Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Transcriptie

1 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010

2 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor. Hiervoor zijn in de wijk 349 willekeurig geselecteerde inwoners benaderd om deel te nemen aan een enquête. Hiervan hebben 155 personen deelgenomen (44 procent). Deze wijkrapportage beschrijft de resultaten van het onderzoek onder inwoners van in vergelijking met inwoners uit heel. Indien mogelijk wordt een vergelijking gemaakt met de resultaten van toen de gemeente een vergelijkbaar onderzoek uitvoerde, namelijk de leefbaarheids- en veiligheidsenquête. Eventuele verschillen met de situatie in heel en de situatie in de wijk in worden benoemd als deze groter zijn dan drie procentpunt, of drietiende punt bij schaalscores. Verschillen gelijk aan of kleiner dan drie procentpunt of drietiende punt bij schaalscores worden beschreven als ongeveer gelijk. Fysieke aspecten van de woonomgeving De leefbaarheid van de woonomgeving heeft onder andere te maken met de aanwezige voorzieningen. Inwoners van zijn wat betreft de fysieke voorzieningen in de woonbuurt het meest tevreden over de verlichting (tabel 1). Meer dan vier op de vijf inwoners (83 procent) vindt dat het buiten in de buurt goed verlicht is. Inwoners van zijn positiver over de verlichting in de woonbuurt dan inwoners van heel. Ook over het groenonderhoud en het onderhoud van wegen, paden en pleintjes is men in positiever dan in heel. Inwoners van zijn van de voorgelegde aspecten het minst positief over de voorzieningen voor jongeren. Slechts een op de zeven inwoners (14 procent) vindt dat er in de buurt goede voorzieningen voor jongeren zijn. Dit is minder dan in heel waar 23 procent tevreden is over de jongerenvoorzieningen. Tabel 1 Overzichtstabel oordeel fysieke voorzieningen in woonbuurt (percentage (zeer) mee eens) In de buurt zijn de wegen, paden en pleintjes goed onderhouden 72% 64% In de buurt zijn perken, plantsoenen en parken goed onderhouden 72% 60% In de buurt is het buiten goed verlicht 83% 76% In de buurt zijn goede speelplekken voor kinderen 53% 50% In de buurt zijn goede voorzieningen voor jongeren 14% 23% 1

3 Wijkrapport Augustus 2010 Sociale kwaliteit van de woonomgeving De leefbaarheid van de buurt wordt niet alleen bepaald door fysieke aspecten, maar ook door de manier waarop inwoners met elkaar omgaan (sociale kwaliteit). Aan de inwoners is daarom gevraagd of de mensen in hun eigen buurt elkaar kennen en hoe zij met elkaar omgaan. Deze aspecten samengenomen levert de indicator sociale kwaliteit van de woonomgeving op. scoort op een schaal van 0 tot 10 voor sociale kwaliteit een 6,1 (tabel 2). De sociale kwaliteit van is daarmee niet hoog en niet laag te noemen. De sociale kwaliteit is gedaald in vergelijking met toen de wijk hiervoor nog een 6,8 scoorde. Inwoners van hebben daarnaast hun waardering voor de eigen woonomgeving, de leefbaarheid en de veiligheid van de eigen buurt uitgedrukt in rapportcijfers. kreeg op elk van deze aspecten gemiddeld een ruime voldoende. In vergelijking met is de waardering voor de eigen woonomgeving en de leefbaarheid van de eigen buurt tamelijk stabiel gebleven. De waardering voor de veiligheid in de eigen buurt is afgenomen. Aan de inwoners is ook gevraagd of de buurt in het voorgaande jaar vooruit of achteruit is gegaan of gelijk is gebleven. Het oordeel over de ontwikkeling van de woonbuurt kan worden uitgedrukt in het verschil tussen het aandeel dat zegt dat de buurt is vooruitgegaan en het aandeel dat vindt dat die is achteruitgegaan. Netto zien inwoners van een achteruitgang van de woonbuurt, al is deze achteruitgang met een score van -1 procent klein. In vonden inwoners van netto nog dat de wijk vooruitgegaan was met een score van +3 procent. Inwoners van beoordelen de eigen woonomgeving, sociale kwaliteit, leefbaarheid en veiligheid in de eigen buurt nauwelijks anders dan inwoners van heel doen. Alleen het oordeel over de ontwikkeling van de eigen buurt is in minder negatief dan in heel. In zag men in de wijk net als in heel een netto vooruitgang van de buurt met een score van +3 procent. In is dit voor heel een netto achteruitgang met een score van -8 procent. In is in het oordeel van inwoners ook dat de wijk netto achteruit is gegaan, maar de score hiervoor is wel minder groot, namelijk -1 procent. Tabel 2 Leefbaarheid woonbuurt Indicator sociale kwaliteit buurt Gemiddeld rapportcijfer woonomgeving Gemiddeld rapportcijfer leefbaarheid Gemiddeld rapportcijfer veiligheid Oordeel ontwikkeling buurt 3 +3% -1% +3% -8% 1 Dit is een samengestelde indicator met een waarde tussen 0 en 10, waarbij 0 laag betekent en 10 hoog 2 Het rapportcijfer kan variëren tussen 1 en 10, waarbij 1 negatief betekent en 10 positief 3 Percentage dat vindt dat de buurt vooruitgegaan is minus het percentage dat vindt dat de buurt achteruit gegaan is. Een positieve waarde betekent dus een vooruitgang, een negatieve waarde een achteruitgang. Buurtproblemen In een buurt kunnen inwoners allerlei grote en kleine problemen ervaren. Om inzicht te krijgen in bepaalde buurtproblemen in de wijk zijn indicatoren opgesteld. 2

