Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Schiedam 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Schiedam 2015"

Transcriptie

1 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Schiedam 2015

2 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Schiedam 2015 Schiedam, april 2016 Kenniscentrum MVS / / / / Foto s: Jan van Kampenhout en Jan van der Ploeg

3 Inhoud 1. Inleiding Aanleiding en opdracht Responsoverzicht Inhoud van het rapport Wonen en sociale samenhang Woning en woonomgeving Ontwikkeling woonbuurt Sociale kwaliteit Discriminatie Leefbaarheid Buurtproblematiek Verloedering Overlast Functioneren gemeente Welzijn Algemene gezondheid Activiteiten buiten de deur Sociale contacten Participatiesamenleving Veiligheid Onveiligheidsgevoelens Onveiligheid en buurtproblemen Onveilige plekken Voorzieningen Rapportcijfer voorzieningen Tevredenheid voorzieningen Sociale voorzieningen De wijken nader bekeken Samenvatting en conclusies

4 4

5 h o o f d s t u k Inleiding 1.1 Aanleiding en opdracht Leefbaarheid en veiligheid staan in Schiedam al lange tijd hoog op de lijst van bestuurlijke prioriteiten. De invoering van het Grotestedenbeleid in de jaren 90 was de aanleiding om binnen de overheid afspraken te maken over periodiek onderzoek op dit terrein, zowel landelijk als lokaal. Inmiddels is het Grotestedenbeleid beëindigd, maar de behoefte aan beleidsinformatie over leefbaarheid en veiligheid is onverminderd. Daarom heeft in de zomer van 2015 opnieuw een Schiedams onderzoek in het kader van de Leefbaarheids- en Veiligheidsmonitor plaatsgevonden. Deze rapportage geeft de uitkomsten van dit onderzoek. Het levert een beeld op van hoe zaken als woonplezier, veiligheid en sociale cohesie zich in Schiedam ontwikkelen. Dit kan dienen als belangrijke onderbouwing van het gemeentelijk beleid. 1.2 Responsoverzicht Het veldwerk van het onderzoek bestaat uit twee onderdelen: er is een digitale vragenlijst verspreid onder de leden van het internetpanel en een schriftelijke vragenlijst onder een steekproef onder de Schiedammers. De internetvragenlijst is ingevuld door 911 van de panelleden. Dit komt overeen met een respons van 32%. Voor de schriftelijke vragenlijst werd een steekproef van personen in de leeftijd van 18 tot en met 80 jaar aselect uit het bevolkingsregister getrokken. Deze personen kregen een vragenlijst thuisgestuurd met het verzoek deze in te vullen en terug te sturen. In totaal stuurden personen een ingevuld vragenformulier terug. De respons op de schriftelijke vragenlijst bedraagt dus 23%. De respons over de twee onderdelen samen bedroeg 26%. In figuur 1.1 is het aantal respondenten per wijk weergegeven. Figuur 1.1 RESPONS PER WIJK (TOTAAL VAN SCHRIFTELIJKE EN DIGITALE METHODE) wijk aantal respondenten Centrum 208 Oost 205 West 270 Zuid 221 Nieuwland 216 Groenoord 236 Kethel 220 Woudhoek 256 Spaland/Sveaparken 204 Totaal 2.036* *Van 35 personen is niet bekend in welke wijk zij woonachtig zijn. De respons verschilt per wijk: de wijken in het noordelijk stadsdeel laten een relatief hoog responspercentage zien en de animo voor dit onderzoek is in Oost het laagst. Hiermee was van tevoren rekening gehouden door de omvang van de steekproef in sommige wijken te verhogen. Daarnaast zijn de onderzoeksdata gecorrigeerd met weegfactoren, zodat een accurate afspiegeling ontstaat van de totale Schiedamse bevolking in de leeftijd van 18 tot en met 80 jaar. De uitkomsten leveren daarmee een betrouwbaar beeld op van de mening van de Schiedammer. 1.3 Inhoud van het rapport In het eerstvolgende hoofdstuk komt de leefbaarheid op buurt- en wijkniveau aan bod: het wonen en de sociale samenhang in Schiedam. In hoofdstuk 3 ligt de focus op het bestaan van buurtproblemen: hoe vaak ondervinden bewoners overlast of is er bijvoorbeeld sprake van verloedering? Het thema welzijn 5 H1 Inleiding

6 wordt behandeld in hoofdstuk 4. Het gaat dan bijvoorbeeld om gezondheid, eenzaamheid en participatie. Hoofdstuk 5 heeft het thema veiligheid als onderwerp: veiligheidsgevoelens en de invloed van eventueel cameratoezicht in de stad. Hoofdstuk 6 behandelt het voorzieningenniveau per wijk en buurt. Hoofdstuk 7 geeft per wijk een uiteenzetting van de meest opvallende zaken op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. In dit hoofdstuk zal tevens op een lager schaalniveau dieper worden ingegaan op een aantal van deze onderwerpen. In het laatste hoofdstuk worden de belangrijkste uitkomsten en conclusies gepresenteerd. 6 H1 Inleiding

7 7 H1 Inleiding

8 8 H2 Wonen en Sociale samenhang

9 h o o f d s t u k Wonen en sociale samenhang De leefbaarheid van buurten en wijken wordt niet alleen bepaald door de fysieke omgeving, zoals de eigen woning en woonomgeving, maar zeker ook de sociale samenhang in een buurt. In de enquête hebben de bewoners de huidige situatie in hun woonbuurt dan ook beoordeeld aan de hand van zowel fysieke als sociale aspecten van leefbaarheid. Daarnaast is gevraagd naar de ontwikkeling van de eigen woonbuurt in het afgelopen jaar. 2.1 Woning en woonomgeving Zoals gezegd speelt de fysieke omgeving een belangrijke rol in de beleving van leefbaarheid. Dit gevoel van leefbaarheid wordt onder andere bepaald door de waardering van de eigen woning en woonomgeving. In het onderzoek is Schiedammers daarom gevraagd een rapportcijfer te geven voor hun woning en woonomgeving. Het gemiddelde rapportcijfer dat Schiedammers aan hun woning geven, is al vele jaren vrijwel stabiel. In vergelijking met de meting in 1998 is dit rapportcijfer met twee tienden van een punt gestegen naar een 7,7. Het rapportcijfer waarmee bewoners hun woonomgeving waarderen is de laatste jaren eveneens redelijk gelijk gebleven. Gemiddeld krijgt de woonomgeving in Schiedam een 6,9. FIGUUR ONTWIKKELING GEMIDDELDE RAPPORTCIJFERS VOOR DE EIGEN WONING EN WOONOMGEVING IN SCHIEDAM 7,8 7,6 7,4 7,2 7 6,8 6,6 rapportcijfer woning rapportcijfer woonomgeving 6,4 6,2 6 9 H2 Wonen en Sociale samenhang

10 Wat betreft de waardering voor de eigen woning lopen de rapportcijfers op wijkniveau nogal uiteen, maar ze zijn door de tijd heen redelijk constant. FIGUUR 2.2 GEMIDDELD RAPPORTCIJFER VOOR DE EIGEN WONING PER WIJK wijk Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken Schiedam Centrum, Kethel, Woudhoek en Spaland/ Sveaparken scoren hoger dan een 8. Daarentegen ligt het rapportcijfer in Oost en Nieuwland al jaren onder het stedelijk gemiddelde. In Groenoord is wel een opvallende toename van de waardering te zien ten opzichte van Dit komt zeer waarschijnlijk doordat een deel van de oude flats zijn vervangen door nieuwbouw eengezinswoningen. De waardering van de woning hangt samen met het woningtype: flats met minder dan vijf woonlagen vaak zonder lift krijgen een lage waardering. Dit type woningen komt, ondanks de sloop, nog steeds veel voor in Nieuwland. Dat verklaart voor een belangrijk deel het lagere rapportcijfer in Nieuwland. De wijk Oost bestaat overwegend uit vooroorlogse boven- en benedenwoningen die niet altijd in optimale staat verkeren. Daarnaast komt er ook nog een redelijk aantal flatwoningen zonder lift voor. Dit alles verklaart waarom de gemiddelde woningwaardering in Oost laag uitvalt. Dit is vooral het geval in het oostelijk deel van de wijk, waar de waardering op een rapportcijfer van een 7,0 ligt. In het deel van wijk Oost dat aan het Centrum grenst (met veel meer eengezinswoningen en/of koopwoningen) valt de waardering voor de eigen woning veel hoger uit, namelijk een 7,7. Deze verschillen zijn echter wel kleiner geworden ten opzichte van 2012 toen de waardering voor de woning nog respectievelijk een 6,9 en een 8,0 scoorden. voorkomen, speelt hierbij een rol. Want eigenaar-bewoners beoordelen hun woning beduidend beter dan huurders: gemiddeld waarderen eigenaren hun woning met een 8,1 en huurders met een punt lager, namelijk een 7,1. Omdat kopers vaker dan huurders een hoog inkomen hebben (hetgeen blijkt uit de inkomensgegevens), mag worden aangenomen dat kopers een ruimere keuze hebben op de woningmarkt. Zij zijn hierdoor beter in staat een woning naar wens te bemachtigen en deze vervolgens ook verder naar hun zin te maken. Lagere inkomensgroepen zijn veelal aangewezen op de goedkopere, kwalitatief vaak mindere woningvoorraad in de huursector. Zij beoordelen hun woning dan ook met een 7,2, een stuk lager dan hogere inkomensgroepen die de eigen woning met een 8,3 waarderen. Allochtonen behoren vaker dan autochtonen tot de lagere inkomensgroepen en hebben daardoor eveneens een beperkte keuze op de woningmarkt. Met als gevolg dat allochtonen vaker in matig gewaardeerde woningen als flats zonder lift wonen. Allochtonen zijn gemiddeld genomen dan ook minder tevreden over hun woonsituatie dan autochtonen (7,2 tegenover 8,0). Dit laatste geldt eveneens voor jongeren. Zij staan nog aan het begin van hun woon- en arbeidscarrière, waardoor zij veelal in de minder gewaardeerde woningen wonen. Voor wat betreft de woonomgeving zijn de respondenten eveneens gevraagd hun waardering samen te vatten in een algemeen rapportcijfer (zie figuur 2.1). Zoals gezegd, is dit cijfer voor geheel Schiedam de laatste jaren redelijk stabiel gebleven. Gemiddeld krijgt de woonomgeving in Schiedam hetzelfde rapportcijfer als in 2009 en 2012, namelijk een 6,9. In vergelijking met andere gemeenten is dit cijfer wat aan de lage kant. Elders in het land worden doorgaans scores van 7 of hoger behaald. Het landelijk gemiddelde rapportcijfer ligt op een 7,5, waarbij de regio Rotterdam- Rijnmond het laagst scoort met een gemiddeld rapportcijfer voor de woonomgeving van 7,2. Uitgesplitst op wijkniveau blijkt het rapportcijfer te variëren tussen een 6,1 voor Oost en een 7,9 voor Kethel (zie figuur 2.3). De wijken Kethel, Woudhoek en Spaland/ Sveaparken in Schiedam-Noord bestaan voor een belangrijk deel uit eengezinswoningen die veelal prima beoordeeld worden. Maar ook het feit dat in deze gebieden veel koopwoningen 10 H2 Wonen en Sociale samenhang

11 FIGUUR 2.3 GEMIDDELD RAPPORTCIJFER VOOR DE WOONOMGEVING PER WIJK wijk Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken Schiedam Niet alleen Kethel scoort bovengemiddeld, ook de bewoners van Woudhoek en Spaland/ Sveaparken waarderen hun woonomgeving opvallend positief (7,6 of hoger). In Oost en Nieuwland wordt de woonomgeving slechter beoordeeld dan gemiddeld in Schiedam. De oostelijk gelegen buurten in Oost scoren met een 5,7 gemiddeld aanzienlijk lager dan de westelijk gelegen buurten (6,6). Ook de wijk West is onder het gemiddelde gezakt met een gemiddelde score van een 6,8. Dit komt voornamelijk door het noordelijk gedeelte van de wijk, waar de klachten over overbewoning in de buurt steeds verder toenemen: de waardering voor de woonomgeving scoort hier een 6,5, tegenover een 7,6 in het zuidelijk gedeelte van de wijk. Groenoord laat een positieve stijging zien in de waardering van de woonomgeving. De eerder genoemde sloop en nieuwbouw zijn hier waarschijnlijk de voornaamste reden voor. Als onderdeel van de waardering van de woonomgeving is gevraagd in hoeverre de buurt/woonomgeving prettig is om in te wonen. Daaruit blijkt dat gemiddeld 81% van de Schiedammers van mening is dat men in een prettige buurt woont. Dit aandeel is iets gedaald ten opzichte van 2012 toen 83% dit vond. Op wijkniveau zijn de verschillen vrij groot. FIGUUR 2.4 BEOORDELING WOONBUURT IN % Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spal./Sveap. Schiedam In het overgrote deel van de Schiedamse wijken is het volgens de bewoners prettig wonen. In wijken als Centrum, West, Zuid, Kethel, Woudhoek en Spaland/Sveaparken geven minstens 8 van de 10 bewoners aan dat zij in een prettige buurt wonen. Vond in 2012 nog 20% van de bewoners van Nieuwland dat ze in een (zeer) onprettige buurt wonen, in 2015 is dit percentage gegroeid naar 28%. De positieve ontwikkeling in Groenoord die al eerder in dit hoofdstuk naar voren komt, is ook hier terug te zien. Het percentage bewoners dat zegt in een (zeer) onprettige buurt te wonen is gedaald van 21% naar 16%. 2.2 Ontwikkeling woonbuurt Hoe oordelen Schiedammers over de ontwikkeling van hun eigen woonbuurt in het afgelopen jaar? In alle jaren dat deze vraag is voorgelegd aan bewoners blijkt het negativisme enigszins te overheersen: 34% vindt dat de eigen woonbuurt het afgelopen jaar achteruit is gegaan, terwijl 9% juist een positieve ontwikkeling signaleert. Ongeveer de helft van de bewoners heeft geen duidelijke ontwikkelingsrichting kunnen constateren en zegt dat de buurt gelijk is gebleven. In vergelijking met het landelijke beeld zien de inwoners van Schiedam vaker een achteruitgang van de eigen woonbuurt. Ten opzichte van voorgaande metingen lijkt de verbetering in 2009 een tijdelijke opleving te zijn geweest. FIGUUR 2.5 ONTWIKKELING AANDEEL BEWONERS DAT DE BUURT VOORUIT/ACHTERUIT VINDT GEGAAN IN HET AFGELOPEN JAAR, IN % achteruit vooruit In de meting van 2015 is het aandeel Schiedammers dat vindt dat hun woonbuurt vooruit is gegaan vrijwel gelijk gebleven aan de meting van 2012 en het aandeel dat de buurt achteruit vindt gaan is iets gedaald. (zeer) onprettig (zeer) prettig 11 H2 Wonen en Sociale samenhang

12 Op wijkniveau zijn de verschillen groot. Wel wordt in alle wijken vaker een achteruitgang dan een vooruitgang geconstateerd. FIGUUR 2.6 VOORTUITGANG (+) OF ACHTERUITGANG (-) VAN DE BUURT IN HET AFGELOPEN JAAR NAAR WIJK (2015) Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spal./Sveap. Schiedam achteruitgang vooruitgang In de wijken Zuid, Centrum en Woudhoek is het percentage bewoners dat een vooruitgang ziet in de wijk, aanzienlijk gedaald ten opzichte van Zeker in Centrum, waar in 2012 nog ruim 18% vond dat de wijk vooruit was gegaan, is dat nu slechts 7%. Opvallend is echter dat in deze zelfde wijken het percentage dat de wijk achteruit vindt gaan, niet tot nauwelijks is gegroeid. Ondanks dat bewoners in Groenoord hun woonomgeving beter zijn gaan waarderen, is er nauwelijks een afname te zien in het percentage dat de wijk achteruit vindt gaan. In West zijn bewoners het meest positief: 15% van de ondervraagden in West vindt dat de wijk het afgelopen jaar vooruit is gegaan. Waren voorheen vooral bewoners van de noordelijk gelegen wijken van Schiedam, zoals Kethel, Woudhoek en Spaland/Sveaparken positiever over de ontwikkeling van de woonbuurten dan bewoners uit andere wijken, deze verdeling is in 2015 niet meer te zien. Jongeren (18-34 jaar) oordelen vaker positief over de ontwikkeling in het afgelopen jaar van de eigen woonbuurt dan andere leeftijdscategorieën. Dit geldt eveneens voor allochtonen. Van de allochtone respondenten vindt 15% dat de eigen woonbuurt het afgelopen jaar vooruit is gegaan, terwijl dit voor slechts 6% van de autochtone bevolking geldt. Tussen het oordeel van mannen en vrouwen bestaat weinig verschil en ook met het opleidingsniveau en de hoogte van het inkomen bestaat geen verband. 2.3 Sociale kwaliteit Het sociale klimaat van de omgeving is van invloed op de waardering voor het wonen. Daarnaast wordt verondersteld dat sociale cohesie de dominante factor is bij het versterken van leefbaarheid en veiligheid: betrokkenheid bij de buurt leidt er toe dat burgers zich actiever opstellen ten aanzien van omgang met de openbare ruimte en medebewoners. Om dit te kunnen meten is de indicator waardering sociale kwaliteit opgesteld. Deze indicator is opgebouwd uit de oordelen op de volgende stellingen: De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks. De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om. Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is. Ik voel mij thuis bij de mensen die in deze buurt wonen. Daarbij geldt: hoe hoger de indicatorscore, hoe beter het met de sociale cohesie is gesteld. FIGUUR 2.7 ONTWIKKELING INDICATORSCORE SOCIALE COHESIE IN SCHIEDAM (HOE HOGER, HOE BETER) 7,0 6,8 6,6 6,4 6,2 6,0 5,8 5,6 5,4 5,2 5,0 De indicatorscore voor sociale cohesie bedraagt in de huidige meting een 5,6. Landelijk ligt deze indicator op een waarde van 6,2. Hierbij moet vermeld worden dat het oordeel over de sociale cohesie lager wordt naarmate de verstedelijking toeneemt, zo ligt de score in niet-stedelijke gemeenten gemiddeld op een 6,9 tegen een 5,6 in zeer stedelijke gemeenten. Schiedam is een zeer stedelijke gemeente en scoort dus gemiddeld. 12 H2 Wonen en Sociale samenhang

