VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

Vergelijkbare documenten
VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Gearchiveerde versie

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. ir. Inge Van Hauteghem, sectieverantwoordelijke AC

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

BEPALING VAN RESIDU S VAN COCCIDIOSTATICA IN

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. Meststoffen - Kwantitatieve bepaling van EDTA met ionchromatografie (FLVVG-I-MET-111EDTA)

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

Gearchiveerde versie

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. microgolfontsluiting (FLVVG-I-MET-190)

- Validatiedossier - Bepaling van de lipofiele groep toxinen in mosselen met gebruik van UPLC-MS/MS 1 INTRODUCTIE MATRIX EFFECT...

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN. Meststoffen - Kwantitatieve bepaling van EDTA met ionchromatografie (FLVVG-I-MET-111EDTA)

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN. Water Kwantitatieve bepaling van nitriet in drinkwater met ionchromatografie

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

Publicatieblad van de Europese Unie L 99/5

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN

Gearchiveerde versie

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Gearchiveerde versie

Gearchiveerde versie

Gearchiveerde versie

I-MET-FLVVT-031. Versie 03 Datum van toepassing

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Gearchiveerde versie

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

BEPALING VAN RESIDU S VAN BENZIMIDAZOLEN IN LEVENSMIDDELEN MET LC-MS-MS

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN. Water Kwantitatieve bepaling van zilver in drinkwater met ICP-MS (FLVVG-MET-196Ag)

BEPALING VAN DOXYCYCLINE, TETRACYCLINE, OXYTETRACYCLINE EN CHLOORTETRACYCLINE IN

BEPALING VAN NICARBAZINE IN DIERENVOEDERS (HPLC)

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN

BEPALING VAN LASALOCID-NATRIUM IN DIERENVOEDERS (HPLC)

KWANTITATIEVE BEPALING VAN UBIQUINONE IN

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. Microgolfontsluiting/digiPREP ontsluiting - ICP-OES. ir. Inge Van Hauteghem, sectieverantwoordelijke AC

BEPALING VAN DE MEETONZEKERHEID VOOR KWANTITATIEVE CHEMISCHE ANALYSES

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

BEPALING VAN AVILAMYCINE IN DIERENVOEDERS (AGARDIFFUSIE)

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. Drinkwater - Kwantitatieve bepaling van zilver met ICP-MS (FLVVG-I-MET-196Ag)

L 195/6 Publicatieblad van de Europese Unie

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN. Voeding - Kwantitatieve bepaling van anorganisch arseen met HPLC-ICPMS (FLVVG-I-MET-224)

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Publicatieblad van de Europese Unie L 219/5

BEPALING VAN CARBADOX IN DIERENVOEDERS (HPLC)

Versie 03 Datum van toepassing

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

BEPALING VAN TYLOSINE IN DIERENVOEDERS (AGARDIFFUSIE)

Hierbij gaat voor de delegaties document D049730/04 ANNEX 1.

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

INHOUD 2 1. VOORWOORD 3

Meten en Monitoren. Weet wat je meet. Startsymposium Expertisecentrum PFOS. Virtualisatie project Omegam Eline Klooster.

RICHTLIJN 2002/32/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding. (PB L 140 van , blz.

BEPALING VAN ZINKBACITRACINE IN DIERENVOEDERS (AGARDIFFUSIE)

BEPALING VAN VITAMINE E (DL- -TOCOFEROLACETAAT) IN

REKENVOORBEELDEN. Ministerieel besluit van 14 mei Belgisch Staatsblad van 06 juli PRESTATIEKENMERKEN

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

validatie in de klinisch farmaceutische analyse nader bekeken t.b.v. HPLC.

