Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 28 februari 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62361 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave Rechtop staan Intro Vooraf Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Begrippenlijst Rechtop staan Over dit lesmateriaal Pagina 1
Rechtop staan Intro Bekijk de volgende twee filmpjes. In beide filmpjes zie je de wervelkolom. De wervelkolom speelt een belangrijke rol bij het rechtop staan. In deze opdracht bekijk je hoe de wervelkolom in elkaar zit. Vooraf Pagina 2
Leerdoelen Na deze opdracht: Kun je de bouw van de wervelkolom beschrijven. Kun je aangeven waardoor de wervelkolom kan bewegen. Eindproduct Je rondt deze opdracht af met de toets 'Rechtop staan'. De toets bestaat uit negen meerkeuzevragen. Groepsgrootte Je doet deze opdracht alleen. Soms overleg je met een klasgenoot. Tijd Voor deze opdracht heb je 1 à 1,5 uur de tijd. Stap1 Wervelkolom Bestudeer in de kennisbank biologie van onderdeel 'Geraamte' de informatie over de wervelkolom (pagina 5 en 6). Pagina 3
KB: Geraamte Maak nu de volgende sleepoefening: Werkt de sleepoefening niet? Download dan het werkblad Rechtop staan Rechtop staan kn.nu/usavf 1 Wervelkolom Bij je lichaamshouding speelt je wervelkolom een belangrijke rol. Benoem de verschillende onderdelen van de wervelkolom. 1 2 3 4 5 Beschikbare keuzes: borstwervels, heiligbeen, halswervels, staartbeen, lendenwervels Pagina 4
2 Wervels en tussenwervelschijven Sleep de namen naar de juiste plaats. 1 2 3 4 Beschikbare keuzes: tussenwervelschijf, wervel, ruggenmerg, zenuw Stap2 Wervelkolom Bekijk nu de video op de website www.e-gezondheid.be. Gebruik alle informatie voor het beantwoorden van de acht vragen. www.e-gezondheid.be 1. Bekijk een tekening of kijk naar het skelet in de klas. Hoeveel halswervels heeft de wervelkolom? A. 2 B. 7 C. 14 2. Hoe heten de twaalf wervels die onder de halswervels liggen? A. rugwervels B. middenwervels C. borstwervels Pagina 5
3. Hoeveel lendenwervels zijn er? A. 1 B. 5 C. 11 4. Hoe heet het been tussen de lendenwervels en het staartbeen? A. tussenbeen B. heiligbeen C. bekkenbeen D. kraakbeen 5. Waardoor is de wervelkolom buigzaam? A. Doordat de wervels gescheiden zijn door tussenwervelschijven. B. Doordat de wervelkolom een S-vorm heeft. C. Doordat de wervels van binnen hol zijn. D. Doordat de wervels uit verschillende soorten wervels bestaat. 6. Waaruit bestaan de tussenwervelschijven? A. Alleen uit kraakbeen. B. Alleen uit vocht. C. Uit kraakbeen en vocht. 7. Als mensen ouder worden kunnen ze rugpijn krijgen. Waardoor komt dat? A. De tussenwervels 'drogen uit' waardoor de kwaliteit verslechtert. B. De tussenwervels nemen meer vocht op en dit veroorzaakt pijn. C. De wervels komen in de knel en dit veroorzaakt pijn. 8. Wat is geen direct gevolg zijn van beknelling van een ruggenmergzenuw? A. lagerugpijn B. pijn in de benen C. meniscus Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot. Bespreek verschillen. Komen julllie er niet uit vraag dan de hulp van de docent. Stap3 Hernia - 1 Je hebt vast wel eens gehoord van een hernia. Misschien ken je wel iemand die last heeft van een hernia. In deze stap onderzoek je wat een hernia is. Opdracht Pagina 6
