onderwerp: Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Winterswijk

Transcriptie

1 Mirtfóiswjjk zaaknummer: blad: 1/7 datum nota: 6 oktober 2016 programma: 2. Vergunningveriening en handhaving werkdoel: Advisering & Beleid Wabo onderwerp: Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente advies: In te stemmen met de concept Verordening kwaliteit en vergunningveriening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente. De concept Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente te zenden aan Gedeputeerde Staten van Gelderland om te worden gehoord, conform artikel 5.4 lid b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.. Nadat Gedeputeerde Staten van Gelderiand is gehoord de raad voor te stellen de Verordening kwaliteit en vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente vast te stellen. Onder voorbehoud van vaststelling van de Verordening kwaliteit vergunningveriening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente door de gemeenteraad: Op grond van artikel 2 onder b van de verordening de verordening van toepassing te verklaren op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders voor wat betreft de taken die niet in het verband van een omgevingsdienst worden uitgevoerd. Secr. / Dir. Burg. Weth. Weth. Weth. Weth. Oortgiesen Van Beem Gommers Saris Te Gronde Aalderink akkoord / l ) bespreken ^ f 1 besluit: het besluit staat op pagina 3 behandeld door: mevr. mr. G. Siner team: Handhaving collegiaal overleg gepleegd met: - team: - manager: M.F. Scholten financiële consequenties: S Nee Ja, gedekt in begroting Ja, niet gedekt in begroting, dekking via: Ja, anders: 4 i niet openbaar openbaar (met uitgestelde publicatie) ^ openbaar (met directe publicatie) kritische termijn voor besluitvorming Nee 13 Ja, nl. en vanwege: de wet Vergunningveriening, Toezicht en Handhaving is op 14 april 2016 in werking getreden. portefeuillehouder: drs. M.J. van Beem H is/wordt opgenomen op de termijnagenda Jaar: 2016 Kwartaal: 4e Onbepaald: niet op termijnagenda aanvrager is op grond van artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht geïnformeerd over het (gedeeltelijk) negatieve advies: Ja Nee M n.v.t. naar raadscommissie: Nee Ja, ter informatie / voor overleg met college Ja, ter voorbereiding behandeling cq. besluitvorming raad naar gemeenteraad: Nee M Ja

2 B&W nota gemeente de geadresseerde en evt. andere belanghebbenden die communicatie via: naar verwachting bedenkingen hebben tegen het advies, Persbericht zijn op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet Anders, nl bestuursrecht gehoord: M n.v.t. Ja Nee M n.v.t. bijlagen: 1. Verordening kwaliteit vergunningveriening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente (Concept Raadsbesluit) 2. Toelichting Verordening kwaliteit vergunningveriening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente 3. brief aan Gedeputeerde Staten van Gelderland 4. Raadsvoorstel VTH

3 besluit gemeente blad: 3/7 datum nota: 6 oktober 2016 onderwerp: Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente behandeld door: mevr. mr. G. Siner datum besluit door college B&W: 10 oktober 2016 besluit: 1. Ingestemd met de concept Verordening kwaliteit en vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente. 2. De concept Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente zenden aan Gedeputeerde Staten van Gelderland om te worden gehoord, conform artikel 5.4 lid b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 3. Nadat Gedeputeerde Staten van Gelderiand is gehoord de raad voorstellen de Verordening kwaliteit en vergunningveriening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente vast te stellen. 4. Onder voorbehoud van vaststelling van de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente door de gemeenteraad: Op grond van artikel 2 onder b van de verordening de verordening van toepassing verklaard op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders voor wat betreft de taken die niet in het verband van een omgevingsdienst worden uitgevoerd. overwegingen college indien besluit afwijkend is van het ambtelijk advies: paraaf secretaris:

