nr(s) geregistreerde stuk(ken): 104836 blad: 1/5 datum nota: 4 januari 2016 programma: 11.Jeugd(zorg) en onderwijs werkdoel: 1624 - Jeugdhulp onderwerp: Pilot Praktijk Ondersteuner Huisartsen - Jeugd Geestelijke Gezondheidzorg advies: In te stemmen met het pilotvoorstel Praktijk Ondersteuner Huisartsen - Jeugd Geestelijke Gezondheidzorg. akkoord bespreken V Secr. / Dir. Scheinck besluit: het besluit staat Qp pagina 2 Burg. Van Beem 1 Gommers / A Saris Te-Gronde Aalderink r r- Cv \ behandeld door: mevr. R. Hartman team: M&O collegiaal overleg gepleegd met: n.v.t. team: manager: mevr. D. Kerkdijk financiële consequenties: S Ja, gedekt in begroting Ja, niet gedekt in begroting, dekking via: Ja, anders: is / wordt opgenomen op de termijnagenda Jaar: Kwartaal: onbepaald: E niet op termijnagenda aanvrager is op grond van artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht geïnformeerd over het (gedeeltelijk) negatieve advies: Ja M n.v.t. de geadresseerde en evt. andere belanghebbenden die naar verwachting bedenkingen hebben tegen het advies, zijn op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht gehoord: Ja E n.v.t. communicatie via: Persbericht Anders, nl M n.v.t. niet openbaar openbaar (met uitgestelde publicatie) El openbaar (met directe publicatie) kritische termijn voor besluitvorming S Ja, nl. en vanwege: 12 januari 2016 vanwege gelijktijdige besluitvorming in de betrokken colleges portefeuillehouder mevr. drs. I.G. Saris naar raadscommissie: Ê*] Ja, ter informatie / voor overleg met college Ja, ter voorbereiding behandeling cq. besluitvorming raad datum behandeling commissie: paraaf griffie: naar gemeenteraad: M Nee Ja datum behandeling raad: paraaf griffie: bijlagen: - Pilotvoorstel POH-jGGZ in de regio Oost-Achterhoek
Sta gemeente onderwerp: Pilot Praktijk Ondersteuner Huisartsen - Jeugd Geestelijke Gezondheidzorg behandeld door: mevr. R. Hartman datum besluit door college B&W: 12 januari 2016 besluit: Ingestemd met het pilotvoorstel Praktijk Ondersteuner Huisartsen - Jeugd Geestelijke Gezondheidzorg. overwegingen college indien besluit afwijkend is van het ambtelijk advies:
blad: 3/5 datum nota: 4 januari 2016 Inleiding: De huisarts fungeert als gezinsarts en ongeveer driekwart van de ouders met kinderen meldt zich bij de huisarts als er psychosociale problematiek is in het gezin. Als het gaat om psychosociale en psychiatrische problemen bij kinderen hebben huisartsen vaak onvoldoende mogelijkheden om het vroegtijdig te onderkennen en adequaat te behandelen. Huisartsen verwijzen mede hierdoor vaak rechtstreeks naar specialistische zorg. Gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Gemeenten hebben op hun eigen wijze de toegang tot jeugdhulp geregeld. Daamaast is de zelfstandige verwijsfunctie van de huisarts, jeugdarts en kinderarts naar jeugdhulp gebleven en verankerd in de Jeugdwet. Het kan voorkomen dat zowel huisarts als gemeente (of de gemeentelijke toegangsteams) betrokken zijn bij hetzelfde gezin. Dit plaatst gemeenten en huisartsen voor dilemma's. Zoals regievoering, informatie-uitwisseling, afstemming van de in te zetten zorg et cetera. Om hier een antwoord op te kunnen geven, hebben de gemeenten Aalten, Berkeiland, Oost Gelre en Winterswijk gesprekken gevoerd met de Huisartsenzorg Oost-Achterhoek (HZOA). Zowel gemeenten als huisartsen vinden het zinvol om een pilot te starten om de zorg aan jeugdigen van 0 tot 18 jaar met psychosociale problematiek te verbeteren. Beide partijen denken dat de inzet van een PraktijkOndersteuner Huisarts Geestelijke Gezondheidszorg Jeugd (POH-jGGZ) een goed antwoord kan zijn op de dilemma's zoals hierboven beschreven. De keus voor een POH-jGGZ is mede gebaseerd op de zeer positieve resultaten met de inzet van een POH-GGZ volwassenen en gelijksoortige projecten in Nederiand. Huisartsen geven aan dat de ervaringen met POH-GGZ voor volwassenen zo positief zijn dat zorgverzekeraars vanaf 2016 daarvoor meer capaciteit beschikbaar stellen. advies: In te stemmen met het pilotvoorstel Praktijk Ondersteuner Huisartsen - Jeugd Geestelijke Gezondheidzorg. argumenten/onderbouwing: 1.1 Op deze manier proberen we de inzet van speciaiistische zorg te verminderen. We starten met vier huisartspraktijken verdeeld over de vier deelnemende gemeenten en een projectleider die deze pilot gaat opzetten en monitoren. In de regio's waar al is gestart met POH-jGGZ wordt in de meeste gevallen een HBO+ opgeleide professional ingezet. Tijdens de pilot kan er ook gedacht worden aan een professional welke ook al zitting heeft in het wijkteam van de gemeente (Voormekaarteams in Berkeiland of Ondersteuningsteam Oost Achterhoek) of de huidige POH-GGZ werkzaam binnen de praktijk die geschoold is in GGZ-problematiek bij jeugdigen. Dit wordt nog verder uitgewerkt. We zetten in op één dagdeel per week inzet van een POH-jGGZ in vier praktijken verspreid over de vier verschillende gemeenten. De POH-jGGZ begeleidt en behandelt enkelvoudige cq. eenvoudige GGZ problematiek en psychosociale problemen. De POH-jGGZ is ook de contactpersoon naar derden als Ondersteuningsteam, gemeenten, onden/vijs en 2 e lijns zorg. Daardoor krijgen huisartsen meer mogelijkheden om deze vragen binnen hun praktijk op te pakken en hoeven ze niet rechtstreeks door te verwijzen naar specialistische GGZ zorg. Voor verdere details wordt u venwezen naar de bijlage.
