Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis Kenniscentrum MVS Augustus 2016

Vergelijkbare documenten
Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Schiedam 2015

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Schiedam 2012

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Leefbaarheid in Spijkenisse. Resultaten onderzoek over leefbaarheid en veiligheid onder inwoners van Spijkenisse

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Leefbaarheid en veiligheid

Leefbaarheid & Veiligheidsmonitor

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland

Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio Utrecht Tabellenrapport

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011

Toelichting bij "Tabellenboek", van Dimensus Monitor Veiligheid en Leefomgeving, 2014 IJsselstein 26 Juni 2014

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Leefbaarheidsmonitor 2011

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Monitor Veiligheid en Leefomgeving

Veiligheidsmonitor 2011

Leefbaarheid en veiligheid

Gegevensanalyse Schiedam-Oost. plaats hier uw foto: de guidelines helpen om de juiste afmeting te maken gebruik schaal en crop mogelijkheden

Veiligheid. Aangiftes politie (per 1000 inwoners) Rapportcijfers door bewoners. Criminaliteit in de buurt. hoofdstuk 6

26% 36% 31% (helemaal) mee eens niet mee eens en niet mee oneens (helemaal) mee oneens

B A S I S V O O R B E L E I D

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

ONDERZOEK VEILIGHEID. Inwonerpanel Gemeente Dongen Onderzoek 9 Mei GfK 2014 Gemeente Dongen Onderzoek Veiligheid Mei

Hoe veilig is Leiden?

Leefbaarheid in de buurt

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Veiligheidsmonitor Gemeente Achtkarspelen

Tabellenboek. Leefbaarheidsmonitor Leiden 2000

B A S I S V O O R B E L E I D

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Ittersum

B A S I S V O O R B E L E I D

Tabel 1: Stellingen Fysieke voorzieningen en Sociale contacten in woonbuurt (%)

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente Oisterwijk 2010

Resultaten op in beeld. Bijlage in grafieken en tabellen

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek

Hoe veilig is Nijkerk?

Leefbaarheid woonbuurt. Functioneren gemeente. Overlast in de buurt. Gemeente Leiden. significantie ( + = positief verschil; - = negatief verschil)

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Leefbaarheidsmonitor Gemeente Velsen

Gemeenten + Wijken Index

Gemeente Stichtse Vecht

Hoe veilig is Katwijk?

HOE VEILIG IS KATWIJK?

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Stichtse Vecht

Drie jaar Taskforce Overlast

Weinig mensen sociaal aan de kant

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011

Hoe veilig zijn Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel?

Veiligheidsmonitor 2011

Veiligheidsmonitor Heemstede 2008

LEEFBAARHEID EN VEILIGHEID IN DE BUURT 2017

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen

Hoe veilig is Noord-Holland Noord?

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007

Uitgevoerd door Dimensus GBM Montfoort 2017

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Bijlagen Leefbaarheid en Veiligheid 2013

GBM Moerdijk Veiligheid en Leefomgeving 2013

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10

Leefbaarheidsmonitor 2009 Gemeente Velsen

Resultaten Leefbaarheid- en VeiligheidsenquĂȘte maart 2006 t/m januari

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Analyse deelgebied Maaspoort 2016

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

Hoe veilig is Leiden?

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid VEENDAM

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid HAREN

;/y;\ i&o. ^research. Hoe veilig is Heemstede? Integrale Veiligheidsmonitor Gemeente Heemstede Juni 2012

Grafiekenrapport Integrale Veiligheidsmonitor in Brabant

LelyStadsGeluiden. Perceptie veiligheid De mening van de inwoners gepeild

Gemeente Breda. Omgevingsmeting asielzoekerscentrum: nulmeting. Rapportage

Veiligheidsmonitor 2008 Hollands Midden

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

Transcriptie:

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016 Kenniscentrum MVS Augustus 2016

Augustus 2016 Kenniscentrum MVS kenniscentrum@mvs-gemeenten.nl 010-2191008 Foto s: Kees Brandwijk 2 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Inhoud 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding en opdracht 5 1.2 Responsoverzicht 5 1.3 Inhoud van het rapport 6 2 Wonen en sociale samenhang 7 2.1 Inleiding 7 2.2 Woning en woonomgeving 7 2.3 Ontwikkeling van de woonbuurt 8 2.4 Sociale cohesie 10 2.5 Bevolkingssamenstelling en discriminatie 12 3 Leefbaarheid 17 3.1 Inleiding 17 3.2 Buurtproblemen 17 3.3 Verloedering en overlast 18 3.4 Functioneren gemeente 20 4 Welzijn 23 4.1 Inleiding 23 4.2 Gezondheid 23 4.3 Sociale contacten 24 4.4 Activiteiten buiten de deur 25 4.5 Participatiesamenleving 26 5 Veiligheid 29 5.1 Inleiding 29 5.2 Onveiligheidsgevoelens 29 5.3 Onveiligheid en buurtproblemen 31 5.4 Onveilige plekken 33 5.5 Team Handhaving en Toezicht 35 6 Voorzieningen 37 6.1 Fysieke voorzieningen 37 6.2 Sociale voorzieningen 39 7 Samenvatting en conclusies 41 3 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

4 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

1 Inleiding 1.1 Aanleiding en opdracht Het meten van de leefbaarheid en de veiligheidssituatie wordt in Maassluis al enkele jaren uitgevoerd. Door een groeiende behoefte aan periodieke informatie over de voortgang en resultaten van het gevoerde beleid wordt regelmatig een onderzoek onder de bevolking gehouden. Sinds oktober 2015 verricht het Kenniscentrum MVS (Maassluis-Vlaardingen-Schiedam) werkzaamheden voor de gemeente Maassluis. In het voorjaar van 2016 heeft dit onderzoek in het kader van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid plaatsgevonden. Voorliggende rapportage geeft de uitkomsten van dit onderzoek. Het levert niet alleen een beeld op van hoe zaken als woonplezier, veiligheid en sociale cohesie zich in Maassluis ontwikkelen, maar het geeft ook inzicht in onderwerpen als gezondheid, eenzaamheid en burgerparticipatie. Dit kan dienen als belangrijke onderbouwing van het gemeentelijk beleid. 1.2 Responsoverzicht Het veldwerk van het onderzoek is verricht door middel van schriftelijke bevraging van de vragenlijst. Voor het onderzoek is een steekproef van 4.000 personen in de leeftijd van 18 tot en met 80 jaar aselect uit het bevolkingsregister getrokken. Deze personen kregen een vragenlijst thuisgestuurd met het verzoek deze in te vullen en terug te sturen. Een andere mogelijkheid betrof de vragenlijst digitaal in te vullen. Door middel van een code in de begeleidende brief konden de aangeschreven personen inloggen op de gemeentelijke website en daar de vragenlijst invullen. 22 formulieren bleken om uiteenlopende redenen (verhuizing, overlijden, etc,) onbestelbaar. Van de resterende 3.978 stuurden uiteindelijk in totaal 924 personen een ingevuld vragenformulier terug en deden 342 personen digitaal mee aan het onderzoek. De respons bedraagt derhalve 32 procent. Een openbare versie van de vragenlijst is door 29 personen ingevuld op de gemeentelijke website. In totaal hebben 1.295 inwoners uit Maassluis deelgenomen aan het onderzoek. In figuur 1.1 is de totale respons verdeeld naar de in Maassluis aanwezige wijken 1. De respondenten woonachtig in Aalkeetpolder of Wilgenrijk zijn vanwege het geringe aantal respondenten uit deze wijken bij respectievelijk Sluispolder en Dijkpolder gevoegd. Op de laatste pagina van deze rapportage is een plattegrond van Maassluis inclusief wijk- en buurtindeling opgenomen. Figuur 1.1 Netto respons per wijk (totaal van schriftelijke en digitale methode) wijk aantal responspercentage respondenten Taanschuurpolder 142 32% Dijkpolder (inclusief Wilgenrijk) 220 33% Sluispolder (inclusief Aalkeetpolder) 238 29% Kapelpolder 242 32% Burgemeesterswijk 218 30% Steendijkpolder 194 35% Totaal 1.266* 32% * van 12 personen is niet bekend in welke wijk zij woonachtig zijn 1 De 29 personen die de openbare versie van de vragenlijst op de gemeentelijke website hebben ingevuld, zijn niet meegenomen in het responsoverzicht van figuur 1.1. 5 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur 1.1 geeft weer dat de respons 32 procent bedraagt. Dat is tegenwoordig een redelijk normaal responspercentage voor bevolkingsonderzoek. De verschillen tussen de diverse wijken in Maassluis zijn klein. Steendijkpolder laat het hoogste responspercentage zien. De animo voor dit onderzoek is het laagst in Sluispolder. De uiteindelijk respons wordt altijd vergeleken met de samenstelling van de totale bevolking van Maassluis. Voor zover nodig wordt de respons door middel van weegfactoren gecorrigeerd zodat uiteindelijk een exacte afspiegeling ontstaat van de totale Maassluisse bevolking in de leeftijd van 18 tot en met 80 jaar. De uitkomsten van het onderzoek leveren daarmee een betrouwbaar beeld op van de mening van de Maassluizenaar. 1.3 Inhoud van het rapport In het eerstvolgende hoofdstuk komt de leefbaarheid op wijkniveau aan bod: het wonen en de sociale samenhang in Maassluis. In hoofdstuk 3 ligt de focus op het bestaan van buurtproblemen; hoe vaak ondervinden bewoners overlast of is er bijvoorbeeld sprake van verloedering. Het thema welzijn wordt behandeld in hoofdstuk 4. Het gaat dan bijvoorbeeld om gezondheid, eenzaamheid en participatie. Hoofdstuk 5 heeft het thema veiligheid als onderwerp: veiligheidsgevoelens en plaatsen die als onveilig worden bestempeld. In het daaropvolgende hoofdstuk komt het voorzieningenniveau (hoofdstuk 6) aan de orde. Het laatste hoofdstuk (7) presenteert de belangrijkste uitkomsten en conclusies. 6 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

