Agendapunt 2. Verslag vergadering Bestuurscommissie KCV d.d. 13 juni 2012 Bestuurscommissie Kleinschalig Collectief Vervoer Datum 3 oktober 2012 TOELICHTING Bijgevoegd gaat het conceptverslag van de vergadering van de bestuurscommissie KCV d.d. 13 juni 2012. ADVIES VOOR BESLUIT- VORMING Het verslag van de vergadering van 13 juni 2012 wordt vastgesteld..
Agendapunt 4. Beleid t.a.v. medische ritten Bestuurscommissie Datum Kleinschalig Collectief Vervoer 3 oktober 2012 (KCV/OS/BC/20121003.4) Kort na uw vorige vergadering werd een antwoord ontvangen van de staatssecretaris over de kwestie medische ritten (bijgevoegd als bijlage 1). Het presidium concludeert naar aanleiding van deze brief en de ingewonnen adviezen (waaronder die van de VNG) dat het op dit moment niet meer zinvol is om het dispuut met het ministerie van VWS voort te zetten en dat aanpassing van het huidige beleid, gericht op het weren van medische ritten tegen Wmo-tarief aangewezen is. Aangezien de gemeenten in deze bevoegd zijn wordt u voorgesteld: INLEIDING EN VOORSTEL a. de gemeenten te adviseren tot aanpassing van het beleid t.a.v. medische ritten over te gaan. Te formaliseren dat vervoer van/naar medische afspraken waarvoor geen aanspraak gemaakt kan worden op de zorgverzekering, en voor zover het plaatsvindt binnen het compensatieplichtgebied van de gemeente (in principe vervoer binnen 5 zones), onder Wmo-condities per deeltaxi plaats mag vinden; b. af te spreken dat deze wijziging door alle gemeenten gelijktijdig geëffectueerd wordt. Vanaf de te bepalen datum zal de instructie aan de vervoerder worden aangepast (bij ritaanname medische bestemmingen geen onderscheid meer maken tussen laag en hoog tarief). Over de overige noodzakelijke aanpassingen (beleidsregels Wmo, teksten beschikkingen), de communicatie naar klanten, en de ingangsdatum wordt advies gevraagd van het Wmo-coördinatorenoverleg dat op 25 september bijeenkomt. De financiële gevolgen van de beleidswijziging zijn verwerkt in de herijking van de begroting 2013 die u onder de mededelingen (agendapunt 6) aantreft. Uw voorstel zal schriftelijk ter besluitvorming aan de deelnemende overheden voorgelegd worden. TOELICHTING VOORSTEL In de extra bijlage bij agendapunt 4 worden de geschiedenis m.b.t. de medische ritten, de afwegingen t.a.v. de beleidswijziging en de uitvoeringsgerichte vragen op een rij gezet. CONCEPT- BESLUIT De bestuurscommissie KCV besluit conform het voorstel zoals hierboven onder a. en b. beschreven. Het stelt de datum vast waarop het nieuwe beleid geëffectueerd zou moeten worden en vraagt de deelnemende gemeenten per brief om tot vaststelling van het gewijzigde beleid en implementatie daarvan over te gaan.