blad: 4/5 datum nota: 4 januari 2016 1.2 De inzet van zorg kan op deze manier versneid worden. De POH-jGGZ kan direct worden ingezet zonder wachtlijst. Daamaast is de toegang tot psychosociale zorg door een POH-jGGZ laagdrempeliger waardoor preventiever ingezet kan worden. Indien nodig worden jeugdigen tijdig en gericht verwezen naar specialistische zorg. Kanttekeningen: 1. Bij een pilot is het belangrijk om aan het einde te weten wat het heeft opgeleverd. Met andere woorden: wat zou de kwaliteit zijn geweest en wat zou het hebben gekost als de POH-jGGZ er niet tussen had gezeten. We willen zowel een kwalitatieve als een kwantitatieve evaluatie, hoewel dat niet makkelijk in beeld te brengen zal zijn. Een O-meting ontbreekt. Hiervoor kan er bijvoorbeeld een student of een interne onderzoeksgroep ingezet worden voor onderzoek welke gelijktijdig verloopt met de pilotperiode. Dit moet nog verder worden uitgewerkt. 2. De kosten voor de pilot zouden gedekt moeten kunnen worden door lagere kosten voor de basis- en specialistische GGZ hulp. De pilot kan echter het gevolg hebben dat de vraag naar GGZ hulp voor jeugd stijgt, bijvoorbeeld omdat de psychische hulp door een POH-jGGZ laagdrempeliger is dan hulp door GGZ instellingen en omdat lichte problemen eerder onderkend en behandeld zullen worden. Het financiële voordeel zal daardoor mogelijk pas op langere termijn zichtbaar worden. Het feit dat zorgverzekeraars het aantal beschikbare uren voor POH-GGZ voor volwassenen sterk hebben opgehoogd geeft echter al wel aan dat er uiteindelijk een financieel voordeel te ven/vachten is. betrokkenenparagraaf: Het pilotvoorstel is opgesteld in samenwerking met een vertegenwoordiging van de huisartsen van Achterhoek Oost en de gemeenten Aalten, Berkeiland en Oost Gelre. advisering externe adviesorganen/belangenorganisaties: n.v.t. scenario's (indien gewenst/mogelijk): n.v.t. financiële paragraaf incl. financiële risico's en fiscale consequenties: Om de resultaten en effecten van de inzet van een POH-jGGZ goed te kunnen meten moet de pilot minimaal twee jaar duren. De provincie stelt hiervoor in 2016 108.000,- beschikbaar. Hiermee kunnen de kosten van 2016 volledig gedekt worden. In 2017 moeten we de kosten zelf dragen. De kosten in 2017 worden per gemeente geschat op 25.000. Het uitgangspunt voor de kosten van de jeugdhulp is dat de uitgaven niet hoger mogen zijn dan de inkomsten. Dat betekent dat de kosten van deze pilot gedekt moeten worden uit de rijksbijdrage voor jeugdhulp. Mocht uiteindelijk blijken dat de besparing op het jeugdhulpbudget niet voldoende is, dan zal voor de overschrijding een beroep worden gedaan op de reserve sociaal domein. overige risico's: n.v.t.
gmzmx& blad: 5/5 datum nota; 4 januari 2016 aspecten duurzaamheid: n.v.t. vervolgprocedure en planning: In het projectplan (bijlage) is een grove planning beschreven. Het plan wordt in het eerste kwartaal verder uitgewerkt zodat de pilot in het tweede kwartaal van 2016 kan starten. relatie met andere besluitvorming/andere projecten: n.v.t. integriteitstoets: n.v.t. overige opmerkingen: n.v.t.