2 Wonen en sociale samenhang 2.1 Inleiding In welke mate inwoners van Maassluis met plezier wonen in hun stad, is grotendeels afhankelijk van de zaken waarover dit hoofdstuk gaat: de kwaliteit van de eigen woning (gekocht of gehuurd), de kwaliteit van de directe woonomgeving en de manier waarop buurtbewoners met elkaar omgaan. Hierbij komen ook de tevredenheid over de bevolkingssamenstelling en discriminatie aan de orde. 2.2 Woning en woonomgeving De inwoners van Maassluis beoordelen hun woning en woonomgeving met ruime voldoendes. De eigen woning krijgt gemiddeld een 7.8 en de woonomgeving een 7.3. Ter vergelijking: in 2013 gaven de bewoners hun buurt in het algemeen eveneens een 7.3 en in 2011 een 7.2. 2 Figuur 2.1 Rapportcijfers woning en woonomgeving, per wijk wijk woning woonomgeving Taanschuurpolder 8.0 7.3 Dijkpolder 7.7 7.2 Sluispolder 7.4 7.1 Kapelpolder 7.9 7.5 Burgemeesterswijk 8.1 7.3 Steendijkpolder 8.0 7.5 Maassluis 7.8 7.3 De huidige rapportcijfers voor de eigen woning lopen uiteen van een 7.4 in Sluispolder tot een 8.1 in de Burgemeesterswijk. Voor de woonomgeving variëren ze van een 7.1 in Sluispolder tot een 7.5 in Kapelpolder en Steendijkpolder. Het lijkt erop dat de sloop in de Burgemeesterswijk en Kapelpolder en de gevarieerde nieuwbouw die daar enkele jaren geleden voor in de plaats is gekomen, zich uitbetalen in een bovengemiddelde waardering voor zowel de eigen woning als de buurt. De wijken Sluispolder en Dijkpolder, met relatief veel oudere (etage-)woningen, scoren iets onder het gemiddelde. Maar liefst 91 procent van de ondervraagden vindt de eigen buurt prettig om in te wonen. Zo n 55 procent zegt gehecht te zijn aan de buurt waar zij wonen. Ongeveer 68 procent geeft aan zich medeverantwoordelijk te voelen voor de leefbaarheid in de buurt. De percentages per wijk worden hierna weergegeven in grafieken. Gemiddeld genomen zijn bewoners in de leeftijdsgroep van 50-64 jaar het meest tevreden over hun buurt en jongeren onder de 35 jaar het minst. Dit komt waarschijnlijk doordat bewoners van middelbare leeftijd verder zijn in hun wooncarrière en daardoor vaak aantrekkelijker wonen dan jongeren. 50-Plussers zeggen ook vaker gehecht te zijn aan hun buurt. Daarnaast zeggen bewoners onder de 35 jaar minder vaak zich medeverantwoordelijk te voelen voor de leefbaarheid in de buurt; zij staan hier vaker neutraal tegenover. 2 Bron: Oostveen Beleidsonderzoek en Advies, Gemeenteatlas Maassluis 2013. Bij het onderzoek voor de Gemeenteatlas is niet gevraagd naar een rapportcijfer voor de eigen woning, wel voor de woningen in de buurt. De respondenten beoordeelden de woningen in de buurt in 2013 met een 7.0, net als in 2011. 7 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

2011 2012 2013 2014 2015 2016 Figuur 2.2 Beoordeling woonbuurt, per wijk (in %) Taanschuurpolder Dijkpolder Sluispolder Kapelpolder Burgemeesterswijk Steendijkpolder 92% 91% 90% 92% 90% 97% Maassluis 91% (zeer) onprettig (zeer) prettig Als onderdeel van de waardering van de woonomgeving is gevraagd in hoeverre de buurt/woonomgeving prettig is om in te wonen. Daaruit blijkt dat gemiddeld 91 procent van de inwoners van Maassluis van mening is dat men in een prettige buurt woont. Dat is een gunstiger percentage dan wat doorgaans elders in het land wordt gemeten. Binnen Maassluis springt de Steendijkpolder er in positieve zin bovenuit. Overigens zijn de verschillen tussen de andere wijken vrij klein. 2.3 Ontwikkeling van de woonbuurt Hoe oordelen de ondervraagden over de ontwikkeling van hun eigen woonbuurt in het afgelopen jaar? In alle jaren dat deze vraag is voorgelegd aan bewoners blijkt het negativisme enigszins te overheersen: 21 procent vindt dat de eigen woonbuurt het afgelopen jaar achteruit is gegaan, terwijl 9 procent juist een positieve ontwikkeling signaleert. Ruim tweederde deel van de bewoners heeft geen duidelijke ontwikkelingsrichting kunnen constateren en zegt dat de buurt gelijk is gebleven. In vergelijking met het landelijke beeld zien de inwoners van Maassluis iets vaker een achteruitgang van de eigen woonbuurt. Figuur 2.3 Ontwikkeling aandeel bewoners dat de buurt vooruit/achteruit vindt gegaan in het afgelopen jaar (in %) 30 25 20 15 10 5 0 achteruit vooruit 8 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

In de meting van 2016 is het aandeel ondervraagden dat vindt dat hun woonbuurt vooruit is gegaan, bijna gelijk gebleven aan de meting van 2013. Het aandeel dat de buurt achteruit vindt gaan is iets gedaald. De bewoners van de Burgemeesterswijk en Taanschuurpolder vinden iets vaker dan gemiddeld dat hun buurt vooruit is gegaan. Daartegen vinden in Sluispolder en Dijkpolder relatief veel bewoners (26-27%) dat hun wijk achteruit is gegaan. In de Steendijkpolder vindt ruim driekwart dat er het afgelopen jaar niets is veranderd. Ruim tweederde van de ondervraagden voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt. Per wijk zijn de verschillen redelijk groot. Wat dat betreft scoort de Steendijkpolder het meest gunstig en de Taanschuurpolder het laagst. Figuur 2.4 Medeverantwoordelijkheid voor de leefbaarheid in de buurt (in %) Steendijkpolder 74% 18% 8% Burgemeesterswijk 73% 24% 3% Kapelpolder 67% 29% 4% Sluispolder 66% 24% 10% Dijkpolder 67% 23% 9% Taanschuurpolder 61% 34% 5% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Helemaal) mee eens Neutraal (Helemaal) niet mee eens Meer in het algemeen kan worden gesteld dat hoogopgeleiden iets tevredener zijn over hun buurt. Dit heeft vermoedelijk te maken met het gemiddeld hogere inkomen van hoogopgeleiden, waardoor zij vaker in aantrekkelijker buurten wonen. Ook voelen zij zich vaker medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt. Laagopgeleiden zeggen weer vaker gehecht te zijn aan hun buurt. Tussen autochtonen en allochtonen zijn er nauwelijks verschillen wat betreft deze onderwerpen. Zo n 1 op 9 ondervraagden is het eens met de stelling als het maar enigszins mogelijk is, ga ik uit deze buurt verhuizen. Dat geldt in nog sterkere mate voor bewoners van de Sluispolder en Dijkpolder. In deze wijken is de verhuisgeneigdheid het hoogst. 9 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur 2.5 Mening m.b.t. de stelling Als het maar enigszins mogelijk is, ga ik uit deze buurt verhuizen (in %) Steendijkpolder 11% 8% 81% Burgemeesterswijk 7% 13% 80% Kapelpolder 9% 9% 82% Sluispolder 17% 15% 68% Dijkpolder 15% 10% 74% Taanschuurpolder 5% 16% 79% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Helemaal) mee eens Neutraal (Helemaal) niet mee eens 2.4 Sociale cohesie De sociale cohesie heeft niet alleen een positieve invloed op de waardering voor het wonen, maar is ook van belang voor de leefbaarheid en veiligheid. Betrokkenheid bij de buurt maakt dat bewoners zich actiever inzetten voor de kwaliteit van de openbare ruimte en in de omgang met medebewoners. Om dit te kunnen meten is de indicator sociale cohesie opgesteld. Deze indicator is opgebouwd uit de antwoorden op de volgende stellingen: De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks. De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om. Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is. Ik voel mij thuis bij de mensen die in deze buurt wonen. Figuur 2.6 Indicatorscore sociale cohesie per wijk (hoe hoger, hoe beter) wijk 2016 Taanschuurpolder 6,1 Dijkpolder 5,8 Sluispolder 5,8 Kapelpolder 6,0 Burgemeesterswijk 5,8 Steendijkpolder 5,8 Maassluis 5,9 Met een indicatorscore van 5,9 blijft Maassluis iets achter bij het landelijk gemiddelde dat 6,1 bedraagt. De 5,9 voor Maassluis past wel goed bij de score voor (sterk) stedelijke gebieden. Binnen Maassluis zijn de verschillen tussen de wijken opvallend klein. 10 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Figuur 2.7 7,0 6,8 6,6 6,4 6,2 6,0 5,8 5,6 5,4 5,2 5,0 Ontwikkeling indicatorscore sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) Zoals uit de grafiek blijkt, is de sociale cohesie in Maassluis redelijk stabiel maar wel enigszins aan de lage kant. Figuur 2.8 stelling Stellingen m.b.t. de sociale woonomgeving De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen Ik ben tevreden over de bevolkingssamenstelling in deze buurt komt relatief veel voor in: Burgemeesterswijk Steendijkpolder Taanschuurpolder Taanschuurpolder Taanschuurpolder Steendijkpolder Steendijkpolder komt relatief weinig voor in: Taanschuurpolder Dijkpolder Burgemeesterswijk Sluispolder Dijkpolder Sluispolder Ik ben gehecht aan de buurt waar ik woon Taanschuurpolder Burgemeesterswijk Wat betreft de stellingen m.b.t. de sociale woonomgeving scoort de Taanschuurpolder vaak het best. De Dijkpolder, Sluispolder en Burgemeesterswijk blijven doorgaans achter bij het gemiddelde. Maar ook hier geldt dat de verschillen tussen de wijken niet heel erg groot zijn. Jongeren onder de 35 jaar zeggen relatief vaak dat de mensen in de buurt elkaar nauwelijks kennen. Zij voelen zich ook minder vaak thuis in hun buurt. Dit kan liggen aan het feit dat zij vaak nog niet zo lang in de buurt wonen als oudere buurtbewoners. Verder vinden hoger opgeleiden vaker dan lager opgeleiden dat de mensen in hun buurt op een prettige manier met elkaar omgaan. Allochtonen zijn het vaker dan autochtonen eens met de stelling dat de mensen in de buurt elkaar nauwelijks kennen. 11 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