Agendapunt 5. Heroverweging inzet Fonds Vervolgaanpak Toegankelijkheid Bestuurscommissie Datum Kleinschalig Collectief Vervoer 3 oktober 2012 (KCV/OS/BC/20121003.5) West-Brabant probeert langs twee lijnen te bewerkstelligen dat ouderen en mensen met een beperking meer gebruik gaan maken van het OV: via aanpassingen van bushaltes ( fysieke toegankelijkheid ) via acties gericht op het vergroten van de mentale toegankelijkheid. Deze zijn deels gericht op beïnvloeding van kennis, houding en gedrag van potentiële reizigers, maar behelzen bijvoorbeeld ook acties gericht op een aangepaste indicatiestelling. Voor beide sporen is een evaluatie voorbereid, waarvan de uitkomsten bij deze aan u voorgelegd worden. Ook wordt ingegaan op de inzet van (resterende) middelen vanuit het Fonds Vervolgaanpak Toegankelijkheid, een fonds dat de provincie Noord-Brabant ten behoeve van KCV West-Brabant beheert. Vanuit dit fonds wordt subsidie verstrekt aan gemeenten voor het aanpassen van de zogenaamde niet-geprioriteerde haltes, en de plaatsing van haltemeubilair. Tot 2012 subsidieerde de provincie de aanpassing van de geprioriteerde haltes. INLEIDING EN VOORSTEL U wordt gevraagd aan te geven of u in kunt stemmen met een aantal wijzigingen ten aanzien van de halteaanpassingen: 1. verlaging regionale taakstelling toegankelijke haltes van 100% naar 85%; 2. openstellen van de regionale subsidieregeling voor de resterende geprioriteerde haltes; 3. selectieve temporisering van de halteaanpassingen in verband met de nieuwe concessieverlening voor het openbaar vervoer, die vooralsnog onzekerheden met zich meebrengt over de toekomstvastheid van het huidige lijnennet. Daarnaast wordt u voorgesteld om vanuit het Fonds Vervolgaanpak de komende jaren tot maximaal 100.000,- te putten ter afdekking van de kosten van de kwaliteitsprikkel deeltaxivervoer. De bevoegdheid op deze punten besluiten te nemen is voorbehouden aan de bestuurscommissie KCV; afstemming vindt plaats met de bestuurscommissie mobiliteit.
TOELICHTING VOORSTEL 1. Halteaanpassingen De West-Brabantse projectgroep toegankelijkheid heeft zich gebogen over de vraag of/hoe de aanpassing van haltes doorgezet moet worden. Een notitie waarin de stand van zaken medio 2012 en de voorliggende vragen staan vermeld, is bijgevoegd (bijlage 5.1). In het kort zijn de bevindingen en aanbevelingen: a. aanbevolen wordt om de regionale subsidieregeling ook open te stellen voor de aanpassing van geprioriteerde haltes, waar een aantal gemeenten ten tijde van de provinciale subsidieregeling niet aan toe gekomen is. Daarvoor zou het normbedrag van 12.500,- per halte aangehouden moeten worden, zoals dat door de provincie werd gehanteerd (subsidieregeling KCV West-Brabant voor niet-geprioriteerde haltes is nl. ruimer: 100% vergoeding van kosten); b. aanbevolen wordt er rekening mee te houden dat niet alle haltes aan te passen zijn, dan wel alleen tegen erg hoge kosten. Per gemeente is geïnventariseerd hoeveel haltes dat zijn; c. aanbevolen wordt terughoudend te zijn met de aanpassing van haltes waar maar weinig instappers zijn, hierbij een piep-systeem te hanteren; d. dit betekent dat het eerder vastgestelde doel (100% toegankelijke haltes voor 2016) bijstelling behoeft naar 85%. Dit zou dan voor het totaal van gemeenten moeten gaan gelden (de spreiding van de weinig benutte haltes over de gemeenten is immers niet gelijkmatig). Omdat niet alle haltes toegankelijk gemaakt worden dienen reizigers via adequate reisinformatie geïnformeerd te worden over de (on)toegankelijkheid van de haltes. Deze informatie zal via OV9292 per 2015 beschikbaar zijn. Voor de tussentijd zal de provincie op korte termijn een toegankelijke database creëren, die bijvoorbeeld ook voor Wmo-indicatiestellers te raadplegen is. Het presidium stelt u voor deze aanbevelingen te onderschrijven. Het presidium heeft in zijn vergadering stilgestaan bij de onzekerheid die aan het ontstaan is voor wat betreft de toekomstvastheid van de halte-investeringen. Dit als gevolg van de provinciale OV-visie en de Nota van Uitgangspunten voor de OV-aanbesteding, waarbij de vervoerder meer bevoegdheden toegedicht krijgt voor wat de vormgeving van het OV betreft. Is het dus gewenst om nu door te gaan met de halteoperatie (met risico van desinvesteringen), of is het verstandig om een pas op de plaats te maken? Deze vraag is aan de orde geweest in een onlangs gehouden bestuurlijk overleg provincieregiotaxiorganisaties. De gedeputeerde heeft hierin aangegeven het verstandig te vinden de halteaanpassingen op te schorten tot eind 2013. Dan is als het goed is de concessie gegund en dus bekend wat het aanbod van de nieuwe vervoerder inhoudt. Het presidium KCV sluit zich hierbij aan maar stelt voor om niet alle halte-aanpassingen uit te stellen, dus daarbij selectief te werk te gaan. Zo is het logisch om bij wegreconstructies de halteaanpassingen meteen mee te blijven nemen. Ook zal een aantal haltes nu wel degelijk als toekomstvast aan te merken zijn. Mogelijk dat gemeenten over een aantal halteaanpassingen al onomkeerbare besluiten hebben genomen. Als u een dergelijke selectieve benadering onderschrijft, zal deze de komende maanden in overleg met gemeenten en provincie verder uitgewerkt worden. Een aanpassing van het Toetsingskader voor het Fonds Vervolgaanpak zal dan ter vaststelling in de volgende vergadercyclus (december 2012) aan u voorgelegd worden.
