Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 19 december 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/73566 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave Bouw van een cel Kennisbank Toepassingen Practicum Waterpest Practicum Wangslijmvlies Practicum Chromoplasten Pantoffeldiertjes Verwerken Examenopgave Antwoorden Toepassingen Begrippenlijst Begrippenlijst Over dit lesmateriaal Pagina 1
Bouw van een cel Kennisbank Alle planten en dieren bestaan uit cellen. Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel 'Bouw van cellen'. KB: Cellen van planten en dieren Test je kennis Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank. Cellen van planten en dieren kn.nu/qcf0e 1 van 7 Welke onderdelen horen bij een dierlijke cel? Meerdere antwoorden mogelijk. a. celkern b. celmembraan c. centrale vacuole d. celwand e. chromoplasten f. cytoplasma g. leukoplasten 2 van 7 Welke onderdelen horen bij een plantaardige cel? Meerdere antwoorden mogelijk. Pagina 2
a. celkern b. celmembraan c. centrale vacuole d. celwand e. chromoplasten f. cytoplasma g. leukoplasten 3 van 7 Bekijk de afbeelding. Met welk cijfer wordt de celkern aangegeven. En met welk cijfer het cytoplasma? a. celkern = 2, cytoplasma = 3 b. celkern = 2, cytoplasma = 4 c. celkern = 3, cytoplasma = 1 d. celkern = 3, cytoplasma = 2 4 van 7 Bekijk de afbeelding. Wat wordt met cijfer 1 aangegeven? En wat met cijfer 3? Pagina 3
a. 1 = celwand, 3 = cytoplasma b. 1 = celwand, 3 = vacuole c. 1 = plastiden, 3 = cytoplasma d. 1 = plastiden, 3 = vacuole 5 van 7 Bekijk de afbeelding. Wat wordt met cijfer 2 aangegeven? En wat met cijfer 4? a. 2 = celmembraan, 4 = cytoplasma b. 2 = celmembraan, 4 = vacuole c. 2 = kernmembraan, 4 = cytoplasma d. 2 = kernmembraan, 4 = vacuole 6 van 7 Pagina 4
Waar of niet waar? I De chromosomen met de erfelijke eigenschappen zitten in de celkern. II Bladgroenkorrels en zetmeelkorrels zijn voorbeelden van plastiden. a. I en II zijn beide waar. b. I is waar, II is niet waar. c. I is niet waar, II is waar. d. I en II zijn beide niet waar. 7 van 7 Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: organellen - cytoplasma - protoplasma - kern - lichtmicroscoop. Alle levende inhoud van een cel noem je samen het. Bij planten en dieren bestaat het protoplasma uit cytoplasma en een. In het drijven de organellen. zijn onderdelen van de cel met een bepaalde functie. Met een kun je sommige organellen waarnemen. Pagina 5
Toepassingen Practicum Waterpest Waterpest is een plantje dat veel in sloten voorkomt. In de bladcellen bevinden zich bladgroenkorrels (of chloroplasten). Je hebt de cellen van waterpest in het eerste leerjaar misschien ook al bekeken. Overleg met je docent of je dit practicum gaat uitvoeren. Je gaat met de microscoop een plantaardige cel bekijken. Je maakt hiervan een schematisch tekening met bijschriften. Weet je niet meer hoe je een schematische tekening maakt? Kijk naar het filmpje van Leo Karper. Succes. Download nu het practicum Waterpest. Lees het practicum een keer helemaal door. Zoek de benodigdheden bij elkaar. Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze. Beoordeel eerst zelf (eventueel samen met een klasgenoot) de schematische tekening. Laat de tekening vervolgens beoordelen door je docent. Practicum Wangslijmvlies Pagina 6