4 Wijkrapport Augustus 2010 Deze indicatoren zijn gebaseerd op de antwoorden van inwoners op het wel of niet voorkomen van bepaalde voorvallen in de eigen buurt en hebben een waarde tussen 0 en 10, waarbij een lage score betekent dat dit buurtprobleem volgens weinig inwoners vaak voorkomt en een hoge score betekent dat dit buurtprobleem volgens veel inwoners vaak voorkomt. Het buurtprobleem dat in de hoogste score krijgt is verkeersoverlast, te denken valt aan agressief verkeersgedrag, geluidsoverlast, te hard rijden en parkeeroverlast (tabel 3). scoort hierop 4,0. Na verkeersoverlast is fysieke verloedering een buurtprobleem dat in relatief hoog scoort, namelijk 2,6. Bij fysieke verloedering gaat het om rommel op straat, hondenpoep, bekladding van gebouwen en vernieling van bus- of telefoonhokjes. In vergelijking met is de fysieke verloedering in stabiel gebleven. Andere problemen waar een buurt mee te maken kan hebben zijn sociale overlast (score: 1,5), overlast van vermogensdelicten (score: 1,8), dreiging (score: 0,7) en overige overlast (score: 1,5). Bij sociale overlast gaat het om personen die lastig worden gevallen op straat, drugs- en drankoverlast en overlast van groepen jongeren. De sociale overlast in is toegenomen in vergelijking met. Bij vermogensdelicten gaat het om diefstal en inbraak. De overlast van vermogensdelicten is afgenomen in vergelijking met. Het buurtprobleem dreiging wordt gekenmerkt door onder andere bedreiging, geweld, mensen die lastig worden gevallen op straat en overlast van jongeren; onder overige overlast valt overlast van omwonenden en horecagelegenheden, geluidsoverlast (buiten verkeer) en overlast van zwervers. Inwoners van ervaren minder vaak dan in heel fysieke verloedering en overlast van vermogensdelicten. De overige buurtproblemen ervaren inwoners van ongeveer even vaak als inwoners van heel. Het grootste probleem in de buurt vinden inwoners van de zelf (niet in tabel) te hard rijden (30 procent), gevolgd door parkeeroverlast (18 procent) en rommel (18 procent). Tabel 3 Overzichtstabel buurtproblemen 1 Fysieke verloedering Sociale overlast Dreiging Overlast vermogensdelicten Verkeersoverlast Overige overlast Dit is een samengestelde indicator met een waarde tussen 0 en 10, waarbij 0 laag betekent en 10 hoog Onveiligheidsgevoel Van de inwoners van voelt 7 procent zich wel eens onveilig in de eigen buurt (tabel 4). Dit is een aanzienlijke afname in vergelijking met toen 13 procent zich wel eens onveilig voelde in de eigen buurt. In heel voelt een twee keer zo groot percentage van de inwoners zich wel eens onveilig in de eigen buurt, namelijk 14 procent. 3