2. Mentale toegankelijkheid/substitutieproject Vanaf 2011 loopt het Brabantbrede project gericht op het vergroten van de mentale toegankelijkheid, eind 2012 stopt dit. Een evaluatienota (incl. overzicht van uitgevoerde projecten) is bijgevoegd als bijlage 5.2 en is 6 september in het bestuurlijk overleg tussen provincie en regiotaxiorganisaties besproken. Projecten die o.a. op verzoek van West-Brabant nog in 2012 uitgevoerd worden zijn: Uitvoering en evaluatie pilot Rucphen (haltewijzer in combinatie met OV-cursus en korting op aanschaf OV-chipkaart) Uitvoering nog te organiseren OV-cursussen ouderen/deeltaxipashouders Evaluatie OV-cursussen: tussenrapportage en (voor zover nog in 2012 mogelijk) eindrapportage monitoring Ontwikkeling en uitvoering OV-cursussen voor Wmo-consulenten Notitie over reisinformatie toegankelijke busreizen: bij ritaanname regiotaxicentrale (al dan niet dwingend advies over beschikbaar reisalternatief per OV) of via OV9292 of andere door klant te raadplegen website/hulpbron. De voor- en nadelen van verschillende opties worden in beeld gebracht. Verder wordt momenteel door KCV in overleg met Breda en Roosendaal onderzocht of een OV-maatjesproject haalbaar is, gericht op het zelfstandig reizen per OV van mensen met een lichte verstandelijke beperking. Hiervoor zijn Amarant en SDW benaderd. De OV-maatjes zouden leerlingen van gerichte opleidingen (bijv. sociaal-maatschappelijk werk) zijn die dit in het kader van een stage op zich nemen. MEE West-Brabant zou e.e.a. kunnen organiseren en bereidt een projectplan voor. Toekomst substitutieactiviteiten Als voorstel komt uit de evaluatie dat partijen (regio s, provincie) gevraagd worden de komende periode na te denken over gewenste activiteiten in 2013 tot en met 2015. De bedoeling is te bezien of/welke activiteiten goed uitgevoerd kunnen worden, al dan niet met maatwerk, via een Brabantbrede aanpak, en welke het beste door de afzonderlijke partijen zelf opgepakt kunnen worden. Samen met de beleidscommissie KCV en het Wmo-coördinatorenoverleg zal een voorzet voor een West-Brabantse vervolgaanpak voorbereid worden. Als voorschot op een eventueel vervolg wordt gesteld dat er dan sprake moet zijn van een scheiding tussen programmamanagement en de uitvoering (in tegenstelling tot de huidige constructie). Qua financiering van een eventueel vervolg wordt o.a. gedacht aan de vrijvallende middelen bij de provincie die het gevolg zijn van de extra korting op de OV-samenwerkingsbijdrage die aan West- en Midden-Brabant wordt opgelegd. 3. Herijking inzet Fonds Vervolgaanpak Toegankelijkheid Halten West-Brabant Rekening houdend met de voorgestelde aanpassingen qua doelstelling (85% toegankelijkheid haltes) en qua reikwijdte van de regionale subsidieregeling (ook geprioriteerde haltes, voor zover deze niet meer in aanmerking komen voor provinciale subsidie) is becijferd welke middelen uit het Fonds Vervolgaanpak zullen resteren. Dit is naar verwachting 1 miljoen (bijlage 6.1). Dit geld dient voor 1 januari 2016 besteed te zijn en vervalt anders aan de provincie. Gelet op de voorgestelde temporisering in de halteaanpak, is het echter de vraag of deze einddatum nog haalbaar is, het ligt in de rede dat de