In het vragenblok over de woonbuurt werd ook gevraagd of bewoners het afgelopen jaar actief zijn geweest om de eigen buurt te verbeteren, bijvoorbeeld door het organiseren van een wijkof buurtfeest of het leveren van een bijdrage aan de leefbaarheid in de eigen straat. De uitkomsten van deze vraag zijn weergegeven in figuur 2.9. Figuur 2.9 Aandeel bewoners dat afgelopen jaar actief is geweest om eigen buurt te verbeteren (in %) 2016 Maassluis 18% Regio Rotterdam-Rijnmond (2015) 14% Nederland (2015) 18% Het aandeel bewoners dat actief is geweest om de eigen woonbuurt te verbeteren bedraagt in Maassluis 18 procent. Dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde en enkele procentpunten boven het gemiddelde in de regio Rotterdam-Rijnmond. Daarnaast is gevraagd naar de bekendheid van het Gebiedsoverleg, oftewel de wijkenaanpak in Maassluis. In figuur 2.10 zijn de uitkomsten gepresenteerd. Figuur 2.10 Bent u bekend met het Gebiedsoverleg? (in %) 3% ja, ik ken het Gebiedsoverleg goed 72% 25% ja, ik weet van het bestaan, maar ik ken het niet zo goed nee, het Gebiedsoverleg ken ik niet Maar liefst 72 procent van de inwoners kent het Gebiedsoverleg niet. Deze onbekendheid met het Gebiedsoverleg is in alle wijken te zien. Slechts een klein deel van de bevolking (3%) is goed bekend met de wijkenaanpak in Maassluis. In 2013 gaf 5 procent van de respondenten aan wel eens naar een Gebiedsoverleg te zijn geweest. 2.5 Bevolkingssamenstelling en discriminatie Ongeveer 59 procent van de inwoners van Maassluis zegt tevreden te zijn over de bevolkingssamenstelling in de buurt. Verder is zo n 36 procent van de respondenten het eens met de stelling dat autochtonen en allochtonen in de buurt goed met elkaar omgaan. In de voorgaande berekeningen is de antwoordcategorie weet niet / geen mening soms buiten beschouwing gelaten, omdat het (vrijwel) altijd om minder dan 5 procent van de respondenten 12 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

gaat. Bij de vraag over omgang tussen autochtonen en allochtonen valt echter op dat maar liefst 21 procent van de respondenten heeft geantwoord met weet niet / geen mening. Om die reden wordt dit percentage hierna wel weergegeven. Dit hoge percentage is een aanwijzing dat er weinig contact is tussen autochtonen en allochtonen. Tellen we de categorie weet niet / geen mening mee, dan is stadsbreed 29 procent van de respondenten het eens met de stelling. Figuur 2.11 Stellingen m.b.t. de bevolkingssamenstelling Ik ben tevreden over de bevolkingssamenstelling in deze buurt Steendijkpolder 72% 21% 7% Burgemeesterswijk 56% 30% 14% Kapelpolder 61% 27% 13% Sluispolder 47% 32% 21% Dijkpolder 60% 22% 17% Taanschuurpolder 61% 25% 14% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Helemaal) mee eens Neutraal (Helemaal) niet mee eens In mijn buurt gaan autochtonen en allochtonen goed met elkaar om Steendijkpolder 23% 40% 7% 30% Burgemeesterswijk 25% 39% 18% 18% Kapelpolder 31% 37% 11% 21% Sluispolder 33% 38% 15% 14% Dijkpolder 24% 36% 15% 26% Taanschuurpolder 41% 34% 6% 20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Helemaal) mee eens (Helemaal) niet mee eens Neutraal Weet niet / geen mening Iets dergelijks geldt voor de stelling dat jongeren en ouderen in de buurt goed met elkaar omgaan. Op deze stelling antwoordt 17 procent met weet niet / geen mening, wat kan betekenen dat jongeren en ouderen niet zo veel met elkaar omgaan. Zo n 45 procent is het (helemaal) eens met deze stelling. Tellen we de categorie weet niet / geen mening mee, dan is dat nog 38 procent. Jongeren en allochtonen zijn het vaker eens met de stellingen dat autochtonen en allochtonen enerzijds en jongeren en ouderen anderzijds goed met elkaar omgaan. 13 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur 2.12 Stellingen m.b.t. de omgang jongeren/ouderen In mijn buurt gaan jongeren en ouderen goed met elkaar om Steendijkpolder 37% 39% 4% 20% Burgemeesterswijk 38% 36% 12% 15% Kapelpolder 34% 37% 8% 21% Sluispolder 42% 32% 11% 16% Dijkpolder 35% 37% 11% 17% Taanschuurpolder 41% 37% 7% 15% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Helemaal) mee eens (Helemaal) niet mee eens Neutraal Weet niet / geen mening Ongeveer 15 procent van de ondervraagden heeft zich het afgelopen jaar weleens gediscrimineerd gevoeld. Dit percentage is vergelijkbaar met andere plaatsen in de Randstad. Allochtonen voelen zich veel vaker gediscrimineerd dan autochtonen. Afkomst wordt dan ook het meest genoemd als vermeende reden van discriminatie. Ook wordt discriminatie het vaakst ervaren in wijken waar relatief veel allochtonen wonen. Als autochtonen zich gediscrimineerd voelen, is dat meestal vanwege hun leeftijd of vanwege een handicap of chronische ziekte. Figuur 2.13 Stellingen m.b.t. discriminatie Heeft u zich het afgelopen jaar wel eens gediscrimineerd gevoeld? Steendijkpolder 6% Burgemeesterswijk 11% Kapelpolder 17% Sluispolder 24% Dijkpolder Taanschuurpolder 17% 16% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 14 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur 2.14 Redenen van discriminatie (in % van het aantal gediscrimineerden) Om welke reden werd u volgens u gediscrimineerd? Ras/afkomst/huidskleur 38% Leeftijd/geslacht Godsdienst/levensovertuiging 23% 21% Handicap/chronische ziekte 12% Geaardheid 3% Anders, namelijk 22% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% Jongeren tot 35 jaar voelen zich relatief vaak gediscrimineerd, meestal vanwege hun afkomst. Bewoners in de leeftijdsgroep 50-64 jaar voelen zich het vaakst gediscrimineerd vanwege hun leeftijd, vaker nog dan 65-plussers. Dit verschil hangt vermoedelijk samen met slechte ervaringen op de arbeidsmarkt: terwijl vrijwel geen enkele 65-plusser meer actief is op de arbeidsmarkt, ervaren veel 50-64-jarigen juist dat hun positie op de arbeidsmarkt zwak is. 15 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

16 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

3 Leefbaarheid 3.1 Inleiding Hoe staat het in Maassluis en in de verschillende wijken van de stad met de leefbaarheid? In welke mate is er sprake van buurtproblemen, overlast en criminaliteit? En hoeveel vertrouwen hebben de bewoners in de gemeente? Daarover gaat dit hoofdstuk. Het zich voordoen van leefbaarheidsproblemen wordt hierbij uitgedrukt in zogenaamde indicatorscores, die in de verschillende paragrafen worden toegelicht. 3.2 Buurtproblemen Aan de ondervraagden is een 32-tal problemen voorgelegd met de vraag of deze vaak, soms of (bijna) nooit in hun buurt voorkomen. De uitkomsten van deze vraag zijn omgezet in een indicatorscore buurtproblemen. Dit houdt in dat op een schaal van 0 tot en met 100 de frequentie wordt weergegeven. Een waarde 0 betekent dat een probleem nooit voorkomt, terwijl de waarde 100 weergeeft dat een probleem zich vaak voordoet. Het gaat hier om een inschatting van de respondenten die niet gebaseerd hoeft te zijn op eigen ervaringen. Figuur 3.1 Indicatorscore buurtproblemen, 2016 (0=nooit, 100=vaak) rang buurtprobleem score 1 Hondenpoep op straat 54 2 Rommel op straat 49 3 Te hard rijden 48 4 Gaten of verzakkingen in de bestrating 41 5 Parkeeroverlast 39 6 Inbraak in woningen 38 7 Vuilnis naast de container/verkeerd aanbieden huisvuil 36 8 Fietsendiefstal 28 9 Vernieling van straatmeubilair 28 10 Overlast van groepen jongeren 27 11 Beschadiging of vernieling aan auto s 27 12 Geluidsoverlast door omwonenden 25 13 Agressief verkeersgedrag 25 14 Lawaai op straat 22 15 Geluidsoverlast door verkeer 21 16 Diefstal UIT auto s 19 17 Overige overlast door omwonenden 17 18 Bekladding van muren en/of gebouwen (bijv. graffiti) 17 19 Industrielawaai 16 20 Andere vormen van geluidsoverlast 16 21 Wildplassen 14 22 Jeugdcriminaliteit 14 23 Dronken mensen op straat 14 24 Aanrijdingen 11 25 Drugsoverlast 10 26 Vrouwen die op straat ongewenste aandacht krijgen 10 27 Mensen die op straat worden lastig gevallen 8 28 Bedreiging 8 29 Overlast van horecagelegenheden 6 30 Gewelddelicten 6 31 Straatroof 4 32 Overlast van zwervers / daklozen 2 gemiddeld 22 17 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Hondenpoep, rommel op straat en te hard rijden zijn volgens de inwoners van Maassluis de meest voorkomende buurtproblemen. Vervolgens is gevraagd wat volgens de bewoners het belangrijkste probleem in de buurt is, waarvan men vindt dat het met voorrang moet worden aangepakt. Figuur 3.2 toont de prioriteitenlijst per wijk die op basis van deze vraag is opgesteld. Figuur 3.2 Belangrijkste buurtproblemen die volgens bewoners aanpak behoeven, per wijk naar prioriteit wijk 1 e 2 e 3 e Taanschuurpolder Parkeeroverlast (19%) Te hard rijden (13%) Hondenpoep (11%) Dijkpolder Hondenpoep (14%) Bestrating/verzak. (14%) Te hard rijden (12%) Sluispolder Rommel op straat (14%) Hondenpoep (13%) Parkeeroverlast (11%) Kapelpolder Te hard rijden (13%) Parkeeroverlast (13%) Vuil naast container (11%) Burgemeesterswijk Inbraak in woningen (25%) Bestrating/verzak. (11%) Jongerenoverlast (10%) Steendijkpolder Inbraak in woningen (23%) Hondenpoep (15%) Parkeeroverlast (14%) Maassluis Inbraak in woningen (14%) Hondenpoep (12%) Bestrating/verzak. (11%) Hoewel het niet het meest voorkomende buurtprobleem is (zie figuur 3.1), heeft het tegengaan van woninginbraak wat bewoners betreft de hoogste prioriteit, gevolgd door het bestrijden van hondenpoep en verzakkingen in de bestrating. De urgentie van woninginbraak geldt vooral wat betreft bewoners van de Burgemeesterswijk en Steendijkpolder. Het bestrijden van hondenpoep op straat is in het bijzonder van belang in Dijkpolder en het tegengaan van te hard rijden in Kapelpolder. Verder willen bewoners van Taanschuurpolder vooral dat er iets wordt gedaan aan parkeeroverlast en de bewoners van Sluispolder aan rommel op straat. 3.3 Verloedering en overlast De frequentie waarmee buurtproblemen zich volgens bewoners voordoen, is ook van invloed op de beleving van de fysieke kwaliteit van de buurt. Om dit te meten is de indicator verloedering opgesteld. Deze indicator is opgebouwd uit de frequenties waarmee de volgende voorvallen of situaties voorkomen: bekladden van muren en/of gebouwen; rommel op straat; hondenpoep op straat; vernieling van straatmeubilair. Figuur 3.3 Indicatorscore verloedering naar wijk (hoe lager, hoe beter) wijk verloedering Taanschuurpolder 4,1 Dijkpolder 3,7 Sluispolder 3,7 Kapelpolder 3,6 Burgemeesterswijk 3,6 Steendijkpolder 3,6 Maassluis 3,7 Op een schaal van 0 (=nooit) tot en met 10 (=vaak) scoort Maassluis een 3,7. Dit betekent een score rond het landelijk gemiddelde. Hoe stedelijker een gemeente is, hoe hoger deze score. 18 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Bekladding, vernieling, rommel en hondenpoep op straat doen zich het meest voor in de wijk Taanschuurpolder. Dijkpolder en Sluispolder scoren gemiddeld wat betreft verloedering en Kapelpolder, de Burgemeesterswijk en Steendijkpolder doen het wat betreft verloedering net iets beter dan gemiddeld. Een ander aspect dat van invloed is voor het woongenot en de leefbaarheid in de buurt, is de mate van overlast die bewoners ervaren. Hiervoor is de indicator overlast opgesteld. Deze indicator geeft op een schaal van 0 (=nooit) tot en met 10 (=vaak) aan in welke mate bewoners overlast ervaren. Voor deze indicator is gevraagd naar de frequentie waarin de volgende vormen van overlast voorkomen in de buurt: overlast van groepen jongeren; overlast door omwonenden (geen geluidsoverlast); lawaai van omwonenden / burengerucht. Figuur 3.4 Indicatorscore overlast naar wijk (hoe lager, hoe beter) wijk overlast Taanschuurpolder 2,5 Dijkpolder 2,7 Sluispolder 2,5 Kapelpolder 2,2 Burgemeesterswijk 2,2 Steendijkpolder 1,8 Maassluis 2,3 Overlast door groepen jongeren, omwonenden en in de vorm van burengerucht doet zich het meest voor in de wijk Dijkpolder. Ook de wijken Taanschuurpolder en Sluispolder scoren iets slechter dan het stedelijk gemiddelde. Steendijkpolder scoort met voorsprong het gunstigst en Kapelpolder en de Burgemeesterswijk zitten dicht bij het stedelijk gemiddelde wat betreft deze vormen van overlast. In het kader van de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor is specifiek een indicatorscore opgesteld voor verkeersoverlast. Deze score is op dezelfde wijze op basis van een aantal vragen samengesteld en geeft tevens op een schaal van 0 (=nooit) tot en met 10 (=vaak) aan in welke mate bewoners hinder van verkeer ervaren. Hoe hoger de score op deze schaal, hoe meer overlast men ervaart. De indicator voor verkeersoverlast is gebaseerd op de vragen naar: agressief verkeersgedrag; geluidsoverlast door verkeer; te hard rijden; parkeeroverlast. 19 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur 3.5 Indicatorscore verkeersoverlast naar wijk (hoe lager, hoe beter) wijk verkeersoverlast Taanschuurpolder 3,7 Dijkpolder 3,3 Sluispolder 3,4 Kapelpolder 3,3 Burgemeesterswijk 3,1 Steendijkpolder 3,1 Maassluis 3,3 Op deze indicatorscore voor verkeersoverlast scoort de gemeente Maassluis een 3,3. Verkeersoverlast speelt het meest in de wijk Taanschuurpolder en het minst in de Burgemeesterswijk en Steendijkpolder. Dijkpolder, Sluispolder en Kapelpolder scoren (nagenoeg) gemiddeld. 3.4 Functioneren gemeente In de vragenlijst van de Leefbaarheids- en Veiligheidsmonitor is tevens gevraagd om de leefbaarheid in de eigen woonbuurt met een rapportcijfer te beoordelen. Figuur 3.6 Gemiddeld rapportcijfer voor de leefbaarheid in de eigen woonbuurt wijk 2016 Taanschuurpolder 7.3 Dijkpolder 7.1 Sluispolder 7.1 Kapelpolder 7.3 Burgemeesterswijk 7.3 Steendijkpolder 7.3 Maassluis 7.2 Nederland (2015) 7.4 Inwoners van Maassluis beoordelen de leefbaarheid in hun eigen buurt gemiddeld met een 7,2. Dat is net onder het Nederlands gemiddelde (7.4). Ook hier geldt dat hoe landelijker een gemeente is, hoe hoger het gemiddelde rapportcijfer. Op wijkniveau zijn de verschillen zeer klein. Dijkpolder en Sluispolder zitten net onder het gemiddelde en de overige wijken net erboven. Door middel van een aantal stellingen (zie figuur 3.7) is de mening van de inwoners van Maassluis bevraagd over het functioneren van de gemeente in de woonbuurten. Dit betreft onder andere de aanpak van problemen op het gebied van leefbaarheid. 20 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur 3.7 Oordeel over het functioneren van de gemeente in de eigen woonbuurt (in %) gemeente werkt aan een aantrekkelijke stad 61 28 12 het bestuur van Maassluis doet moeite om problemen aan te pakken 39 45 16 ik heb veel vertrouwen in toekomst van mijn wijk 39 44 17 gemeente helpt mijn wijk beter te maken 35 39 26 gemeente reageert op klachten over leefbaarheid en overlast 34 43 23 gem. belasting en voorz.niveau staan goed in verhouding tot elkaar 20 48 31 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee eens neutraal (helemaal) mee oneens Uit de stellingen over de gemeente blijkt onder meer dat de meeste inwoners van Maasluis (61%) wel zien dat de gemeente werkt aan een aantrekkelijke en plezierige stad. Echter wat betreft de overige stellingen zijn de bewoners kritischer. Iets meer dan een derde is het eens met de stellingen de gemeente reageert op meldingen en klachten over leefbaarheid en overlast in de wijk, ik zie dat de gemeente helpt om mijn wijk beter te maken, ik heb veel vertrouwen in de toekomst van mijn wijk en het bestuur van Maassluis doet veel moeite om problemen in de stad aan te pakken. Slechts een vijfde van de ondervraagden is het eens met de stelling de hoogte van de gemeentelijke belastingen en het niveau van voorzieningen in Maassluis (sport, cultuur, etc.) staan goed in verhouding tot elkaar. Op basis van figuur 3.7 zou enerzijds de conclusie kunnen worden getrokken dat de gemeente in de ogen van de respondenten te weinig doet, maar anderzijds ook dat het gevoerde beleid te weinig wordt herkend. Het grote aandeel personen dat zich hierover geen mening kan vormen of hierin neutraal staat, bevestigt deze conclusie min of meer. Wellicht kan het imago van de gemeente verbeterd worden, indien zij nog meer en duidelijker laat zien wat er allemaal in gang wordt gezet om de leefbaarheid in buurten te optimaliseren, kortom, meer en duidelijkere communicatie. 21 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