5 Wijkrapport Augustus 2010 Tabel 4 Overzichtstabel veiligheidsgevoel Voelt zich wel eens onveilig 21% 17% 23% 24% Voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt 13% 7% 15% 14% Slachtofferschap Iets minder dan een kwart van de inwoners van (24 procent) is naar eigen zeggen in de voorgaande 12 maanden slachtoffer geworden van een delict (tabel 5). Dit is ongeveer even veel als in heel, waar 26 procent van de inwoners slachtoffer is geworden van een delict. Inwoners van de werden het vaakst slachtoffer van beschadiging aan de auto (7 procent), fietsendiefstal (6 procent) en overige vernieling (5 procent). Overigens is het percentage inwoners van dat slachtoffer is geworden van beschadiging aan de auto kleiner dan in heel. Tabel 5 Overzichtstabel slachtofferschap Seksuele mishandeling 0% 1% Mishandeling 2% 1% Bedreiging 2% 3% (Poging tot) inbraak 1% 2% Fietsendiefstal 6% 7% Autodiefstal 0% 0% Diefstal uit auto 1% 1% Zakkenrollerij 1% 1% Straatroof 0% 0% Overige diefstal 4% 3% Beschadiging auto 7% 11% Vernieling/beschadiging 5% 6% Totaal 24% 26% Houding ten opzichte van politie Inwoners is ook gevraagd hoe zij tegen de politie aan kijken. Bijna de helft van de inwoners van (48 procent) is tevreden over het functioneren van de politie (tabel 6). Dit is vergelijkbaar met heel, waar 47 procent hier tevreden over is. Voor de houding ten opzichte van de politie zijn een aantal indicatoren opgesteld, namelijk: functioneren politie in de buurt, beschikbaarheid politie, vertrouwen in politie, politie als crimefighter, wederkerigheid politie en burgers en communicatie politie en burgers. Op elk van deze indicatoren kan gescoord worden tussen 0 (negatief) en 10 (positief). Inwoners van geven de hoogste gemiddelde score op de indicator vertrouwen in de politie, namelijk een 6,5. Op de overige indicatoren scoort de politie iets meer negatief dan positief. 4

6 Wijkrapport Augustus 2010 De laagste gemiddelde score is er voor de beschikbaarheid van de politie met een 4,5. Inwoners van de zijn even positief over de indicator het functioneren van de politie als inwoners van heel. Tabel 6 Overzichtstabel functioneren van de politie Tevredenheid totale functioneren politie in de buurt (percentage (zeer) tevreden) 48% 47% Functioneren politie in de buurt (0=negatief, 10=positief) Beschikbaarheid politie (0=negatief, 10=positief) Vertrouwen in politie (0=negatief, 10=positief) Politie als crimefighter (0=negatief, 10=positief) Wederkerigheid politie-burgers (0=negatief, 10=positief) Communicatie politie-burgers (0=negatief, 10=positief) samengevat ligt ten westen van de Binnenstad van. is een wijk waar inwoners zich veilig voelen. Het onveiligheidsgevoel is in de afgelopen twee jaar sterk afgenomen en ook aanzienlijk minder groot dan in heel. De kans om slachtoffer te worden in is echter niet kleiner (of groter) dan in heel. scoort wel beter dan heel als het gaat om het fysieke onderhoud van de wijk. Inwoners van beoordelen de verlichting, het groenonderhoud en het onderhoud van wegen en pleinen beter dan inwoners van heel doen en zij ervaren ook minder vaak fysieke verloedering. Inwoners van zien minder vaak een achteruitgang van de wijk dan inwoners van heel. ontwikkelt zich minder goed als het gaat om de sociale kwaliteit van de buurt. Deze is nog wel vergelijkbaar met de situatie in heel, maar is wel duidelijk afgenomen in de afgelopen twee jaar. De sociale overlast is toegenomen. Aandachtspunten vormen de voorzieningen voor jongeren, de achteruitgang van de sociale kwaliteit van de buurt en het hard rijden in de buurt. 5