Gerard van Ramshorst is vanaf het begin betrokken bij de implementatie van onderhoudsmanagement bij ws Rijn en IJssel. Destijds is ervoor gekozen onderhoud en onderhoudsmanagement zoveel mogelijk uniform en centraal in te regelen. De implementatie is succesvol! Omdat? vooral omdat het langs de der geleidelijkheid is gegaan. Stap voor stap. Doel was de brandjesblusorganisaite ontstijgen en naar een beheer en control fase te groeien. Het onderhoudsbeleid(splan) geeft richting, de missie luidt als volgt: transparant en beheerbaar onderhouden en geschikt voor optimalisaties. Natuurlijk kosten bewust. En risicogestuurd. In tussen werkt Gerard van Ramshorst ook aan Assetmanagement, die dient als paraplu voor onderhoudsmanagement bouwstenen. 1
2
Onze organisatie zit midden in een veranderopgave. De watervisie 2030 is samen met de stakeholders tot stand gekomen. Vervolgens is de vraag gesteld hoe wij als organisatie deze uitdaging het beste kunnen aanpakken. Een aantal termen die een beeld geven van de veranderopgave, hoe we als organisatie onze uitdagingen willen realiseren. Sterk is dat we bij nul zijn begonnen, niets is vooraf dicht getimmerd. We kiezen voor de lerende organisatie, focus op onze omgeving. Co-creaties ipv pushen. Intern en extern. Deze verandering is een echte uitdaging, geeft energie en raakt iedereen binnen de organisatie. Ook onderhoudsmanagement onder de paraplu van Assetmanagement moet hier bij aanhaken. Assetmanagement is een verbindende factor. 3
UTO staat voor Unit Technische Ondersteuning. Wij zijn het garagebedrijf voor onze interne klanten. Wij bieden zoveel mogelijk marktconform onze kennis en diensten aan. 4
Veel waterschappen zijn destijds gestart met het inrichten van een onderhoudsbeheersysteem en onderhoudsmanagement bouwstenen. Helaas ontbreekt het vaak aan beleid en visie. Ons succes is dat er begonnen is met een beldisplan. Fase 1. Dus bij Rijn en IJssel is het onderhoudsbeleid nog steeds richtinggevend. Onderhoudsmanagent is natuurlijk niet het zelfde is als Assetmanagement maar het bestrijkt wel indien goed ingericht een aanzienlijk deel van het spectrum. Voor Rijn en IJssel is Assetmanagement een onderzoeksthema. Geen doel. 5
Assetmanagement blijft interessante ontwikkeling. Natuurlijk valt er van alles te verbeteren. Maar we houden het wel liever pragmatisch en overzichtelijk. Er zijn enkele verkenningen gedaan, stellen voorlopig vast het (nog) niet centraal te hoeven adopteren. Er zitten duidelijk bruikbare bouwstenen en thema s onder de paraplu van AM. Volgens ons zit de (meer)waarde vooral in verbindingen aanleggen tussen bestaande en nieuwe bruikbare AM bouwstenen. Bouwstenen hebben we soms nog niet zo goed in beeld. Welke zijn dat en wat moet er dan voor gebeuren? Wanneer is het op orde.? Dan is wellicht de ISO norm bruikbaar als richting. We beseffen wel dat noodzakelijke bouwstenen voor goed assetbeheer soms wel of soms iets minder goed aanwezig zijn. We kiezen voor een gerichte gedoseerde aanpak, en vooral pragmatisch. (ons verbeterpotentiaal: zie hierboven) 6
Assetmanagement moet je goed positioneren in je organisatie. Belangrijke vragen zijn: Wat vraag is de reikwijdte. Haakt AM aan bij bestaande processen en/pof sturingsprincipes? Of komt het in de plaats van? Als assetmanagement niet goed gepositioneerd in de bestaande organisatie zal het vast lopen op weerstand en onbegrip. Bij directie en management. 7