4 blad: 4/7 datum nota: 6 oktober 2016 Inleiding: Door invoering van een nieuw hoofdstuk Vergunningveriening, toezicht en handhaving in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn gemeenten verplicht een verordening vast te stellen waarin kwaliteitseisen zijn vastgelegd voor de uitvoering en handhaving op grond van de Wabo. De wet geeft gemeenten en provincies opdracht om middels een verordening algemene regels vast te stellen voor de borging van de kwaliteit van vergunningveriening, toezicht en handhaving in het omgevingsrecht waarvoor zij ter uitvoering bevoegd gezag zijn. Het gaat om thuistaken (de bouwtaken), die door het college in eigen huis worden verricht, de basis(milieu)taken die krachtens de wet in opdracht van het college door de omgevingsdienst wordt verricht en de plustaken, die het college naast de basistaken heeft belegd bij de omgevingsdienst. De Verordening regelt de gemeentelijke zorg voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving op het gebied van het omgevingsrecht. De verordening is gebaseerd op een landelijk model dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) hebben opgesteld en door de provincie Gelderiand in overleg met gemeenten en omgevingsdiensten is bewerkt naar een uniform Gelders model. Aanleiding Samen met het kabinet werken gemeenten en provincies sinds de gebeurtenissen in Enschede en Volendam aan het verbeteren van de uitvoering van het omgevingsrecht, waarbij een landelijk kwaliteitsniveau wordt nagestreefd. De verbeterpunten hebben betrekking op drie hoofdpunten: 1. Kwaliteit van de uitvoering van de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH); 2. Het verbeteren van de afstemming strafrecht-bestuursrecht; 3. De bevoegdheidsverdeling overheden, interbestuuriijk toezicht en bestuurlijke drukte. Voor het basistakenpakket milieu heeft dit geleid tot de regionale uitvoeringsdiensten. Ook de landelijke handhavingsstrategie voor bestuurs- en strafrecht is een resultaat van dit verbeterproces. Verder is afgesproken dat voor uitvoering van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) kwaliteitscriteria worden opgesteld. Dit heeft geleid tot de Kwaliteitscriteria 2.1. Om bovenstaande ook wettelijk te verankeren, is de wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving opgesteld en op 14 april 2016 is deze wet in werking getreden. Verordening VTH Het doel van de wet VTH is een veilige en gezonde leefomgeving, door het bevorderen van de kwaliteit en samenwerking bij de uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht. De wet gaat uit van een decentrale verantwoordelijkheid voor en besluitvorming over de kwaliteit van de uitvoering. Het is dus aan de desbetreffende bevoegde gezagen om hier op toe te zien en de kwaliteit te borgen. Leidend hierbij is wel de afspraak met het kabinet dat er een landelijk kwaliteitsniveau moet worden gerealiseerd en behouden. Onderdeel van de wet VTH is het vastgesteld hebben van een verordening die de gemeentelijke zorg voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving regelt voor zover die gestalte krijgt in de kwaliteit van uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht. Het gaat hier met name om: a. de uitvoeringskwaliteit van diensten en producten; b. de dienstverlening; c. de financiën.

5 ^ftses^ee blad: 5/7 datum nota: 6 oktober 2016 Gelderse variant Er is een modelverordening VTH die door VNG en IPO (Interprovinciaal Overieg) is opgesteld. Deze modelverordening gaat echter uit van een Wabo-brede toepassing van de kwaliteitscriteria 2.1, dus voor gemeenten ook voor het niet-basistakenpakket. De modelverordening is daarmee verdergaand dan de wet VTH. In de wet is slechts voor de basistaken een plicht opgenomen om in de vorm van een verordening kwaliteitseisen aan de VTH-taakuitvoering te stellen; voor de niet-basistaken geldt een zorgplicht om de kwaliteit te borgen (inhoud en wijze van borging staat vrij). Daarom is er vanuit de modelverordening door de Gelderse partners een vertaling gemaakt naar een Gelderse modelverordening voor zowel gemeenten als provincie. De Gelderse modelverordening voorziet in het vastleggen van kwaliteitseisen voor de taken die door de Omgevingsdiensten worden uitgevoerd, waarbij er ruimte wordt geboden aan gemeenten om aan de slag te gaan met de vraag op welke wijze ze invulling willen geven aan de zorgplicht voor de kwaliteit van de taken die door de gemeente zelfstandig) worden uitgevoerd, de zgn. thuistaken. De Gelderse verordening is daarmee conform de wet VTH, maar minder vergaand dan de modelverordening. advies: 1. In te stemmen met de concept Verordening kwaliteit en vergunningveriening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente. 2. De concept Verordening kwaliteit vergunningveriening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente te zenden aan Gedeputeerde Staten van Gelderiand om te worden gehoord, conform artikel 5.4 lid b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.. 3. Nadat Gedeputeerde Staten van Gelderiand is gehoord de raad voor te stellen de Verordening kwaliteit en vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente vast te stellen. 4. Onder voorbehoud van vaststelling van de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente door de gemeenteraad: Op grond van artikel 2 onder b van de verordening de verordening van toepassing te verklaren op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders voor wat betreft de taken die niet in het verband van een omgevingsdienst worden uitgevoerd. argumenten/onderbouwing: 1. De raad is de bevoegde instantie om verordeningen vast te stellen Artikel 149 van de Gemeentewet bepaalt dat de raad verordeningen kan vaststellen. Het gaat hier om vaststelling van de VTH verordening. 2. Er geldt één uniforme Gelderse verordening, die aan de individuele colleges de ruimte biedt te besluiten over het niveau van kwaliteit voor de taken die de gemeente zelf uit voert. In de wet VTH is vastgelegd dat de in de verordening gestelde eisen per omgevingsdienst hetzelfde moeten zijn. Daarmee wordt voorkomen dat één omgevingsdienst per product aan meer kwaliteitseisen moet voldoen en daarmee een niet werkbare situatie ontstaat. Binnen het Gelders Stelsel van zeven omgevingsdiensten is de landelijke modelverordening van VNG-IPO centraal verder uitgewerkt en van een toelichting voorzien. Dit met het oog op het streven om niet alleen per omgevingsdienst, maar breder binnen het Gelders stelsel zoveel als mogelijk eenzelfde verordening te hanteren.