22 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

4 Welzijn 4.1 Inleiding Welzijn kan worden gedefinieerd als de mate van tevredenheid met het geheel aan materiële en immateriële levensomstandigheden. Hoewel zeer veel en zeer uiteenlopende factoren van invloed kunnen zijn op het welzijn, gaat dit hoofdstuk vooral over de immateriële zaken die de kwaliteit van het dagelijkse leven bepalen: gezondheid, sociale contacten, activiteiten buiten de deur (zoals uitgaan en deelnemen aan het verenigings- en culturele leven) en het bijdragen aan het welzijn van anderen door te werken als vrijwilliger of mantelzorger. 4.2 Gezondheid Als eerste is bewoners gevraagd hoe zij hun gezondheid over het algemeen beoordelen. Hieruit blijkt dat de meeste mensen hun gezondheid als goed tot zeer goed ervaren (figuur 4.1). Een relatief hoog aandeel (75%) geeft aan een goede tot zeer goede gezondheid te hebben. Figuur 4.1 Ontwikkeling van de gezondheid van de inwoners van Maassluis (in %, goed tot zeer goede gezondheid) 100 80 71 72 75 60 40 20 0 2011 2013 2016 Naarmate de leeftijd vordert, wordt de beoordeling over de eigen gezondheid negatiever omdat men over het algemeen meer last krijgt van gezondheidsproblemen. Figuur 4.2 Hoe ervaart u uw eigen gezondheid? (naar leeftijdscategorie, in %) <35 jr. 85% 13% 2% 35-49 jr. 81% 17% 2% 50-64 jr. 72% 25% 3% 65+ 64% 31% 4% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% (zeer) goed gaat wel / soms goed en soms slecht slecht Op wijkniveau zijn de verschillen klein. In Dijkpolder en Kapelpolder beoordelen de bewoners hun eigen gezondheid net iets minder goed dan gemiddeld in Maassluis. Dit zijn niet toevallig 23 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