13 FIGUUR 2.8 ONTWIKKELING INDICATORSCORE SOCIALE COHESIE IN SCHIEDAM (HOE HOGER, HOE BETER) wijk Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken Schiedam Op Groenoord na is in alle wijken de indicatorscore voor sociale cohesie gedaald of gelijk gebleven. Kethel is al jarenlang de bestscorende wijk op het gebied van sociale kwaliteit en samenhang (in deze meting een 7,2). Opvallend is de afname van sociale cohesie in Centrum. Een mogelijke verklaring hiervoor is de toenemende leegstand in de binnenstad, die de sfeer mogelijk onaangenamer maakt. In Oost heeft de forse instroom van arbeidsmigranten en het hoge aantal verhuisbewegingen wellicht een negatieve invloed op de mate van sociale cohesie. Oost is de wijk die het laagst scoort op het gebied van sociale cohesie. Ook West laat een daling zien in de sociale cohesie. Ook in deze wijk is het aantal arbeidsmigranten toegenomen en is er steeds meer overbewoning. FIGUUR 2.9 STELLINGEN MET BETREKKING TOT DE SOCIALE WOONOMGEVING stelling komt relatief veel voor in: komt relatief weinig voor in: De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om Vanwege de buurtbewoners zou ik graag uit deze buurt verhuizen Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen Ik heb veel contact met andere buurtbewoners Ik ben tevreden over de bevolkingssamenstelling in deze buurt Ik ben gehecht aan de buurt waar ik woon Ik voel mij mede verantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt Oost (48%) Nieuwland (42%) Centrum (40%) Kethel (83%) Spal./Sveap. (74%) Oost (24%) Nieuwland (23%) Kethel (66%) Zuid (47%) Kethel (74%) Spal./Sveap. (67%) Kethel (61%) Spal./Sveap. (39%) Kethel(73%) Spal./Sveap. (71%) Woudhoek (61%) Kethel (74%) Spal./Sveap. (66%) Centrum (63%) Kethel (77%) Spal./Sveap. (76%) Centrum (73%) Kethel (11%) Zuid (15%) Spal./Sveap. (17%) Groenoord (37%) Nieuwland (44%) Kethel (3%) Spal./Sveap. (5%) Woudhoek (6%) Groenoord (18%) Oost (21%) Groenoord(31%) Oost (32%) Nieuwland (33%) Oost (19%) Groenoord (22%) Groenoord(21%) Oost (23%) Nieuwland (28%) Nieuwland(32%) Groenoord (40%) Oost (45%) Groenoord (43%) Nieuwland (55%) In figuur 2.9 zijn de stellingen over de sociale woonomgeving weergegeven. Net als in voorgaande metingen, wordt de sociale woonomgeving in Kethel nog altijd zeer goed gewaardeerd. Op de meeste punten scoort deze wijk veel positiever dan andere delen van Schiedam. De wijk vertoont echter op de meeste punten een daling ten opzichte van Spaland/Sveaparken laat ook positieve resultaten zien en kruipt langzaam richting hetzelfde niveau als Kethel. De sociale component van de woonomgeving in deze wijk wordt inmiddels net zo goed beoordeeld als de fysieke kenmerken van de wijk. Men gaat prettig met elkaar om en voelt zich thuis in de eigen woonbuurt. West, Zuid en Centrum vertonen een vrij gemiddeld beeld. Groenoord en Oost scoren het laagst op de positieve stellingen en hoog op de negatieve stellingen. Echter, waar in 2012 Oost nog het vaakst bovenaan stond is dat nu Groenoord. In het vragenblok over de woonbuurt werd ook gevraagd of bewoners het afgelopen jaar actief zijn geweest om de eigen buurt te verbeteren, bijvoorbeeld door het organiseren van een wijkof buurtfeest of het leveren van een bijdrage aan de leefbaarheid in de eigen straat. De uitkomsten van deze vraag zijn weergegeven in figuur FIGUUR 2.10 AANDEEL BEWONERS DAT AFGELOPEN JAAR ACTIEF IS GEWEEST OM DE EIGEN BUURT TE VERBETEREN wijk Schiedam 22% 18% Regio Rotterdam-Rijnmond (2011 en 2015) 17% 14% Nederland (2011 en 2015) 18% 18% Het aandeel bewoners dat actief is geweest om de eigen woonbuurt te verbeteren is in Schiedam gedaald sinds de laatste meting. Lag deze in 2012 met 22% nog boven het gemiddelde in de regio Rotterdam-Rijnmond en het landelijk gemiddelde, in 2015 wordt met 18% het landelijk gemiddelde behaald. Vooral in Kethel, West en Centrum kunnen bewoners op elkaar rekenen. 2.4 Discriminatie Aan de respondenten is gevraagd of zij zich in het afgelopen jaar wel eens gediscrimineerd hebben gevoeld. Dat blijkt in 22% van de gevallen inderdaad zo te zijn geweest. Uit onderzoek in Amsterdam blijkt een vergelijkbaar aandeel van de bevolking zich het afgelopen jaar gediscrimineerd te hebben gevoeld. Gelukkig betekent dit ook dat ongeveer acht op de tien inwoners hier niet mee te maken 13 H2 Wonen en Sociale samenhang

14 heeft gehad. In 2012 gaf 17% aan zich wel eens gediscrimineerd te hebben gevoeld. De mate waarin men zich gediscrimineerd voelt hangt vooral samen met afkomst en leeftijd. Van de allochtonen ervaart 31% discriminatie, tegen 17% van de autochtonen. Verder voelen vooral de jongeren tot 35 jaar zich wel eens gediscrimineerd (31%); naarmate de leeftijd omhoog gaat daalt het percentage gestaag. Op wijkniveau valt dan ook op dat voornamelijk in de wijken met een groot aandeel allochtonen en jongeren het percentage bewoners dat discriminatie ervaart aanzienlijk groter is dan in de rest van de wijken. Dit zijn Nieuwland (32%), Groenoord (29%) en Oost (28%). De rest van de wijken scoort onder de 20%. Aan het deel van de inwoners dat zich gediscrimineerd voelt is gevraagd wat volgens hen de reden van de discriminatie was. FIGUUR 2.11 REDEN VAN DISCRIMINATIE, IN % VAN HET AANTAL GEDISCRIMINEERDEN ras/afkomst/huidskleur leeftijd/geslacht godsdienst/levensovertuiging handicap/chronische ziekte homoseksualiteit overige redenen weet ik niet/wil ik niet zeggen Bij meer dan de helft van de gevallen blijkt het te gaan om discriminatie op basis van ras, afkomst of huidskleur en bij een kwart om geslachts- of leeftijdsdiscriminatie. Discriminatie op grond van seksuele geaardheid komt volgens dit onderzoek veel minder voor. Dit kan overigens ook het gevolg zijn van het feit dat discriminatie vermeden wordt door in allerlei situaties niet uit te komen voor seksuele voorkeur 1. In het huidige onderzoek is aan Schiedammers in de leeftijd 18 t/m 80 jaar een aantal stellingen voorgelegd om een beeld te schetsen van de houding tegenover homoseksuelen. FIGUUR 2.12 STELLINGEN M.B.T. HOMO(IN)TOLERANTIE stelling (helemaal) mee eens (helemaal) mee oneens Ik heb er geen problemen mee dat homoseksuele en lesbische paren trouwen en kinderen opvoeden 2015: 74% 2012: 70% 2015: 9% 2012: 10% Homoseksuelen moeten niet zo te koop lopen met hun homoseksualiteit (bijv. hand in hand over straat 2015: 16% 2012: 19% 2015: 53% 2012: 50% lopen) Ik zou er moeite mee hebben als mijn kind een homoseksuele relatie zou hebben 2015: 14% 2012: 16% 2015: 60% 2012: 56% Hieruit blijkt dat Schiedammers in 2015 toleranter zijn ten aanzien van homoseksualiteit dan in Bijna driekwart van de respondenten heeft er geen problemen mee dat homoseksuele en lesbische paren trouwen en kinderen opvoeden. Iets minder tolerant zijn Schiedammers als het gaat om de stellingen Homoseksuelen moeten niet zo te koop lopen met hun homoseksualiteit (bijv. hand in hand over straat lopen) en Ik zou er moeite mee hebben als mijn kind een homoseksuele relatie zou hebben. Maar de meerderheid zegt het (helemaal) oneens te zijn met deze stellingen. In de gemeente Amsterdam zijn in het verleden soortgelijke stellingen voorgelegd aan bewoners. De acceptatie van homo s en lesbiennes ligt in Schiedam op een redelijk vergelijkbaar niveau. Er is in Schiedam een duidelijk verband met het opleidings- en inkomensniveau. Hoe hoger het opleidingsniveau, des te toleranter men is ten aanzien van homoseksualiteit. Verder geldt dat vrouwen in het algemeen toleranter zijn dan mannen. Een nog groter verschil treedt op als wordt gekeken naar de etnische herkomst. Dan valt op dat het tolerantieniveau van met name allochtone mannen behoorlijk achterblijft bij het gemiddelde. Toch is ook bij de allochtone groep een positieve ontwikkeling te zien in de mate van tolerantie. Onder autochtone vrouwen is de homotolerantie het grootst. 1 Gemeente Schiedam (2011), Lokaal Emancipatiebeleid H2 Wonen en Sociale samenhang

15 FIGUUR 2.13 HOMO(IN)TOLERANTIE NAAR GESLACHT EN ETNICITEIT (helemaal) mee eens autochtoon allochtoon stelling man vrouw man vrouw Ik heb er geen problemen mee dat homoseksuele en lesbische paren trouwen en kinderen opvoeden Homoseksuelen moeten niet zo te koop lopen met hun homoseksualiteit (bijv. hand in hand over straat lopen) Ik zou er moeite mee hebben als mijn kind een homoseksuele relatie zou hebben 2015: 79% 2012: 74% 2015: 21% 2012: 25% 2015: 13% 2012: 14% 2015: 88% 2012: 82% 2015: 10% 2012: 14% 2015: 5% 2012: 6% 2015: 46% 2012: 52% 2015: 22% 2012: 26% 2015: 25% 2012: 37% 2015: 65% 2012: 56% 2015: 17% 2012: 13% 2015: 24% 2012: 23% 15 H2 Wonen en Sociale samenhang

16 16 H3 Leefbaarheid

17 h o o f d s t u k Leefbaarheid Buurtproblemen en overlastsituaties kunnen de leefbaarheid van buurten en wijken negatief beïnvloeden. Dit hoofdstuk geeft inzicht in welke problemen op het gebied van leefbaarheid en overlast er volgens de bewoners voorkomen in hun buurt. Verder is in de enquête gevraagd naar het functioneren van de gemeente als het gaat om de aanpak van problemen in de stad. 3.1 Buurtproblematiek Aan de ondervraagden is een 32-tal problemen voorgelegd met de vraag of deze vaak, soms of (bijna) nooit in hun buurt voorkomen. Van deze buurtproblemen zijn er 28 die ook in de vragenlijst van voorgaande jaren waren opgenomen. De uitkomsten van deze vraag zijn omgezet in een indicatorscore buurtproblemen. Dit houdt in dat op een schaal van 0 tot en met 100 de frequentie wordt weergegeven. Een waarde 0 betekent dat een probleem nooit voorkomt, terwijl de waarde 100 weergeeft dat een probleem zich vaak voordoet. Het gaat hier om een inschatting van de respondenten die niet gebaseerd hoeft te zijn op eigen ervaringen. Er wordt dus vooral een beeld gemeten van vervelende voorvallen en misdrijven in de eigen woonbuurt. De ontwikkeling van dit soort buurtproblemen in Schiedam is weergegeven in figuur 3.1 op basis van de oorspronkelijke 28 buurtproblemen 2. Sinds 2000 is de indicatiescore voor het voorkomen van buurtproblemen niet meer zo laag geweest als nu. FIGUUR 3.1 INDICATORSCORE BUURTPROBLEMEN IN SCHIEDAM (0=NOOIT, 100=VAAK) De indicatorscore buurtproblemen berekend over de voorgelegde 32 buurtproblemen bedraagt 28. Echter voor de vergelijking met voorgaande jaren is gekozen voor het gemiddelde over de oorspronkelijke 28 voorvallen en misdrijven. 17 H3 Leefbaarheid

18 Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Svea. FIGUUR 3.2 INDICATORSCORE BUURTPROBLEMEN, 2012 EN 2015 (0=NOOIT, 100=VAAK) rang 2015 buurtprobleem hondenpoep rommel op straat te hard rijden vuil naast de container parkeeroverlast gaten/verzakkingen in bestrating fietsendiefstal overlast van groepen jongeren geluidsoverlast van omwonenden/buren lawaai op straat agressief verkeersgedrag vernieling van straatmeubilair geluidsoverlast door verkeer beschadiging/vernieling aan auto dronken mensen op straat inbraak in woningen overig overlast door omwonenden andere vormen v. geluidsoverlast diefstal uit auto s bekladden van muren/gebouwen wildplassen drugsoverlast aanrijdingen jeugdcriminaliteit ongewenste aandacht vrouwen industrielawaai bedreiging lastig gevallen worden gewelddelicten straatroof overlast v. horecagelegenheden Overlast zwervers / daklozen 5 5 gemiddeld 30,8 28,1 Figuur 3.2 geeft aan welke buurtproblemen onderscheiden zijn. De gemiddelde indicatiescore is hier berekend op basis van alle 32 buurtproblemen. Net als in voorgaande jaren vormen hondenpoep, rommel op straat en te hard rijden de top 3 van de buurtproblemen in Schiedam. Het aantal meldingen van gaten en verzakkingen in de bestrating is gedaald, waarmee dit buurtprobleem uit de top 5 is. Vuil naast de container is hiervoor in de plaats gekomen. De frequentie van de meeste problemen neemt volgens de bewoners wel af. Dit geldt echter niet voor geluidsoverlast van omwonenden en overige overlast van omwonenden. Blijkbaar stoort men zich meer aan elkaar dan voorheen. De grootste vooruitgang is te zien bij de echte overtredingen en misdrijven, zoals vernieling van straatmeubilair, woninginbraak en vernieling van en inbraak in auto s. FIGUUR 3.3 INDICATORSCORE BUURTPROBLEMEN PER WIJK, 2015 (0=NOOIT, 100=VAAK) buurtprobleem hondenpoep rommel op straat te hard rijden gaten/verzak. bestrat parkeeroverlast vuil naast container overlast groepen jongeren vernieling straatmeubilair agressief verkeersgedrag lawaai op straat fietsendiefstal beschadiging/vernieling aan auto geluidsoverlast door verkeer inbraak in woningen lawaai omwonenden dronken mensen op straat diefstal uit auto s bekladden van muren/gebouwen andere vormen van geluidsoverlast wildplassen overlast omwonenden jeugdcriminaliteit ongewenste aandacht vrouwen drugsoverlast aanrijdingen industrielawaai lastig gevallen worden bedreiging gewelddelicten straatroof overlast van horeca overlast zwervers/dakl gemiddelde frequentie Op wijkniveau lopen de indicatorscores vaak sterk uiteen. Zo komen in Kethel, Woudhoek en Spaland/Sveaparken buurtproblemen minder vaak voor dan in andere delen van de stad. In deze noordelijke wijken worden wel veel genoemd: de slechte staat van de bestrating, parkeeroverlast, te hard rijden en rommel op straat. De wijk Oost laat een positieve ontwikkeling zien ten opzichte van de vorige meting. De score ligt nog steeds iets boven het gemiddelde, 3 De gemiddelde frequentie van buurtproblemen per wijk is berekend over alle 32 onderscheiden voorvallen en misdrijven. Om die reden is dit gemiddelde niet te vergelijken met de gemiddelde frequentie over 28 buurtproblemen in figuur H3 Leefbaarheid

