Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Het Raadsel van Nijmegen Programma / Programmanummer Cultuur / 1071 BW-nummer Portefeuillehouder H. Beerten Samenvatting Naar aanleiding van een claim van een Joodse familie, erfgenamen van een in de oorlog omgekomen kunstverzamelaar op een schilderij in eigendom bij de gemeente ( Het raadsel van Nijmegen ) wordt een advies gevraagd over deze claim bij de zogeheten restitutiecommissie. Procedureel is het nodig dat het college op voorhand verklaard dat het advies als bindend wordt beschouwd. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. JZ22, Pieter van Diemen, 2906 Datum ambtelijk voorstel 10 april 2012 Registratienummer 12.0011910 Ter besluitvorming door het college Bijgaande brief aan de restitutiecommissie vast te stellen, waarin staat dat het advies van de restitutiecommissie inzake de claim op het Raadsel van Nijmegen als bindend wordt aanvaard en ingestemd wordt met het reglement. Leidinggevende Paraaf akkoord Datum Programmamanager B. Bergman Programmadirecteur A. Smit Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 3 juli 2012 nummer: 3.14 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder Collegevoorstel.doc
Collegevoorstel 1 Probleemstelling Het schilderij Het raadsel van Nijmegen is eigendom is van de gemeente Nijmegen en hangt in het depot van het Valkhofmuseum. Via een advocaat in Israël, mr. Levi, is bij de gemeente Nijmegen een claim binnengekomen op het schilderij. De advocaat treedt op namens de erven Vita Israel. Zij stellen dat het schilderij destijds tot de collectie behoorde van Vita Israel en dat het onder invloed van dreiging door het Naziregime in de oorlog uit de collectie is verdwenen. 2 Juridische aspecten In strikt juridische zin zijn claims op oorlogskunst verjaard. Het gaat dan om kunstvoorwerpen die meestal in bezit waren van joodse families en die onder dreiging of dwang van het naziregime zijn verkocht of die zijn geroofd van joden. Er is ook nog aan aantal kunstvoorwerpen regulier verkocht tegen marktprijzen in deze periode. Bij het instellen van de restitutiecommissie 1, die zich in eerste instantie heeft gebogen over de rijkscollectie en in het nieuws kwam naar aanleiding van de collectie Goudstikker, is echter vastgesteld dat deze claims niet juridisch beoordeeld moeten worden. De benadering moet er één zijn op moreelethische gronden. Als een bepaald kunstvoorwerp door de nazi s is geroofd of onder dreiging of dwang van het naziregime is verkocht dan ligt teruggave om niet van dat kunstwerk aan de wettige erfgenamen in de rede. Ook zal de commissie een oordeel geven over een eventuele compensatie aan de huidige eigenaar. De procedure bij de restitutiecommissie is als volgt. Via het Ministerie van OCW kan een verzoek om een bindend advies worden voorgelegd aan de commissie. Beide partijen moeten vooraf instemmen met het reglement van de commissie en dienen vooraf te verklaren dat zij het advies als bindend aanvaarden. De commissie onderzoekt vervolgens de zaak en toetst de zaak op: - internationaal aanvaarde beginselen zoals de Washington Principles; - de omstandigheden waaronder het werk verloren is gegaan; - de omstandigheden waaronder het werk is verworven; - het belang van het werk voor de verzoeker; - het belang van het werk voor de huidige eigenaar; - het belang van het werk voor het openbaar kunstbezit. 3 Doelstelling De doelstelling is om een bindend advies te krijgen van de restitutiecommissie en aan de formele eisen van de commissie te voldoen. Dat betekent dat het college op voorhand aangeeft dat de gemeente zich conformeert aan het bindend advies van de commissie. 4 Argumenten Achtergrond van de verwerving van het schilderij. Het raadsel van Nijmegen is door de gemeente verworven in 1970 en is gekocht bij H.J. Broers te Zutphen voor fl. 3000,-. De eigendom op dit moment staat dus niet ter discussie en daarmee is de gemeente de partij waar de claim moet worden ingediend. Verder blijkt uit de stukken die door de advocaat zijn meegestuurd bij de claim dat het hier inderdaad gaat om de wettige erfgenamen van Vita Israel. Dan is verder van belang op welke wijze het schilderij indertijd, aan het begin van WO II van eigenaar is gewisseld. Mr. Levi stelt dat Vita Israel bij de inval van de Duitsers in Nederland zelfmoord heeft gepleegd (15 mei 1940). Daarna is zijn kunstcollectie in handen van de Duitsers gevallen. Voor zover bekend is de laatste eigenaar van het schilderij te goeder trouw bij het verwerven van het schilderij. De lijn gaat terug tot 1942 toen het is 1 De volledige naam is: de adviescommissie restitutieverzoeken cultuurgoederen en tweede wereldoorlog