deadline opschuift. Mogelijke bestemmingen voor de resterende middelen (1 miljoen): - afdekking van een deel van de kosten kwaliteitsprikkel deeltaxivervoer. Deze kosten bedragen maximaal 450.000,-/jaar. U heeft reeds besloten in 2012 100.000,- af te dekken vanuit het Fonds Vervolgaanpak. Het presidium stelt u voor daartoe ook voor de komende jaren te besluiten. De maximaal benodigde onttrekking hiervoor bedraagt dan (tot en met 2015) in totaal 400.000,-. Vooralsnog zijn in de begroting 2013 en verder de kosten van de kwaliteitsprikkel ad. max. 450.000,- geheel meegenomen in de exploitatiekosten en dus ten laste gebracht van gemeenten en provincie. Bij de herijking van de begroting 2013 (agendapunt 6.9) is onder voorbehoud van uw besluitvorming, het door te belasten bedrag teruggebracht naar 350.000,-; - substitutieacties in brede zin (gericht op gedragsbeïnvloeding, indicatiestelling, aanvullend openbaar vervoer etc.). Zoals aangegeven wordt een voorstel voor een West- en Noord-Brabants vervolg voorbereid. CONCEPT- BESLUIT De bestuurscommissie KCV besluit tot: 1. verlaging van de regionale taakstelling voor toegankelijke haltes van 100% naar 85%; 2. het openstellen van de regionale subsidieregeling voor de resterende geprioriteerde haltes; 3. een selectieve temporisering van de halteaanpassingen in verband met de nieuwe concessieverlening voor het openbaar vervoer; 4. een jaarlijkse onttrekking van maximaal 100.000,- uit het Fonds Vervolgaanpak Toegankelijkheid Halten West-Brabant ten behoeve van de afdekking van de kosten van de kwaliteitsprikkel deeltaxivervoer; en wacht nadere voorstellen met betrekking tot de selectieve temporisering van de halteaanpassingen, de wijziging van het Toetsingskader Vervolgaanpak Toegankelijkheid halten West-Brabant en een vervolgaanpak mentale toegankelijkheid/substitutie af.
Agendapunt 6. Mededelingen Bestuurscommissie Datum Kleinschalig Collectief Vervoer 3 oktober 2012 (KCV/OS/BC/20121003.6) Aan de orde komen: Deeltaxizaken 1. Ontwikkelingen PZN-taxibedrijven 2. Kwantiteit/kwaliteit deeltaxivervoer tot en met augustus 2012 3. Einde seniorenkorting 4. Bezuinigingen nieuwsbrief 5. Diverse OV-trajecten Financiën 6. Extra korting OV-samenwerkingsbijdrage 7. 2 e BERAP incl. herijking begroting 2012 en analyse kostenbeheersingmaatregelen 8. Klanttarieven 2013 9. 1e herijking begroting 2013 Overige 10. Evaluatie en toekomst RWB/KCV TOELICHTING Deeltaxizaken 1. Ontwikkelingen PZN-taxibedrijven Op 23 augustus jl. heeft een overleg plaatsgevonden tussen de voorzitter KCV en de directeur van PZN. Daarin is gesproken over de uitvoering van het huidige contract, de stand van zaken rond de fusie tussen Veolia en Connexxion (en verkoop van Veoliatransport), de uitspraak van het hoger beroep rond het geschil met de taxibedrijven, de bezuinigingen bij gemeenten en de verlenging van de vervoersovereenkomst. De fusie tussen Connexxion en Veolia is feitelijk nog niet geëffectueerd. Het verkoopproces van Veoliatransport is ingezet maar heeft tot nu toe niet tot een koper geleid. Op 7 augustus jl. heeft de rechter uitspraak gedaan in het hoger beroep dat PZN heeft aangespannen naar aanleiding van de uitkomst in kort geding. De kwestie betreft de vraag of PZN de vier taxibedrijven die geen prijsverlaging accepteren, kan korten op het vervoersvolume. De rechter heeft PZN, plus de meegaande taxibedrijven opnieuw in het ongelijk gesteld. Dit betekent dat PZN het vervoer dus niet zelf en naar eigen inzicht kan indelen. Reden is dat in een eerder stadium in gezamenlijkheid duidelijke afspraken zijn gemaakt over tarieven en ritverdeling. Voor PZN betekent dit dat zij tenminste gedurende de huidige contractperiode (dus tot einde 2013) gehouden is aan samenwerking met alle 10 taxibedrijven.
