FPDB_JB_9010.book Page IX Tuesday, December 8, 2009 2:58 PM DEEL I DE FISCALE HUURKWALIFICATIE: EEN ANALYSE 1 Sophie Hugelier 1. Inleiding 5 2. Op wie is de mogelijke herkwalificatie van toepassing? 6 3. Voorwaarden voor herkwalificatie 9 3.1. Bedoelde onroerende goederen 9 3.2. Eigendomsvoorwaarde 9 3.3. Verhuring aan zijn vennootschap 10 3.4. Verhuring van verscheidene gebouwen aan zijn vennootschap 11 4. De herkwalificatiegrens 12 5. Huurbedrag 13 5.1. Huurvoordelen 13 5.2. Vooruit betaalde huur 14 5.3. Tussenperioden 14 5.4. Huur voor de periode van mandaat 15 6. Invloed van het huwelijksvermogensstelsel 17 7. Gevolgen van de herkwalificatie 21 7.1. Vermelding op loonfiche 281.20 21 7.2. Voorheffingen 21 7.2.1. Maandelijkse, driemaandelijkse, halfjaarlijkse huur en huurvoordelen 22 7.2.2. Huurvoordeel eens per jaar 23 7.2.3. Voor meerdere jaren vooruit betaalde huur en huurvoordelen 23 7.3. Voorafbetalingen 24 7.4. Kostenaftrek 24 7.5. Sociale bijdragen 24 7.6. Aftrekbare huurkosten voor vennootschap 24 8. Huurherkwalificatie vermijden 25 8.1. Schuiven met de eigendomsvoorwaarde 25 8.2. Afstand van vruchtgebruik in plaats van verhuur 26 8.3. Gesplitste aankoop 28 8.4. Figuur van de onderverhuring 29 Blz. Fiscaal praktijkboek 2009-2010 Directe belastingen IX
FPDB_JB_9010.book Page X Tuesday, December 8, 2009 2:58 PM 8.5. Agressieve constructie van kruiselingse huurovereenkomsten 32 9. Besluit 33 DEEL II DE AFZONDERLIJKE AANSLAG GEHEIME COMMISSIELONEN 35 Victor Dauginet en Philip Haagdorens 1. Inleiding 41 1.1. Achtergrond 41 1.2. Algemene beschrijving en ratio legis 42 2. Wettelijk kader en het verband tussen artikel 57 en artikel 219 WIB 1992 43 2.1. Wettelijk kader 43 2.2. Verband tussen de artikelen 57 en 219 WIB 1992 43 3. Kenmerken en berekening van de bijzondere aanslag 45 3.1. Vennootschapsbelasting 45 3.1.1. Afzonderlijk karakter van de aanslag 45 3.1.2. Aftrekbaarheid van de bijzondere aanslag 45 3.1.3. Geen verliescompensatie, geen verrekeningen van voorheffingen, geen vermeerdering in geval van geen of ontoereikende voorafbetalingen 47 3.1.4. Cumuleerbaarheid 47 3.1.5. Tarief: kwalificatie als strafsanctie? 50 3.1.6. Aanslagjaar waaraan de bijzondere aanslag verbonden is 56 3.1.7. Belastingverhoging 56 3.2. Rechtspersonenbelasting 56 3.3. Belasting der niet-inwoners 57 4. Toepassingsgebied ratione personae 58 4.1. Toepassingsgebied 58 4.2. Toetsing aan het gelijkheidsbeginsel 58 4.2.1. Vennootschapsbelasting vs. rechtspersonenbelasting 58 4.2.2. Vennootschapsbelasting vs. personenbelasting 62 4.2.3. Inwoners vs. niet-inwoners 64 5. Toepassingsgebied ratione materiae 72 5.1. Niet-verantwoorde kosten 72 5.1.1. Commissies, makelaarslonen, handels- of andere restorno s, vacatiegelden of erelonen 72 X Kluwer