Collegevoorstel Vervolgvel 2 gekocht van een antiquair H.J. van der Kamp te Zwolle. Echter op enig moment is er uiteraard een overdracht geweest (al dan niet tegen een geldelijke vergoeding) van het schilderij vanuit Duits bezit naar een derde. De achtergrond hiervan is nog onbekend. In eerste instantie heeft mr. Levi getracht om advies te vragen bij prof. Ekkart, de autoriteit in Nederland op het gebied van gestolen oorlogskunst. Pas na verloop van een lange periode kwam een medewerker erachter dat Levi niet de juiste procedure heeft gevolgd. Deze is: een verzoek indienen voor een bindend advies door de zogenaamde restitutiecommissie via het ministerie van OCW. Dit verzoek ligt er nu maar moet vergezeld worden door een verklaring van de eigenaar dat deze zich conformeert aan het bindend advies van de commissie. De commissie gaat immers onderzoeken wat de omstandigheden zijn waaronder het schilderij in het begin van de oorlog van eigenaar is gewisseld. Bij kunst die door de nazi s is geroofd is dat duidelijk, maar er zijn ook nog schilderijen voor een marktprijs verkocht in deze periode en er is kunst gedwongen verkocht, tegen prijzen soms ver onder de marktwaarde. Aan de hand van deze omstandigheden zal de commissie een bindend advies uitbrengen. Het voorstel is dan ook om de verklaring af te geven dat de gemeente Nijmegen het advies van de commissie als bindend aanvaard. 5 Financiën Er zijn geen directe financiële consequenties voor de gemeente. Wel zal de waarde van de collectie van het Valkhofhofmuseum enigszins negatief worden beïnvloed, indien de commissie adviseert om het kunstwerk te restitueren, zonder financiële compensatie. De huidige waarde van het schilderij is niet bekend, de waarde bij aanschaf wel (fl.3.000,- in 1970). Als de CBS prijsindex daarop wordt toegepast zou het om een geïndexeerde waarde gaan van 5.700,-. 6 Communicatie Met name wordt gecommuniceerd met de advocaat van de erfgenamen en met het Valkhofmuseum. De directeur van het Valkhofmuseum is van deze zaak op de hoogte en conformeert zich op voorhand aan het advies van de commissie. 7 Uitvoering en evaluatie Nadat het restitutiecommissie bindend advies heeft uitgebracht zal overleg plaatsvinden met mr. Levi en het Valkhofmuseum over de wijze waarop het advies ten uitvoer moet worden gelegd. 8 Risico Aan dit collegevoorstel zijn geen risico s verbonden. Bijlage(n): Brief aan de restitutiecommissie Reglement restitutiecommissie
Juridische Zaken (Maatschappelijke Ontw) Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog Postbus 556 2501 CN DEN HAAG Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum Ons kenmerk JZ22/12.0013692 Contactpersoon P. van Diemen Onderwerp Verzoek cf. art. 2 lid 2 Datum uw brief Doorkiesnummer (024) 3292906 Geachte staatssecretaris, geachte commissie, Hierbij verzoekt het college van B&W van de gemeente Nijmegen de Restitutiecommissie om op basis van artikel 2 lid 2 van het Instellingsbesluit de volgende kwestie in behandeling te nemen voor onderzoek en bindend advies. De gemeente Nijmegen heeft een restitutieverzoek ontvangen van mr. Levi, advocaat te Ramat- Gan, Israël, namens zijn cliënten de erven Vita Israel. Dit teruggaveverzoek betreft het kunstwerk Het raadsel van Nijmegen, dat behoort tot de collectie van Museum het Valkhof. In onderling overleg met de andere partij is besloten de claim aan uw commissie voor te leggen, waartoe de andere partij u een aparte brief heeft gestuurd. Met de ondertekening van deze brief verklaren wij het reglement van de commissie voor de behandeling te aanvaarden, en het door de commissie uit te brengen advies als bindend te beschouwen. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg Aantal Bijlagen: www.nijmegen.nl