Overleg met je docent of je dit practicum gaat doen. Bekijk het filmpje hoe je een preparaat van het wangslijmvlies maakt. Dierlijke cellen worden gebruikt bij forensisch onderzoek. Bijvoorbeeld bloedcellen en cellen van het wangslijmvlies. Met de chromosomen in de kern kan onderzoek worden gedaan. Dit noem je forensisch onderzoek. Bekijk ook het volgende filmpje. Succes. Download nu het practicum Wangslijmvlies. Lees het practicum een keer helemaal door. Zoek de benodigdheden bij elkaar. Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze. Beoordeel eerst zelf (eventueel samen met een klasgenoot) de schematische tekening. Laat de tekening vervolgens beoordelen door je docent. Practicum Chromoplasten Overleg met je docent of je dit practicum gaat uitvoeren. Zo niet? Bekijk dan dit filmpje. Chromoplasten geven kleur aan veel plantendelen, zoals de rode kleur van tomaat, de rijpe rozenbottel of de rode en gele paprika. Bekijk van één van deze planten enkele cellen met de microscoop. Pagina 7
Maak hiervan een schematische tekening. Succes. Download nu het practicum Chromoplasten. Lees het practicum een keer helemaal door. Zoek de benodigdheden bij elkaar. Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze. Beoordeel eerst zelf de schematische tekening. Laat de tekening vervolgens beoordelen door je docent. Pantoffeldiertjes Bekijk het filmpje: https://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20030611_pantoffeldiertje01 In vervuild water leven vaak heel veel pantoffeldiertjes. Hun lichaam bestaat maar uit een cel. Daarom heten ze eencellige diertjes. Ze zwemmen met haartjes, die snel bewegen. In de cel zie je iets kloppen, maar dat is geen hartje. Pantoffeldiertjes zijn eencellige organismen. Dat betekent dat ze maar uit één cel bestaan. Beantwoord de volgende vragen: a. Bestaan de organismen uit dierlijke of plantaardige cellen? Waaraan kun je dit zien? b. Welke levenskenmerken vertonen de pantoffeldiertjes in het filmpje? c. Welke levenskenmerken vertonen de pantoffeldiertjes in het filmpje? Pagina 8
Verwerken Examenopgave Beantwoord ter afsluiting van deze module de volgende examenvragen. VMBO BB 2006-2 Vraag 3 VMBO BB 2011-1 Vraag 31 Pagina 9
Antwoorden Toepassingen Toepassing: Pantoffeldiertjes? a. Dierlijke cellen, ze hebben geen celwand en cellen zijn daardoor heel gemakkelijke te vervormen. b. Bewegen en uitscheiden. c. Voortplanten, waarnemen en reageren. Pagina 10
Begrippenlijst Begrippenlijst Cel Kleinste organisatie-eenheid (bouwsteen) van een organisme. Cytoplasma Vloeistof waarin alle celonderdelen liggen. Organel Onderdeel van een cel met een bepaalde functie. Kernmembraan De buitenste laag van het kernplasma. Vacuole Ruimte in een cel gevuld met vocht. Een plantencel heeft een grote centrale vacuole, dierlijke cellen hooguit enkele kleine. Planten Organismen waarvan de cellen een celkern hebben en een celwand, meestal met bladgroenkorrels. Er bestaan zowel eencellige (eencellige algen) als meercellige planten. Door bladgroenkorrels doen planten aan fotosynthese. Planten zijn producenten (ze maken voedsel). Protoplasma De inhoud van een cel, bestaande uit het cytoplasma en de kern. Celkern Het deel van een cel dat erfelijke informatie (chromosomen) bevat. Celmembraan Buitenste deel van een cel dat de cel vorm geeft en zorgt dat het celplasma in de cel blijft. Celwand Stevige structuur rondom een cel; bestaat uit cellulose. Komt voor bij bacteriën, schimmels en planten. Plastiden Verzamelnaam voor verschillende soorten korrels; chloroplasten, chromoplasten en leukoplasten. Komen voor in het cytoplasma van plantencellen. Pagina 11
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 19 december 2016 om 14:49 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3; Leerinhoud en Biologische eenheid; Biologie; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 1 uur en 40 minuten Trefwoorden leerlijn, reangeerbare Pagina 12