19 maar met name parkeeroverlast en overlast van jongeren is afgenomen. Waar alle wijken een lichte daling laten zien op de gemiddelde indicatiescore, is de score van de wijk Centrum gelijk gebleven ten opzichte van Het Centrum scoort daarmee het hoogst van alle wijken. Logischerwijs vertonen hier zich de typische problemen die bij een binnenstad horen, zoals: lawaai, dronken mensen op straat, geluidsoverlast van horeca en wildplassen. Ook ondervinden bewoners hier het vaakst last van hangjongeren en agressief verkeersgedrag. In West is flinke vooruitgang geboekt. Er is veel minder last van hondenpoep en rommel op straat en ook het vuil naast de container wordt minder gemeld. Echter, buurtproblemen als geluidsoverlast en overige overlast van omwonenden zijn hier toegenomen. In Zuid is een duidelijke afname te zien in buurtproblemen die te maken hebben met vandalisme in het bijzonder door jongeren. De indicatiescore van het buurtprobleem woninginbraken is bijna gehalveerd ten opzichte van Vuil naast de container is echter aanzienlijk toegenomen. In Nieuwland staan de buurtproblemen gaten en verzakkingen in de bestrating en parkeeroverlast nog steeds in de top 5 maar zijn ze wel verminderd ten opzichte van de meting in Net als in Zuid is de indicatiescore voor woninginbraken flink afgenomen. Groenoord laat ook een positieve ontwikkeling zien bij een flink aantal buurtproblemen. Er wordt minder melding gemaakt van de gaten in en verzakkingen van de straten en vernielingen op verschillende terreinen is ook afgenomen. Vervolgens is gevraagd wat volgens de bewoners het belangrijkste probleem in de buurt is, waarvan men vindt dat het met voorrang moet worden aangepakt. Figuur 3.4 toont de prioriteitenlijst per wijk die op basis van deze vraag is opgesteld. FIGUUR 3.4 BELANGRIJKSTE BUURTPROBLEMEN DIE AANPAK BEHOEVEN IN VOLGORDE VAN BELANGRIJKHEID, PER WIJK wijk 1 e 2 e 3 e Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spal./Svea. Schiedam te hard rijden (20%) rommel op straat (17%) rommel op straat (18%) hondenpoep (29%) rommel op straat (13%) Vuil naast container (13%) bestrating/ verzak. (21%) bestrating/ verzak. (21%) bestrating/ verzakkingen (20%) rommel op straat (11%) Rommel op straat (10%) Parkeeroverlast (11%) Rommel op straat (12%) jongerenoverlast (12%) vuil naast container (14%) parkeeroverlast (17%) parkeeroverlast (19%) te hard rijden (14%) Te hard rijden (17%) parkeeroverlast (11%) hondenpoep (12%) fietsendiefstal (13%) hondenpoep (10%) parkeeroverlast (8%) Geluidsoverlast omwonenden (9%) te hard rijden (11%) te hard rijden (9%) parkeeroverlast (12%) parkeeroverlast (13%) hondenpoep (10%) In de huidige meting is rommel op straat samen met parkeeroverlast prioriteit nummer één in Schiedam. Rommel op straat is het meest gestegen in de prioriteitenlijst. In de vorige meting stond dit buurtprobleem nog op plaats 6. Ook hondenpoep wordt als een groot probleem gezien en heeft een plaats in de top 3. Ondanks dat de situatie stadsbreed is verbeterd, geven met name bewoners van de wijken in het noordelijk deel van Schiedam aan dat het probleem van gaten en verzakkingen in de bestrating met voorrang moet worden aangepakt. Ook parkeeroverlast en te hard rijden zijn in de noordelijke wijken nog altijd een heikel punt. In Zuid wordt hondenpoep met voorsprong het meest benoemd als grootste probleem in de buurt, veel meer dan bij de vorige meting van In Centrum wordt te hard rijden het meest benoemd als probleem, nog meer dan in In West stond bij de vorige meting rommel op straat niet in de top 3, terwijl dit nu wordt beschouwd als belangrijkste probleem in de buurt. Ook in Oost is dit probleem flink toegenomen de afgelopen jaren. 19 H3 Leefbaarheid

20 Verloedering De frequentie waarmee volgens bewoners bepaalde voorvallen of vervelende situaties in de buurt voorkomen, bepaalt mede de beleving van de fysieke kwaliteit van een buurt. Om dit te meten is een indicator voor de mate van verloedering in een buurt opgesteld. De indicator verloedering is opgebouwd uit het voorkomen van de volgende voorvallen of situaties: bekladden van muren en/of gebouwen; rommel op straat; hondenpoep op straat; vernieling van straatmeubilair. Op een schaal van 0 (= nooit) tot en met 10 (= vaak) scoort Schiedam een 4,3. Dit betekent wederom een verbetering ten opzichte van de vorige meting. FIGUUR 3.5 ONTWIKKELING INDICATORSCORE VERLOEDERING IN SCHIEDAM (HOE LAGER, HOE BETER) 6,0 5,8 5,6 5,4 5,2 5,0 4,8 4,6 4,4 4,2 4,0 Alle vier genoemde voorvallen zijn volgens de bewoners van Schiedam minder vaak voorgekomen dan in Er is volgens hen vooral minder sprake van bekladding van muren en/of gebouwen en vernieling van straatmeubilair. De score voor hondenpoep en rommel op straat zijn nagenoeg gelijk gebleven. Bij elkaar genomen zorgt dit voor de beste score ooit voor verloedering in Schiedam. In vergelijking met andere grote gemeenten en ook in vergelijking met het landelijk gemiddelde (3,6), blijft de score van Schiedam aan de matige kant. In alle wijken van Schiedam is de indicatorscore voor verloedering verbeterd. Vooral de afname in de wijken Kethel en Woudhoek is opvallend. Dit komt voornamelijk doordat de bewoners van beide wijken veel minder vernieling van straatmeubilair ervaren. Daarnaast is in Woudhoek in het bijzonder de overlast door hondenpoep afgenomen en in Kethel de overlast door rommel op straat. FIGUUR 3.6 INDICATORSCORE VERLOEDERING NAAR WIJK (HOE LAGER, HOE BETER) Wijk Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken Schiedam Ook Zuid laat een positieve ontwikkeling zien met een dalende score voor verloedering. Dit komt vooral door de afname in overlast die men ervaart door vernieling van straatmeubilair en bekladding ven muren en gebouwen. 3.3 Overlast Een andere aspect dat mede bepalend is voor het woongenot en de leefbaarheid in een wijk of buurt, is de mate van overlast die de bewoners ervaren. Hiervoor is een overlast -indicator opgesteld. Deze indicator geeft op een schaal van 0 (= nooit) tot en met 10 (= vaak) aan in welke mate bewoners overlast ervaren. Voor deze indicator is gevraagd of de volgende vormen van overlast vaak, soms of (bijna) nooit voorkomen in de buurt: overlast van groepen jongeren; overlast door omwonenden (geen geluidsoverlast); lawaai van omwonenden / burengerucht. Gemiddeld scoort Schiedam op een schaal van 0-10 een waarde van 3,2. Daarmee is de overlastindicator wederom licht toegenomen ten opzichte van Deze toename betekent een verslechtering wat betreft overlast. FIGUUR 3.7 ONTWIKKELING INDICATORSCORE OVERLAST IN SCHIEDAM (HOE LAGER, HOE BETER) 3,6 3,4 3,2 3,0 2,8 2,6 2,4 2,2 20 H3 Leefbaarheid

21 Omdat in 2006 de vragenlijst op het punt van overlastproblematiek is aangepast, is een vergelijking met eerdere jaren niet mogelijk. De indicatorscore wordt overigens het sterkst beïnvloed door jongerenoverlast. Maar liefst 61% van de respondenten ervaart soms tot vaak overlast van jongeren. Overlast en lawaai door omwonenden is volgens de respondenten toegenomen, maar komt niet zo vaak voor als jongerenoverlast. FIGUUR 3.8 INDICATORSCORE OVERLAST NAAR WIJK (HOE LAGER, HOE BETER) Wijk Centrum 3,4 4,0 Oost 4,0 3,8 West 2,2 2,8 Zuid 3,4 3,1 Nieuwland 3,6 3,8 Groenoord 3,5 3,5 Kethel 1,7 2,0 Woudhoek 2,6 2,3 Spaland/Sveaparken 2,9 2,7 Schiedam 3,1 3,2 Op wijkniveau zijn weinig opvallende ontwikkelingen te zien ten opzichte van de meting in 2012, op twee wijken na: Centrum en West. In beide wijken is de ervaren overlast door jongeren vrijwel gelijk gebleven, maar de mate van overlast door omwonenden wordt als een groter probleem ervaren dan voorheen. Met name in West is een duidelijke toename van de score te zien. Mogelijk hangt dit samen met de toename van het aantal bewoners vanuit de MOE-landen in het noordelijk gedeelte van deze wijk. In het kader van de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor is eveneens een indicatorscore opgesteld voor verkeersoverlast. Deze score is op dezelfde wijze op basis van een aantal vragen samengesteld en geeft tevens op een schaal van 0 (= nooit) tot en met 10 (= vaak) aan in welke mate bewoners hinder van verkeer ervaren. Hoe hoger de score op deze schaal, hoe meer overlast men ervaart. De indicator voor verkeersoverlast is gebaseerd op de vragen naar: agressief verkeersgedrag; geluidsoverlast door verkeer; te hard rijden; parkeeroverlast. FIGUUR 3.9 ONTWIKKELING INDICATORSCORE VERKEERSOVERLAST IN SCHIEDAM (HOE LAGER, HOE BETER) 5,6 5,4 5,2 5,0 4,8 4,6 4,4 4,2 4,0 Dit is vooral het gevolg van een daling van de hinder van agressief verkeersgedrag. De parkeeroverlast is volgens de bewoners over het algemeen ook iets verminderd, net als de geluidsoverlast door verkeer. De hinder van te hard rijdend verkeer is nagenoeg gelijk gebleven. Op wijkniveau ziet het beeld er als volgt uit: FIGUUR 3.10 INDICATORSCORE VERKEERSOVERLAST NAAR WIJK (HOE LAGER, HOE BETER) Wijk Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken Schiedam Op Centrum na, laten alle wijken een daling zien in de score. Met name de wijken Oost en Woudhoek is een positieve ontwikkeling te zien. Vooral de hinder van parkeeroverlast is in beide wijken flink afgenomen de afgelopen jaren. Ook wordt er aanzienlijk minder overlast door agressief rijgedrag ervaren. Op deze indicatorscore voor verkeersoverlast scoort de gemeente Schiedam een 4,1, wat een verbetering is ten opzicht van de vorige meting uit H3 Leefbaarheid

22 3.4 Functioneren gemeente In de vragenlijst van de Leefbaarheids- en Veiligheidsmonitor is tevens gevraagd om de leefbaarheid in de eigen woonbuurt met een rapportcijfer te beoordelen. FIGUUR 3.11 GEMIDDELD RAPPORTCIJFER VOOR DE LEEFBAARHEID (2012 EN 2015) Wijk Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken Schiedam Nederland Voor wat betreft de leefbaarheid komt het gemiddelde rapportcijfer voor geheel Schiedam uit op een 6,8, gelijk aan de score van de meting in Ook op wijkniveau zijn er geen grote veranderingen te zien. Centrum en West laten een lichte daling zien en Oost, Groenoord en Spaland / Sveaparken, een lichte stijging. Door middel van een aantal stellingen (zie figuur 3.12) is de mening van de Schiedammers bevraagd over het functioneren van de gemeente in de woonbuurten. Dit betreft onder andere de aanpak van problemen op het gebied van leefbaarheid. Net als in 2012 blijken heel wat Schiedammers kritisch tegenover het functioneren van de gemeente te staan als het gaat om de aanpak van leefbaarheid en het aantrekkelijker maken van de stad. Van de ondervraagden zegt 39% te zien dat de gemeente aan een aantrekkelijke en plezierige stad werkt. De overige stellingen scoren minder op het onderhoud van de fietspaden na; hierover is ruim de helft tevreden. Ongeveer een derde van de respondenten geeft aan dat de gemeente helpt om de wijken beter te maken. Dit geldt eveneens voor het vertrouwen hebben in de toekomst van de eigen wijk. moeite doet om problemen in de stad aan te pakken. Slechts 15% vindt dat de gemeente luistert naar de burgers. Op basis van figuur 3.12 zou enerzijds de conclusie kunnen worden getrokken dat de gemeente in de ogen van de respondenten te weinig doet, maar anderzijds ook dat het gevoerde beleid te weinig wordt herkend. Het grote aandeel personen dat zich hierover geen mening kan vormen of hierin neutraal staat, bevestigt deze conclusie min of meer. In de praktijk zijn allerlei maatregelen getroffen die voor de burger zichtbaar zouden moeten zijn. Zo zijn er de afgelopen jaren vele ondergrondse afvalcontainers geplaatst en zijn op grote schaal ophogings- en herbestratingswerkzaamheden uitgevoerd. Ook wordt het verwijderen van graffiti structureel aangepakt en is het team Toezicht en Handhaving in alle wijken van Schiedam actief. Wellicht kan het imago van de gemeente verbeterd worden, indien zij nog meer en duidelijker laat zien wat er allemaal in gang wordt gezet om de leefbaarheid in buurten te optimaliseren, kortom, meer en duidelijkere communicatie. FIGUUR 3.12 STELLINGEN M.B.T. HET FUNCTIONEREN VAN DE GEMEENTE IN DE WOONBUURT gemeente luistert naar de mening van burgers gem. betrekt de buurt voldoende bij de aanpak... ik ben tevreden over het onderhoud van fietspaden in gemeente werkt aan een aantrekkelijke en plezierige gemeente helpt mijn wijk beter te maken ik heb veel vertrouwen in toekomst van mijn wijk gemeente reageert op klachten over leefbaarheid en overlast het bestuur van Schiedam doet moeite om problemen aan te (helemaal) mee eens (helemaal) mee oneens 0% 20% 40% 60% 80% 100% neutraal weet niet / geen mening Een vijfde van de ondervraagden is het eens met de stelling de gemeente reageert op meldingen en klachten betreffende de leefbaarheid en overlast in de wijken. Dit geeft aan dat de gemeente in de ogen van de Schiedammers klachten serieuzer zou moeten nemen en meer zou moeten communiceren over de aanpak van de melding. Tot slot geeft 22% van de Schiedammers aan dat het stadsbestuur veel 22 H3 Leefbaarheid

23 23 H3 Leefbaarheid

24 24 H3 Leefbaarheid

25 h o o f d s t u k Welzijn Het algehele welzijn van de mensen wordt in grote mate bepaald door hun fysieke en mentale gezondheid. Vele factoren hebben hier invloed op, welke onderverdeeld kunnen worden in interne en externe factoren. Voorbeelden van interne factoren zijn de leefstijl en voeding van een persoon. Bij externe factoren kan gedacht worden aan de leefomgeving en voorzieningen in de buurt. In welke mate neemt men deel aan de maatschappij? Deze laatste vraag wordt steeds belangrijker, daar het aantal eenzame personen verder toeneemt. Vooral onder ouderen is dit een groot probleem hetgeen de mentale gezondheid grote schade kan berokkenen. 4.1 Algemene gezondheid Als eerste is bewoners gevraagd hoe zij hun gezondheid over het algemeen beoordelen. Hieruit blijkt dat de meeste mensen hun gezondheid als goed tot zeer goed ervaren (figuur 4.1). Naarmate de leeftijd vordert, wordt de beoordeling over de eigen gezondheid negatiever omdat men over het algemeen meer last krijgt van gezondheidsproblemen. FIGUUR 4.1 STELLING: HOE IS OVER HET ALGEMEEN UW GEZONDHEID? VERDEELD NAAR LEEFTIJDSCATEGORIE jr jr. < 35 jr. 0% 20% 40% 60% 80% 100% (zeer) goed gaat wel (zeer) slecht Opvallend is wel dat de grootste groep respondenten die hun gezondheid als slecht beoordeelt, niet de 65 plussers zijn (6,3%), maar De leeftijdscategorie tussen de 50 en de 64 jaar (7,2%). Vervolgens is gevraagd of men door gezondheidsproblemen moeite heeft met het uitvoeren van bepaalde handelingen zoals traplopen, lichamelijke verzorging of boodschappen doen. FIGUUR 4.2 MOEITE MET TRAPLOPEN, LICHAMELIJKE VERZORGING, BOODSCHAPPEN DOEN ETC, VERDEELD NAAR LEEFTIJDSCATEGORIE jr jr. < 35 jr. 0% 20% 40% 60% 80% 100% geen moeite met moeite alleen met hulp Indien op wijkniveau wordt gekeken wordt naar de beleving van de gezondheid, dan blijken de verschillen vrij groot zijn. FIGUUR 4.3 AANDEEL DAT DE GEZONDHEID ALS (ZEER) GOED ERVAART, PER WIJK Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland / Sveap. Schiedam 62% 72% 70% 70% 76% 79% 75% 84% 83% 89% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 25 H4 Welzijn