6 gemeente Wiittsiswijk blad: 6/7 datum nota: 6 oktober 2016 Het verschil met het model van VNG-IPO is dat de modelverordening de kwaliteitscriteria onverkort van toepassing verklaart op alle Wabo taken (zowel de taken die de gemeente zelf uitvoert als de taken die door een omgevingsdienst worden uitgevoerd) en de Gelderse verordening voor wat betreft de taken die bij gemeenten zelf worden uitgevoerd aan het college nog enige ruimte laat naar het niveau van de kwaliteitscriteria toe te werken. Wij willen echter zoals gezegd voor wat betreft de kwaliteit geen onderscheid maken naar de plaats waar een taak wordt verricht. Met dit voorstel besluit ons college daarom dat ook voor de taken die de gemeente zelf uitvoert, we voldoen aan het niveau van de kwaliteitscriteria 2.1. Hiermee sluiten we aan bij het uitgangspunt van de modelverordening van de VNG. De verordening bindt de betrokken bevoegde gezagen in Gelderiand aan een uniforme ambitie voor kwaliteit: de gemeenteraden en Provinciale Staten, de colleges van burgemeester en wethouders en Gedeputeerde Staten, en de in opdracht daarvan handelende omgevingsdiensten. 4. ODA werkt al aan het bereiken van de kwaliteitscriteria 2.1 De afgelopen jaren hebben de Omgevingsdiensten zich ingespannen om organisatie en processen te optimaliseren. Vanaf de start is er toegewerkt naar uitvoering van taken op het niveau van de kwaliteitscriteria. Deze criteria zijn in nauwe samenwerking tussen gemeenten, provincies en het Rijk opgesteld en geven o.a. concrete richting aan het antwoord op de vraag welke deskundigheid en welke menskracht nodig is om de taken goed uit te voeren. Planmatig (concreet verbeterplan) werkt de ODA thans aan het bereiken van het overigens al vanaf de start in de Gemeenschappelijke Regeling voorgeschreven en vastgelegde kwaliteitsniveau conform de landelijke Kwaliteitscriteria 2.1. Het moeten voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.1 is voor de Omgevingsdiensten waaronder dus Omgevingsdienst Achterhoek dus ook een eigen streven. 5. Gedeputeerde Staten dienen gehoord te worden De voorliggende verordening vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente, gebaseerd op het Gelders model, moet door de gemeenteraad worden vastgesteld. Alvorens de raad dit kan doen, dienen Gedeputeerde Staten van Gelderiand te worden gehoord. Dit is vastgelegd in artikel 5.4, lid 1, onder b, van de Wabo. 6. Is wettelijke verplichting Zoals aangegeven dienen Gedeputeerde Staten van Gelderiand te worden gehoord alvorens de raad de verordening VTH kan vaststellen. De verordening VTH is nadrukkelijk mede provinciaal (ambtelijk) afgestemd en is feitelijk gebaseerd op het Gelderse Model. We gaan er dan ook vanuit dat Gedeputeerde Staten kunnen instemmen met de voorliggende verordening (en toelichting). GS heeft bij andere Gelderse gemeenten die het Gelders model hebben vastgesteld positief gereageerd. betrokkenenparagraaf: Na vaststelling door de raad wordt de verordening openbaar bekend gemaakt via de geëigende kanalen. Het gaat dan om informeren. Verdergaande burgerparticipatie is niet van toepassing. Er hoeft geen specifieke communicatie plaats te vinden. advisering externe adviesorganen/belangenorganisaties: -

7 ^mfsartte blad: 7/7 datum nota: 6 oktober 2016 scenario's (indien gewenst/mogelijk): - financiële paragraaf incl. financiële risico's en fiscale consequenties: - overige risico s: Als achteraf blijkt dat de bevoegde gezagen het kwaliteitsniveau dat zij vastleggen In de verordening onvoldoende hebben ingevuld, kan de staatssecretaris een algemene maatregel van bestuur opleggen waarin de kwaliteitscriteria 2.1 alsnog in de wet worden verankerd. aspecten duurzaamheid: vervolgprocedure en planning: Na vaststelling van de concept Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht (hierna: Verordening) door het college zullen wij conform artikel 5.4, lid 1, onder b, van de Wabo de Gedeputeerde Staten van Gelderland (hiema: GS) horen. Na een positieve reactie van de GS zullen wij de raad voorstellen middels bijgevoegde raadsbesluit en raadsvoorstel over te gaan tot vaststelling van de Verordening. Na vaststelling van de Verordening door de gemeenteraad zal de deze ter kennisgeving verzonden worden naar de ODA. relatie met andere besluitvorming/andere projecten: integriteitstoets: - overige opmerkingen: De vaststelling van deze verordening betreft uitvoering van hogere regelgeving, waarbij de gemeenteraad nauwelijks beleidsvrijheid heeft. Inwerkingtreding: De bepalingen voor de bekendmaking van verordeningen zijn opgenomen in de artikelen 139 e.v. van de Gemeentewet. Besluiten van het gemeentebestuur, die algemeen verbindende voorschriften inhouden, verbinden niet dan wanneer zij zijn bekend gemaakt in het gemeenteblad. De uitgifte van het gemeenteblad geschiedt elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze. De verordening VTH treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.