FPDB_JB_9010.book Page XI Tuesday, December 8, 2009 2:58 PM 5.2. Verdoken meerwinsten 83 5.2.1. Bewijslast 84 5.2.2. Btw-aspect 87 5.2.3. Alternatieven voor de bijzondere aanslag 88 6. Laattijdige voorlegging van de fiches 92 6.1. Administratief standpunt 92 6.2. Rechtspraak 93 7. Strafrechtelijke aspecten Misbruik van vennootschapsgoederen 96 8. Besluit 98 DEEL III DE DOORREKENING VAN KOSTEN EN DIRECTE BELASTINGASPECTEN 99 Wim Van Kerchove 1. Inleiding 103 2. Algemeen principe 104 2.1. Wijze van doorrekening 104 2.2. Basisprincipe 104 3. Doorgerekende gewestelijke belastingen 105 3.1. Niet-aftrekbare gewestbelastingen 105 3.2. Doorgerekende niet-aftrekbare gewestbelastingen 106 3.3. Aftrekbare gewestbelastingen 108 4. Doorgerekende autokosten 109 4.1. Aftrekbaarheid van autokosten 109 4.2. Bij wie speelt de aftrekbeperking? 111 4.3. Doorrekening van autokosten door reisbureaus 113 4.4. Door garagehouder doorgerekende kosten van technische keuring 114 4.5. Door garagehouders doorgerekende kosten van vervangwagens 114 4.5.1. Standpunt van de Belastingadministratie 114 4.5.2. Standpunt van de rechtspraak 115 4.6. Organisator van seminaries en doorrekening van autokosten 116 4.7. Invloed van het privégebruik wagen op de niet-aftrekbare autokosten 117 4.7.1. Het voordeel van alle aard is belastbaar in de personenbelasting bij de genieter 118 4.7.2. Doorrekening aan de genieter via een bijdrage 119 Fiscaal praktijkboek 2009-2010 Directe belastingen XI
FPDB_JB_9010.book Page XII Tuesday, December 8, 2009 2:58 PM 5. Doorgerekende restaurantkosten 123 5.1. Onverbloemde doorrekening 123 5.2. Doorrekening aan de juiste persoon 124 5.3. Doorgeven van de restaurantrekening 124 5.4. Indirecte doorrekening 124 5.5. Dubbele aftrekbeperking 125 5.6. Uitgewerkt cijfervoorbeeld 125 5.7. Organisatie van seminaries en doorrekening van restaurantkosten 129 6. Doorgerekende kledijkosten 130 7. Doorgerekende kosten voor adviesverlening en accountancy 131 8. Doorekenen van kosten zonder winstopslag 134 8.1. Doorrekening van kosten zonder winstopslag bij intragroepsdiensten 134 8.2. Geen aanrekening van kosten 137 9. Verrekenprijzen 138 10. Besluit 140 DEEL IV BELASTINGNEUTRALE FUSIES NA DE FUSIEWET VAN 11 DECEMBER 2008: EEN STAND VAN ZAKEN 141 Jozef Verstraelen en Inge Van De Woesteyne 1. Algemene situering 145 1.1. Vennootschapsrechtelijk 145 1.2. Fiscaal 149 1.2.1. Toepassing van het fiscaal vereffeningsregime 149 1.2.2. Geen toepassing of gedeeltelijke toepassing van het fiscaal vereffeningsregime (vóór de Fusiewet 11 december 2008) 150 1.2.3. Uitbreiding van belastingneutraliteit 152 1.2.4. Btw Registratierechten 154 1.3. Boekhoudkundig 155 1.3.1. In hoofde van de bij de fusie betrokken vennootschappen 155 1.3.2. In hoofde van de aandeelhouders 156 2. Voorwaarden voor het belastingneutraal fusieregime 158 2.1. De overnemende vennootschap moet een binnenlandse of intra-europese vennootschap zijn 159 2.2. De verrichting moet worden verwezenlijkt overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en, XII Kluwer