26 Gemiddeld beoordeelt 75 procent van de Schiedammers de gezondheid als goed. In Groenoord ligt dit percentage maar net boven de 60 procent. Deze lage score is voor een belangrijk deel terug te voeren op het feit dat de bevolking van Groenoord relatief oud is. Zo is het aandeel 65-plus bijna twee keer zo hoog als het stedelijk gemiddelde. 4.2 Activiteiten buiten de deur Zoals eerder vermeld heeft de mate van deelname aan de maatschappij een belangrijke invloed op het welzijn van mensen. Deze deelname kent vele mogelijkheden. Van enkele van deze mogelijkheden is de Schiedammers gevraagd hoe vaak zij hieraan deelnemen. Als eerste is gevraagd naar het aantal keer dat men meedoet aan een activiteit in club- of verenigingsverband. Hieruit blijkt dat bijna tweederde deel hier eigenlijk bijna nooit aan deelneemt. Maar wanneer men wel deelneemt dan is dit vaak frequent, namelijk minstens een keer in de week (figuur 4.4). Bijna de helft van de respondenten geeft aan minstens 1 keer per maand uit te gaan, er is hier dus een grotere mate van activiteit te zien dan bij de vorige vraag (figuur 4.5). In leeftijd is enkel een afwijking te zien bij de 65-plussers. Onder deze groep geeft slechts 31 procent aan minstens 1 keer per maand uit te gaan. Op wijkniveau zijn grote verschillen te zien. Zo gaat in Centrum ruim tweederde minstens 1 keer per maand uit, wat waarschijnlijk te maken heeft met de nabijheid van de voorzieningen. In Groenoord gaat bedraagt dit percentage slechts 19%. Dit kan waarschijnlijk in verband worden gebracht met de relatief oudere bevolking in deze wijk. Tot slot is gevraagd naar de frequentie van deelname aan culturele en/of creatieve activiteiten zoals bijvoorbeeld het bezoeken van musea en concerten of het maken van muziek. FIGUUR 4.6 AANDEEL DAT DEELNEEMT AAN CULTURELE ACTIVITEITEN (MUSEUM, CONCERT, THEATER ETC.) FIGUUR 4.4 AANDEEL DAT DEELNEEMT AAN ACTIVITEITEN IN VERENIGINGSVERBAND 63% 29% 8% minstens 1 keer per week minstens 1 keer per maand minder dan 1 keer per maand 65-plussers doen het vaakst mee aan activiteiten in club- of verenigingsverband, 43 procent doet dit minstens 1 keer in de maand. Bij de respondenten onder de 35 jaar ligt dit percentage het laagst (27 procent). Een tweede activiteit waar bewoners naar is gevraagd, is hoe vaak zij uit gaan, zoals een bezoek aan een café, restaurant of discotheek. FIGUUR 4.5 AANDEEL DAT UITGAAT (CAFE, RESTAURANT, DISCOTHEEK) 24% 31% 45% minstens 1 keer per maand paar keer per jaar zelden / nooit 32% 42% 26% minstens 1 keer per maand paar keer per jaar zelden / nooit De meeste mensen geven aan hier slechts een aantal keer per jaar aan deel te nemen en een derde zegt dit zelden tot nooit te doen. Er zijn geen grote verschillen in deelname te zien in leeftijd, enkel de 65-plussers zijn iets minder actief op dit terrein. Van hen geeft 40 procent aan zelden of nooit een culturele of creatieve activiteit te ondernemen. In de wijken Kethel en Centrum zijn bewoners het meest actief op cultureel en creatief gebied. In deze wijken neemt respectievelijk slechts 16 en 19 procent hier zelden of nooit aan deel. In Groenoord ligt dit percentage wederom het hoogst, namelijk op 49 procent. 4.3 Sociale contacten Het hebben van sociale contacten is belangrijk voor het algehele welzijn van mensen. Wanneer men te weinig contact heeft met andere mensen, kunnen gevoelens van eenzaamheid ontstaan wat tot depressie kan leiden. Vereenzaming is een steeds groter wordend probleem in de maatschappij, met name in grootstedelijke gebieden zoals Schiedam. Daarom is bewoners gevraagd naar de mate van sociale contacten die zij hebben en tevens naar de kwaliteit van deze sociale contacten. 26 H4 Welzijn

27 Als eerste is gevraagd hoe vaak men gemiddeld contact heeft met familieleden. Hierbij geeft 93 procent van de respondenten aan hier minstens een keer per maand contact mee te hebben. Hierin zijn geen grote verschillen te zien op basis van leeftijd, etniciteit of geslacht. FIGUUR 4.7 AANDEEL DAT MINSTENS EEN KEER PER MAAND CONTACT HEEFT MET FAMILIELEDEN, PER WIJK Centrum Centrum Oost west Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Svea Schiedam Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland / Sveap. Schiedam 88% 92% 90% 93% 94% 95% 95% 95% 92% 98% 93% 96% 94% 90% 92% 94% 95% 94% 96% 97% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Indien er wordt gekeken op wijkniveau, blijkt dat in Nieuwland en Oost relatief de meeste mensen wonen die niet tot nauwelijks contact hebben met familieleden, namelijk 1 op de 10. Vervolgens is gevraagd hoe vaak men contact heeft met vrienden of goede kennissen. Dit laat vrijwel dezelfde resultaten zien. FIGUUR 4.8 AANDEEL DAT MINSTENS EEN KEER PER MAAND CONTACT HEEFT MET VRIENDEN, KENNISSEN, PER WIJK 50% 60% 70% 80% 90% 100% Gemiddeld heeft 94 procent minstens 1 keer per maand contact met vrienden. Jongeren hebben vaker wekelijks contact met vrienden dan de andere leeftijdsgroepen. Vrouwen hebben iets vaker contact met vrienden dan mannen. Op wijkniveau heeft Groenoord opvallend veel bewoners die nauwelijks tot nooit contact hebben met vrienden (ruim 12% minder dan 1 keer per maand). In Centrum hebben bewoners het vaakst contact met vrienden (98% minstens 1 keer per maand). Om de kwaliteit van deze contacten de achterhalen, is bewoners een aantal stellingen voorgelegd. Hieruit blijkt dat de meeste mensen zich gesteund voelen door familie en vrienden, maar bij ongeveer 1 op de 10 schort er wel wat aan de kwaliteit van hun sociale contacten. Vooral het aantal mensen waarmee men echt kan praten, wordt bij 15% niet als voldoende beschouwd (figuur 9). FIGUUR 4.9 Er zijn maar weinig mensen waarmee ik kan praten Ik voel mij gesteund door familie en/of vrienden Ik voel me vaak in de steek gelaten Er is niemand die speciaal belangstelling voor me heeft Ik heb behoefte aan meer contact met mensen KWALITEIT VAN DE CONTACTEN 6% 9% 15% 13% 84% Opvallend is dat vooral jongeren (<35 jr.) aangeven niemand te hebben om mee te praten (21%), ook geven zij het meest aan dat er niemand is die speciaal belangstelling voor hen heeft (ruim 10%). Ten derde scoren de jongeren ook het hoogst op de behoefte aan meer contact met andere mensen (15%). Een andere opvallende uitkomst is dat ruim een kwart van de allochtonen aangeeft weinig mensen te hebben om mee te praten, onder autochtonen is dit aandeel slechts 9 procent. Allochtonen voelen zich ook vaker in de steek gelaten dan autochtonen en ze geven vaker aan dat er niemand is die speciaal belangstelling voor ze heeft. Waar 1 op de 10 autochtonen aangeeft behoefte te hebben aan meer contact met mensen, is deze verhouding onder allochtonen 1 op de 5. Op wijkniveau zijn een aantal uitschieters te zien. Allereerst zijn er in Oost, Nieuwland en Groenoord relatief veel mensen die aangeven maar weinig mensen te hebben waarmee ze kunnen praten. Verder zijn er in Groenoord en Nieuwland gemiddeld meer bewoners die het gevoel hebben dat niemand speciaal belangstelling voor hen heeft. En de grootste uitschieter zien we in Nieuwland waar meer dan een kwart van de bewoners aangeeft behoefte te hebben aan meer contact met mensen. Over het algemeen scoren Nieuwland, Groenoord, Oost en Zuid het hoogst op alle stellingen wat een 27 H4 Welzijn

28 indicatie geeft voor de mate van eenzaamheid binnen deze wijken (figuur 4.10a t/m 4.10e). FIGUUR 4.10d IK VOEL ME NIET GESTEUND DOOR FAMILIELEDEN FIGUUR 4.10a IK HEB BEHOEFTE AAN MEER CONTACTEN Centrum 7,7% Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek 8,6% 9,8% 12,8% 12,3% 12,7% 9,5% 7,9% 25,5% Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spal./Sveap. 8,9% 8,3% 8,7% 6,9% 9,7% 7,1% 5,4% 3,2% Spal./Sveap. 4,8% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% FIGUUR 4.10b ER IS NIEMAND DIE SPECIAAL BELANGSTELLING VOOR ME HEEFT FIGUUR 4.10e ER ZIJN MAAR WEINIG MENSEN WAARMEE IK KAN PRATEN Centrum 11,0% Centrum 5,9% Oost 23,1% Oost 9,5% West 11,0% West 5,1% Zuid 13,2% Zuid 10,3% Nieuwland 18,2% Nieuwland 12,2% Groenoord 23,1% Groenoord 13,2% Kethel 5,7% Kethel 4,7% Woudhoek 10,3% Woudhoek 6,7% Spal./Sveap. 5,2% Spal./Sveap. 7,4% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% FIGUUR 4.10c IK VOEL ME VAAK IN DE STEEK GELATEN Centrum 5,2% Oost 8,3% West 5,7% Zuid 6,3% Nieuwland 7,8% Groenoord 7,9% Kethel 1,2% Woudhoek 3,9% Spal./Sveap. 3,2% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 4.4 Participatiesamenleving In de eerste plaats is iedereen verantwoordelijk voor zijn of haar eigen welzijn, maar meer en meer moeten we ook zorg dragen voor het welzijn van een ander. Van een verzorgingsstaat schuift Nederlands steeds meer richting een samenleving waarin participatie centraal staat. Participatie in het voorzien van elkaars welzijn is hierin een langrijke factor. Met het oog op deze verschuiving is Schiedammers gevraagd of zij reeds actief zijn als vrijwilliger of mantelzorger en in hoeverre zij bereid zijn om hun buurtgenoten te helpen. In totaal geeft 28 procent van de Schiedammers aan vrijwilligerswerk te doen. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het aandeel dat vrijwilligerswerk doet toe. Onder 65 plussers is ruim een derde actief als vrijwilliger. 28 H4 Welzijn

29 Allochtonen zijn minder vaak actief als vrijwilliger dan autochtonen (resp. 20% en 32%). De meeste respondenten zijn actief als vrijwilliger bij een vereniging of club, met name mannen. Vrouwen werken vaker dan mannen als vrijwilliger in een ziekenhuis of zorgcentrum. Het gemiddeld aantal Schiedammers dat aan mantelzorg doet, bedraagt 24 procent. Hierbij verschilt het aandeel sterk per leeftijdscategorie. Zo is de groep tussen de 50 en 64 jaar aanzienlijk actiever als mantelzorger dan de rest. Vermoedelijk hebben mensen rond deze leeftijd meer hulpbehoevenden in hun omgeving. Bij de vragen over de bereidheid om specifieke klusjes te doen voor iemand in de buurt, blijkt dat de meeste bewoners hier positief tegenover staan (figuur 4.11). FIGUUR 4.11 BEREIDHEID OM SPECIFIEKE KLUSJES TE DOEN VOOR IEMAND IN DE BUURT boodschappen doen 75% de hond uitlaten klusjes in huis doen klusjes in de tuin doen helpen met de computer plantjes water geven huisdieren verzorgen koken 45% 43% 42% 52% 79% 55% 50% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Echter niet alle klusjes zijn even populair, zo geeft bijna 80 procent aan best de plantjes water te willen geven voor een buurtgenoot, maar slechts 42 procent is bereid om in andermans tuin te werken. Ook zijn er onder mannen en vrouwen verschillende voorkeuren voor het doen van bepaalde klusjes. Mannen geven vaker aan bereid te zijn om in de tuin of huis van een buurtgenoot te klussen en vrouwen geven liever de plantjes water en zijn vaker bereid te koken voor iemand in de buurt. Over het algemeen zijn autochtonen iets meer bereid om een klusje te doen voor buurtgenoten dan allochtonen. Op buurtniveau is te zien dat de bewoners van Kethel het meest bereid zijn om hun buurtgenoten te helpen met klusjes, deze wijk staat ook bekend om de hoge mate van sociale samenhang. Bewoners van Groenoord scoren bijna bij alle klusjes de laagste bereidheid. Dit is waarschijnlijk terug te voeren tot het feit dat in deze wijk relatief veel ouderen wonen die zichzelf niet capabel achten om deze klusjes voor anderen uit te voeren. 29 H4 Welzijn

30 30 H3 Veiligheid

31 h o o f d s t u k Veiligheid Het gevoel van veiligheid bepaalt in sterke mate de leefbaarheid van een buurt. Het verbeteren van de veiligheidssituatie is dan ook één van de speerpunten van het beleid. Enerzijds gaat het hierbij om veiligheid en slachtofferschap van criminaliteit. Onveiligheidsgevoelens worden echter veroorzaakt door een veelheid aan factoren, waarvan daadwerkelijk slachtofferschap er slechts één is. Verhalen en gebeurtenissen in de omgeving van mensen en berichtgeving in de media blijken eveneens in belangrijke mate te zorgen voor gevoelens van onveiligheid. In het onderzoek is getracht inzicht te krijgen in de mate waarin Schiedammers zich onveilig voelen, zowel in het algemeen als toegespitst op de buurt waar men woont. Verder is gevraagd in hoeverre er sprake is van verschillende vormen van overlast en criminaliteit in de eigen woonbuurt. Ook is geïnformeerd naar de eigen ervaringen met een aantal misdrijven, waarbij het zowel kan gaan om minder zware soorten zoals fietsendiefstal als om zwaardere zaken zoals geweldsdelicten. 5.1 Onveiligheidsgevoelens Het aandeel van de bevolking dat zich in het algemeen wel eens onveilig voelt, is sinds 2012 licht gedaald en ligt nu weer onder de 50%. Het aandeel dat zich in de eigen buurt wel eens onveilig voelt ligt over het algemeen lager en ook dit percentage is gedaald ten opzichte van Al met al toont Schiedam een positieve ontwikkeling op het gebied van onveiligheidsgevoelens. FIGUUR 5.1 ONTWIKKELING VAN ONVEILIGHEIDSGEVOELENS: IN HET ALGEMEEN EN IN DE EIGEN WOONBUURT, IN % In het algemeen In de eigen woonbuurt 0 31 H5 Veiligheid

32 Hoewel de onveiligheidsgevoelens zich nu weer gunstig ontwikkelen, zijn ze ten opzichte van andere gemeenten nog altijd aan de hoge kant, zeker voor zover het de algemene onveiligheidsgevoelens betreft. Deze zijn vergelijkbaar met die van de grote steden in Nederland. Uiteraard speelt hierbij mee dat Schiedam deel uit maakt van een dichtbevolkte regio met veel onderlinge interactie van mensen en verkeer. Dat betekent dat niet alleen voorvallen en gebeurtenissen die in Schiedam plaatsvinden van invloed zijn op de veiligheidsbeleving van Schiedammers, maar ook wat er zich in de dichtbij gelegen buurgemeenten voordoet. Een bekend gegeven is dat vrouwen zich vaker onveilig voelen dan mannen (57% respectievelijk 38%). Bovendien blijkt bij elke meting weer dat jongeren zich vaker onveilig voelen dan ouderen (zie figuur 5.2) Wel is het aantal jongeren dat zich wel eens onveilig voelt met 6% afgenomen sinds 2012 en het aantal 65 plussers dat zich wel eens onveilig voelt met 6% toegenomen. FIGUUR 5.2 AANDEEL PERSONEN DAT ZICH (IN HET ALGEMEEN) WEL EENS ONVEILIG VOELT, IN % Leeftijd % < 35 jr jr jr Totaal gemiddeld 48 Bij jongeren is het gevoel van onveiligheid voornamelijk gerelateerd aan het uitgaansgedrag. Daardoor komen zij vaker in (nachtelijke) situaties waarbij de veiligheid wel eens in het geding kan zijn. Wat betreft het gevoel van onveiligheid in het algemeen is er weinig verschil tussen allochtonen en autochtonen. Wel voelen allochtonen zich vaker onveilig in de buurt. Dit komt vermoedelijk doordat allochtonen naar verhouding vaker wonen in de wijken waar bewoners het meest te kampen hebben met gevoelens van onveiligheid (zie figuur 5.3). FIGUUR 5.3 AANDEEL PERSONEN DAT ZICH WEL EENS ONVEILIG VOELT IN HET ALGEMEEN EN IN DE EIGEN WOONBUURT, IN % Schiedam Spal./Sveap. Woudhoek Kethel Groenoord Nieuwland Zuid West Oost Centrum in de eigen woonbuurt in het algemeen Met name als het gaat om de veiligheid in de eigen woonbuurt, zijn de verschillen tussen de wijken behoorlijk groot. Zo scoren Spaland/Sveaparken, Woudhoek en Kethel aanzienlijk beter dan Groenoord, Oost, Centrum en Nieuwland. Echter, in deze laatst genoemde wijken is er voornamelijk grote vooruitgang te zien ten opzichte van Zo is in Oost het percentage dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt met 9 procentpunten gedaald en ook in Nieuwland en Zuid is het percentage dat zich zowel in het algemeen als in de buurt wel eens onveilig voelt, minstens met 4 procentpunten gedaald. De grote uitzondering is Groenoord: hier is het gevoel van onveiligheid sterk toegenomen, in de buurt zelfs met 10 procentpunten. Groenoord scoort met 48% het hoogst op gevoelens van onveiligheid in de buurt. Ook is gevraagd de veiligheidssituatie in de buurt waar men woont, te beoordelen met een rapportcijfer. 32 H5 Veiligheid