wijken met relatief veel ouderen. Vervolgens is gevraagd of men door gezondheidsproblemen moeite heeft met het uitvoeren van bepaalde handelingen zoals traplopen, lichamelijke verzorging/wassen of boodschappen doen. Het gaat om 18 procent van de bewoners die daar moeite mee heeft. 2 procent kan deze handelingen zelfs niet zonder hulp verrichten. Ook hier neemt het aandeel toe naarmate de leeftijd vordert: onder de 65-plussers zegt 29 procent moeite of behoefte aan hulp te hebben. Allochtonen hebben vaker moeite of behoefte aan hulp dan autochtonen (26%, respectievelijk 15%). 4.3 Sociale contacten Het hebben van sociale contacten is belangrijk voor het algehele welzijn van mensen. Wanneer men te weinig contact heeft met andere mensen, kunnen gevoelens van eenzaamheid ontstaan wat tot depressie kan leiden. Vereenzaming is een steeds groter wordend probleem in de maatschappij. Daarom is bewoners gevraagd naar de mate van sociale contacten die zij hebben en tevens naar de kwaliteit van deze sociale contacten. Zo n 94 procent van de ondervraagden heeft minstens één keer per maand contact met familieleden en 78 procent minstens één keer per week. Verder heeft ongeveer 95 procent minstens één keer per maand contact met vrienden of goede kennissen en 67 procent minstens één keer per week. Daarentegen heeft bijna 3 procent zelden of nooit contact met familie of vrienden en eenzelfde percentage minder dan één keer per maand. Om de kwaliteit van deze contacten de achterhalen, is bewoners een aantal stellingen voorgelegd. Hieruit blijkt dat de meeste mensen zich gesteund voelen door familie en vrienden, maar bij een deel van de bevolking schort er wel wat aan de kwaliteit van hun sociale contacten. Vooral het aantal mensen waarmee men echt kan praten, wordt bij 13 procent niet als voldoende beschouwd. Figuur 4.3 Kwaliteit van de contacten (in %) Er zijn maar weinig mensen waarmee ik kan praten Ik voel mij gesteund door familie en/of vrienden 13% 83% Ik voel me vaak in de steek gelaten Er is niemand die speciaal belangstelling voor me heeft Ik heb behoefte aan meer contact met mensen 6% 8% 11% Ongeveer 11 procent van de bewoners zegt behoefte te hebben aan meer contact met mensen, wat kan worden opgevat als een indicatie voor eenzaamheid. 24 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Weinig sociale contacten leiden echter niet per se tot eenzaamheid. Eenzaamheid gedefinieerd als behoefte hebben aan meer contact met mensen komt onder jongeren het meest voor, gevolgd door de ouderen: van de leeftijdsgroep onder de 35 jaar geeft 14 procent aan behoefte te hebben aan meer contact met mensen, van de 65-plussers 12 procent. Allochtonen zijn veel vaker eenzaam dan autochtonen, ook al is er weinig verschil in de frequentie waarmee zij contact hebben met familie en vrienden: van de allochtonen zegt 16 procent meer behoefte te hebben aan contact met mensen, van de autochtonen 9 procent. Naarmate mensen hoger opgeleid zijn, komt eenzaamheid iets minder voor en voelt men zich meer gesteund door familie en vrienden. De leeftijdsgroep van 50-64 jaar heeft het minst frequent contact met familieleden, respectievelijk vrienden. 4.4 Activiteiten buiten de deur De mate van deelname aan de maatschappij kan een belangrijke invloed op het welzijn van mensen hebben. Deze deelname kent vele mogelijkheden. Van enkele van deze mogelijkheden is de inwoners van Maassluis gevraagd hoe vaak zij hieraan deelnemen. Er is gevraagd naar het aantal keer dat men meedoet aan een activiteit in club- of verenigingsverband (figuur 4.4), hoe vaak men uitgaat (figuur 4.5) en hoe vaak men culturele of creatieve activiteiten onderneemt (figuur 4.6). Figuur 4.4 Aandeel inwoners dat deelneemt aan activiteiten in verenigingsverband (in %) 53% 36% 9% wekelijks maandelijks enkele keren per jaar zelden of nooit 2% Figuur 4.5 Aandeel inwoners dat uitgaat, bijvoorbeeld café, uit eten of discotheek (in %) 9% 23% wekelijks 34% 34% maandelijks enkele keren per jaar zelden of nooit 25 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur 4.6 Aandeel inwoners dat culturele of creatieve activiteiten onderneemt (in %) 6% 36% 42% 16% wekelijks maandelijks enkele keren per jaar zelden of nooit Bijna de helft van de inwoners (47%) neemt wel eens deel aan activiteiten in club- of verenigingsverband. Ruim een derde (36%) doet dit zelfs minstens één keer per week. Ruim driekwart van de bewoners gaat wel eens uit, bijvoorbeeld naar een café, restaurant of discotheek, 23 procent zelfs enkele keren per maand tot dagelijks. Bijna tweederde van de bewoners onderneemt wel eens culturele of creatieve activiteiten, bijvoorbeeld in de vorm van een bezoek aan een theatervoorstelling, concert of museum, respectievelijk door muziek te maken, te schilderen of aan andere creatieve hobby s te doen. 12 procent doet dit één keer per maand tot dagelijks. Naarmate bewoners hoger opgeleid zijn, nemen ze vaker deel aan het verenigingsleven, gaan ze vaker uit en ondernemen ze vaker culturele of creatieve activiteiten. 65-plussers nemen vaker deel aan clubs en verenigingen dan jongeren. Jongeren onder de 35 jaar gaan weer het vaakst uit. De frequentie waarmee men uitgaat neemt af naarmate men ouder wordt. Culturele en creatieve activiteiten zijn het populairst bij de leeftijdsgroep van 50-64 jaar. Allochtonen nemen minder vaak deel aan activiteiten in clubverband dan autochtonen. Ook gaan allochtonen in het algemeen minder uit dan autochtonen, maar de allochtonen die uitgaan doen dat vaak wel frequenter dan autochtonen. 4.5 Participatiesamenleving In de eerste plaats is iedereen verantwoordelijk voor zijn of haar eigen welzijn, maar meer en meer moeten we ook zorg dragen voor het welzijn van een ander. Van een verzorgingsstaat schuift Nederland steeds meer richting een samenleving waarin participatie centraal staat. Participatie in het voorzien van elkaars welzijn is hierin een belangrijke factor. Met het oog op deze verschuiving is inwoners van Maassluis gevraagd of zij reeds actief zijn als vrijwilliger of mantelzorger en in hoeverre zij bereid zijn om hun buurtgenoten te helpen. In totaal geeft 33 procent van de inwoners aan vrijwilligerswerk te doen. Vrijwilligerswerk is hier gedefinieerd als: werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving. De afgelopen jaren is een lichte toename van het aandeel vrijwilligers te zien (figuur 4.7). 26 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur 4.7 Aandeel inwoners dat vrijwilligerswerk verricht (in %) 100 80 60 40 20 29 28 33 0 2011 2013 2016 De meeste vrijwilligers zijn actief bij een vereniging of club (41%), gevolgd door vrijwilligers werkzaam in een ziekenhuis of zorgcentrum (12%). In de antwoordcategorie anders, namelijk worden kerk en school met voorsprong het meest genoemd. Verder worden onder meer vermeld: zorgorganisatie / hospice, bibliotheek, museum, stichting (ook: collecteren), bewonerscommissie / buurtpreventie, taalcoach, moskee, voedselbank. Daarnaast helpt momenteel 23% van de inwoners als mantelzorger een familielid, vriend of bekende die langdurig ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Verder is gevraagd naar de bereidheid van bewoners om iets te doen voor iemand uit de buurt. Figuur 4.8 Aandeel inwoners dat onderstaande klusjes voor iemand uit de buurt zou doen als het nodig is of al reeds doet (in %) plantjes water geven boodschappen doen 84% 79% huisdieren verzorgen koken de hond uitlaten helpen met de computer klusjes in huis klusjes in de tuin 60% 56% 51% 50% 43% 43% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Naarmate mensen hoger opgeleid zijn doen ze meer vrijwilligerswerk. Als de verschillende leeftijdsgroepen worden bekeken, blijkt dat 65-plussers het meeste vrijwilligerswerk doen mogelijk omdat zij het meeste vrije tijd hebben en jongeren onder de 35 jaar het minst. Toch zeggen ook jongeren vaak bereid te zijn indien nodig iets te doen voor iemand in de buurt, of dat al te doen. 27 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Autochtonen doen vaker vrijwilligerswerk dan allochtonen. Bewoners in de leeftijdsgroep 50-64 jaar verrichten het vaakst mantelzorg mogelijk omdat hun ouders een leeftijd hebben bereikt waarop zij hulpbehoevend zijn geworden en jongeren onder de 35 jaar het minst. Wat betreft het verrichten van mantelzorg is er geen verschil tussen autochtonen en allochtonen. 28 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

5 Veiligheid 5.1 Inleiding Het gevoel van veiligheid bepaalt in sterke mate de leefbaarheid van een wijk of buurt. Het is echter moeilijk om onveiligheidsgevoelens te beïnvloeden door gemeentelijk beleid. Onveiligheidsgevoelens worden namelijk veroorzaakt door een veelheid aan factoren, waarvan daadwerkelijk slachtofferschap er slechts één van is. Verhalen en gebeurtenissen in de omgeving van mensen en berichtgeving in de media blijken eveneens in belangrijke mate te zorgen voor gevoelens van onveiligheid. In het onderzoek is getracht inzicht te krijgen in de mate waarin inwoners van Maassluis zich onveilig voelen. Bepaalde situaties en plekken in Maassluis waar men zich wel eens onveilig voelt, worden in dit hoofdstuk belicht. Verder is gevraagd in hoeverre sprake is van verschillende vormen van overlast en criminaliteit in de eigen woonbuurt. Daarnaast is geïnformeerd naar de mening van inwoners over het contact met het team Handhaving en Toezicht van de gemeente Maassluis. Ook de bekendheid en het gebruik van het Meldpunt Schoon, Heel & Veilig Maassluis komt in dit hoofdstuk aan de orde. 5.2 Onveiligheidsgevoelens Het aandeel van de respondenten dat zich in de eigen woonbuurt wel eens onveilig voelt is met 3 procent zeer laag. Maar liefst 82 procent voelt zich doorgaans veilig tot zeer veilig in de eigen buurt. Figuur 5.1 Onveiligheidsgevoelens in het algemeen en in de eigen woonbuurt (in %) in eigen woonbuurt 82 15 3 in het algemeen 81 16 3 0% 20% 40% 60% 80% 100% (zeer) veilig niet veilig, niet onveilig (zeer) onveilig In veel gemeenten is er een groot verschil tussen enerzijds het gevoel van onveiligheid in de eigen woonbuurt en anderzijds onveiligheidsgevoelens in het algemeen. Dat kan soms wel een verschil van 20 procentpunten zijn, waarbij men zich in de eigen woonbuurt veiliger voelt dan in het algemeen. In Maassluis is er echter geen verschil: inwoners geven aan zich zowel in de eigen woonbuurt als in het algemeen zeer veilig te voelen. Een bekend gegeven is dat vrouwen zich minder vaak veilig voelen dan mannen (78% respectievelijk 84%). Wanneer het inkomen en het opleidingsniveau van de respondent hoger is, is ook het gevoel van veiligheid hoger. Uit het onderzoek blijkt verder dat bewoners van een koopwoning zich veiliger voelen dan mensen die een woning huren. Er is weinig verschil in veiligheidsbeleving op basis van de leeftijd en etniciteit van de respondenten. 29 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Ook is gevraagd de veiligheidssituatie in de buurt waar men woont, te beoordelen met een rapportcijfer. Figuur 5.2 Gemiddeld rapportcijfer voor de veiligheid in de eigen woonbuurt wijk 2016 Taanschuurpolder 7.0 Dijkpolder 6.8 Sluispolder 6.8 Kapelpolder 6.8 Burgemeesterswijk 6.6 Steendijkpolder 7.0 Maassluis 6.8 Nederland (2015) 7.2 Gemiddeld wordt de veiligheid in de eigen woonbuurt gewaardeerd met een 6.8. Weliswaar is dit lager dan het landelijke cijfer, maar nog steeds ruim voldoende. Uit landelijk onderzoek blijkt dat het rapportcijfer voor de veiligheid in de meeste districten van onder andere de regionale eenheden Rotterdam en Amsterdam lager is dan het landelijk gemiddelde (CBS Veiligheidsmonitor 2015). De verschillen tussen de wijken zijn wederom klein. Bewoners van de Burgemeesterswijk waarderen de veiligheid in de eigen woonbuurt met een 6.6 het laagst. Aan de inwoners van Maassluis zijn specifiek vragen gesteld over bepaalde situaties waarin men zich onveilig kan voelen. Aan hen is gevraagd in welke mate een dergelijke situatie wel eens voorkomt. Figuur 5.3 Komt het wel eens voor dat u? (in %) in uw eigen buurt omloopt of omrijdt om onveilige plekken te vermijden 79 17 4 zich onveilig voelt als u 's avonds alleen thuis bent? 77 20 3 bang bent dat u zelf slachtoffer wordt van criminaliteit? 59 36 5 zich onveilig voelt als u 's avonds bij u in de buurt op straat loopt? 57 38 5 's avonds niet opendoet omdat u het niet veilig vindt? 46 33 21 0% 20% 40% 60% 80% 100% zelden of nooit soms vaak Over het algemeen komen de beschreven situaties zelden voor, maar wel vaker dan landelijk gemeten wordt. Het merendeel van de respondenten (ruim driekwart) vermijdt zelden of nooit onveilige plekken. Thuis voelt men zich in het algemeen veilig. Een vijfde van de respondenten vindt het alleen niet fijn om s avonds de deur open te doen. Vier op de tien inwoners is soms tot vaak bang om slachtoffer te worden van criminaliteit of voelt zich s avonds in de eigen buurt op 30 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