2. Kwantiteit/kwaliteit deeltaxivervoer tot en met augustus 2012 In bijlage 6.2 treft u overzichten aan waaruit de ontwikkeling van het aantal verreden ritten en de meldingen/klachten blijkt. Het presidium besloot op basis van de prestaties in het tweede kwartaal PZN een bonus toe te kennen van 75.000,-. In verband met de tekortschietende uitvoeringskwaliteit in Baarle-Nassau werd tegelijkertijd een malus van 7.508,- opgelegd. De mindere kwaliteit in de zuidoosthoek (Baarle-Nassau, Alphen-Chaam) en in Steenbergen is ook besproken in het bestuurlijk overleg. PZN heeft aandacht voor de problematiek. Lastig voor de uitvoering blijft dat het excentrisch gelegen gebieden zijn met relatief weinig ritten en lange aanrijdtijden. Aangegeven wordt dat in Steenbergen tevens hinder wordt ondervonden van wegwerkzaamheden bij Dinteloord. PZN voldeed verder aan de gestelde eisen (o.a. wachttijd telefonie, aanlevering data e.d.), waardoor boetes niet aan de orde zijn. 3. Einde seniorenkorting De seniorenkorting stopt per 1 januari 2013. De berichtgeving hierover via de deeltaxinieuwsbrief van juli heeft bij een aantal gemeenten al tot een toename van aanvragen voor een Wmo-pas geleid. Dit zal zich de komende maanden nog meer voor gaan doen. Het is dus zaak dat Wmo-consulenten hierop voorbereid zijn en kritisch zijn in de indicatiestelling. Met de Wmo-coördinatoren wordt dit 25 september besproken. 4. Bezuinigingen nieuwsbrief Deeltaxi West-Brabant In het kader van de RWB-bezuinigingstaakstelling komen de portikosten van de nieuwsbrief Deeltaxi West-Brabant vanaf 2012 ten laste van het communicatiebudget KCV (i.p.v. uit het bedrag per inwoner). Om dit niet alleen een verschuiving van dekking te laten zijn is ingezet op vermindering van deze kosten. In de julinieuwsbrief zijn daarom alle klanten gevraagd te reageren als ze de deeltaxinieuwsbrief ook in de toekomst willen blijven ontvangen. Reacties konden zowel digitaal als via een antwoordstrook naar een antwoordnummer gestuurd worden. Hieronder de resultaten: voorkeur klanten m.b.t. ontvangst nieuwsbrief reactie verkregen via per post per mail totaal % internet (digitaal) 400 1.900 2.300 14% antwoordstrook 12.800 1.100 13.900 86% totaal 13.200 3.000 16.200 100% % 81% 19% 100% Van de 53.300 aangeschreven klanten met een deeltaxipas heeft dus 30% (16.200) aangegeven de nieuwsbrief in de toekomst te willen blijven ontvangen. Van die klanten wenst 19% de nieuwsbrief per mail te ontvangen. De extra kosten voor de uitvraag bedragen 9.100,-. De besparing per nieuwsbrief bedraagt ca. 7.000,-. Voor 2012 is bij elkaar sprake van wat hogere kosten, maar vanaf 2013 wordt dankzij deze actie ca. 14.000,- per jaar bespaard.