Ga op internet op zoek naar informatie over een hernia. Probeer antwoord te geven op de volgende vragen: 1. Er bestaan verschillende hernia's. Wat is de meest voorkomende hernia? 2. Hoe herken je een hernia? Wat zijn de belangrijkste symptomen? 3. Wat zijn de oorzaken van een hernia? 4. Hoe kun je een hernia voorkomen? 5. Hoe kun je van een hernia afkomen? Bespreek de antwoorden met een klasgenoot. Stap4 Eindtoets Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets. De toets bestaat uit negen vragen. Voor iedere vraag kun je 2 punten halen. Probeer alle punten te halen. Klik op de volgende link om te beginnen: Succes! Rechtop staan kn.nu/kja0y 1 van 9 Bekijk de figuur. Wat is aangegeven me de letter A? En wat is aangegeven met de letter B? Pagina 7
a. A is halswervels, B is staartbeen b. A is halswervels, B is heiligbeen c. A is lendenwervels, B is staartbeen d. A is lendenwervels, B is heiligbeen 2 van 9 Pagina 8
Bekijk de figuur. Wat is aangegeven me de letter A? En wat is aangegeven met de letter B? a. A is borstwervels, B is staartbeen b. A is borstwervels, B is heiligbeen c. A is lendenwervels, B is staartbeen d. A is lendenwervels, B is heiligbeen 3 van 9 Van boven naar beneden hebben de wervels andere namen. Welke volgorde klopt? a. halswervels, heiligbeen, borstwervels, lendenwervels, staartbeen b. halswervels, borstwervels, heiligbeen, lendenwervels, staartbeen c. halswervels, lendenwervels, borstwervels, heiligbeen, staartbeen d. halswervels, heiligbeen, borstwervels, lendenwervels, staartbeen e. halswervels, borstwervels, lendenwervels, heiligbeen, staartbeen 4 van 9 Bekijk de afbeeldingg. De wervels bestaan uit een wervelkolom en drie uitsteeksels. Aan welke zijde ligt het wervellichaam en welke zijn de drie uitsteeksels? Pagina 9
a. Wervellichaam aan de buikzijde, de drie uitsteeksels aan de rugzijde. b. Wervellichaam aan de rugzijde, de drie uitsteeksels aan de buikzijde. 5 van 9 Tussen het wervellichaam en de drie uitsteeksels zit een rond gat. Hier doorheen loopt een met vloeistof gevulde koker. Wat bevindt zich in de koker? a. zenuwen b. het ruggenmerg c. kraakbeen d. lijmstof 6 van 9 Waar of niet waar? I Van onder naar boven worden de wervels bij een mens steeds groter. II De vorm van de wervelkolom is van opzij gezien een dubbele S. a. I en II zijn beide waar. b. I is waar, II is niet waar. c. I is niet waar, II is waar. d. I en II zijn beide niet waar. 7 van 9 Pagina 10
Bekijk de figuur. Wat wordt aangegeven met de letter A? a. een wervel b. een tussenwervelschijf c. een zenuw d. het ruggenmerg 8 van 9 Bekijk de figuur. Wat wordt aangegeven met de letter A? a. een wervel b. een tussenwervelschijf c. een zenuw d. het ruggenmerg 9 van 9 Waar of niet waar? I Als je ouder wordt, wordt de wervelkolom korter. II Als je lage rugpijn hebt, heb je ook vaak last in de bilstreek en je benen. Pagina 11
a. I en II zijn beide waar. b. I is waar, II is niet waar. c. I is niet waar, II is waar. d. I en II zijn beide niet waar. Pagina 12
Begrippenlijst Rechtop staan Wervelkolom De wervelkolom is verkrachtig en heeft een beschermende en vormgevende functie. Wervellichaam De buikzijde van de tussenwervelschijf. Bekkengordel De bekkengordel wordt gevormd door de heupbeenderen en het heiligbeen. Kalk Kalk is een stevige stof die je in je botten vindt en voorkomt dat je botten te soepel zijn. Tussenwervelschijven Een kraakbeenkussentje, gevuld met vocht, gelegen tussen elke wervel en de volgende. Uitsteeksels De rugzijde van de tussenwervelschijf. Ledematen Benaming voor armen en benen. Lijmstof Lijmstof is een soepele stof die je in je botten vindt en voorkomt dat je botten te broos zijn. Pagina 13
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 28 februari 2017 om 14:13 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2; Leerinhoud en Groei en ontwikkeling; Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 1 uur en 30 minuten Trefwoorden leerlijn, rearrangeerbare Pagina 14