Transcriptie:

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION Analysemethode Méthode d analyse Techniek Technique Matrix / matrixgroep Matrice / Groupe de matrices Type validatie Type de validation Verantwoordelijke (Naam en functie) Responsable (Nom et fonction) Opgesteld door Rédaction par I-MET-FLVVT-124: Bepaling van Coccidiostatica in diervoeders LC-MS Diervoeder Totaal Eva Wevers Sectieverantwoordelijke Contaminanten Eva Wevers Handtekeningen - Signatures: Sectieverantwoordelijke Contaminanten 18/07/2013 Get. Goedgekeurd door Eva Wevers Sectieverantwoordelijke Contaminanten 18/07/2013 Handtekeningen - Signatures: Get. LAB 00 P 180 F 002 Template validatieplan Modèle plan de validation v.01 2012-03-15 1/32

Stap Phase 1: Bepaling van het toepassingsgebied Déterminer le champs d application Matrices: Diervoeder Componenten: Coccidiostatica: Amprolium (AMPRO) Halofuginon (HAL) Robenidine (ROB) Nicarbazine (NIC) Diclazuril (DICL) Decoquinaat (DECOQ) Semduramycine (SEM) Lasalocid (LAS) Monensin (MON) Salinomycine (SAL) Narasin (NAR) Maduramicine (MAD) Werkgebied: éénpuntskalibratie: op basis van controlemonster belast op of onder MRL Kalibratiecurve: meerdere punten onder en boven MRL (concentraties worden vastgelegd na lineariteitsonderzoek) Stap Phase 2: Doel en statuut van de analysemethode Le but et status de la méthode d analyse Het betreft een: Kwantitatieve methode Interne (in-house) methode Screeningsmethode: kwantificatie aan de hand van éénpuntskalibratie op basis van controlemonster belast op of onder MRL Bevestigingsmethode: kwantificatie aan de hand van kalibratiecurve LAB 00 P 180 F 002 Template validatieplan Modèle plan de validation v.01 2012-03-15 2/32

Stap Phase 3: Keuze validatieparameters Choisir les paramètres à valider De volgende validatieparameters zullen bepaald worden tijdens het validatieonderzoek: Werkgebied Lineariteit Juistheid/terugvinding Precisie: herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid Selectiviteit/specificiteit Aantoonbaarheidsgrens en bepaalbaarheidsgrens Meetonzekerheid De acceptatiecriteria voor de verschillende validatieparameters worden beschreven in stap 4: Externe eisen voor validatieparameters Stap Phase 4: Externe eisen voor validatieparameters Des exigences externes pour les paramètres à valider De MRL s voor coccidiostatica in diervoeders zijn terug te vinden in Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding De validatieprocedure wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen in Beschikking 2002/657/EG van de Commissie van 12 augustus 2002 ter uitvoering van Richtlijn 96/23/EG van de Raad wat de prestaties van analysemethoden en de interpretatie van resultaten betreft LAB 00 P 180 F 002 Template validatieplan Modèle plan de validation v.01 2012-03-15 3/32

Overzicht van de validatieparameters en de criteria Validatieparameter Criteria Bron Lineariteit R 2 minimum 0.98 Minimaal 5 kalibratiepunten Afwijking maximaal 30 % voor laagste LAB 25-P 03 Resultaatvalidatie LC-MS methoden kalibratiepunt, maximaal 20% voor tweede kalibratiepunt en maximaal 15% voor de overige kalibratiepunten Juistheid/terugvinding 1 µg/kg: 50 120% Beschikking 2002/657/EG > 1 µg/kg tot 10 µg/kg: 70 110% 10 µg/kg: 80 110% Precisie: RSD r en RSD wr RSD r RSD r max Beschikking 2002/657/EG Selectiviteit/specificiteit RSD wr RSD wr max Zo laag mogelijk (gehalte < 100 ppb) (volgens vergelijking van Horwitz) Conformiteit van blanco monsters t.o.v. overeenkomstige belaste monsters LAB 00 P 180 Validatie van analysemethoden Overzicht van de criteria voor identificatie door middel van massaspectrometrie (bron Verordening (EG) nr. 396/2005) Relatieve retentietijd van de analyt moet overeenkomen met die van de ijkoplossing binnen een marge van ± 2.5% voor LC-MS Maximaal toelaatbare marges voor relatieve ionenintensiteiten voor LC-MS Relatieve intensiteit (% van hoofdpiek) Maximaal toelaatbare marge > 50% ± 20% > 20% tot 50% ± 25% > 10% tot 20% ± 30% 10% ± 50% Stap Phase 5: Keuze van de monsters Le choix d échantillons Wegens het ontbreken van gecertificeerd referentiemateriaal wordt het validatieonderzoek uitgevoerd op monsters die belast worden met een standaardoplossing. Voor het validatieonderzoek werd gebruik gemaakt van een blanco diervoeder (FON001). LAB 00 P 180 F 002 Template validatieplan Modèle plan de validation v.01 2012-03-15 4/32