Overigens moet geconstateerd worden dat het bereik van de nieuwsbrief dus zijn beperkingen heeft en dat ook andere communicatiekanalen (gemeentelijke pagina s lokale bladen, websites) benut moeten gaan worden om belangrijke mededelingen kenbaar te maken. 5. Diverse OV-trajecten Het traject van de provinciale OV-visie wordt binnenkort afgerond: vaststelling door Provinciale Staten is voorzien op 21 september. Ook in de voorbereiding van de aanbesteding van het busvervoer worden stappen gezet: gedurende de zomer is een concept-nota van Uitgangspunten de inspraak ingegaan; 25 september stellen GS een definitieve Nota van Uitgangspunten vast. De West- Brabantse reactie op de conceptnota (vastgesteld door een delegatie vanuit de bestuurscommissie KCV en Mobiliteit) is als bijlage 6.5a bijgevoegd. Beide dossiers zijn onderwerp van gesprek geweest tijdens een bestuurlijk overleg provincie- Brabantse regiotaxiorganisaties (d.d. 6 september). Dit spitste zich toe op de voor regiotaxi/kcv relevante passages, zie bijlage 6.5b voor een notitie met kansen en bedreigingen. De gedeputeerde heeft in een reactie hierop aangegeven: - dat in toekomstige afwegingen over wijzigingen/opheffen lijnen ook de kosten van halte-investeringen en andere effecten meegenomen zouden moeten worden in de businesscase. Gemeenten worden betrokken bij de afwegingen; - dat als er alternatief vervoer moet komen omdat buslijnen niet rendabel te maken zijn, de provincie daar mogelijk een bijdrage op maat voor zal verstrekken; - dat de vervoerder in de toekomst niet meer dan de landelijk vastgestelde tarieven mag gaan vragen, en dus alleen speling heeft in het geven van kortingen. De provincie laat momenteel een inventarisatie uitvoeren naar mogelijkheden voor nieuwe alternatieven aan de onderkant van de markt. De uitkomsten hiervan komen eind dit jaar beschikbaar. In november zal een concept Programma van Eisen aan de betrokken partners worden voorgelegd. Financiën 6. Extra korting OV-samenwerkingsbijdrage In het hiervoor aangehaalde overleg tussen gedeputeerde en de voorzitters van de regiotaxiorganisaties is ook de extra korting op de OV-samenwerkingsbijdrage (als gevolg van sterk teruglopend volume) aan de orde geweest. Het voorstel dat in nauw overleg tussen provincie en West-Brabant tot stand is gekomen, gaat hierbij als bijlage 6.6. Het voorziet in een tweetal wijzigingen ten opzichte van de afspraken zoals deze vastliggen in de Samenwerkingsovereenkomst Regiotaxi Noord-Brabant 2011-2015: in de bepaling van de hoogte van de extra korting wordt rekening gehouden met de hoogte van de NEA-index (als deze meer dan de normale 3% bedraagt); de korting wordt niet meteen structureel: na een jaar wordt bezien of de daling stand houdt of eenmalig is. In dat laatste geval wordt de korting voor de rest van de looptijd van de overeenkomst naar beneden bijgesteld of komt deze evt. geheel te vervallen.
