s-hertogenbosch blok 7 les 3 3 Reken de omtrek en de oppervlakte van de figuren uit. Gebruik m en m 2. 1 m C Omtrek figuur C 20 m Oppervlakte figuur C 22 m 2 A B Omtrek
Nadere informatieOpgave 1. a = =994. b = = c. 37,5 x 64 = 75x32=150x16=300x8=2400. d.
Opgave 1 Los elk van de volgende opgaven zo handig mogelijk, niet cijferend, op. Noteer de oplossingen wiskundig correct en laat duidelijk uitkomen hoe je tot je antwoord bent gekomen. a. 2593-1599 = 2594-1600=994
Nadere informatieDeterminatietoets Rekenen 2F Deze toets bestaat in totaal uit 50 opgaven verdeeld over twee onderdelen.
Determinatietoets Rekenen 2F Deze toets bestaat in totaal uit 50 opgaven verdeeld over twee onderdelen. B-versie Rekenen met rekenmachine Je mag voor dit onderdeel de rekenmachine gebruiken. Een kladblaadje
Nadere informatie2002 tijdvak 1 antwoorden Schaatsen voor water
2002 tijdvak 1 antwoorden Schaatsen voor water 1 7 van de 21 leerlingen schaatsten meer dan 50 rondjes 7 X 100(%) 21 Het antwoord is 33(%) ( 33,3(%) 2 Het totaal aantal rondjes is 753 941,25 De opbrengst
Nadere informatieRekenrijk. F-schrift Antwoordenboek. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers
Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Rekenrijk F-schrift Antwoordenboek Derde editie 8b auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman eindauteur Ko Bazen Noordhoff Uitgevers 10 Les 1 1 Hoe
Nadere informatiewiskunde CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I WISKUNDE. MAVO-D / VMBO-gt
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: WISKUNDE MAVO-D / VMBO-gt EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke
Nadere informatieOpgave 2. ( 4 punten) Bereken de breedte van de tafel, afgerond op hele centimeters. Schrijf de berekening op.
D examen wiskunde tijdvak II 1998. Vergadertafels De vragen 1, 2, 3 en 4 gaan over symmetrische vergadertafels met één lange zijde van 150 cm en drie zijden van 75 cm. Op de foto hieronder zie je zo'n
Nadere informatieCorrectievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1
Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 Golfbaan 1 maximumscore 4 Een kijklijn tekenen van het putje langs de punt van de bosrand (1) 90 m in werkelijkheid komt overeen met 6 cm in de tekening
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur
Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten
Nadere informatieHoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren
Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren 141 Eventjes herhalen : Wat is een homothetie? h (o,k) : Een homothetie met centrum o en factor k Het beeld van een punt Z door de homothetie met centrum O en factor
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1. tijdvak 1 dinsdag 2 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VWO 009 tijdvak dinsdag juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieHET GROTE REKENBOEK OEFENBOEK. Antwoorden en Uitwerkingen VOORBEELDPAGINA S
Bestelnr. Het grote rekenboek - oefenboek - Antwoorden en uitwerkingen K-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat NL- CS Bodegraven Telefoon +()- Telefax +()- info@k-publisher.nl www.k-publisher.nl HGRB-Methode-Antwoorden-M_:Opmaak
Nadere informatieVastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0,41379-1,5862 (met een minimum van 1).
Tentamen rekenen 2F Naam... klas... locatie... Datum... tijdsduur 60 minuten. (versie: 30-3-2015) Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0,41379-1,5862 (met een minimum van 1). Opgave
Nadere informatieOverstapprogramma 6-7
Overstapprogramma - Cijferend optellen 9 Verdeel het getal. Het getal 8 kun je verdelen in: duizendtallen honderdtallen tientallen eenheden D H T E 8 D H T E 8 = 8 9 9 9 = = = = Zet de getallen goed onder
Nadere informatieWiskunde Basis Onderbouw
Onderwijs & Ontwikkeling Wiskunde Basis Onderbouw Voorbeeldexamen en zelftoets Dit voorbeeldexamen is bedoeld voor mensen die het toelatingsexamen Wiskunde Basis Onderbouw moeten halen om aan een opleiding
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Voorkennis V-a - Als je gedeelten van hokjes ij elkaar telt tot hele hokjes, dan passen op eiland A ongeveer roosterhokjes. Op eiland B passen ijna 4 roosterhokjes. Eiland A is dus ongeveer km groot. Eiland
Nadere informatieBOEKEN LEZEN. Schrijf hieronder de berekening op. ... ... ...
BOEKEN LEZEN Marianne moet voor haar mondeling examen nog 2 boeken lezen. Het eerste boek dat ze moet lezen heeft 270 bladzijden. Het tweede boek heeft 195 bladzijden. 2p 1 Bereken hoeveel bladzijden Marianne
Nadere informatieFAYA LOBI WEDSTRIJD 2014
1. betekent: het aantal elementen van de verzameling Van twee verzamelingen en is gegeven: en. en Voor en geldt: en en en en 2. en. De verzameling heeft elementen. 3. Zie onderstaande beweringen ( is een
Nadere informatieHoofdstuk 8 - Ruimtefiguren
Voorkennis V-a De oppervlakte van ABC is 2 5 : 2 = 0 cm 2. c d AB = 2 AC = 5 BC = 44 25 + 69 BC = 69 = cm De omtrek van ABC is 5 + 2 + = 0 cm. BD = 2 4 = 8 cm De oppervlakte van BCD is 8 5 : 2 = 20 cm
Nadere informatie7 cm. Bereken de inhoud van het stuk appeltaart in cm³. Een vliegtuig vliegt op 12 km hoogte en begint met dalen onder een hoek van 3.
Deze toets bestaat uit 10+ opgaven. Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punten kunnen worden behaald. Er zijn 8 punten te behalen. Antwoorden moeten altijd zijn voorzien van een berekening, toelichting
Nadere informatie