Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

Vergelijkbare documenten
Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

Paragraaf 2.1 Toenamediagram

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

13.0 Voorkennis. Links is de grafiek van de functie f(x) = 5x 4 + 2x 3 6x 2 5 getekend op het interval [-2, 2]; Deze grafiek heeft drie toppen.

Paragraaf 10.1 : Snelheden en raaklijnen

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

2.1 Lineaire functies [1]

Hoofdstuk 6 - de afgeleide functie

16.1 De Afgeleide Functie [1] Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

7.1 De afgeleide van gebroken functies [1]

Paragraaf 1.1 : Lineaire verbanden

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

Differentiaalrekening. Elementaire techniek van het differentieren.

Antwoorden Wiskunde B Hoofdstuk 1 boek 2

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8

7.1 Ongelijkheden [1]

Hoofdstuk 1 boek 1 Formules en grafieken havo b klas 4

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 11 juni 2012

Samenvatting Wiskunde Hoofdstuk 1 & 2 wisb

Paragraaf 6.1 : Kwadratische formules

Paragraaf 1.1 : Lineaire functies en Modulus

Paragraaf 12.1 : Exponentiële groei

Samenvatting wiskunde B

Paragraaf 13.0 : Limieten en absolute waarde

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Paragraaf 5.1 : Machten en wortels

3.1 Kwadratische functies[1]

15.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: (somregel) (productregel) (quotiëntregel) n( x) ( n( x))

Opgave 1: a. als je vanuit punt A 1 naar rechts gaat, moet je 6 omhoog om weer op de raaklijn te 5 0 2,5

Paragraaf 5.1 : Wortelvormen en Breuken

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018

Oefenexamen 2 H1 t/m H13.2 uitwerkingen. A. Smit BSc

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0.

Paragraaf 8.1 : Recursieve en directe formule

Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken

TENTAMEN ANALYSE 1. dinsdag 3 april 2007,

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2

1. Orthogonale Hyperbolen

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( )

Hoofdstuk 4 Vergelijkingen. Kern 1 Numeriek oplossen. Netwerk 4 HAVO B uitwerkingen, Hoofdstuk 4, Vergelijkingen 1

Paragraaf 7.1 : Eenheidscirkel en radiaal

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 2013,

Paragraaf 9.1 : Twee soorten groei

Tussentoets Analyse 1

Definitie: Een functie f heeft een absoluut maximum f(x 0 ) in het punt. x 1 Domein(f) als voor alle x Domein(f) geldt:

Verbanden en functies

Paragraaf 10.1 : Vectoren en lijnen

Formules en grafieken Hst. 15

Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B...

De grafische rekenmachine en de afgeleide

Uitwerkingen bij 1_0 Voorkennis: Vergelijkingen oplossen

Paragraaf 14.0 : Eenheidscirkel

Hoofdstuk 1 : De Tabel

1.1 Differentiëren, geknipt voor jou

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

Paragraaf 9.1 : Logaritmen

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n.

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -

Wiskunde 1 Samenvatting deel /2018

Wiskunde voor bachelor en master. Deel 1 Basiskennis en basisvaardigheden. c 2015, Syntax Media, Utrecht. Uitwerkingen hoofdstuk 9

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op.

3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Voorbeeldtentamen Wiskunde B

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

Wiskunde. voor. economie. drs. H.J.Ots. Hellevoetsluis

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

V6 Programma tijdens de laatste weken

college 6: limieten en l Hôpital

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

5.1 Lineaire formules [1]

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 4 november 2013

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies

Exacte waarden bij sinus en cosinus

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 1: Formules en grafieken. 1.1 Lineaire verbanden

stap voor stap; zonder GR-functies; tussen- en eindantwoorden mogen benaderd worden genoteerd (wel doorrekenen met exacte antwoorden).

Praktische opdracht Wiskunde A Formules

Oefenopgave. 3 uur Wiskunde. R.A.Jongerius

7,7. Samenvatting door Manon 1834 woorden 3 mei keer beoordeeld. Wiskunde C theorie CE.

Functieonderzoek. f(x) = x2 4 x Igor Voulis. 9 december De functie en haar definitiegebied 2. 2 Het tekenverloop van de functie 2

Naam: Studierichting: Naam assistent:

Werk het Practicum Functies en de [GR] door tot aan Families van functies. Onthoud alvast de uitdrukking karakteristieken van een functie.