Rijn en IJssel wil eerst verkennen over welke bouwstenen we het eigenlijk hebben. Relaties leggen met andere methodieken, processen, structuren etc. GAP analyses zijn vaak in dit kader nog te abstract en geven te weinig richting/uitsluitsel. 8
Een heel belangrijke bouwsteen is de juiste stuurinformatie realiseren waarmee assets professioneel beheerd gaan worden. Metafoor cockpit. Stel je zelf de vraag welke informatie je nodig hebt, jij bent de piloot, om je doel te bereiken. Wat is je vliegplan? Stel je voor dat je een cockpit zou mogen ontwerpen. Welke instrumenten zou jij dan in de cockpit plaatsen, waarom en op welke plek? 9
Tja, zeg het maar 10
Als goed nagedacht wordt over sturingsinformatie, dat kan je overigens prima methodisch afpellen, voorkom je dat je energie steekt in de verkeerde informatie. Liever geen informatie dan verkeerde of zinloze informatie. Toch? 11
Praatplaat speelveld onze sturingsinformatie. Verschillende invalshoeken die een rol spelen in de keuze en opzet Bv De keuze voor een principe van opdrachtgever en opdrachtnemer. Rolpatronen helder maken en de informatie daarop richten. Zorg ervoor dat je de datasystemen consistent richt op een afgestemde informatiebehoefte. Durf informatie ook ter discussie te stellen, neem er op tijd afscheid van als het niet blijkt te werken. Daarbij MOET het uitgangspunt zijn dat er wel een onderbouwing voor is. Beste onderbouwing is de praktijkcase. 12
13
Faalfactoren die voor zich lijken te spreken. Toch stranden heel veel plannen voor het opzetten van dashbords. Prestatiemanagement theorieën leveren nuttige inzichten om rekening mee te houden. 14
Een aanpak tot het bepalen van een informatiebehoefte, (kritische) prestatie indicatoren. Let op; integrale aanpak. Top down en Bottum Up. Visa versa. 15
Methodes om de aandachtgebieden voor metingen te richten. 16
17
Bouwen aan de juiste sturingsinformatie. Een moeilijk traject soms. Niet iedereen ziet het nut ervan in direct. Maar als er snel nuttige informatie kan worden gepresenteerd en toegepast gaat het zeker werken. Dus liever kleine stapjes dan lange zware projecten. Pas op: houdt wel koers op de bedrijfs/beleidsdoelen 18
Het onderhoudsbeheersysteem heeft een belangrijke plek in de ontwikkeling naar doelmatig onderhoud/asset management. Het borgt en ontsluit tal van decentrale gegevens. Het structureert (werk)processen). Biedt de mogelijkheid tot optimalisatie als de data voldoende betrouwbaar is. Het opbouwen van de juiste en voldoende betrouwbare data neemt jaren in beslag. 19
Goed voorbeeld van de ontwikkeling die is doorgemaakt. In 2007 begonnen met de inrichting en implementatie van het onderhoudsbeheersysteem. Sinds 2008 worden alle storingen (werkzaamheden) geregistreerd in het onderhoudsbeheersysteem. (obs) anno 2015/2016 kunnen we analyses maken. Bouwsteen Maintenance engineering hiermee op de kaart gezet en vormgeven. 20
Onderhoudsconcepten omvatten voornamelijk preventief onderhoud en inspecties. De onderhoudsconcepten zijn een belangrijke pilaar van het onderhoudsmanagement. Onderhoud is risico gestuurd. Dat betekend dat het onderhoudsniveau (inspanning) mee moet bewegen met het risicoprofiel. Om het juiste onderhoudsniveau te bepalen gebruiken wij de fmeca methode. FMECA staat voor "Failure Mode Effect & Criticality Analysis". Het is een stappenplan voor de risicoanalyse en -beoordeling van bedrijfsmiddelen. 21
22
23
24