FPDB_JB_9010.book Page XIII Tuesday, December 8, 2009 2:58 PM desgevallend, conform vennootschapsrechtelijke bepalingen van gelijke aard 159 2.3. Antirechtsmisbruikbepaling 160 3. Fusie tussen binnenlandse vennootschappen 161 3.1. Fusie met volledige vergoeding in aandelen 161 3.1.1. Gevolgen voor de overgenomen vennootschap(pen) 161 3.1.2. Gevolgen voor de overnemende vennootschap 162 3.1.3. Gevolgen voor een aandeelhouder-vennootschap van de overgenomen vennootschap 165 3.1.4. Voorbeelden 167 3.2. Fusie met niet-volledige vergoeding in aandelen omdat de overnemende vennootschap aandelen bezit in de overgenomen vennootschap 167 3.2.1. Moeder-dochterfusie 167 3.3. Geen volledige vergoeding in nieuwe aandelen omwille van een geldopleg 198 3.3.1. Gevolgen voor de overgenomen vennootschap 198 3.3.2. Gevolgen voor de overnemende vennootschap 199 3.3.3. Gevolgen voor een aandeelhouder-vennootschap van de overgenomen vennootschap 200 3.3.4. Voorbeeld 201 3.4. Geen volledige vergoeding in nieuwe aandelen omwille van het bezit van eigen aandelen door de overgenomen vennootschap 203 3.5. Belastingneutrale omgekeerde moeder-dochterfusie 203 3.5.1. Algemeen 203 3.5.2. Fiscaal 204 3.5.3. Voorbeeld 206 3.6. Boekhoudkundige retroactiviteitsclausules bij fusies 210 3.7. Fiscaal overdraagbare verliezen 212 3.7.1. Verliesverrekening na een belastingneutrale fusie vanaf 1 oktober 1993 212 4. Grensoverschrijdende fusie 219 4.1. Enkele basisprincipes bij een grensoverschrijdende fusie waarbij een binnenlandse vennootschap wordt overgenomen door een intra-europese vennootschap 219 4.2. Voorbeelden 225 Fiscaal praktijkboek 2009-2010 Directe belastingen XIII
FPDB_JB_9010.book Page XIV Tuesday, December 8, 2009 2:58 PM DEEL V DE FISCALE GEVOLGEN VAN DE WET OP DE CONTINUÏTEIT VAN ONDERNEMINGEN 229 Henk Verstraete en Goedele Demunter 1. Inleiding 235 2. De wet op de continuïteit van ondernemingen: een korte toelichting 236 2.1. Buitengerechtelijk of gerechtelijk 236 2.2. Buitengerechtelijk minnelijk akkoord 236 2.3. Gerechtelijke reorganisatie 237 2.4. Drie mogelijkheden 237 3. Bij de schuldeiser: waardeverminderingen op schuldvorderingen 239 3.1. Vordering is onzeker 239 3.2. Waardeverminderingen op vorderingen Boekhouding 239 3.3. Waardeverminderingen op vorderingen Fiscaal 239 3.4. WCO: versoepeling 241 3.5. Homologatie van plan of vaststelling minnelijk akkoord 242 3.6. Welke vorderingen? 242 3.7. Bedrag van de vrijgestelde waardevermindering 244 3.8. Periode van vrijstelling 245 3.8.1 Tot sluiting van procedure 245 3.8.2. Tot integrale tenuitvoerlegging 246 4. Bij de schuldenaar: vrijstelling van de opbrengst uit de kwijtschelding 247 4.1. Schuldvermindering; opbrengst voor schuldenaar 247 4.2. Gerechtelijk akkoord 247 4.3. WCO: vrijstelling van de opbrengst 248 4.4. Homologatie van plan of vaststelling akkoord 248 4.5. Terugkeer naar betere toestand 248 4.6. Toepassingsregels 249 5. Teruggaaf van btw 250 5.1. Algemeen 250 5.2. Gerechtelijk akkoord 250 5.3. WCO 250 5.4. Teruggaaf voor welk bedrag 251 5.5. Niet voor vorderingen buiten het plan of akkoord 251 XIV Kluwer