33 FIGUUR 5.4 GEMIDDELD RAPPORTCIJFER VOOR DE VEILIGHEID (2012 EN 2015) Wijk Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken Schiedam Nederland (2011, 2015) Gemiddeld wordt de veiligheid gewaardeerd met een 6,5, ruim een half punt lager dan het landelijke cijfer. Kethel, Woudhoek en Spaland/Sveaparken halen dat landelijk gemiddelde wel en zitten er zelfs boven. Daarentegen scoren Oost, Nieuwland, Groenoord en Centrum er ruim onder. Het gemiddelde cijfer is overigens gestegen ten opzichte van De grootste stijging is te zien in Spaland/Sveaparken, waar de laatste jaren veel aandacht is besteed aan het tegengaan van de overlast van jongeren bij het winkelcentrum Krona. Daarnaast is meer specifiek gevraagd naar onveiligheidsgevoelens in het openbaar vervoer. De helft van de ondervraagden die daadwerkelijk gebruikt maakt van het OV, geeft aan zich wel eens onveilig te voelen in metro, bus, tram of trein. Dit percentage is met 5 procentpunten afgenomen ten opzichte van Verder is voor de afzonderlijke trein- en metrostations gevraagd hoe de (sociale) veiligheid op en rondom deze locaties wordt beoordeeld. De resultaten hiervan zijn terug te vinden in figuur 5.5. De respondenten die weet niet en niet van toepassing hebben geantwoord, zijn buiten beschouwing gelaten. FIGUUR 5.5 MATE WAARIN MEN ZICH ONVEILIG VOELT OP OV-STATIONS, IN % Metrostation Vijfsluizen NS/Metro Station Schiedam- Centrum NS Station Schiedam- Nieuwland Metrostation Troelstralaan Metrostation Parkweg Evenals in 2012 wordt de veiligheid op en rondom metrostation Vijfsluizen en NS/metrostation Schiedam Centrum het beste beoordeeld. Op het metrostation Parkweg scoort de veiligheid duidelijk minder goed. Maar liefst 65% van de ondervraagden voelt er zich soms tot vaak onveilig. Wel is bij alle locaties, waaronder metrostation Parkweg, een daling te zien in het percentage mensen dat zich wel eens onveilig voelt. Verder zijn er in het onderzoek vragen gesteld over de veiligheid in eigen huis en in het centrum van de stad. Thuis voelt men zich in het algemeen wel veilig. Het aantal mensen dat zich thuis wel eens onveilig voelt is sinds 2012 ook iets afgenomen, terwijl dit in de jaren tussen 2009 en 2012 juist toenam. In Oost voelt men zich vaker onveilig in eigen huis dan in de rest van Schiedam: hier bedraagt het percentage dat zich wel eens onveilig voelt in eigen huis 21%. Ook het aantal Schiedammers dat zich wel eens onveilig voelt in het Centrum is afgenomen ten opzichte van de vorige meting. Voelde in % zich wel eens onveilig in het centrum, nu bedraagt dit percentage 43%. 5.2 Onveiligheid en buurtproblemen De respondenten kregen een serie buurtproblemen voorgelegd met de vraag aan te geven in welke mate die zich in de eigen woonbuurt voordoen. Enkele aan (on)veiligheid gerelateerde problemen zijn gebundeld in de indicatoren vermogensdelicten en dreiging. Het betreft een subjectief oordeel over problemen die in de buurt kunnen voorkomen. Men hoeft dus niet noodzakelijkerwijs zelf direct schade of hinder te hebben ondervonden van deze problemen. In figuur 5.7 wordt de indicatorscore voor vermogensdelicten weergegeven. Deze score is berekend op basis van een viertal variabelen: fietsendiefstal; diefstal uit auto s; beschadiging of vernieling aan auto s; inbraak in woningen. De indicatorscore wordt uitgedrukt in een waarde van 0 tot 10, waarbij 0 staat voor komt (bijna) nooit voor en 10 voor komt vaak voor. Naarmate de score hoger is, ervaren bewoners dus meer vermogensdelicten in de buurt. 0% 20% 40% 60% 80% 100% (bijna) nooit soms vaak 33 H5 Veiligheid

34 FIGUUR 5.7 ONTWIKKELING INDICATOR VERMO- GENSDELICTEN IN SCHIEDAM (HOE LAGER, HOE BETER) 5,2 5,0 4,8 4,6 4,4 4,2 4,0 3,8 3,6 3,4 3,2 3,0 2,8 2,6 2,4 Op een schaal van 0 (=nooit) tot 10 (=vaak) scoort Schiedam een 2,9. Was er bij de vorige meting in 2012 voor het eerst weer een verslechtering te zien sinds 2002, nu ligt de score weer op het niveau van In vergelijking met andere steden heeft de score voor vermogensdelicten in Schiedam een redelijk normale waarde. FIGUUR 5.8 INDICATORSCORE VERMOGENSDELIC- TEN 2012 EN 2015 PER WIJK (0=NOOIT, 10=VAAK) Spal./Sveap. indicatiescore met een hele punt is gezakt. Hiermee heeft Zuid na Woudhoek de beste score in de stad. Figuur 5.9 toont de scores voor de indicator dreiging. Deze is samengesteld op basis van het aantal keer dat de volgende voorvallen - in de beleving van de bewoners - voorkomen: dreiging in de buurt; mensen die op straat worden lastig gevallen; dronken mensen op straat; gewelddelicten; straatroof; drugsoverlast. Ook hier geldt weer dat 0 de meest gunstige score is ( komt nooit voor ) en 10 de meest ongunstige ( komt vaak voor ). FIGUUR 5.9 ONTWIKKELING INDICATOR DREIGING IN SCHIEDAM (HOE LAGER, HOE BETER) 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 Woudhoek 1,0 Kethel Groenoord Nieuwland Zuid West De indicatorscore voor dreiging komt voor geheel Schiedam uit op 1,5. Dit is een duidelijke daling ten opzichte van 2012 (1,8). Overigens geeft de score van 1,5 ook aan dat (ernstige) delicten die tot de categorie dreiging behoren veel minder vaak voorkomen dan vermogensdelicten als fietsendiefstal en autoinbraken (score 2,9). Oost Centrum In alle wijken worden vermogensdelicten in mindere mate ervaren dan in 2012, behalve in Centrum. In Oost doen vermogensdelicten zich relatief het vaakst voor (score 3,4), maar deze wijk laat tegelijkertijd een sterke daling zien ten opzichte van de vorige meting. De grootste vooruitgang is geboekt in Zuid, waar de De hoogste (lees: slechtste) scores voor dreiging binnen Schiedam worden gemeten in Centrum (2,6), Oost (2,2) en Nieuwland (2,0). Wel zijn alle wijken er ten opzichte van de vorige meting op vooruit gegaan. Ook in de wijken waar de score al laag lag, is de situatie verbeterd. 34 H5 Veiligheid

35 FIGUUR 5.10 INDICATORSCORE DREIGING 2012 EN 2015 PER WIJK (0=NOOIT, 10=VAAK) Schiedam Spal./Sveap. Woudhoek Kethel Groenoord Nieuwland Zuid West Oost Centrum 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4, Er zijn grote veranderingen te zien ten opzichte van de vorige meting in Alle plekken in de top 10 worden aanzienlijk minder genoemd, terwijl het aantal respondenten in 2012 slechts iets hoger lag dan in 2015 (2.352 tegen 2.071). Zo werd de binnenstad in 2012 nog 218 keer genoemd als onveilige plek en de omgeving van de Parkweg 181 keer. De omgeving van winkelcentrum Hof van Spaland, wijk West, wijk Groenoord en de tunnels bij de Margriethal worden nauwelijks meer als onveilig ervaren. Verder moet bij deze top tien worden vermeld dat de meeste respondenten deze plekken uitsluitend in het donker als onveilig ervaren. Tot slot is bewoners gevraagd wat zij vinden van cameratoezicht in openbare ruimtes om criminaliteit en overlast tegen te gaan en het gevoel van veiligheid te vergroten. Van de respondenten geeft 78% aan voor cameratoezicht te zijn en slechts 3,7% is tegen. Overigens zijn 65-plussers met 87% aanzienlijk meer overtuigd dan jongeren onder de 35 jaar, van wie 72% voor cameratoezicht is. 5.3 Onveilige plekken Verder kregen de respondenten de vraag voorgelegd of er bepaalde plekken zijn in Schiedam die men liever mijdt, omdat men er zich onveilig voelt. Ruim de helft van de ondervraagden antwoordde bevestigend en noemde één of meerdere locaties. In totaal leverde dat antwoorden op. In figuur 5.11 wordt de top 10 weergegeven, met alle plekken die vaker dan 15 keer zijn genoemd. FIGUUR 5.11 TOP 10 VAN GENOEMDE ONVEILIGE PLEKKEN IN SCHIEDAM aantal x genoemd locatie Parkweg (incl. metrostation) 133 Binnenstad (m.n. Hoogstraat, Koemarkt) 131 Prinses Beatrixpark 119 wijk Oost (m.n. Singel en Boerhaavelaan) 85 wijk Nieuwland 71 Mgr. Nolenslaan 66 Omgeving Station S dam Centrum (achterz.) 66 Troelstralaan (incl. metrostation) 40 NS- en metrostations in het algemeen 36 Maasboulevard H5 Veiligheid

36 36 H5 Veiligheid

37 h o o f d s t u k Voorzieningen Naast sociale cohesie, buurtproblemen en veiligheid bepaalt de kwaliteit van het voorzieningenniveau de leefbaarheid van een buurt. Goede voorzieningen maken een buurt aantrekkelijker om er te wonen. Aan de inwoners van Schiedam is gevraagd aan te geven in welke mate zij tevreden zijn over een aantal uiteenlopende voorzieningen. 6.1 Rapportcijfer voorzieningen Schiedammers geven gemiddeld een 6,9 voor de voorzieningen in de eigen woonbuurt. Dit is gelijk aan de meting uit FIGUUR 6.1 GEMIDDELD RAPPORTCIJFER VOOR DE VOORZIENINGEN PER WIJK wijk Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken Schiedam Op wijkniveau is er wel een aantal ontwikkelingen te zien. In Centrum is het cijfer iets gedaald, wat wellicht te maken heeft met de toenemende leegstand in de binnenstad. In Groenoord is het cijfer gestegen tot een 7,2. Hoewel er geen grote verbeteringen van voorzieningen in deze wijk hebben plaatsgevonden, is Groenoord wel aantrekkelijker geworden door sloop en nieuwbouw. Spaland/Sveaparken laat door de jaren heen een gestaag stijgende lijn zien. Het voorzieningsniveau is dan ook de afgelopen jaren flink uitgebreid in deze relatief nieuwe wijk. 6.2 Tevredenheid voorzieningen Wanneer we kijken naar de tevredenheid over specifieke voorzieningen (zie figuur 6.2), dan blijkt dat Schiedammers het meest tevreden zijn over de winkels in de buurt voor dagelijkse boodschappen, openbaar vervoer, basisscholen en straatverlichting. Het minst tevreden is men over de voorzieningen voor jongeren in de buurt: slechts 17% van de respondenten is hierover tevreden. Over speelplekken voor jonge kinderen en parkeergelegenheid is men evenmin erg te spreken. 37 H5 Veiligheid

38 Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland / Sveaparken Schiedam FIGUUR 6.2 TEVREDENHEID OVER VOORZIENINGEN IN DE BUURT IN 2009, 2012 EN 2015 winkels dagelijkse boodschappen openbaar vervoer basisscholen straatverlichting groenvoorzieningen wegen, paden en pleinen crèches/kinderdagverblijven* parkeergelegenheid speelvoorzieningen voorzieningen voor jongeren Als we kijken naar het percentage respondenten dat (zeer) tevreden geeft als oordeel, blijkt dat het oordeel over de voorzieningen over het algemeen is verbeterd ten opzichte van de meting in Vooral de betere scores voor de straatverlichting, wegen, paden en pleinen, crèches / kinderdagverblijven en parkeergelegenheid vallen op. Deze vier onderwerpen laten met een stijging van 5 procentpunten de grootste positieve ontwikkeling zien ten opzichte van Op wijkniveau zijn er soms forse verschillen in tevredenheid over de diverse voorzieningen. In figuur 6.3 is per wijk het aandeel (in %) van de bewoners weergegeven dat (zeer) tevreden is met de betreffende voorziening. De laagste en hoogste scores zijn steeds gearceerd. * De tevredenheid over de voorziening crèches/kinderdagverblijven maakte in 2009 nog geen onderdeel uit van de vragenlijst. FIGUUR 6.3 TEVREDENHEID OVER VOORZIENINGEN IN DE BUURT, PER WIJK (IN %) voorziening winkels dagelijkse boodschappen (haltes van het) openbaar vervoer basisscholen straatverlichting groen (perken, plantsoenen en parken) wegen, paden en pleinen crèches / kinderdagverblijven parkeergelegenheid speelvoorzieningen voor kinderen voorzieningen voor jongeren Hoogste scores Laagste scores 38 H6 Voorzieningen

39 De mogelijkheden voor het doen van de dagelijkse boodschappen worden goed gewaardeerd; 83% is hierover tevreden. Vooral in Spaland/Sveaparken met de aanwezigheid van winkelcentrum Hof van Spaland is de tevredenheid groot. In West zorgt het ontbreken van een grootschalige winkelconcentratie voor relatief veel ontevredenheid over de mogelijkheden om dagelijkse inkopen te doen. De waardering voor het openbaar vervoer is in Zuid het meest gestegen, namelijk van 55% naar 68%. Een forse daling in de waardering zien we terug in Spaland/Sveaparken: de tevredenheid is hier met maar liefst 22 procentpunten gedaald ten opzichte van Ook Woudhoek laat een flinke daling zien met 11 procentpunten. In beide wijken rijden zowel bussen als trams tegenwoordig minder frequent. Wat betreft het basisonderwijs zijn de meningen zeer verdeeld. Zeven op de tien bewoners zijn hierover tevreden. In Centrum is de tevredenheid laag: de aldaar wonende kinderen zijn door de afwezigheid van een basisschool gedwongen om over de wijkgrenzen heen te kijken. Het overgrote deel van deze kinderen gaat naar een basisschool in Oost. In Nieuwland en Groenoord is de tevredenheid over het basisonderwijs eveneens laag. Deze wijken kennen veel zwarte scholen, waardoor ouders vaak kiezen voor basisscholen buiten de eigen woonwijk. De straatverlichting wordt in alle wijken redelijk goed beoordeeld, van 59% tevreden bewoners in Oost tot 75% in Kethel. In Oost is men het minst te spreken over de openbare ruimte (wegen, paden en pleinen) en het openbaar groen. Over parkeergelegenheid is men het minst tevreden in Centrum en Zuid. In deze gebieden is de parkeerdruk relatief hoog. In Zuid komt dit door de hoge woningdichtheid. Hierdoor is er relatief weinig openbare ruimte beschikbaar, hetgeen zich vertaalt in een hoge parkeerdruk. Anderzijds zijn er in een ruim opgezette wijk als Groenoord juist weinig klachten over parkeren. Wat betreft crèches/kinderdagverblijven is men het meest tevreden in Woudhoek, Spaland/ Sveaparken en West en het minst tevreden in Groenoord, Centrum en Zuid. Over de speelmogelijkheden voor kleine kinderen is men in geheel Schiedam matig tevreden: gemiddeld is 49% van de bewoners tevreden. Met name in de oude wijken Centrum, Zuid en Oost zijn de mogelijkheden volgens de bewoners beperkt. Overigens is de tevredenheid wel gestegen ten opzichte van 2012; toen was de score 45%. Veruit het meest ontevreden is men over de voorzieningen voor jongeren. De ontevredenheid hierover is stadsbreed. 6.3 Sociale voorzieningen Naast voorzieningen als winkels, openbaar vervoer en basisscholen, biedt Schiedam diverse sociale voorzieningen om de bevolking te ondersteunen en adviseren. Van elf voorzieningen zijn de bekendheid en het gebruik onderzocht. FIGUUR 6.4 BEKENDHEID EN GEBRUIK SOCIALE VOORZIENINGEN voorziening bekendheid gebruik Thuiszorg 62% 16% Centrum voor Jeugd en Gezin 57% 20% Wijkondersteuningsteam 55% 13% Schuldhulpverlening 55% 6% Ouderenbond 53% 7% Advies- en meldpunt huiselijk geweld 52% 5% Servicepunt Vrijwilligers 50% 8% RADAR 48% 5% Steunpunt Mantelzorg 47% 6% ROG Plus 45% 12% Formulierenbrigade 43% 9% De Thuiszorg is het meest bekend en de Formulierenbrigade het minst. Ten opzichte van 2012 is de bekendheid van de meeste sociale voorzieningen onder Schiedammers fors toegenomen. Vooral de toename in bekendheid van het Steunpunt Mantelzorg met 20 procentpunten is opvallend. Het gebruik van de meeste voorzieningen is licht toegenomen. Gemiddeld genomen heeft ruim een kwart (27%) van de Schiedammers wel eens gebruik gemaakt van deze voorzieningen. Daarvan is 46% tevreden over deze voorzieningen, 45% oordeelt neutraal en 10% is ontevreden. Wat betreft de tevredenheid scoren het Centrum voor Jeugd en Gezin en ROG plus het hoogst. Het Advies- en meldpunt huiselijk geweld en Schuldhulpverlening scoren het laagst. 4 4 De waardering van sociale voorzieningen hangt ook samen met het resultaat dat men voor de cliënt weet te bereiken. Het oordeel is niet altijd een kwestie van een goede of slechte dienstverlening. Het is bijvoorbeeld bekend dat organisaties die vaak slecht nieuws moeten brengen daarop worden afgerekend in klanttevredenheidsonderzoeken. Dergelijke organisaties kunnen een prima dienstverlening bieden maar de cliënten kunnen ontevreden zijn over het resultaat en de organisatie daarop beoordelen. 39 H6 Voorzieningen

40 40 H6 Voorzieningen

41 h o o f d s t u k De wijken nader bekeken In de voorgaande hoofdstukken zijn reeds vele aspecten van leefbaarheid en veiligheid beschreven. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de situatie in de afzonderlijke wijken. Voor zover mogelijk, wordt afgedaald tot het niveau van wijkdelen. Om het beeld te complementeren worden tevens enkele aanvullende statistische gegevens gepresenteerd. 41 H6 Voorzieningen