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION Analysemethode Méthode d analyse Techniek Technique Matrix / matrixgroep Matrice / Groupe de matrices Datum laatste aanpassing / Date de la dernière adaption I-MET-FLVVT-124: Bepaling van Coccidiostatica in diervoeders LC-MS Diervoeder 12/05/2014 LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 5/32

Overzicht van de prestatiekenmerken: o Juistheid (zie paragraaf 3) o Precisie (zie paragraaf 4) De validatie voldoet aan procedure LAB 00 P180 De laboratoria die deze methode willen overnemen, moeten aantonen dat de criteria hieronder aangegeven voldaan zijn: o Beschikking 2002/657/EG van de Commissie van 12 augustus 2002 ter uitvoering van Richtlijn 96/23/EG van de Raad wat de prestaties van analysemethoden en de interpretatie van resultaten betreft. Historiek validatie Versie Herziening door/datum Reden van herziening Wijzigingen Versie 01 Eva Wevers 05/2014 / / LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 6/32

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION Analysemethode Méthode d analyse Techniek Technique Matrix / matrixgroep Matrice / Groupe de matrices Type validatie Type de validation Verantwoordelijke (Naam en functie) Responsable (Nom et fonction) Opgesteld door Rédaction par I-MET-FLVVT-124: Bepaling van Coccidiostatica in diervoeders LC-MS Diervoeder Totaal Eva Wevers Sectieverantwoordelijke Contaminanten Eva Wevers Handtekeningen - Signatures: Sectieverantwoordelijke Contaminanten 12/05/2014 Get. Medewerkers (Naam en functie) Collaborateurs (Nom et fonction) Periode van validatie Période de validation Methode goedgekeurd en geschikt bevonden door Méthode approuvée et jugé convenable pour la routine par Sara Crauwels - Analist Kirsten Putzeys - Analist Mieke Van Thienen - Analist Start - Début: 17/07/2013 Einde - Fin: 20/03/2014 Eva Wevers Sectieverantwoordelijke Contaminanten 12/05/2014 Handtekeningen - Signatures: Get. Hierna volgt een beschrijving van de resultaten van het validatieonderzoek zoals aangegeven in stap 8 van de procedure LAB 00 P 180. Ce qui suit est une description des résultats de l'étude de validation comme indiqué dans l'étape 8 de la procédure LAB P 00 180. LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 7/32