Voor West-Brabant betekenen deze aanpassingen dat de extra korting in 2012 van 211.000,- naar 141.000,- wordt bijgesteld. Voor de totale periode van de samenwerkingsovereenkomst is sprake van een mogelijk voordeel van 4 tot 5,5 ton ten opzichte van ongewijzigde toepassing van de samenwerkingsovereenkomst. Het presidium van uw bestuurscommissie heeft ingestemd met de aanpassingen en die zijn in het bestuurlijk overleg met de provincie bekrachtigd. Over de inzet van de middelen die als gevolg van de extra korting vrijvallen bij de provincie zijn nog geen nadere afspraken gemaakt. Als mogelijke bestemming zijn vervolgactiviteiten op het gebied van de substitutie in beeld. 7. 2 e BERAP incl. herijking begroting 2012 en analyse kostenbeheersingmaatregelen Op korte termijn zal de tweede bestuursrapportage 2012 uitgebracht worden. Teksten zijn nu nog niet beschikbaar, maar samenvattend is het beeld voor KCV over de eerste acht maanden (= 67% van het jaar) als volgt: Realisatie productieve uren: 62% van begroting Realisatie algemeen werkbudget: 10% van 21.000,- (te onttrekken uit reserve werkbudget) is tot nu toe uitgegeven. Voorzien wordt een onderbesteding van ca. 10.000,-. Tegelijkertijd zal de voeding van de reserve werkbudget met renteinkomsten (geraamd op 20.000,-) ook achterblijven als gevolg van lage rentestand. Realisatie werkbudget communicatie en marketing: ca. 26.000,- (68%) is uitgegeven (van 38.000,-). Er worden nog uitgaven voorzien van ca. 12.000,-, waarmee het budget geheel benut is. Dat betekent dat de extra kostenpost van 14.000,- portikosten m.b.t. de nieuwsbrief (overgeheveld van bedrag per inwoner naar communicatiebudget) niet of nauwelijks tot overschrijding zal leiden. Realisatie uitgaven vervolgaanpak toegankelijkheid: 5 ton (30%) van 1,6 miljoen is uitgegeven. Afhankelijk van besluitvorming over het temporiseren van de halteaanpassingen (agendapunt 5) zullen de uitgaven over 2012 ver of minder ver bij de begroting achterblijven. Voor wat de vervoerskosten betreft is een nieuwe (vierde) herijking gemaakt van de begroting 2012. Deze gaat hierbij als bijlage 6.7a. In deze herijking is rekening gehouden met: de gedempte extra korting op de OV-samenwerkingsbijdrage; nieuwe ramingen van het vervoersvolume op basis van realisatie januari tot en met augustus 2012, waarbij een afronding naar boven heeft plaatsgevonden i.v.m. mogelijke instroom medische ritten. Voor alle opdrachtgevers samen wordt de afwijking ten opzichte van de begroting op + 1% geraamd. De verschillen per individuele deelnemer zijn net zoals in vorige herijkingen groot. N.a.v. deze constatering heeft u in uw vorige vergadering gevraagd om een analyse van de verschillen. Deze analyse is toegespitst op de uiteenlopende effecten van de doorgevoerde bezuinigingsmaatregelen. Deze analyse treft u als bijlage 6.7b aan. Een aantal verschijnselen is niet door KCV te verklaren. Mogelijk dat daar lokaal wel een reden voor te bedenken is.