42 Centrum Schiedam Bevolking: personen ( ) Centrum Samenstelling < 20 jr. 65+ allochtoon 18% 11% 35% verhuismobiliteit (per 100 inw.) 14,6 Woningvoorraad: woningen ( ) koopwoning eengezinswoning Sociaal Besteedb. ink. per huishouden (x1000 ) Arbeid Werkzoekend (in % bevolking jr.) 57% 19% 31,8 11,8% Top 10 Meest voorkomende buurtproblemen Indicatorscore: 0= komt nooit voor, 100= komt vaak voor rang probleem score 1 hondenpoep 71 2 rommel op straat 68 3 te hard rijden 64 4 vuil naast container 62 5 dronken mensen op straat 56 Leefbaarheidscores (hoe lager, hoe beter) verloedering overlast vermogensdelicten dreiging sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) 5,2 3,7 3,3 2,4 5,4 Verantwoordelijkheid eigen buurt Heeft zich actief ingezet voor eigen buurt Rapportcijfers 23% Het Centrum heeft een bevolkingssamenstelling die typerend is voor veel binnensteden in Nederland. De bevolking bestaat naar verhouding veel uit personen tussen de 20 en 50 jaar. Dit zijn enerzijds jonge alleenstaanden tot 35 jaar. Anderzijds gaat het om tweepersoonshuishoudens tussen de 35 en 50. Gezinnen met kinderen komen relatief weinig voor, evenals ouderen. Een deel van de jonge huishoudens staat nog aan het begin van de wooncarrière. Dat heeft tot gevolg dat er redelijk veel wordt verhuisd. De verhuismobiliteit ligt dan ook ruim boven het stedelijk gemiddelde. De jongere huishoudens richten zich voornamelijk op de huursector. Toch bestaat de meerderheid van de woningen in de wijk uit koopwoningen. Want naast jonge startende huishoudens wordt de binnenstad ook bevolkt door tweepersoonshuishoudens met een hoog opleidingsniveau en een bovengemiddeld inkomen. Toch heeft ook hier de economische crisis toegeslagen. Zo is het aantal werkzoekenden in drie jaar ruim verdubbeld, van 5,8% naar 11,8%. Overigens is dit redelijk in lijn met de stadsbrede toename van het aantal werkzoekenden van 6,5% naar 12,7%. Waar de bewoners van het Centrum enerzijds profiteren van het wonen in een binnenstadsmilieu, krijgt men noodgedwongen ook te maken met de nadelen hiervan. Naast het voordeel van veel voorzieningen dichtbij, leidt het uitgaansgedrag van de bezoekers van het Centrum soms tot problemen, bijvoorbeeld lawaaiige en dronken mensen op straat. Dit kan vooral s avonds en in het weekend wel eens voor een minder prettige sfeer zorgen. Hierdoor scoren zaken als overlast en (de perceptie van) dreiging slechter dan gemiddeld in Schiedam. In vergelijking met de meting in 2012 zijn de meeste leefbaarheidsscores van de wijk Centrum iets gedaald. Ook is het percentage bewoners dat zich actief inzet voor de eigen buurt gedaald van 30% naar 23%. Dit is overigens nog altijd ruim boven het stedelijk gemiddelde van 18%. Leefbaarheid Veiligheid 6,8 6, H7 De wijken nader bekeken

43 Oost Schiedam Bevolking: personen ( ) Oost Samenstelling < 20 jr. 65+ allochtoon 22% 10% 56% verhuismobiliteit (per 100 inw.) 16,0 Woningvoorraad: woningen ( ) koopwoning eengezinswoning Sociaal Besteedb. ink. per huishouden (x1000 ) Arbeid Werkzoekend (in % bevolking jr.) 50% 14% 25,7 16,2% Top 10 Meest voorkomende buurtproblemen Indicatorscore: 0= komt nooit voor, 100= komt vaak voor rang probleem score 1 rommel op straat 72 2 vuil naast container 70 3 hondenpoep 69 4 te hard rijden 62 5 fietsendiefstal 52 Leefbaarheidscores (hoe lager, hoe beter) verloedering overlast vermogensdelicten dreiging sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) 5,0 3,3 3,4 2,1 4,8 Verantwoordelijkheid eigen buurt Heeft zich actief ingezet voor eigen buurt Rapportcijfers Leefbaarheid Veiligheid 20% 6,3 5, Schiedam-Oost wordt gekenmerkt door een jonge bevolking. Met name de groep jarigen is naar verhouding sterk vertegenwoordigd. Deze groep zit vaak nog aan het begin van de arbeids- en wooncarrière, met als gevolg dat er veel wordt verhuisd. Dat komt mede doordat er veel kamerverhuurbedrijven in de wijk actief zijn. Vaak betreft de in- en uitstroom in Oost personen van niet-nederlandse komaf: ruim de helft van de bevolking heeft een allochtone achtergrond. Met name MOE-landers (Polen, Bulgaren etc.) vinden vaak (tijdelijke) huisvesting in Oost. Het is dan ook een wijk waar men gemiddeld genomen niet erg lang blijft wonen. Wellicht speelt hierbij ook de soms matige kwaliteit van de woningvoorraad een rol. Het gevolg van dit alles is een komen en gaan van mensen. Op elke inwoners verhuizen er jaarlijks gemiddeld 160 personen. In andere delen van de stad zijn dat er aanzienlijk minder. In Oost wonen weinig ouderen: slechts 10% is 65 jaar of ouder. Stadsbreed ligt dit percentage op 17%. De woningvoorraad in Oost met overwegend vooroorlogse boven- en benedenwoningen is doorgaans ook niet zo geschikt voor ouderen. Veel ouderen vertrekken dan ook naar andere delen van de stad. In sociaal-economsich opzicht staat de wijk er niet zo goed voor. Het gemiddelde inkomen is aan de lage kant en de werkloosheid is er hoog. Het aantal werkzoekenden is in de afgelopen drie jaar bijna verdubbeld, van 8,4% naar 16,2%. Ook de verschillende indicatorscores zijn niet positief te noemen. Veel buurtproblemen komen in Oost vaker voor dan gemiddeld in Schiedam. Positief is dat Oost op de meeste leefbaarheidsscores vooruitgang heeft geboekt sinds de meting in 2012: de score voor verloedering is verbeterd van 5,3 naar 5,0; voor overlast van 4,0 naar 3,3; voor vermogensdelicten van 4,2 naar 3,4 en voor dreiging van 3,0 naar 2,1. Alleen de sociale cohesie laat een lichte verslechtering zien, van 4,9 naar 4,8. Ondanks deze matige score voor sociale cohesie, ligt het percentage bewoners dat zich actief voor de eigen buurt inzet iets boven het stedelijk gemiddelde (20% in Oost tegen 18% voor heel Schiedam) H7 De wijken nader bekeken

44 West Schiedam Bevolking: personen ( ) West Samenstelling < 20 jr. 65+ allochtoon 21% 16% 33% verhuismobiliteit (per 100 inw.) 13,0 Woningvoorraad: woningen ( ) koopwoning eengezinswoning Sociaal Besteedb. ink. per huishouden (x1000 ) Arbeid Werkzoekend (in % bevolking jr.) 59% 31% 33,0 10,9% Top 10 Meest voorkomende buurtproblemen Indicatorscore: 0= komt nooit voor, 100= komt vaak voor rang probleem score 1 te hard rijden 55 2 parkeeroverlast 53 3 vuil naast container 44 4 gaten/verzakingen bestrating 39 5 fietsendiefstal 36 Leefbaarheidscores (hoe lager, hoe beter) verloedering overlast vermogensdelicten dreiging sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) 4,0 2,5 3,0 1,4 5,7 Verantwoordelijkheid eigen buurt Heeft zich actief ingezet voor eigen buurt Rapportcijfers Leefbaarheid Veiligheid 23% 6,7 6, Zo op het oog is West een redelijk gemiddelde wijk in Schiedam. Dat geldt onder meer voor de leeftijdsverdeling van de bevolking. Als het gaat om sociaal-economische kenmerken zijn er wel verschillen, maar niet in extreme mate. Anderzijds valt op dat de verschillen binnen de wijk wel behoorlijk groot zijn. Waar andere wijken in Schiedam vrij homogeen zijn qua samenstelling, is dat in West zeker niet het geval. Zo is er een duidelijk onderscheid te maken tussen de gebieden ten noorden en ten zuiden van de Burgemeester Knappertlaan. In het zuidelijk deel (rondom het oude ziekenhuisterrein) is de werkloosheid relatief laag en de inkomens hoog, in het noordelijk deel is dat precies andersom: hogere werkloosheid en veel lagere inkomensgroepen. Datzelfde beeld is zichtbaar bij de samenstelling van de bevolking: een relatief laag aandeel allochtonen in het zuidelijk deel tegen ruim het dubbele in het noordelijk deel. Alles bij elkaar genomen vallen de cijfers voor West toch redelijk gemiddeld uit. Dat geldt in grote lijnen eigenlijk ook voor de beleving van de leefbaarheid en veiligheid. Enkele specifieke buurtproblemen spelen wel in het noordelijk deel van de wijk en niet in het zuidelijk deel. In het noordelijk deel is de bebouwingsdichtheid zeer hoog en zijn de straten relatief smal. Parkeerterreinen en/of garages zijn niet aanwezig, met als gevolg dat er veel klachten zijn over parkeeroverlast. In het veel ruimer opgezette zuidelijk deel van de wijk komen deze klachten slechts sporadisch voor. Een ander punt betreft overbewoning. In het noordelijk deel van de wijk is er in toenemende mate sprake van een instroom van arbeidsmigranten (met name MOElanders). Dat zorgt in de beleving van de bewoners soms voor overlastsituaties. In vergelijking met de meting in 2012 worden er aanmerkelijk minder buurtproblemen gemeld. De leefbaarheidsscores laten een gemengd beeld zien: de scores voor vermogensdelicten, dreiging en vooral verloedering zijn verbeterd; de scores voor overlast en sociale cohesie zijn iets verslechterd. Maar op de meeste indicatoren scoort West nog altijd iets gunstiger dan het stedelijk gemiddelde. 44 H7 De wijken nader bekeken

45 Zuid Schiedam Bevolking: personen ( ) Zuid Samenstelling < 20 jr. 65+ allochtoon 18% 18% 27% verhuismobiliteit (per 100 inw.) 9,6 Woningvoorraad: woningen ( ) koopwoning eengezinswoning Sociaal Besteedb. ink. per huishouden (x1000 ) Arbeid Werkzoekend (in % bevolking jr.) 49% 40% 28,1 12,3% Top 10 Meest voorkomende buurtproblemen Indicatorscore: 0= komt nooit voor, 100= komt vaak voor rang probleem score 1 hondenpoep 81 2 rommel op straat 69 3 te hard rijden 67 4 Vuil naast de container 59 5 parkeeroverlast 53 Leefbaarheidscores (hoe lager, hoe beter) verloedering overlast vermogensdelicten dreiging sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) 5,0 2,9 2,5 1,4 6,3 Verantwoordelijkheid eigen buurt Heeft zich actief ingezet voor eigen buurt Rapportcijfers Leefbaarheid Veiligheid 14% De leeftijdsgroepen 0-19 jr. en jr. zijn in Zuid relatief wat minder vertegenwoordigd. Daarentegen is voor een oude stadswijk als Zuid het aandeel allochtonen naar verhouding vrij laag; doorgaans ligt dit aandeel in andere gebieden met een vergelijkbare woningvoorraad aanzienlijk hoger. In sociaal-economisch opzicht doet de wijk het redelijk. Het inkomen ligt onder het stedelijk gemiddelde, maar de werkloosheid ook, ondanks dat ook in Zuid het aantal werklozen behoorlijk is toegenomen in de afgelopen jaren van economische crisis. Een groot deel van de woningvoorraad behoort tot de goedkope prijsklasse. De woonlasten van veel huishoudens zullen daardoor niet zo heel erg hoog zijn. De woningdichtheid in dit deel van de stad is zeer hoog. Bovendien zijn veel woningen aan de kleine kant. Desondanks zijn de meeste bewoners van Zuid nog altijd behoorlijk aan hun wijk verknocht. De sociale structuur is er naar verhouding nog redelijk hecht, hoewel dat volgens de bewoners snel minder wordt. Maar de sociale controle is er nog altijd wel groter dan in andere oude stadsdelen van Schiedam. Op het punt van sociale samenhang en veiligheid scoorde de wijk altijd bovengemiddeld goed. Verontrustend is wel dat het rapportcijfer dat hierop betrekking heeft, bij elke meting steeds verder afneemt. Een score van 6,3 voor sociale cohesie is nog wel beter dan het stedelijk cijfer, maar het verschil is lang niet meer zo groot als vroeger. Problemen in de wijk die duidelijk boven het stedelijk gemiddelde uitspringen, hebben te maken met verloedering (hondenpoep, rommel op straat), parkeren en te hard rijden. Verder zijn er bij elke meting in Zuid veel klachten over overlast. Dat heeft waarschijnlijk mede te maken met het feit dat de wijk zo dichtbebouwd is: er is gewoonweg (te) weinig ruimte. Tot slot scoort de mate van tevredenheid over het aanbod van verschillende voorzieningen in Zuid vaak iets onder het gemiddelde van Schiedam als geheel, maar grote uitschieters die duiden op ernstige ontevredenheid zitten er niet bij. Al met al zijn de scores in Zuid voor leefbaarheid en veiligheid weliswaar niet erg goed, maar voor een oude stadswijk vooralsnog niet verontrustend. 45 H7 De wijken nader bekeken

46 Nieuwland Schiedam Bevolking: personen ( ) Nieuwland Samenstelling < 20 jr. 65+ allochtoon 24% 16% 65% verhuismobiliteit (per 100 inw.) 12,8 Woningvoorraad: woningen ( ) koopwoning eengezinswoning Sociaal Besteedb. ink. per huishouden (x1000 ) Arbeid Werkzoekend (in % bevolking jr.) 30% 14% 26,5 18,8% Top 10 Meest voorkomende buurtproblemen Indicatorscore: 0= komt nooit voor, 100= komt vaak voor rang probleem score 1 rommel op straat 63 2 vuil naast container 56 3 hondenpoep 54 4 te hard rijden 48 5 overlast groepen jongeren 45 Leefbaarheidscores (hoe lager, hoe beter) verloedering overlast vermogensdelicten dreiging sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) 4,5 3,4 2,9 1,9 5,1 Verantwoordelijkheid eigen buurt Heeft zich actief ingezet voor eigen buurt Rapportcijfers Leefbaarheid Veiligheid 16% 6,4 6, De wijk Nieuwland heeft de voorbije jaren een flinke metamorfose ondergaan. Zo is de voormalige Slachthuisbuurt gesloopt en inmiddels voor een groot deel herbebouwd met eengezinswoningen. Datzelfde geldt voor de Goemanbuurt, de omgeving van het Dr.Wibautplein en het gebied Parkweg-Noord. Daardoor zijn meer gezinnen met kinderen naar de wijk getrokken, maar nog altijd bestaat meer dan een derde van de huishoudens uit alleenstaanden. De bouw van nieuwe woningen heeft echter wel voor meer stabiliteit in Nieuwland gezorgd: de verhuismobiliteit ligt tegenwoordig op een gemiddeld niveau. Dat is het resultaat van enerzijds weinig verhuizingen in de nieuwbouwgebieden en anderzijds een zeer hoge mobiliteit in met name de oudbouw-huurflats in de Staatsliedenbuurt. Door het vervangen van huurflats door voornamelijk eengezinswoningen in de koopsector is zowel het aandeel koop- als het aandeel eengezinswoningen toegenomen. Desondanks liggen deze nog altijd ver onder het stedelijk gemiddelde. Heel wat nieuwe woningen zijn gekocht door bewoners met een allochtone achtergrond, die voorheen vaak ook al in Nieuwland woonden. Kennelijk hebben zij een band met de wijk opgebouwd, hetgeen uiteraard een positieve zaak is voor de sociale samenhang. Het toevoegen van nieuwbouw verandert echter niets aan de situatie van de bevolking in de bestaande flats; deze is nog altijd niet erg rooskleurig. Het gemiddelde huishoudensinkomen in Nieuwland behoort tot het laagste niveau van Schiedam. De werkloosheid was altijd al hoger dan gemiddeld in de stad, maar is door de economische crisis toegenomen tot bijna 19%. Positief is dat de meest voorkomende buurtproblemen de afgelopen jaren wat minder vaak door bewoners worden ervaren. Ook de indicatorscores voor vermogensdelicten en dreiging laten een positieve daling zien. Het openbaar gebied wordt ook steeds beter beoordeeld. Zo was in het verleden verloedering een thema dat zeer sterk speelde in de wijk. De meting van 2012 liet al een gunstige trend zien. In 2015 heeft deze trend zich voortgezet en is de score voor verloedering van het openbaar gebied bijna gelijk aan het stedelijk gemiddelde. Anderzijds blijven scores voor dreiging, overlast en sociale cohesie aan de verkeerde kant van het gemiddelde steken. 46 H7 De wijken nader bekeken