straat onveilig. In Dijkpolder, Sluispolder en in iets mindere mate in de Burgemeesterswijk geven bewoners aan dat zij zich wat vaker onveilig voelen dan bewoners van andere wijken. In positieve zin vallen de uitkomsten voor Taanschuurpolder en Steendijkpolder op. Bovenstaande situaties komen in deze wijken volgens de inwoners minder vaak voor dan gemiddeld in Maassluis. 5.3 Onveiligheid en buurtproblemen De respondenten kregen een serie buurtproblemen voorgelegd met de vraag aan te geven in welke mate die zich in de eigen woonbuurt voordoen. Enkele aan (on)veiligheid gerelateerde problemen zijn gebundeld in de indicatoren vermogensdelicten en dreiging. Het betreft een subjectief oordeel over problemen die in de buurt kunnen voorkomen. Men hoeft dus niet noodzakelijkerwijs zelf direct schade of hinder te hebben ondervonden van deze problemen. In figuur 5.4 wordt de indicatorscore voor vermogensdelicten weergegeven. Deze score is berekend op basis van een viertal variabelen: fietsendiefstal; diefstal uit auto s; beschadiging of vernieling aan auto s; inbraak in woningen. De indicatorscore wordt uitgedrukt in een waarde van 0 tot 10, waarbij 0 staat voor komt (bijna) nooit voor en 10 voor komt vaak voor. Naarmate de score hoger is, ervaren bewoners dus meer vermogensdelicten in de buurt. Figuur 5.4 Indicatorscore vermogensdelicten 2016 per wijk (0=nooit, 10=vaak) wijk vermogensdelicten Taanschuurpolder 2,5 Dijkpolder 2,7 Sluispolder 2,6 Kapelpolder 2,2 Burgemeesterswijk 3,5 Steendijkpolder 3,1 Maassluis 2,8 Op een schaal van 0 (=nooit) tot 10 (=vaak) scoort Maassluis een 2,8. In vergelijking met andere steden heeft de score voor vermogensdelicten in Maassluis een redelijk normale waarde. In de Burgemeesterswijk doen vermogensdelicten zich relatief het vaakst voor (score 3,5). De beste score in Maassluis is voor Kapelpolder. Van enkele delicten is bekend hoe vaak deze volgens de bewoners in andere jaren voorkwamen. Het gaat om de beleving van bewoners hoe vaak volgens hen diefstal uit auto s, beschadiging of vernieling aan auto s en inbraak in woningen in de eigen woonbuurt voorkomen. 31 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur 5.5 100 80 60 40 20 0 Hoe vaak komen naar uw mening diefstal uit auto s, beschadiging aan auto s en inbraak in woningen voor in uw buurt? (in %, totaal van antwoordcategorieën soms en vaak ) Opvallend is de toename van het aantal woninginbraken. Niet alleen in de beleving van bewoners, maar ook data van de politie laten zien dat er de afgelopen jaren sprake is van een stijging van het aantal woninginbraken in Maassluis (van 136 in 2012 naar 186 in 2015). De lichte daling die respondenten naar hun mening zien van het aantal diefstallen uit auto s, blijkt niet te stroken met het beeld dat de politie heeft van dit delict. Volgens politiecijfers is het aantal diefstallen uit auto s sinds 2012 licht toegenomen van 107 naar 121 in 2015. Figuur 5.6 toont de scores voor de indicator dreiging. Deze is samengesteld op basis van het aantal keer dat de volgende voorvallen - in de beleving van de bewoners - voorkomen: bedreiging; mensen die op straat worden lastig gevallen; dronken mensen op straat; gewelddelicten; straatroof; drugsoverlast. Ook hier geldt weer dat 0 de meest gunstige score is ( komt nooit voor ) en 10 de meest ongunstige ( komt vaak voor ). Figuur 5.6 37 34 Indicatorscore dreiging 2016 per wijk (0=nooit, 10=vaak) wijk dreiging Taanschuurpolder 1,1 Dijkpolder 0,9 Sluispolder 1,1 Kapelpolder 0,7 Burgemeesterswijk 0,7 Steendijkpolder 0,4 Maassluis 0,8 32 44 41 44 47 diefstal uit auto's beschadiging aan auto's inbraak in woningen 2011 2013 2016 De indicatorscore voor dreiging komt voor geheel Maassluis uit op 0,8. Het geeft aan dat (ernstige) delicten die tot de categorie dreiging behoren veel minder vaak voorkomen dan vermogensdelicten als fietsendiefstal en auto-inbraken (score 2,8). 48 59 32 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

De hoogste (lees: slechtste) scores voor dreiging binnen Maassluis worden gemeten in Taanschuurpolder en Sluispolder (beide 1,1). Uit eerder onderzoek is bekend hoe vaak drugsoverlast en bedreiging naar de mening van bewoners in andere jaren voorkwamen. In figuur 5.7 is de ontwikkeling van deze voorvallen weergegeven. Figuur 5.7 50 40 30 20 10 0 12 Hoe vaak komen naar uw mening drugsoverlast en bedreiging voor in uw buurt? (in %, totaal van antwoordcategorieën soms en vaak ) 11 drugsoverlast 16 18 15 14 bedreiging 2011 2013 2016 Volgens de respondenten komen overlastsituaties rond drugs steeds vaker voor in Maassluis. Bij de meest recente meting had 16 procent van de inwoners soms tot vaak overlast hiervan. Dit is echter niet te staven aan feitelijke gegevens. Overlastzaken worden namelijk minder vaak gemeld en/of aangifte van gedaan bij de politie. Bedreiging is een delict dat doorgaans wel wordt gemeld bij de politie. Werden er in 2012 nog 82 bedreigingen geregistreerd bij de politie, in 2015 is dit aantal afgenomen naar 51. De beleving van de inwoners over het aantal bedreigingen komt goed overeen met de daadwerkelijke misdrijfgegevens van de politie. 5.4 Onveilige plekken Verder kregen de respondenten de vraag voorgelegd of er bepaalde plekken zijn in Maassluis die men liever mijdt, omdat men er zich onveilig voelt. Ongeveer een kwart van de ondervraagden antwoordde bevestigend en noemde één of meerdere locaties. In totaal leverde dat 495 antwoorden op. In figuur 5.8 worden alle plekken weergegeven, die 10 keer of vaker zijn genoemd. 33 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur 5.8 Door bewoners genoemde onveilige plekken in Maassluis (meer dan 10 keer genoemd) locatie aantal keer genoemd Koningshoek (incl. parkeerterrein) 40 Steendijkpolder (o.a. Albert Schweidzerdreef, Driemaashave, winkelcentrum Westeinde) 37 Burgemeesterswijk (met name bij de flats) 25 Winkelcentrum Palet 24 Station Maassluis Centrum 22 Weverskade 17 Langs de Waterweg (o.a. fietspad) 16 Station Maassluis West 16 Merellaan/Kwartellaan (met name tunnel onder het spoor) 14 Centrum/binnenstad 12 Sluispolder west (o.a. P.C. Hooftlaan en school aan Reviusplein) 12 Taanschuurpolder (o.a. Fenacoliuslaan en steegjes tussen de woningen) 11 Sluispolder oost (met name tussen de flats) 10 Tunnels in het algemeen (bijv. onder spoor/naar Waterweg/viaduct A20) 10 Bij gemeentehuis (fietspad tussen gemeentehuis en Koningshoek) 10 Kapelpolder (o.a. Industrieweg) 10 Bovenaan deze lijst met onveilige plekken is de Koningshoek te vinden. Dit winkelcentrum wordt door bewoners vooral onveilig genoemd door het rondhangen van jongeren bij de ingangen en op de parkeerterreinen en dan met name op het moment dat de winkels dicht zijn. In de Steendijkpolder gaat het om meerdere locaties die ervoor zorgen dat deze wijk op de lijst is vermeld. Sommige respondenten beschouwen de rondweg, maar ook de groengebieden en sportlocaties als onveilig. Er is volgens hen weinig sociale controle in dit soort gebieden. Dit geldt overigens voor bijna alle plekken vermeld in dit overzicht. De meeste plekken worden vooral s avonds als het donker is als onveilig ervaren (Merellaan/Kwartellaan, Weverskade, de Stations). Bovendien is het rondhangen van jongeren een belangrijke reden om bepaalde plekken (Burgemeesterswijk, Fenacoliuslaan, Reviusplein, Winkelcentrum Palet) als onveilig te bestempelen. 34 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

5.5 Team Handhaving en Toezicht Zo n 11 procent van de inwoners van Maassluis heeft in het afgelopen jaar wel eens contact gehad met het team Handhaving en Toezicht. Landelijke referentiecijfers zijn voor dergelijke teams niet beschikbaar. Wel is bekend dat op landelijk niveau in 2015 24 procent van de Nederlanders heeft aangegeven in de afgelopen 12 maanden wel eens contact te hebben gehad met de politie in de eigen gemeente. In Schiedam zijn echter wel enkele vragen gesteld over het team Handhaving en Toezicht. Daar heeft een groter deel van de bevolking (21%) contact met het team gehad. Aan de bewoners die inderdaad het afgelopen jaar contact hebben gehad met het team Handhaving en Toezicht is gevraagd wat de reden was van het meest recente contact en in hoeverre daar men tevreden over was. Figuur 5.9 Reden van laatste contact met team Handhaving en Toezicht (in %) Reden % Vragen of klachten over huisvuil 14 In verband met een bekeuring 2 In verband met parkeren (controle, overlast, problemen, etc.) 20 Algemene informatievragen 14 Andere reden 49 Zaken met betrekking tot parkeren (overlast, bekeuring, controle etc.) zijn de meest genoemde redenen waarom men contact heeft gehad met het team Handhaving en Toezicht. Andere redenen die door inwoners zijn genoemd, zijn allerlei meldingen over overlast van jongeren en/of omwonenden, straatverlichting, inbraak en het hondenbeleid. Aan de ondervraagden die contact met medewerker(s) van het team Handhaving en Toezicht hebben gehad, is vervolgens een oordeel gevraagd over het optreden van hen bij die gelegenheid. Dat levert het volgende beeld op: Figuur 5.10 Tevredenheid over het optreden van team Handhaving en Toezicht (in %) (zeer) tevreden 51 neutraal 20 (zeer) ontevreden 29 0 10 20 30 40 50 60 70 % Ruim de helft van de respondenten die de afgelopen 12 maanden contact hebben gehad met het team Handhaving en Toezicht, is daar tevreden over. Anderzijds is 29 procent ontevreden. In Schiedam had weliswaar een groter aandeel van de bevolking contact met het team gehad, maar 35 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