FPDB_JB_9010.book Page XV Tuesday, December 8, 2009 2:58 PM 6. De gevolgen van de fiscale schulden voor de overnemer van de onderneming 252 6.1. Vraagstelling 252 6.1.1. Niet-tegenstelbaarheid 252 6.1.2. Hoofdelijke aansprakelijkheid 252 6.1.3. Certificaat 252 6.1.4. Gerechtelijke akkoord 253 6.1.5. WCO 253 6.2. De letter van de wet 253 6.3. De geest van de wet 254 6.3.1. Doel van de WCO 254 6.3.2. Doel van de artikelen 442bis WIB 1992 en artikel 93undecies, B WBTW 255 6.4. Standpunt van de administratie 255 DEEL VI BEREKENING VAN TERMIJNEN IN HET WIB 1992 257 Christian van Craeyvelt 1. Inleiding 261 2. Berekening van de termijnen 262 2.1. Terugkoppeling naar het gerechtelijk recht voor de berekening van de termijnen 262 2.1.1. Het gerechtelijk recht als gemeen recht 262 2.1.2. Artikel 52, 1 Ger.W. 263 2.1.3. Artikel 53 Ger.W. 264 2.1.4. Artikel 53bis Ger.W. 264 2.1.5. Artikel 54 Ger.W. 266 2.1.6. Vervaltermijnen en verjaringstermijnen 266 3. Aangiftetermijnen 267 3.1. Personenbelasting, vennootschapsbelasting, belasting op niet-inwoners en rechtspersonenbelasting 267 3.1.1. Aangiftetermijnen algemeen 267 3.1.2. Gewone termijnen 267 3.1.3. Bijzondere termijnen 269 3.1.4. Uitstel (art. 311 WIB 1992) 270 3.2. Roerende voorheffing en bedrijfsvoorheffing 273 3.2.1. Roerende voorheffing 273 3.2.2. Bedrijfsvoorheffing 274 3.3. Sancties 274 Fiscaal praktijkboek 2009-2010 Directe belastingen XV
FPDB_JB_9010.book Page XVI Tuesday, December 8, 2009 2:58 PM 4. Controletermijnen 277 4.1. Onderzoekstermijn zonder voorafgaande kennisgeving 277 4.2. Onderzoekstermijn met voorafgaande kennisgeving 277 4.3. Speciale gevallen 280 5. Bewaringstermijnen 281 6. Aanslagtermijnen 283 6.1. Aanslagjaar en belastbaar tijdperk 283 6.2. De gewone aanslagtermijn (art. 353 WIB 1992) 284 6.3. De buitengewone aanslagtermijnen (art. 354 WIB 1992) 286 6.3.1. De buitengewone aanslagtermijn van drie jaar 286 6.3.2. De buitengewone aanslagtermijn van 7 jaar 289 6.4. De bijzondere aanslagtermijn (art. 358 WIB 1992) 292 6.4.1. Algemeen 292 6.4.2. Controle of onderzoek wijst uit dat verplichtingen inzake bv of rv niet zijn nagekomen 294 6.4.3. Inlichtingen uit een land met DBV brengen nieuwe belastbare inkomsten aan het licht 295 6.4.4. Een rechtsvordering brengt nieuwe belastbare inkomsten aan het licht 296 6.4.5. Bewijskrachtige gegevens brengen nieuwe belastbare inkomsten aan het licht 298 6.4.6. De verhouding tussen artikel 358 en 354 WIB 