Bloed en lymfe vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie

1 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 12 July 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.

2 Inhoudsopgave Bloed en lymfe Kennisbank Toepassingen Samenstelling bloed Bloedbank Bloedneus Verwerken Examenopgave Antwoorden Toepassingen Over dit lesmateriaal Pagina 1

3 Bloed en lymfe Kennisbank Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel: KB: Bloed Test je kennis Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank. Bloed en lymfe maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/ van 8 Wat is de functie van de witte bloedcellen? a. zuurstoftransport b. transport van opgeloste stoffen c. afweer d. bloedstolling 2 van 8 Als bloed wordt afgedraaid in een centrifuge scheiden de bloedcellen zich van het plasma. Uit hoeveel procent bloedplasma bestaat het bloed? a. 10% b. 15% c. 45% d. 55% 3 van 8 Pagina 2

4 Wat is de functie van de bloedplaatjes? a. zuurstoftransport b. transport van opgeloste stoffen c. afweer d. bloedstolling 4 van 8 Wat is de functie van de a. zuurstoftransport b. transport van opgeloste stoffen c. afweer d. bloedstolling 5 van 8 Welke afbeelding laat rode bloedcellen zien? a. A b. B c. C d. D 6 van 8 Lymfe bestaat uit: a. water b. lymfeknoppen c. lymfevocht d. bloedcellen 7 van 8 Waar wordt lymfe gefilterd? a. In de bloedvaten. b. In de lever. c. In de lymfeknopen. d. In de nieren. Pagina 3

5 8 van 8 Waar of niet waar? I Bloedplaatjes zijn geen echte cellen. II Rode bloedcellen hebben en celkern. a. I en II zijn beide waar. b. I is waar, II is niet waar. c. I is niet waar, II is waar. d. I en II zijn beide niet waar. Pagina 4

6 Toepassingen Samenstelling bloed Bekijk het filmpje: Bloed is samengesteld uit bloedplasma en bloedcellen. Bloedplasma bestaat voor het grootste deel uit water. Hierin worden onder andere voedingsstoffen, afvalstoffen en hormonen vervoerd. In het bloedplasma zweven ook verschillende bloedcellen met een eigen functie. Beantwoord de volgende vragen: a. Je bloed bestaat voor het grootste deel uit licht geel gekleurde vloeistof. Wat is dit? b. Wat zit daarin? c. Welke soorten bloedcellen kun je onderscheiden? d. Wat is de functie van rode bloedcellen? e. Wat is de functie van witte bloedcellen? f. Welk deel van bloed helpt bij het stollen van bloed (korstje vormen)? Bloedbank Pagina 5

7 Bekijk het filmpje: Bloed geven om anderen te helpen. Bloed in je lichaam is belangrijk. Als je door bijvoorbeeld een ongeluk veel bloed verliest, kan dat gevaarlijk zijn. Daarom geven sommige mensen vrijwillig hun bloed af om mensen te helpen die veel bloed zijn verloren. Dat gebeurt bij de bloedbank. Bloed wordt gebruikt bij bloedtransfusies en bij het maken van medicijnen. Als je 18 jaar bent, mag je bloeddonor zijn. In het filmpje zie je Saskia Kramer. Ze is net 18 jaar geworden en laat bloed afnemen. Bekijk de video: Beantwoord de volgende vraag. a. Welke redenen heeft Saskia Kramer om bloeddonor te zijn? Kies de juiste redenen. Meerdere redenen zijn goed. Ze heeft een bijzondere bloedgroep, namelijk O negatief. Ze krijgt er een flink bedrag voor. Zo'n prikje is niet erg, en het is maar drie keer per jaar. Je wordt gehaald en gebracht van en naar het ziekenhuis. Je kunt er levens mee redden. Je maakt het bloed vanzelf weer aan, dus je kunt het missen. Bloed toedienen Bloed dat is afgenomen wordt in een centrifuge geplaatst. Tijdens het ronddraaien worden de drie bestandsdelen (de rode bloedcellen, de bloedplaatjes en het bloedplasma) van het bloed gescheiden van elkaar. Een patiënt wordt door een ambulance het ziekenhuis binnengebracht. De patiënt heeft veel bloed verloren. Kies steeds het juiste antwoord. b. De patiënt krijgt rode bloedcellen toegediend omdat: A. deze ziekteverwekkers doodmaken. Pagina 6

8 B. deze veel voedingsstoffen vervoeren. C. deze zuurstof vervoeren. D. het bloed anders niet stolt. c. De patiënt krijgt bloedplasma toegediend omdat: A. het bloed dan beter blijft stromen. B. het bloed anders niet stolt. C. de wonden anders blijven bloeden. Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot. Bloedneus Bekijk het filmpje: Hoe het komt en wat je eraan kunt doen. Het gebeurt regelmatig: een bloedneus. Je kunt dit goed zelf verhelpen: neus snuiten, hoofd voorover, neus dicht en het bloed gaat stollen. En anders helpt de EHBO-er je wel. Je bent aan het voetballen met vrienden. Je botst tegen een vriend op. Hij loopt hierbij een bloedneus op. Je wil Eerste Hulp bieden. Welke stappen volg je? Maak een duidelijk stappenplan voor de eerste hulp bij een bloedneus. Pagina 7

9 Verwerken Examenopgave Beantwoord ter afsluiting van deze module de volgende drie examenvragen. VMBO BB Vraag 22 VMBO BB Vraag 23 VMBO BB Vraag 1 Pagina 8

10 Antwoorden Toepassingen Toepassing: Samenstelling bloed a. Bloedplasma. b. Voedingsstoffen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen. c. Witte en rode bloedcellen. Let op: bloedplaatjes zijn geen cellen. d. Vervoeren van zuurstof. e. Vernietigen bacteriën en andere ziekteverwekkers. f. Bloedplaatjes. Pagina 9

11 Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 12 July 2016 om 14:44 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3; Leerinhoud en Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 0 uur en 50 minuten Pagina 10