WISKUNDE 3 PERIODEN EUROPEES BACCALAUREAAT DATUM : 4 juni 2010 DUUR VAN HET EXAMEN : TOEGESTANE HULPMIDDELEN : OPMERKINGEN : Geen

Antwoorden Veranderingen van functies vwo5a

Functies van één veranderlijke

Transcriptie:

Hoofdstuk De afgeleide functie (V4 Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf.1 : Snelheden (en helling) Les 1 Benadering van de helling tussen twee punten Definities Differentiequotiënt = { Gemiddelde helling } Differentiequotiënt = { r.c. van de lijn door deze twee punten} Differentiequotiënt op interval [xa, xb] = Δy = y b y a Δx x b x a Helling = Snelheid (bijv. m/s) Soorten daling : blz. 50 boek. Gegeven is de functie f(x) = x + 3. a. Bereken het differentiequotiënt op [,6] b. Bereken de gemiddelde helling / snelheid op [-4,-1] y y6 y 39 7 3 a. Differentiequotiënt op interval [, 6] = 8 x x x 6 4 Dit betekent dat als je één naar echts gaat, je met 8 omhoog gaat (r.c. van de lijn door deze twee punten) 6 y y 1 y4 4 19 15 b. Gemiddelde helling / snelheid op [-4, -1] = 5 x x x 1 4 3 1 4

Hoofdstuk De afgeleide functie (V4 Wis B) Pagina van 11 Les Benadering van de helling in een punt Gegeven is de functie f(x) = x + 3. Bereken de helling in x= Een goede benadering is om een heel klein interval rond x = te nemen en het differentiequotiënt uit te rekenen dus bijvoorbeeld op interval [ ;,01] ( x=0,01) : (1) Bereken bij beide x-en de y-waarden : x = y = + 3 = 7 dus A = (,7) x =,01 y =,01 + 3 = 7,0401 dus B = (,01 ; 7,0401) () Differentiequotiënt op interval [ ;,01] = y y x x,01,01 y x (3) Dus de helling in x= is 4. 7,0401 7 0,0401 4,01 4 0,01 0,01

Hoofdstuk De afgeleide functie (V4 Wis B) Pagina 3 van 11 Paragraaf. : Raaklijnen en Hellinggrafieken Les 1 : Raaklijn opstellen Stappenplan raaklijn bij x = : (1) Algemene vergelijking van een lijn (en dus ook van een raaklijn) y = ax + b () Bereken de y-coördinaat. (3) Bereken de a = rc met knop dy/dx op GR. (4) Bereken b door x, y en a in te vullen bij y = ax + b. (5) Geef de vergelijking van de raaklijn. Gegeven is de functie f(x) = x -3x+10. Bepaal de raaklijn in x=3 (1) Algemene vergelijking raaklijn y = ax + b () y = f(3) = 19 (3) Y1 = x -3x+10 Calc dy dx 3 a = 9 (4) Je weet y = 9x + b Je weet ook (3,19) invullen 19 = 9 3+b dus b = -8 (5) Dus raaklijn : y = 9x 8.

Hoofdstuk De afgeleide functie (V4 Wis B) Pagina 4 van 11 Les : Verband tussen f(x) en f (x) Definities f (x) = { de hellinggrafiek van f(x) } Gegeven is de grafiek hierbeneden. a. Stel dat is de grafiek van f(x). Teken op basis hiervan f (x) b. Stel dat is de grafiek van g (x). Teken op basis hiervan g(x) a. (1) In de toppen is f (x) = 0. Dus bij x = - en x = 1,5. () Links van x = - is de grafiek stijgend. Dus f (x) is positief (3) Rechts van x = 1,5 is de grafiek stijgend. Dus f (x) is positief (4) Tussen x = - en x = 1,5 is de grafiek dalend. Dus f (x) is negatief. Dit geeft :

Hoofdstuk De afgeleide functie (V4 Wis B) Pagina 5 van 11 b. (1) Waar g (x) = 0 zijn bij g(x) toppen. Dus bij x = -3, x = -1 en x = 3. () Links van x = -3 en tussen -1 en 3 is g (x) is negatief. Dus is de grafiek daar dalend. (3) Rechts van x = 3 en tussen -3 en -1 is g (x) is positief. Dus is de grafiek daar stijgend. Dit geeft :

Hoofdstuk De afgeleide functie (V4 Wis B) Pagina 6 van 11 Paragraaf.3 : Limiet en afgeleide Les 1 : Perforaties Definities lim(x + 1) = { Limiet voor x gaat naar 4 } x 4 Voor een breuk geldt : o Alleen Teller = 0 o Alleen Noemer = 0 o Teller én Noemer = 0 De snijpunten met de x-as. Er is een Verticale Asymptoot. Er is een Perforatie (gat) in de grafiek. Bereken van de volgende formules of ze een perforatie hebben bij x=5. Zo ja, geef de coördinaten. Zo nee, geef aan wat er dan aan de hand is. a. f(x) = x 5 x+5 b. g(x) = x x 0 x 5 c. h(x) = x 5x x 5 a. Voor x = 5 is alleen de teller 0. Dus het snijpunt met de x-as is A=(5,0). b. Beide zijn nul dus : lim x x 0 (x 5)(x+4) = lim = lim (x + 4) = 9. x 5 x 5 x 5 x 5 x 5 Het continu makende punt is P=(5,9). Maak een schets van de grafiek met gat!!! c. Beide zijn nul dus : lim x 5x = lim x(x 5) = lim x 5 x 5 x 5 (x 5)(x+5) x 5 Het continu makende punt is P=(5 ; 0,1). 1 x+5 = 1 10