1992 299 6.5. Subsidiaire aanslag en nieuwe aanslag 300 6.5.1. Nieuwe aanslag (art. 355 WIB 1992) 300 6.5.2. Subsidiaire aanslag (art. 356 WIB 1992) 301 7. Aanslagprocedure 303 7.1. Wijziging van aangifte (art. 346 WIB 1992) 303 7.2. Aanslag van ambtswege 305 8. Bezwaartermijnen 307 8.1. Algemeen 307 8.2. De bezwaartermijn is een vervaltermijn 308 8.3. Geen aanslagbiljet of vermelding beroepsmogelijkheden bezwaartermijn begint niet te lopen 308 8.4. Aanvangspunt bezwaartermijn 309 8.5. De feitelijk gescheiden echtgenoot 309 8.6. Correlatieve overbelasting 310 8.7. Hoorrecht 310 9. Termijnen ambtshalve ontheffing (art. 376 WIB 1992) 311 9.1. Verlenging van termijn 311 XVI Kluwer
FPDB_JB_9010.book Page XVII Tuesday, December 8, 2009 2:58 PM 9.2. Berekening van de termijn 311 9.3. Kantmeldingen i.v.m. de termijnen van ambtshalve ontheffing 313 10. Fiscale voorziening 314 10.1. Fiscale voorziening tegen een aanslag of een gevorderde belasting 314 10.2. Pretaxatiegeschillen 314 11. Invorderingstermijnen 316 11.1. Betalingstermijn 316 11.1.1. Voorheffingen 316 11.1.2. Directe belastingen en onroerende voorheffing 317 11.1.3. Rechten van de Schatkist in gevaar 317 11.1.4. Schorsing 318 11.1.5. Uitstel 318 11.1.6. Onbeperkt uitstel van invordering (art. 413bis WIB 1992) 319 11.2. Verjaringstermijnen 319 11.2.1. Algemeen 319 11.2.2. Verjaringstermijnen in het fiscaal recht 320 11.2.3. Stuiting van de verjaring 320 11.2.4. Schorsing van de verjaring 321 12. Kadastraal inkomen 322 DEEL VII DE ONDERHANDSE VERKOOPOVEREENKOMST EN DE INKOMSTENBELASTINGEN 323 Guy Poppe 1. Inleiding 327 2. Het begrip compromis in het burgerlijk recht 328 2.1. Algemeen 328 2.2. Ontbindende voorwaarde 329 2.3. Opschortende voorwaarde 329 2.3. Verbintenis met tijdsbepaling 331 2.4. Alternatieve verbintenissen 331 2.5. Facultatieve verbintenis 332 2.6. Overdragende overeenkomst 332 2.7. Leasing huurkoop 333 2.8. Verkoop met handpenningen of rouwgeld 333 3. Het kadastraal inkomen 334 4. Taxatie van de onroerende inkomsten 336 Fiscaal praktijkboek 2009-2010 Directe belastingen XVII
FPDB_JB_9010.book Page XVIII Tuesday, December 8, 2009 2:58 PM 5. Meerwaarden op onroerende goederen 340 5.1. Meerwaarden op ongebouwde en ongebouwde onroerende goederen in de personenbelasting 340 5.1.1. Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen 340 5.1.2. Meerwaarden op gebouwde onroerende goederen 342 5.2. Beroepsmatige meerwaarden 347 5.2.1. Ontbindende voorwaarde en de meerwaardeleer 347 5.2.2. De opschortende voorwaarde en de meerwaardeleer 349 5.2.3. Berekening van de termijnen: datum van de onderhandse akte of authentieke akte? 350 6. Onroerende voorheffing 354 JAARGANG 2002-2003 359 JAARGANG 2003-2004 362 JAARGANG 2004-2005 364 JAARGANG 2005-2006 368 JAARGANG 2006-2007 372 JAARGANG 2007-2008 376 JAARGANG 2008-2009 380 XVIII Kluwer