in Maassluis is de tevredenheid over het laatste contact hoger (Maassluis: 51%, Schiedam: 43%). Uit eerder onderzoek blijkt de tevredenheid over dergelijke teams vooral samen te hangen met zichtbaarheid en de mate waarin problemen opgelost worden. Een ander onderwerp dat aan de respondenten is voorgelegd betreft de bekendheid en het gebruik van het Meldpunt Schoon, Heel & Veilig Maassluis. In voorgaande jaren was dit eveneens onderwerp van onderzoek. Figuur 5.11 Heeft u wel eens gebruik gemaakt van het Meldpunt Schoon, Heel & Veilig Maassluis? (in %) 39% 23% 38% ja, dat heb ik wel eens gebruikt nee, dat heb ik nog nooit gebruikt, maar ik ken het Meldpunt wel nee, dat ken ik niet In totaal kent maar liefst 61 procent van de inwoners inmiddels het Meldpunt. Dat lag een aantal jaar geleden nog onder de 50 procent. Het gebruik van het Meldpunt Schoon, Heel & Veilig is eveneens toegenomen. Voorheen lag dit aandeel op 17 à 18 procent van de bevolking. In de meest recente meting is dit gestegen naar 23 procent. Vervolgens is gevraagd waarover men melding heeft gemaakt bij het Meldpunt. Figuur 5.12 Waarover heeft u melding gemaakt bij het Meldpunt Schoon, Heel & Veilig Maassluis? (in %) onderwerp % Openbare verlichting 26 Huisvuil / zwerfvuil 29 Openbaar groen 11 Bestrating 11 Overige meldingen 23 De meldingen blijken zeer divers van aard te zijn. De respondenten geven aan dat de meeste meldingen huisvuil / zwerfvuil betreffen, direct gevolgd door openbare verlichting. Ook in de categorie overig bevinden zich relatief veel meldingen over vuilcontainers. Gaten en verzakkingen was niet als antwoordcategorie opgenomen, maar werd door maar liefst 11 procent van de melders genoemd. 36 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 6 Voorzieningen 6.1 Fysieke voorzieningen Naast sociale cohesie, buurtproblemen en veiligheid bepaalt de kwaliteit van het voorzieningenniveau de leefbaarheid van een buurt. Goede voorzieningen maken een buurt aantrekkelijker om er te wonen. Aan de inwoners van Maassluis is gevraagd het voorzieningenniveau in de eigen woonbuurt te beoordelen met een rapportcijfer. Figuur 6.1 7,8 7,6 7,4 7,2 7,0 6,8 6,6 6,4 6,2 6,0 5,8 5,6 Ontwikkeling algemeen rapportcijfer voorzieningen in de buurt Gemiddeld geven zij een 7,1 voor de voorzieningen in de eigen woonbuurt. De stijgende lijn van de beoordeling van het voorzieningenniveau zet duidelijk door. Op wijkniveau zijn er wel enkele verschillen waarneembaar. Figuur 6.2 Gemiddeld rapportcijfer voor de voorzieningen per wijk wijk 2016 Taanschuurpolder 6.8 Dijkpolder 6.9 Sluispolder 7.2 Kapelpolder 7.2 Burgemeesterswijk 7.4 Steendijkpolder 7.0 Maassluis 7.1 Wanneer gekeken wordt naar de tevredenheid over specifieke voorzieningen (zie figuur 6.3), dan blijkt dat inwoners van Maassluis het meest tevreden zijn over de winkels in de buurt voor dagelijkse boodschappen, basisscholen, parkeergelegenheid en straatverlichting. 37 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Dijkpolder Sluispolder Kapelpolder Taanschuurpolder Burgemeesterswijk Steendijkpolder Maassluis Figuur 6.3 Tevredenheid over voorzieningen in de buurt, per wijk (in %) winkels dagelijkse boodschappen basisscholen parkeergelegenheid straatverlichting hoeveelheid openbaar groen crèches/kinderdagverblijven onderhoud openbaar groen onderhoud wegen, paden en pleinen speelvoorzieningen voorzieningen voor jongeren 18 58 54 50 46 69 69 67 64 88 0 20 40 60 80 100 Het minst tevreden is men over de voorzieningen voor jongeren in de buurt: slechts 18 procent van de respondenten is hierover tevreden. Op wijkniveau zijn er soms forse verschillen in tevredenheid over de diverse voorzieningen. In figuur 6.4 is per wijk het aandeel (in %) van de bewoners weergegeven dat (zeer) tevreden is met de betreffende voorziening. De laagste en hoogste scores zijn steeds gearceerd. Figuur 6.4 Tevredenheid over voorzieningen in de buurt, per wijk (in %) voorziening winkels dagelijkse boodschappen 89 90 97 93 87 67 88 basisscholen 47 75 67 63 75 80 69 parkeergelegenheid 51 69 70 72 74 65 69 straatverlichting 61 69 65 64 69 72 67 hoeveelheid openbaar groen 45 59 66 61 65 77 64 crèches / kinderdagverblijven 42 63 54 59 54 73 58 onderhoud openbaar groen 44 48 51 53 58 63 54 onderhoud wegen, paden en pleinen 38 47 55 51 47 57 50 speelvoorzieningen voor kinderen 33 47 38 39 54 62 46 voorzieningen voor jongeren 5 21 15 21 20 20 18 Hoogste scores Laagste scores 38 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Het eerste dat opvalt aan de uitkomsten in figuur 6.4 zijn de lage scores voor Taanschuurpolder. In deze redelijk dichtbebouwde wijk is maar weinig ruimte voor bijvoorbeeld groen, parkeren en speelvoorzieningen. Ook het onderhoud van de openbare ruimte, zowel van groenvoorzieningen als van de bestrating houdt volgens de bewoners van de Taanschuurpolder te wensen over. In Dijkpolder scoort het onderhoud van de wegen en het openbaar groen eveneens matig. De straatverlichting wordt in alle wijken redelijk goed beoordeeld, van 61 procent tevreden bewoners in Taanschuurpolder tot 72 procent in Steendijkpolder. Over de speelmogelijkheden voor kleine kinderen is men in geheel Maassluis relatief ontevreden: gemiddeld is 46 procent van de bewoners tevreden. Met name in Taanschuurpolder, Sluispolder en Kapelpolder zijn de mogelijkheden volgens de bewoners beperkt. Veruit het meest ontevreden is men over de voorzieningen voor jongeren. De ontevredenheid hierover is stadsbreed. Het minst tevreden over parkeergelegenheid is men in Taanschuurpolder. In deze wijk is de parkeerdruk relatief hoog als gevolg van een hoge woningdichtheid. Hierdoor is er relatief weinig openbare ruimte beschikbaar, hetgeen zich vertaalt in een hoge parkeerdruk. Anderzijds zijn er in een ruim opgezette wijk als de Burgemeesterswijk juist weinig klachten over parkeren. Wat betreft het basisonderwijs zijn de meningen zeer verdeeld. Ongeveer zeven op de tien bewoners zijn hierover tevreden. In Taanschuurpolder is de tevredenheid laag. In Dijkpolder en Steendijkpolder is niet alleen de tevredenheid over de basisscholen, maar ook over de kinderopvang hoog. De aanwezigheid van 3 basisscholen in de Burgemeesterswijk draagt bij aan de tevredenheid in deze wijk op dit punt. De mogelijkheden voor het doen van de dagelijkse boodschappen worden goed gewaardeerd; 88 procent is hierover tevreden. Vooral in Sluispolder en Kapelpolder met de aanwezigheid van de Binnenstad en de winkelcentra Palet en Koningshoek is de tevredenheid groot. In Steendijkpolder is men een stuk minder tevreden over de mogelijkheden om dagelijkse inkopen te doen. De tevredenheid over de andere voorzieningen is in Steendijkpolder vaak het hoogst van Maassluis. 6.2 Sociale voorzieningen Naast voorzieningen als winkels en basisscholen, biedt Maassluis diverse sociale voorzieningen om de bevolking te ondersteunen en adviseren. Van dertien voorzieningen zijn de bekendheid en het gebruik onderzocht. 39 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur 6.5 Bekendheid en gebruik van sociale voorzieningen (in %) voorziening bekendheid gebruik Thuiszorg 59% 17% Maatschappelijk werk 47% 14% Centrum voor Jeugd & Gezin (CJG) 41% 18% ROG+ 38% 13% Schuldhulpverlening 35% 5% Het WMO-loket 32% 7% Vraagraak 29% 9% Vrijwilligers Steunpunt 28% 7% Steunpunt Mantelzorg 26% 6% Opvoedingsondersteuning 23% 6% Sociaal wijkteam 18% 3% Wijkteam Jeugd 17% 3% Ouderenadviseurs 16% 3% De Thuiszorg is het meest bekend en de Ouderenadviseurs het minst. Ook de bekendheid en het gebruik van het Sociaal wijkteam en het Wijkteam Jeugd is laag. Het gebruik van de Thuiszorg en het Centrum voor Jeugd & gezin is het hoogst. Aan de inwoners die wel eens gebruik hebben gemaakt van deze sociale voorzieningen is gevraagd naar de mate van tevredenheid. De tevredenheid is het hoogst onder gebruikers van het Centrum voor Jeugd en Gezin en de Opvoedingsondersteuning. Schuldhulpverlening, de Ouderenadviseurs en het WMO-loket scoren het laagst. 3 3 De waardering van sociale voorzieningen hangt ook samen met het resultaat dat men voor de cliënt weet te bereiken. Het oordeel is niet altijd een kwestie van een goede of slechte dienstverlening. Het is bijvoorbeeld bekend dat organisaties die vaak slecht nieuws moeten brengen daarop worden afgerekend in klanttevredenheidsonderzoeken. Dergelijke organisaties kunnen een prima dienstverlening bieden maar de cliënten kunnen ontevreden zijn over het resultaat en de organisatie daarop beoordelen. 40 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