Hoofdstuk De afgeleide functie (V4 Wis B) Pagina 7 van 11 Les : Hellingfunctie met limiet Gegeven is de functie y(x) = x + 3. Bereken de hellingfunctie met de limietdefinitie (1) Maak een schets (zie hiernaast). We nemen een heel klein getal h. () Dan geldt voor iedere x dat Helling op interval [x, x+h] = y x y xh y x ( x h) x y xh y h x (3) Eerst de y-coördinaten berekenen : y(x+h) = (x+h) + 3 = x + xh + h + 3 (4) Dan geldt dat de helling op interval [x, x+h] = y x x xh h 3 ( x h 3) xh h h h(x h) h x h Omdat h heel klein is geldt : lim h0 x h x (5) Dus voor iedere x geldt dat de hellingfunctie y (x) gelijk is aan y (x) = x. Voorbeeld Gegeven is de functie y(x) = x + 3. a. Bereken de helling in x = 13 b. Bereken de helling in x = -7 Oplossing a. helling in x=13 is y (13) = 13 = 6 b. helling in x=-7 is y (-7) = -7 = -14

Hoofdstuk De afgeleide functie (V4 Wis B) Pagina 8 van 11 Les 3 : Differentieren Als je iedere keer de hellingfunctie moet bepalen, dan is dat erg veel werk. Dit is al door iemand gedaan. Deze techniek heet differentiëren. Definities Differentiëren = { Hellingfunctie berekenen } Afgeleide bepalen = { Hellingfunctie berekenen } Differentieerregels (1) Hoofdregel differentiëren : f(x) = a x n f (x) = a n x n-1 () Hulpregel 1 : f(x) = a x f (x) = a (3) Hulpregel : f(x) = a f (x) = 0 Differentieer a. f(x) = 6x 4 b. f(x) = 4x c. f(x) = 7 d. f(x) = 3x 5 7x 3 + 6x 3 e. f(x) = (3x 7x )(6x+) Differentieer a. f (x) = 4x 3 b. f (x) = 4 c. f (x) = 0 d. f (x) = 15x 4 1x + 6 e. f(x) = (3x 7x )(6x+) = 18x + 6x 4x 3 14x = 4x 3 + 4x + 6x f (x) = - 4x 3 + 8x + 6

Hoofdstuk De afgeleide functie (V4 Wis B) Pagina 9 van 11 Voorbeeld Gegeven is de functie f(x) = 9x + 36x. a. Bereken algebraïsch de helling in x=3. b. Bereken algebraïsch de coördinaat waar de helling gelijk is aan -9. c. Bereken algebraïsch de raaklijn in x=. d. Bereken algebraïsch de coördinaten van de top. Oplossing a. f (x) = 18x + 36 Helling in x=3 is f (3) = 18 3 + 36 = 90 b. f (x) = -3 dus 18x + 36 = -9 18x = -45 x = -½ y =f(3) = 9(-½) + 36(-½) = -33.75 Coördinaat A = (-½, -33.75) c. Neem het stappenplan erbij. Alleen stap 3 kan nu sneller : (1) Algemene vergelijking raaklijn y = ax + b () y = f() = 108 (3) f (x) = 18x + 36 dus a = f () = 7 (4) Je weet y = 7x + b. Invullen van (,108) geeft : 108 = 7 +b b = -36 (5) Dus raaklijn : y = 7x 36 d. In de top geldt : HELLING = 0 f (x) = 0 f (x) = 18x + 36 = 0 18x = -36 x = - y = f(-) = -36. Dit is een minimum (dalparabool)

Hoofdstuk De afgeleide functie (V4 Wis B) Pagina 10 van 11 Paragraaf.4 : Productregel (PR) en Quotiëntregel (QR) Definities Er zijn (voorlopig) twee hulpregels bij differentiëren : (1) Productregel : h f g h' f ' g f g' t n t' t n' n at t an () Quotiëntregel : f f ' n n n Differentieer a. h ( x) x (3x 5) b. f ( x) 3x 4 x 9 a. f = x f = x g = 3x + 5 g = 3 h (x) = x(3x+5) + x 3 = 6x + 10x + 3x = 9x + 10x b. t = 3x 4 t = 3 n = -x + 9 n = - ( x 9) 3 (3x 4) 6x 7 ( 6x 8) 19 h'( x) ( x 9) ( x 9) ( x 9)

Hoofdstuk De afgeleide functie (V4 Wis B) Pagina 11 van 11