47 Groenoord Groenoord Schiedam Bevolking: personen ( ) Samenstelling < 20 jr. 65+ allochtoon 22% 26% 40% verhuismobiliteit (per 100 inw.) 12,0 Woningvoorraad: woningen ( ) koopwoning eengezinswoning Sociaal Besteedb. ink. per huishouden (x1000 ) Arbeid Werkzoekend (in % bevolking jr.) 27% 7% 26,5 16,3% Top 10 Meest voorkomende buurtproblemen Indicatorscore: 0= komt nooit voor, 100= komt vaak voor rang probleem score 1 hondenpoep 61 2 te hard rijden 60 3 rommel op straat 59 4 vuil naast container 55 5 overlast groepen jongeren 47 Leefbaarheidscores (hoe lager, hoe beter) verloedering overlast vermogensdelicten dreiging sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) 4,7 2,9 3,1 1,6 5,2 Verantwoordelijkheid eigen buurt Heeft zich actief ingezet voor eigen buurt Rapportcijfers Leefbaarheid Veiligheid 10% Groenoord wordt gekenmerkt door een bevolking met veel ouderen. Hun aandeel begint langzaam af te nemen, maar nog altijd is 26% 65 jaar of ouder. Dat is 9 procentpunten hoger dan het stedelijk gemiddelde. Lange tijd vormde de oudere bevolking een stabiele groep. Vooral de laatste jaren is in het zuidelijk deel van de wijk het aantal verhuisbewegingen zeer hoog. De inkomende huishoudens hebben vaak andere kenmerken dan de zittende bewoners. Zo is met name in de middelhoogbouw portiek- en galerijflats het aandeel allochtone huishoudens met kinderen zeer hoog. De oudere autochtone Groenoorders zijn voornamelijk in de hoogbouwflats met lift geconcentreerd. Op het punt van sociale samenhang scoort Groenoord dan ook naar verhouding laag, samen met Nieuwland en Oost. De sloop van flats in Groenoord-midden en de nieuwbouw van eengezinswoningen hebben dit deel van wijk een ander aanzien gegeven. Evenals in Nieuwland zijn het ook hier vooral bewoners met een allochtone achtergrond die een nieuwbouwwoning gekocht hebben. Een deel van hen woonde voorheen in een flatwoning in Groenoord. Voor de wijkbinding is dat uiteraard een prima ontwikkeling. Ondanks het toevoegen van een ander woningtype in een duurdere prijsklasse, is het werkloosheidsniveau en het aandeel bijstandsgerechtigden in Groenoord nog steeds hoog. Mede hierdoor is het besteedbare inkomen per huishouden laag. Dit wordt ook veroorzaakt door het hoge aandeel 65-plussers in de wijk. Veel ouderen hebben namelijk niet meer inkomen dan een AOWuitkering, soms aangevuld met een (klein) pensioen. De leefbaarheidscores laten bijna allemaal een positieve ontwikkeling zien ten opzichte van de meting in Met name de score voor overlast is gedaald en ligt nu op stedelijk gemiddelde. Overigens lijken de problemen waar Groenoord mee te maken heeft zich vooral in het midden en het zuidelijk deel van de wijk te concentreren. Vanuit Groenoord- Noord (omgeving Bachplein, Lisztplein, Borodinlaan etc.) zijn de geluiden positiever. Tot slot valt bij elke meting weer op dat in Groenoord als één van de weinige gebieden in Schiedam parkeeroverlast bepaald geen hot issue is H7 De wijken nader bekeken

48 Kethel Schiedam Bevolking: personen ( ) Kethel Samenstelling < 20 jr. 65+ allochtoon 21% 26% 16% verhuismobiliteit (per 100 inw.) 6,7 Woningvoorraad: woningen ( ) koopwoning eengezinswoning Sociaal Besteedb. ink. per huishouden (x1000 ) Arbeid Werkzoekend (in % bevolking jr.) 72% 83% 38,1 5,5% Top 10 Meest voorkomende buurtproblemen Indicatorscore: 0= komt nooit voor, 100= komt vaak voor rang probleem score 1 parkeeroverlast 49 2 te hard rijden 48 3 gaten / verzakkingen in bestrating 46 4 inbraak woningen 42 5 hondenpoep 40 Leefbaarheidscores (hoe lager, hoe beter) verloedering overlast vermogensdelicten dreiging sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) 2,5 2,2 3,0 0,5 7,2 Verantwoordelijkheid eigen buurt Heeft zich actief ingezet voor eigen buurt Rapportcijfers Leefbaarheid Veiligheid 33% Zoals ook uit vorige metingen bleek, zijn vrijwel nergens in Schiedam bewoners beter te spreken over hun wijk dan in Kethel. Het is dan ook een zeer stabiele wijk waar heel weinig wordt verhuisd. Hoewel de woningvoorraad overwegend uit eengezinswoningen bestaat, is deze toch behoorlijk gevarieerd qua grootte en prijsniveau. Bovendien herbergt de wijk een behoorlijke hoeveelheid appartementen voor ouderen. De eengezinswoningen worden voornamelijk bewoond door autochtone gezinnen met oudere kinderen of waarvan de kinderen de deur uit zijn. Het gevolg is wel dat de wijk snel vergrijst. Het percentage 65-plussers ligt in Kethel inmiddels even hoog als in Groenoord. Het inkomens- en opleidingsniveau is in Kethel bovengemiddeld hoog en de werkloosheid is hier aanzienlijk minder toegenomen dan in de rest van de stad. De frequentie waarmee allerlei buurtproblemen voorkomen, is naar verhouding redelijk laag. Parkeeroverlast wordt als het grootste probleem ervaren. Voor wat betreft de verschillende leefbaarheidsindicatoren, zoals verloedering van het openbaar gebied, overlast, dreiging en onveiligheidsgevoelens, doet Kethel het voor Schiedamse begrippen goed. Enkel de indicatorscore voor overlast is toegenomen, terwijl dit in de meeste andere wijken juist sterk is afgenomen. Ook op het punt van sociale cohesie doet Kethel het prima: met een score van 7,2 behaalt de wijk de hoogste waarde van de stad. Kethel is daarmee de enige wijk in Schiedam die overigens al vele jaren boven de 7 uitkomt. Alles overziend lijkt het alsof de bewoners van Kethel helemaal niets te klagen hebben. En dat is natuurlijk af en toe wel het geval, alleen is de mate waarin dat gebeurt meestal vrij beperkt. De ontevredenheid op het gebied van voorzieningen richt zich, evenals in veel andere wijken, vooral op het gebrek aan jongerenvoorzieningen. Het aandeel bewoners dat aangeeft zich het afgelopen jaar actief voor de buurt te hebben ingezet is met 33% het hoogst gemeten percentage in Schiedam. Het voorafgaande in ogenschouw nemend is het niet verwonderlijk dat de algemene rapportcijfers voor de leefbaarheid en veiligheid in Kethel met respectievelijk een 7,8 en een 7,4 bovengemiddeld hoog uitvalt. 48 H7 De wijken nader bekeken

49 Woudhoek Schiedam Bevolking: personen ( ) Woudhoek Samenstelling < 20 jr. 65+ allochtoon 19% 24% 17% verhuismobiliteit (per 100 inw.) 7,0 Woningvoorraad: woningen ( ) koopwoning eengezinswoning Sociaal Besteedb. ink. per huishouden (x1000 ) Arbeid Werkzoekend (in % bevolking jr.) 52% 58% 36,1 7,7% Top 10 Meest voorkomende buurtproblemen Indicatorscore: 0= komt nooit voor, 100= komt vaak voor rang probleem score 1 gaten / verzakkingen in bestrating 55 2 hondenpoep 49 3 te hard rijden 48 4 parkeeroverlast 44 5 rommel op straat 42 Leefbaarheidscores (hoe lager, hoe beter) verloedering overlast vermogensdelicten dreiging sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) 3,4 2,0 2,1 0,5 6,0 Verantwoordelijkheid eigen buurt Heeft zich actief ingezet voor eigen buurt Rapportcijfers Leefbaarheid 14% De bevolkingssamenstelling van de wijk Woudhoek is typerend voor wijken die eind jaren 70, begin jaren 80 zijn gebouwd. Een groot deel van de bevolking is tussen de 50 en 65 jaar. Het merendeel van de huishoudens bestaat uit gezinnen met veelal oudere kinderen of waarvan de kinderen reeds de deur uit zijn. Ook het aandeel 65-plussers is hoger dan gemiddeld in Schiedam. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de vestiging van zorgcentrum. Er wonen relatief weinig personen met een niet-nederlandse achtergrond. De verhuismobiliteit ligt op een gunstig laag niveau. De woningvoorraad in Woudhoek is zeer gevarieerd. De helft bestaat uit koop- en de andere helft uit huurwoningen. De meeste woningen behoren tot de categorie eengezinswoningen en tot het middeldure segment. De woningdichtheid is vrij hoog. Bovendien zijn in delen van Woudhoek de tuinen gemiddeld niet zo heel erg groot. Het gevolg is een compact woongebied waar in sommige buurten van de wijk het parkeren nog wel eens voor overlast kan zorgen. Desondanks is deze wijk een vrij populair woongebied, mede door de aanwezigheid van groen en voorzieningen als winkels en basisscholen. Hoewel Woudhoek er in sociaal-economisch opzicht relatief goed voor staat, loopt de situatie wel iets terug. Het besteedbaar huishoudensinkomen ligt nog steeds ruim boven het stedelijk gemiddelde. Dat geldt eveneens voor het opleidingsniveau. Daarnaast is het werkloosheidspercentage naar verhouding laag. Op het gebied van leefbaarheid en veiligheid zijn er niet zo heel veel problemen. De leefbaarheidscores bevinden zich allemaal aan de positieve kant. Vooral de score voor verloedering en overlast zijn aanzienlijk afgenomen ten opzichte van de vorige meting in Doordat de wijk op slappe veengrond is gebouwd, zijn er wel bij elke meting opnieuw veel klachten over gaten en verzakkingen in de bestrating. De algemene rapportcijfers voor leefbaarheid en veiligheid van de eigen woonbuurt zijn in Woudhoek een stuk hoger dan gemiddeld. Daarmee behoort Woudhoek tot de best presterende wijken van Schiedam. Veiligheid H7 De wijken nader bekeken

50 Spaland/Sveaparken Schiedam Bevolking: personen ( ) Spaland/Sveaparken Samenstelling < 20 jr. 65+ allochtoon 27% 9% 18% verhuismobiliteit (per 100 inw.) 5,7 Woningvoorraad: woningen ( ) koopwoning eengezinswoning Sociaal Besteedb. ink. per huishouden (x1000 ) Arbeid Werkzoekend (in % bevolking jr.) 85% 73% 45,7 5,6% Top 10 Meest voorkomende buurtproblemen Indicatorscore: 0= komt nooit voor, 100= komt vaak voor rang probleem score 1 hondenpoep 58 2 te hard rijden 58 3 gaten / verzakkingen in bestrating 56 4 parkeeroverlast 47 5 overlast van jongeren 43 Leefbaarheidscores (hoe lager, hoe beter) verloedering overlast vermogensdelicten dreiging sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) 3,7 2,8 2,6 0,6 6,5 Verantwoordelijkheid eigen buurt Heeft zich actief ingezet voor eigen buurt Rapportcijfers Leefbaarheid Veiligheid 19% Spaland/Sveaparken is een gebied met overwegend gezinshuishoudens. Dit is duidelijk te zien aan de bevolkingsopbouw van de wijk: een hoog aandeel jongeren en van alle wijken het laagste aandeel alleenstaanden en 65-plussers. Ook het percentage personen met een allochtone achtergrond is laag. Nu de wijk al enige tijd vrijwel helemaal afgebouwd is, is de verhuismobiliteit bijzonder laag. De wijk bestaat voornamelijk uit koopwoningen in het midden en dure segment. Naast een groot aandeel eengezinswoningen, 80% van de woningvoorraad, is er ook een aantal appartementencomplexen aanwezig. Het besteedbaar inkomen op huishoudensniveau valt door de aanwezigheid van veel tweeverdieners zeer hoog uit. Het werkloosheidspercentage is op Kethel na het laagste van Schiedam. Wat dat betreft scoort Spaland/Sveaparken samen met Kethel het meest gunstig van alle wijken. Ook op het gebied van veiligheid en leefbaarheid doet de wijk het uitstekend. Desondanks zijn er enkele aandachtspunten. Er wordt redelijk veel geklaagd over gaten en verzakkingen in de bestrating en is er sprake van parkeeroverlast. En sinds de meting van 2012 wordt ook jongerenoverlast gemeld. Inmiddels wordt dit buurtprobleem aangepakt en is hierdoor uit de top 3 verdwenen. Te hard rijden is ook een veel gehoorde klacht, maar de grootste stijger is hondenpoep: in 2012 nog op nummer 5 en nu op de eerste plaats. Ondanks deze klachten zijn de leefbaarheidsscores zeer goed te noemen. Criminaliteit en verloedering komen volgens de bewoners weinig voor. De rapportcijfers die men geeft voor de woning, de eigen woonomgeving en de veiligheid van de buurt zijn het hoogst van Schiedam. Alleen de sociale cohesie scoort gezien de andere indicatoren en rapportcijfers lager dan verwacht. Dit verschijnsel is echter in nieuwbouwwijken niet ongewoon. Het rapportcijfer voor veiligheid is met een halve punt gestegen ten opzicht van de meting in Ook het cijfer voor de leefbaarheid is gestegen. De wijk doet het al met al goed H7 De wijken nader bekeken

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Schiedam 2012

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Schiedam 2012 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Schiedam 2012 Onderzoek & Statistiek Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Schiedam 2012 Schiedam, mei 2013 Onderzoek & Statistiek 010-2191007 / 2191008 Foto s: Jan van

Nadere informatie

Leefbaarheid & Veiligheidsmonitor

Leefbaarheid & Veiligheidsmonitor Leefbaarheid & Veiligheidsmonitor 2017 Plaats over deze achtergrondfoto uw eigen [kleuren]foto op de voorgrond......gebruik vervolgens onderstaande tool om uw foto op maat te knippen......zo, dat de randen

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid is het tol van verschillende ontwikkelingen, met een gerenoveerd Energiehuis en de komst van een bioscoop met parkeergarage. In

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is het? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden Veiligheidsmonitor 2008, gemeente 1 Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 In deze bijlage worden de uitkomsten van de monitor weergegeven in tabellen. Van de volgende gebieden worden cijfers gepresenteerd:

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is het Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden Veiligheidsmonitor 20 Gemeente Woerden Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Gemeente Woerden DIMENSUS beleidsonderzoek April 202 Projectnummer 475 Samenvatting 3 Inleiding. Leefbaarheid van de buurt 3.

Nadere informatie

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis Kenniscentrum MVS Augustus 2016

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis Kenniscentrum MVS Augustus 2016 Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Maassluis 2016 Kenniscentrum MVS Augustus 2016 Augustus 2016 Kenniscentrum MVS kenniscentrum@mvs-gemeenten.nl 010-2191008 Foto s: Kees Brandwijk 2 Gemeente Maassluis/Kenniscentrum

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor Gemeente Leiden Resultaten per stadsdeel en in de tijd Mediad Rotterdam, maart 2011 Veiligheidsmonitor, Gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Resultaten per district en in de tijd Bureau Onderzoek Op Maat april 2010 Veiligheidsmonitor 2009, gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Gegevensanalyse Schiedam-Oost. plaats hier uw foto: de guidelines helpen om de juiste afmeting te maken gebruik schaal en crop mogelijkheden

Gegevensanalyse Schiedam-Oost. plaats hier uw foto: de guidelines helpen om de juiste afmeting te maken gebruik schaal en crop mogelijkheden Gegevensanalyse Schiedam-Oost plaats hier uw foto: de guidelines helpen om de juiste afmeting te maken gebruik schaal en crop mogelijkheden Inwoners en woningen per 1-1-2014 Oost Schiedam inwoners 11.286

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Leefbaarheid en veiligheid

Leefbaarheid en veiligheid Leefbaarheid en veiligheid In de buurt volgens de inwoners van de Drechtsteden in 2013 Leefbaarheid en veiligheid zijn belangrijke thema s binnen gemeenten. Dat is niet verwonderlijk, want burgers wonen

Nadere informatie

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Hoe veilig is Leiden? Integrale Veiligheidsmonitor gemeente Leiden Bijlagenrapport April 2012 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2012/022 Datum April

Nadere informatie

Leefbaarheid in Spijkenisse. Resultaten onderzoek over leefbaarheid en veiligheid onder inwoners van Spijkenisse - 2014

Leefbaarheid in Spijkenisse. Resultaten onderzoek over leefbaarheid en veiligheid onder inwoners van Spijkenisse - 2014 Leefbaarheid in Spijkenisse Resultaten onderzoek over leefbaarheid en veiligheid onder inwoners van Spijkenisse - 2014 datum woensdag 6 mei 2015 versie 3 Auteur(s) Tineke Last Postadres Postbus 25, 3200

Nadere informatie

Hoe veilig is Leiden?