7 Samenvatting en conclusies De monitor Leefbaarheid en Veiligheid geeft een beeld van hoe diverse onderwerpen op dit gebied door de inwoners van Maassluis zijn beoordeeld. Het gaat dan niet alleen om criminaliteit en overlast, maar ook het voorzieningenniveau, woonplezier en sociale samenhang komen hierbij aan bod. In onderstaand overzicht is schematisch weergegeven wat de belangrijkste uitkomsten zijn. onderwerp 2016 onderwerp 2016 rapportcijfers indicatorscores (hoe hoger, hoe beter) woning 7.8 sociale cohesie 5,9 woonomgeving 7.3 voorzieningen 7.1 indicatorscores (hoe lager, hoe beter) leefbaarheid 7.2 verloedering 3,7 veiligheid 6.8 overlast 2,3 verkeersoverlast 3,3 vermogensdelicten 2,8 dreiging 0,8 Wonen en sociale samenhang De rapportcijfers voor de eigen woning en de woonomgeving scoren stadsbreed een ruime voldoende. Op wijkniveau is te zien dat de sloop in de Burgemeesterswijk en Kapelpolder en de gevarieerde nieuwbouw die daar voor in de plaats is gekomen, hebben gezorgd voor een bovengemiddelde waardering voor zowel de eigen woning als de woonomgeving. De wijken Sluispolder en Dijkpolder, met relatief veel oudere (etage-)woningen, scoren iets onder het gemiddelde. De sociale cohesie (omgang tussen buurtbewoners, elkaar kennen, je thuisvoelen) is zeer stabiel, maar wel aan de lage kant. Maassluis blijft met een score van 5,9 iets achter bij het landelijk gemiddelde van 6,1. In 2016 zei 15 procent van de respondenten te zijn gediscrimineerd. Afkomst is nog altijd de meest voorkomende reden van discriminatie, gevolgd door leeftijd/geslacht en levensovertuiging. Voorzieningen Gemiddeld geven inwoners van Maassluis een 7.1 voor de voorzieningen in de eigen woonbuurt. Hiermee zet de stijgende lijn van de waardering van het voorzieningenniveau zich door. Het meest tevreden is men over de winkels voor dagelijkse boodschappen, basisscholen, parkeergelegenheid en straatverlichting. Het minst tevreden zijn zij over de voorzieningen voor jongeren. Op wijkniveau scoort Taanschuurpolder opvallend laag. In deze redelijk dichtbebouwde wijk is men bijvoorbeeld minder te spreken over het groen, de bestrating en de speelvoorzieningen. In Steendijkpolder zijn de bewoners juist het meest tevreden over de voorzieningen, behalve als het om winkels voor dagelijkse boodschappen gaat. 41 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Leefbaarheid Volgens de inwoners van Maassluis zijn hondenpoep, rommel op straat en te hard rijden de meest voorkomende buurtproblemen. Echter de problemen die volgens hen als eerste aangepakt moeten worden, zijn woninginbraak, hondenpoep en gaten/verzakkingen in de bestrating. Vooral bewoners van de Burgemeesterswijk en Steendijkpolder vinden de inbraak in woningen het belangrijkste buurtprobleem. Wat betreft de indicatorscores voor verloedering (bekladding, vernielingen, hondenpoep en rommel op straat) en overlast (door jongeren, omwonenden en burengerucht/lawaai van omwonenden) scoort Maassluis rond het landelijk gemiddelde. Het zijn de wijken Taanschuurpolder, Dijkpolder en Sluispolder waar dit soort zaken volgens de respondenten het meest voorkomen. Al met al beoordelen de inwoners van Maassluis de leefbaarheid met een 7.2. Dit is iets lager in vergelijking met Nederland (7.4) Net als bij de indicatorscores geldt hoe landelijker een gemeente is, hoe beter de score. Ondanks de redelijk goede scores op het gebied van leefbaarheid, zijn inwoners van Maassluis kritisch ten aanzien van het functioneren van de gemeente. Het heeft er de schijn van dat niet al het gemeentelijk beleid als zodanig wordt herkend. Een groot aandeel personen kan zich hierover geen mening vormen of staat hierin neutraal. Dat vraagt om een nog duidelijkere communicatie vanuit de gemeente over wat er allemaal verricht wordt om de leefbaarheid en veiligheid van de buurten en wijken te verbeteren. Welzijn Driekwart van de inwoners van Maassluis is goed te spreken over zijn/haar gezondheid. Maar er is een duidelijk verband zichtbaar tussen ervaren gezondheid en leeftijd. Een dergelijk verband is ook zichtbaar als het gaat om sociale contacten of het ondernemen van allerlei activiteiten. Naarmate de leeftijd vordert, is de perceptie van de eigen gezondheid negatiever en neemt het aantal sociale contacten en activiteiten af. Een opvallende uitkomst is dat eenzaamheid -gedefinieerd als behoefte hebben aan meer contact met mensen- niet alleen onder 65-plussers voorkomt, maar ook onder andere groepen zoals jongeren. Jongeren hebben nu al meer contact met vrienden en familie en verrichten meer activiteiten buiten de deur, echter de behoefte is ook groter. Veiligheid Het gevoel van veiligheid is groot. Zowel in de eigen buurt als in het algemeen voelt ruim 80 procent van de inwoners zich veilig. Ook het gevoel van dreiging (hoe vaak komen situaties voor zoals lastig gevallen worden, bedreiging, straatroof, drugsoverlast) is gunstig laag. De score voor vermogensdelicten (fietsendiefstal, woninginbraak, diefstal uit auto s) ligt op gemiddeld niveau. Ondanks deze positieve scores zijn er tal van plekken in Maassluis die door de bewoners minder prettig worden ervaren. Met name s avonds als het donker is, worden plekken als winkelcentrum Koningshoek, de stations en tunnels als onveilig ervaren. Ook het rondhangen van jongeren zorgt ervoor dat mensen dit soort plekken mijden. Serieus aandacht besteden aan de onveilige plekken genoemd in figuur 5.8 kan ervoor zorgen dat men zich niet alleen nog veiliger gaat voelen, maar ook dat men het gemeentelijk veiligheidsbeleid meer gaat herkennen. 42 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Tot slot Wat leefbaarheid en veiligheid betreft doet Maassluis het, gezien de ligging in een sterk verstedelijkt gebied, redelijk goed. Veel van de gemeten scores zijn gunstig of bevinden zich rond het landelijk gemiddelde. Bovendien laat voorliggende rapportage een beeld zien van de leefbaarheids- en veiligheidssituatie op stads- en wijkniveau. Dit zijn dan ook gemiddelde scores. Op lager schaalniveau kunnen er altijd straten of buurtjes zijn waar de leefbaarheid minder gunstig of juist beter is. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt sinds enkele jaren een Leefbaarometer op. Dit instrument geeft op basis van 100 indicatoren een beeld van de leefbaarheidssituatie op PC6-niveau. Oftewel per postcodegebied (met 6 posities) geeft de Leefbaarometer een inschatting van het oordeel over leefbaarheid. De uitkomsten van dit instrument laten zien dat in Maassluis delen van Sluispolder, het zuidelijk deel van de Componistenbuurt (tussen Mozartlaan en winkelcentrum Koningshoek) en een klein deel van de Burgemeesterswijk (omgeving Burgemeester Zaneveldstraat) zwak tot onvoldoende scoren op het gebied van leefbaarheid. Dit beeld komt goed overeen met de uitkomsten van dit gemeentelijk onderzoek. 43 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

44 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Bijlagen Figuur A CBS-wijk- en buurtindeling van Maassluis wiijk/buurt Wijk 1: Taanschuurpolder Wijk 5:Burgemeesterswijk 11 Taanschuurpolder 51 Vogelbuurt 52 Burgemeesterswijk Wijk 2: Dijkpolder 21 Vertobuurt Wijk 6: Steendijkpolder 22 Bloemenbuurt 61 Steendijkpolder noord 23 Bomendal 62 Steendijkpolder zuid Wijk 3: Sluispolder Wijk 7: Aalkeetpolder 31 Sluispolder oost 71 Zuidbuurt 32 Sluispolder west 72 De Dijk 33 Binnenstad Wijk 8: Wilgenrijk Wijk 4: Kapelpolder 81 Wilgenrijk 41 Kapelpolder 42 Componistenbuurt 43 Koningshoek 44 Het Balkon 45 Nieuwe Waterweg 45 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur B Rapportcijfers op buurtniveau buurtgroep 4 woning woonomgevinzieningen voor- leefbaarheid veiligheid Taanschuurpolder 8.0 7.3 6.8 7.3 7.0 Vertobuurt 7.9 7.3 7.2 7.2 7.0 Bloemenbuurt en Bomendal 7.5 7.2 6.7 7.1 6.7 Sluispolder oost 7.6 7.2 7.3 7.2 6.8 Sluispolder west en Binnenstad 7.2 6.9 7.1 6.9 6.7 Kapelpolder 7.5 7.2 6.8 7.2 6.5 Componistenbuurt 8.0 7.3 7.5 7.2 6.6 Koningshoek 8.0 7.4 7.5 7.3 7.0 Het Balkon en Nieuwe Waterweg 8.4 8.2 7.3 7.8 7.4 Vogelbuurt 8.0 7.5 7.6 7.5 6.8 Burgemeesterswijk 8.1 7.1 7.1 6.9 6.2 Steendijkpolder noord 8.1 7.5 7.0 7.2 6.8 Steendijkpolder zuid 7.9 7.6 7.0 7.3 7.0 Maassluis 7.8 7.3 7.1 7.2 6.8 legenda categorie problematisch zeer zwak kwetsbaar voldoende sterk 4 Vanwege het geringe aantal respondenten per CBS-buurt zijn enkele buurten in deze bijlagen gecombineerd. Dit levert op dit gecombineerde buurtgroepniveau een betrouwbaar beeld van de leefbaarheid en veiligheid op. 46 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016

Figuur C Indicatorscores (op een schaal van 0-10) op buurtniveau (hoe lager, hoe beter) buurtgroep dreiging 5 vermogensdelicten 6 verloedering 7 Taanschuurpolder 1,1 2,5 4,1 Vertobuurt 0,9 2,6 3,6 Bloemenbuurt en Bomendal 0,8 2,8 3,6 Sluispolder oost 0,9 2,9 3,6 Sluispolder west en Binnenstad 1,5 2,2 3,9 Kapelpolder 0,8 2,3 3,5 Componistenbuurt 0,8 2,5 4,6 Koningshoek 0,6 2,2 3,4 Het Balkon en Nieuwe Waterweg 0,3 1,2 2,8 Vogelbuurt 0,5 3,4 3,6 Burgemeesterswijk 0,9 3,6 3,7 Steendijkpolder noord 0,6 3,4 3,7 Steendijkpolder zuid 0,3 2,8 3,6 Maassluis 0,8 2,8 3,7 buurtgroep overlast 8 verkeersoverlast 9 sociale cohesie 10 (hoe hoger, hoe beter) Taanschuurpolder 2,5 3,7 6,1 Vertobuurt 2,6 3,3 5,8 Bloemenbuurt en Bomendal 2,6 3,2 6,0 Sluispolder oost 2,3 3,1 5,7 Sluispolder west en Binnenstad 2,9 3,7 5,8 Kapelpolder 1,8 3,4 6,3 Componistenbuurt 2,8 3,0 5,7 Koningshoek 1,8 4,1 5,8 Het Balkon en Nieuwe Waterweg 1,7 2,6 6,8 Vogelbuurt 2,0 3,2 5,8 Burgemeesterswijk 2,5 2,8 5,8 Steendijkpolder noord 2,1 2,7 5,9 Steendijkpolder zuid 1,5 3,3 5,9 Maassluis 2,3 3,3 5,9 5 Indicatorscore dreiging is samengesteld op basis van het aantal keer dat voorvallen als bedreiging, mensen die op straat worden lastig gevallen, dronken mensen op straat, gewelddelicten, straatroof en drugsoverlast in de beleving van bewoners zich voordoen. 6 Indicatorscore vermogensdelicten is opgebouwd uit de voorvallen: fietsendiefstal, diefstal uit auto s, beschadiging/vernieling aan auto s en inbraak in woningen 7 Indicatorscore verloedering: bekladden van muren en/of gebouwen, rommel op straat, hondenpoep op straat en vernieling van straatmeubilair 8 Indicatorscore overlast: Jongerenoverlast, overlast door omwonenden en lawaai van omwonenden/burengerucht 9 Indicatorscore verkeersoverlast: agressief verkeersgedrag, geluidsoverlast door verkeer, te hard rijden en parkeeroverlast 10 Indicatorscore sociale cohesie is opgebouwd uit de antwoorden op de stellingen de mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks, de mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om, ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is en ik voel mij thuis bij de mensen die in deze buurt wonen. 47 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum MVS augustus-2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016