Het KCV-aandeel voor de tweede bestuursrapportage RWB 2012 zal u worden nagestuurd, vermoedelijk lukt dat niet meer voor uw vergadering. 8. Klanttarieven 2013 Het presidium legt jaarlijks in oktober per brief voorstellen voor aan de bevoegde gezagen over de voor hen relevante klanttarieven. Daarbij wordt een aantal mechanismen toegepast. Zo wordt sinds 2011 de hoogte van het klanttarief voor Wmo-gerechtigden gerelateerd aan het OV-chipkaarttarief voor de bus. Dit heeft twee opeenvolgende jaren geleid tot een tariefsverhoging met 0,05. Het vrije reizigerstarief en het doorreistarief (bij langere ritten) worden jaarlijks bijgesteld aan de hand van de kostprijsontwikkeling (de zogenaamde NEA-index). In het bestuurlijk overleg tussen provincie en regiotaxiorganisaties is harmonisering van tarieven aan de orde geweest. In 2012 hanteren West-Brabant en de regio Den Bosch namelijk een tarief van 0,60/strip (het equivalent van het OV-chipkaarttarief), terwijl Midden-Brabant en Noordoost-Brabant op 0,55 zijn blijven steken. Deze regio s willen het tarief in 2013 gaan bijtrekken naar 0,60/strip, de beide andere regio s zouden, ongeacht de ontwikkeling van het OV-tarief, een pas op de plaats moeten maken om tot uniformering te komen. Voor 2014 zou dan weer onverkort het equivalent van het OVchipkaarttarief moeten gaan gelden. Het presidium onderschrijft het belang van harmonisering en wil de bevoegde gezagen voorstellen om het Wmo-klanttarief op 0,60 per strip te handhaven. Het OV-chipkaarttarief 2013 is overigens nog niet bekend, maar de verwachting is dat dit niet zodanig stijgt dat het equivalent ervan, afgerond, hoger uitkomt dan 0,60. Als dat klopt leidt de pas op de plaats dus niet tot een andere tariefstelling dan normaliter het geval zou zijn. Zodra de NEA-index 2013 bekend is zal er een brief uitgaan aan de bevoegde gezagen over de tariefstelling 2013. 9. 1e herijking begroting 2013 Door twee gemeenten (Geertruidenberg en Drimmelen) zijn zienswijzen ingebracht over het KCV-deel in de ontwerp-begroting 2013. Deze waren ten tijde van uw vorige vergadering op 13 juni nog niet bekend. De correspondentie hierover is bijgevoegd in de extra bijlage agendapunt 6. mededelingen. De prognoses voor de gemeentelijke en provinciale vervoerslasten in 2013 zijn opnieuw tegen het licht gehouden (zie bijlage 6.9a). De volgende wijzigingen zijn aangebracht: gerekend is met een hogere NEA-index (5% i.p.v. 3%); de nieuwe prognoses voor het vervoersvolume 2012 zijn als uitgangspunt genomen instroom medische ritten in Wmo op basis van het aantal hoog tariefritten van/naar medische bestemmingen en uitstroom daarvan uit het vrije reizigersvervoer; gedempte extra korting OV-samenwerkingsbijdrage; kwaliteitsprikkel wordt voor 100.000,- uit Fonds Vervolgaanpak Toegankelijkheid afgedekt.
Eén en ander uiteraard onder voorbehoud van uw besluitvorming bij de voorgaande agendapunten. Deze bijstellingen leiden tot +1% meerkosten ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013. De kosten voor gemeenten stijgen terwijl de provincie, m.n. dus als gevolg van de uitstroom van medische ritten, minder lasten voor haar rekening krijgt. In bijlage 6.9b zijn de nieuwe prognoses voor 2012 en 2013 afgezet tegen de realisatie 2010 en 2011. Overige 10. Evaluatie en toekomst RWB/KCV Op 27 september vindt overleg plaats tussen de leden van het DB, de voorzitters van de bestuurscommissies en enkele gemeentesecretarissen (in een zodanige samenstelling dat alle gemeenten vertegenwoordigd zijn). Het gespreksonderwerp is de evaluatie en toekomst van het RWB. Uw voorzitter zal tijdens uw vergadering terugmelden over hetgeen daar over KCV is ingebracht. ADVIES VOOR BESLUIT- VORMING De Bestuurscommissie KCV neemt kennis van de mededelingen. Bijlagen 6.2 overzicht ontwikkeling verreden ritten en meldingen/klachten tot en met augustus 2012 6.5a reactie RWB op concept Nota van Uitgangspunten aanbesteding OV 6.5b notitie t.b.v. overleg provincie-regiotaxiorganisaties over bedreigingen en kansen OV-visie en aanbesteding voor substitutie 6.6 notitie t.b.v. overleg provincie-regiotaxiorganisaties over de extra korting OV-samenwerkingsbijdrage 6.7a. 4 e herijking begroting 2012 6.7b analyse effecten maatregelen kostenbeheersing 6.9a 1 e herijking begroting 2013 6.9b meerjarenontwikkeling vervoersvolume en kosten extra bijlage agendapunt 6: correspondentie n.a.v. zienswijzen gemeenten Drimmelen en Gerrtruidenberg.