Hoe veilig is Leiden? Hoe veilig is? Veiligheidsmonitor gemeente Tabellenrapport April 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2014/015 Datum April 2014 Opdrachtgever Auteurs

Nadere informatie

Leefbaarheidsonderzoek Schiedam 2006

Leefbaarheidsonderzoek Schiedam 2006 Leefbaarheidsonderzoek Schiedam 2006 Grotestedenbeleid Schiedam Schiedam, augustus 2006 Team Onderzoek & Statistiek 2 Leefbaarheidsonderzoek 2006 Inhoud Inleiding 5 H1 Algemene bevolkingskenmerken 7 1.1

Nadere informatie

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal, Dorien de Bruijn 23 mei 2014 Vanaf 1997 is de Amersfoortse Stadspeiling elke twee jaar voor een belangrijk deel

Nadere informatie

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid Resultaten gemeentebeleidsmonitor 217 Veiligheid en leefbaarheid 1. Inleiding Om de twee jaar wordt er een onderzoek, de zogeheten gemeentebeleidsmonitor, uitgevoerd onder de inwoners naar verschillende

Nadere informatie

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007 Leefbaarheid en Veiligheid Hengelo 2007 Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007 COLOFON Uitgave Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie Gemeente Hengelo Hazenweg 121 Postbus 18,

Nadere informatie

Enquête herinrichting Botenbuurt 2016

Enquête herinrichting Botenbuurt 2016 Enquête herinrichting Botenbuurt 2016 December 2016 Kenniscentrum MVS Gemeente Schiedam E n q u ê t e h e r i n r i c h t i n g B o t e n b u u r t P a g i n a 1 Inleiding De gemeente Schiedam voert in

Nadere informatie

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN 2005-2015 OPZET EN UITVOERING Sinds 1999 voert de gemeente Ede elke twee jaar een onderzoek uit naar leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Tot en

Nadere informatie

Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011

Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011 Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011 Eén van de prioriteiten van de gemeente is het aanpakken van overlast, onder andere van verslaafde dak- en thuislozen. Het uiteindelijke

Nadere informatie

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

ONDERZOEK VEILIGHEID. Inwonerpanel Gemeente Dongen Onderzoek 9 Mei GfK 2014 Gemeente Dongen Onderzoek Veiligheid Mei

ONDERZOEK VEILIGHEID. Inwonerpanel Gemeente Dongen Onderzoek 9 Mei GfK 2014 Gemeente Dongen Onderzoek Veiligheid Mei ONDERZOEK VEILIGHEID Inwonerpanel Gemeente Dongen Onderzoek 9 Mei 14 GfK 14 Gemeente Dongen Onderzoek Veiligheid Mei 14 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting. Onderzoeksresultaten Voorvallen en misdrijven Veiligheid

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2011

Veiligheidsmonitor 2011 Veiligheidsmonitor 20 Dordtse scores op de MJP-indicatoren en vergeleken met andere gemeenten De gemeente Dordrecht heeft in 20 voor de derde keer deelgenomen aan de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Drie jaar Taskforce Overlast

Drie jaar Taskforce Overlast Drie jaar Taskforce Overlast Duidelijke afname van ervaren overlast Centrum en Sinds 2010 werkt de gemeente Dordrecht met de Taskforce Overlast in de openbare ruimte aan het terugdringen van de overlast

Nadere informatie

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen RESULTATEN GEMEENTE OSS 2011 Soort onderzoek : Enquêteonderzoek bevolking 15+ Opdrachtgever : Stadsbeleid Maatschappelijke Ontwikkeling Opdrachtnemer : Team O&S,

Nadere informatie

26% 36% 31% (helemaal) mee eens niet mee eens en niet mee oneens (helemaal) mee oneens

26% 36% 31% (helemaal) mee eens niet mee eens en niet mee oneens (helemaal) mee oneens Resultaten peiling EnschedePanel Inleiding Voor de verbetering van de leefbaarheid en aanpak van de veiligheid in de wijken is in oktober 2015 een onderzoek verricht. In dezelfde periode is de landelijke

Nadere informatie

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015 LelyStadsGeLUIDEN De mening van de inwoners gepeild Leefbaarheid 2015 April 2016 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Cluster Onderzoek en Statistiek team Staf, Beleid Te downloaden op www.lelystad.nl/onderzoek

Nadere informatie

Monitor Veiligheid en Leefomgeving

Monitor Veiligheid en Leefomgeving Monitor Veiligheid en Leefomgeving Gemeente Montfoort 2015 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: gemeente Montfoort DIMENSUS beleidsonderzoek Maart 2016 Projectnummer 641 2 INHOUD Uitkomsten in vogelvlucht

Nadere informatie

Leefbaarheid in de buurt

Leefbaarheid in de buurt 12345678 Leefbaarheid in de buurt Nu het oordeel van de Dordtenaren over hun woonkwaliteit, woonomgeving en de geboden voorzieningen in kaart is gebracht, zullen we in dit hoofdstuk gaan kijken hoe de

Nadere informatie

Leefbaarheidsmonitor 2011

Leefbaarheidsmonitor 2011 Leefbaarheidsmonitor Foto voorpagina: Ton Heijnen Stadsfotograaf Velsen Leefbaarheidsmonitor Gemeente Velsen I&O Research, juni Colofon Opdrachtgever Samensteller Gemeente Velsen I&O Research I&O Research

Nadere informatie

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Ittersum

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Ittersum Buurt-voor-Buurt Onderzoek In januari/februari 2018 is het Buurt-voor-Buurt Onderzoek van 2018 uitgevoerd. Ruim 10.500 Zwolse inwoners van 18 jaar en ouder hebben aan het onderzoek meegewerkt. Door deze

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio Utrecht Tabellenrapport

Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio Utrecht Tabellenrapport Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio Utrecht Tabellenrapport DIMENSUS beleidsonderzoek Juni 2010 Projectnummer 379 Colofon Informatie DIMENSUS Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1c 4818 AA Breda

Nadere informatie

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007 Integrale veiligheid resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 1 1.1 Respons 1 2 Veiligheidsgevoelens 3 2.1 Gevoel van veiligheid in specifieke situaties 3 2.2 Verschillen onderzoeksgroepen

Nadere informatie

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek Afdeling Vastgoed en Wonen 29 augustus 2014 2 Algemeen Deze notitie bevat cijfers over inwoners en woningvoorraad

Nadere informatie

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen Leefbaarheid 7,5 Leefbaarheid (rapportcijfer) : 7,5 Fysieke voorzieningen (score) Sociale cohesie in de buurt (score) Aanpak gemeente L&V (% (zeer) ) Gemeente, 2015 6,3 29,0 38,2 Overlast in de buurt %

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Stad en Buurt- Modules. Datum: Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- 1

Stadsmonitor. -thema Stad en Buurt- Modules. Datum: Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- 1 Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- Modules De Nijmegenaar en zijn stad 2 De Nijmegenaar en zijn buurt 7 Datum: 21-01-2014 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Geert Schattenberg tel.:

Nadere informatie

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 21 Analyse Figuur 1: subwijken Gesworen Hoek Inleiding Met ingang van 214 voeren we 1 keer per 2 jaar de wijktoets uit in de gemeente Tilburg. De wijktoets is een

Nadere informatie

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011 Maart Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor Hoe gaat het met de leefbaarheid in? Hoe heeft het oordeel van bewoners over leefbaarheid & veiligheid zich ontwikkeld? Telefoonnummer: 14036

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 7 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie onderdelen

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Leefbaarheid en veiligheid

Leefbaarheid en veiligheid Leefbaarheid en veiligheid In de buurt volgens de inwoners van de Drechtsteden in 2013 Leefbaarheid en veiligheid zijn belangrijke thema s binnen gemeenten. Dat is niet verwonderlijk, want burgers wonen

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Leefbaarheidsmonitor Gemeente Velsen

Leefbaarheidsmonitor Gemeente Velsen Leef baar hei ds moni t or201 3 GEMEENTE VELSEN Leefbaarheidsmonitor Gemeente Velsen, augustus Colofon Opdrachtgever Gemeente Velsen Samensteller Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Telefoon: (0229) 282555

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Toelichting bij "Tabellenboek", van Dimensus Monitor Veiligheid en Leefomgeving, 2014 IJsselstein 26 Juni 2014

Toelichting bij Tabellenboek, van Dimensus Monitor Veiligheid en Leefomgeving, 2014 IJsselstein 26 Juni 2014 Toelichting bij "Tabellenboek", van Dimensus Monitor Veiligheid en Leefomgeving, 2014 IJsselstein 26 Juni 2014 Het kan zijn dat de cijfers in het tabellenboek soms iets (meestal 1%) afwijken van de cijfers

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Gemeente Stichtse Vecht

Gemeente Stichtse Vecht Gemeente Stichtse Vecht Monitor Veiligheid en leefbaarheid 201 Definitief 11 augustus 201 DATUM 11 augustus 201 TITEL Monitor Veiligheid en leefbaarheid 201 ONDERTITEL Definitief OPDRACHTGEVER Gemeente

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Samenvatting 1 Vermogensdelicten 2 Geweldsdelicten 5 Vernieling en overlast 7 Verdachten 10 Onveiligheidsgevoelens 11 Preventie 13 Oordeel over functioneren politie

Nadere informatie

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD Nijmegen is volgens veel Nijmegenaren een mooie en groene stad. Tweederde vindt Nijmegen bovendien een schone stad. Ook van buitenaf is er een gunstige indruk. Al enkele jaren oordelen bezoekers positief

Nadere informatie

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

LEEFBAARHEID EN VEILIGHEID IN DE BUURT 2017

LEEFBAARHEID EN VEILIGHEID IN DE BUURT 2017 Rapport LEEFBAARHEID EN VEILIGHEID IN DE BUURT 2017 Gemeente Arnhem Februari 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2018/ 19 Datum Februari

Nadere informatie

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik Buurt-voor-Buurt Onderzoek In januari/februari 2018 is het Buurt-voor-Buurt Onderzoek van 2018 uitgevoerd. Ruim 10.500 Zwolse inwoners van 18 jaar en ouder hebben aan het onderzoek meegewerkt. Door deze

Nadere informatie

Leefbaarheidsmonitor Hoogvliet 2009

Leefbaarheidsmonitor Hoogvliet 2009 Leefbaarheidsmonitor 2009 Nieuw Engeland september 2009 een onderzoek in opdracht van deelgemeente, Woonbron en Vestia Rotterdam Onderzoeker Projectleider Veldwerk Opdrachtgever Interne begeleiding Andrea

Nadere informatie

Toezichthouders in de wijk

Toezichthouders in de wijk Toezichthouders in de wijk Hoe ervaren inwoners uit Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht de aanwezigheid van Toezichthouders? Inhoud: 1 Conclusies 2 Bekendheid 3 Effect 4 Waardering taken Hondengerelateerde

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

Tabellenboek. Leefbaarheidsmonitor Leiden 2000

Tabellenboek. Leefbaarheidsmonitor Leiden 2000 Tabellenboek behorende bij de Leefbaarheidsmonitor 2000 N. Goezinne P. van Wensveen juli 2000 een onderzoek in opdracht van de Gemeente Onderzoeker Projectleider Opdrachtgever Interne begeleiding Nico

Nadere informatie

Leefbaarheidsmonitor 2009 Gemeente Velsen

Leefbaarheidsmonitor 2009 Gemeente Velsen Leefbaarheidsmonitor 2009 I&O Research, september 2009 Colofon Opdrachtgever Samensteller I&O Research I&O Research Stationsplein 11 Postbus 563 7500 AN Enschede Telefoon: (053) 48 25 000 Projectcoördinatie

Nadere informatie

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente Oisterwijk 2010

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente Oisterwijk 2010 Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente 2010 Tilburg Dienst Beleidsontwikkeling Onderzoek & Informatie Juli 2010 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Inleiding... 7 Hoofdstuk 1 Buurt en buurtproblemen...

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

drenthe rapportage september 2016 leefbaarheid

drenthe rapportage september 2016 leefbaarheid kennis. onderzoek. advies drenthe rapportage september 2016 Hoe tevreden is het Drents panel over leven in Drenthe en hoe ervaren zij de gevolgen van bevolkingskrimp op de? vooraf Drenthe heeft te maken

Nadere informatie

Buurtenquête hostel Leidsche Maan

Buurtenquête hostel Leidsche Maan Buurtenquête hostel Leidsche Maan tussenmeting 2013 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht (GG&GD) DIMENSUS beleidsonderzoek April 2013 Projectnummer 527 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding

Nadere informatie

HOE VEILIG IS KATWIJK?

HOE VEILIG IS KATWIJK? Rapport HOE VEILIG IS KATWIJK? Veiligheidsmonitor gemeente Katwijk 2017 Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2018/087 Datum Juni

Nadere informatie

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Gemeente Achtkarspelen

Veiligheidsmonitor Gemeente Achtkarspelen Veiligheidsmonitor Gemeente Achtkarspelen Inhoud Samenvatting 3 Inleiding 5 1. Leefbaarheid 6 1.1 Fysieke kwaliteit buurtvoorzieningen 6 1.2 Kwaliteit sociale woonomgeving 7 1.3 Actief in woonomgeving

Nadere informatie

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Hoofdstuk 23 Discriminatie Hoofdstuk 23 Discriminatie Samenvatting Van de zes voorgelegde vormen van discriminatie komt volgens Leidenaren discriminatie op basis van afkomst het meest voor en discriminatie op basis van sekse het

Nadere informatie

Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête maart 2006 t/m januari

Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête maart 2006 t/m januari Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête maart 2006 t/m januari 2007 1 In deze rapportage worden de resultaten beschreven uit de Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête voor de maand januari. Tevens

Nadere informatie

Samenvatting onderzoeksresultaten

Samenvatting onderzoeksresultaten SAMENVATTING ONDERZOEKSRESULTATEN 9 2 Samenvatting onderzoeksresultaten 2.1 Inleiding In 2007 hebben de gemeente Tilburg en de woningcorporaties Tiwos Tilburgse Woonstichting, WonenBreburg, t Heem (voorheen

Nadere informatie

- Buitengebied-Noord bestaat uit vier buurten met elk een laag inwonersaantal; Langenholte, Haerst, Bedrijventerrein Hessenpoort en Tolhuislanden.

- Buitengebied-Noord bestaat uit vier buurten met elk een laag inwonersaantal; Langenholte, Haerst, Bedrijventerrein Hessenpoort en Tolhuislanden. Stedelijke rapportage Algemeen stad De stedelijke rapportage begint met een vijftal vragen uit het buurt voor buurt onderzoek, die betrekking hebben op het oordeel over de stad Zwolle als geheel. De stad

Nadere informatie

Resultaten op in beeld. Bijlage in grafieken en tabellen

Resultaten op in beeld. Bijlage in grafieken en tabellen GEMEENTE Veiligheidsmonitor OSS in Brabant Resultaten op in beeld Bijlage in grafieken en tabellen RESULTATEN IN BEELD Bijlage in grafieken en tabellen 2009/2011 Oss Resultaten in beeld Inleiding In de

Nadere informatie

Wijkanalyses Assen. Inleiding wijkanalyse. Inleiding wijkanalyse

Wijkanalyses Assen. Inleiding wijkanalyse. Inleiding wijkanalyse Wijkanalyses Assen Inleiding wijkanalyse, leefomgeving, meedoen en binding. De wijkanalyse is ontstaan er problemen. Met de wijkanalyses wordt dit in beeld gebracht. Inhoudsopgave Centrum Hoofdlijnen uitkomst

Nadere informatie

Hoe veilig is Nijkerk?

Hoe veilig is Nijkerk? Hoe veilig is Nijkerk? Veiligheidsmonitor gemeente Nijkerk 2013 Mei 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2014/016 Datum Mei 2014 Opdrachtgever Gemeente

Nadere informatie

4.3 Veiligheidsbeleving

4.3 Veiligheidsbeleving 4.3 Veiligheidsbeleving Samenvatting: Het gevoel van veiligheid in het algemeen is sinds 2002 vrij constant. Iets meer dan één op de drie bewoners voelt zich vaak of soms onveilig. Het gevoel van onveiligheid

Nadere informatie

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Sociale betrokkenheid, ofwel sociale cohesie, is een belangrijke eigenschap voor een leefbare woonomgeving. Zo blijkt dat hoe meer sociale contacten

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2011

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Valkenswaard bureau Beleidsinformatie en Onderzoek van de sector Control BiO-rapport nr. 1180 Mei 2012 1 2 Inhoudsopgave 1. De veiligheid in Valkenswaard op hoofdlijnen 5 2. Gemeenten vergeleken

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Lokale kwaliteit Maart/april 2015

Lokale kwaliteit Maart/april 2015 Resultaten peiling Panel Lokale kwaliteit Maart/april 2015 Van 24 maart tot en met 6 april kon het Panel een peiling invullen over de kwaliteit van hun leefomgeving. Ruim 1.750 van de ongeveer 6.500 uitgenodigde

Nadere informatie

Factsheet Schiedam 2014

Factsheet Schiedam 2014 Factsheet Schiedam 214 Bevolking Wonen Economie Veiligheid Sociale Index april 214 Onderzoek & Statistiek F a c t s h e e t S c h i e d a m P a g i n a 1 Bevolking 768 767 766 765 76 76 76 761 76 759 758

Nadere informatie

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte Gemeente Hollands Kroon Mei 2014 Colofon Uitgave : I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl

Nadere informatie

Gemeenten + Wijken Index

Gemeenten + Wijken Index Gemeenten + Wijken Index '-' betekent minder dan 50 antwoorden 2012 2013 2014 2015 2016 Gemeente Leiden ( + = positief verschil; - = negatief verschil) verschil 2013-2016 verschil 2014-2016 verschil 2015-2016

Nadere informatie

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11 De Eindhovense Eindhoven, oktober 11 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Objectieve index: 3 2.I Inbraak 3 2.II Diefstal 4 2.III Geweld 4 2.IV Overlast/vandalisme 4 2.V Veilig ondernemen (niet in index) 5 3 Subjectieve

Nadere informatie

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013 Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013 In de periode half mei/ begin juli 2013 heeft USP Marketing Consultancy in opdracht van Volkshuisvesting opnieuw een bewonersonderzoek gedaan naar de tevredenheid

Nadere informatie