Inhoudstabel VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION... 1 STAP PHASE 1: BEPALING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED DÉTERMINER LE CHAMPS D APPLICATION... 2 STAP PHASE 2: DOEL EN STATUUT VAN DE ANALYSEMETHODE LE BUT ET STATUS DE LA MÉTHODE D ANALYSE... 2 STAP PHASE 3: KEUZE VALIDATIEPARAMETERS CHOISIR LES PARAMÈTRES À VALIDER... 3 STAP PHASE 4: EXTERNE EISEN VOOR VALIDATIEPARAMETERS DES EXIGENCES EXTERNES POUR LES PARAMÈTRES À VALIDER... 3 STAP PHASE 5: KEUZE VAN DE MONSTERS LE CHOIX D ÉCHANTILLONS... 4 VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION... 5 VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION... 7 INHOUDSTABEL... 8 VALIDATIEDOSSIER... 9 1 WERKGEBIED... 9 2 LINEARITEIT... 11 3 JUISTHEID... 13 3.1 TERUGVINDING VOLGENS ÉÉNPUNTSKALIBRATIE... 13 3.2 TERUGVINDING VOLGENS KALIBRATIECURVE... 14 4 PRECISIE... 16 4.1 PRECISIE VOLGENS ÉÉNPUNTSKALIBRATIE... 16 4.2 PRECISIE VOLGENS KALIBRATIECURVE... 19 5 AANTOONBAARHEIDSGRENS EN BEPAALBAARHEIDSGRENS... 23 6 SELECTIVITEIT / SPECIFITEIT... 24 7 IDENTIFICATIECRITERIA DOOR MIDDEL VAN MASSASPECTROMETRIE... 25 8 ROBUUSTHEID... 26 9 MEETONZEKERHEID... 27 10 BIJLAGEN... 28 10.1 OVERZICHT MRL S VOOR COCCIDIOSTATICA... 28 10.2 FOTO S... 31 LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 8/32

Validatiedossier 1 Werkgebied De methode voor de bepaling van coccidiostatica wordt toegepast op de matrix diervoeder. Het validatieonderzoek uitgevoerd met blanco diervoeder (FON001). De MRL s voor coccidiostatica in diervoeders zijn terug te vinden in Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding Voor elk coccidiostaticum zijn er twee normen, afhankelijk van onder andere de diersoort waarvoor het diervoeder bestemd is: de tweede norm ( 3 MRL ) ligt telkens 3x hoger dan de eerste norm ( MRL ). Daarom wordt er in dit validatiedossier gevalideerd op de concentratieniveaus 1/2 MRL, MRL en 3 MRL in plaats van 1/2 MRL, MRL en 3/2 MRL In bijlage wordt een overzicht gegeven van alle MRL s voor coccidiostatica in diervoeder. MRL voor coccidiostatica in diervoeder Coccidiostatica Afkorting MRL (µg/kg product) 3 MRL (µg/kg product) Amprolium AMPRO 400 µg/kg 1200 µg/kg Halofuginon HAL 30 µg/kg 90 µg/kg Robenidine ROB 700 µg/kg 2100 µg/kg Nicarbazine NIC 1250 µg/kg 3750 µg/kg Diclazuril DICL 10 µg/kg 30 µg/kg Decoquinaat DECOQ 400 µg/kg 1200 µg/kg Semduramycine SEM 250 µg/kg 750 µg/kg Lasalocid LAS 1250 µg/kg 3750 µg/kg Monensin MON 1250 µg/kg 3750 µg/kg Salinomycine SAL 700 µg/kg 2100 µg/kg Narasin NAR 700 µg/kg 2100 µg/kg Maduramicine MAD 50 µg/kg 150 µg/kg LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 9/32

De waarden van de MRL s van de verschillende coccidiostatica lopen sterk uiteen (van 10 µg/kg tot 1250 µg/kg diervoeder voor de concentratie MRL en van 30 µg/kg tot 3750 µg/kg diervoeder voor de concentratie 3 MRL ). Daarom werd geopteerd voor het indelen van de coccidiostatica in drie concentratiegroepen. Op deze wijze wordt de aanmaak van de spike-oplossing voor de kalibratiecurve vereenvoudigd (slechts 3 verschillende concentraties i.p.v. 7 verschillende concentraties). Voor de validatiemonsters wordt wel gebruik gemaakt van een spike-oplossing die elk coccidiostaticum in verhouding tot de MRL-concentratie bevat. De kalibratiecurve zal zodanig samengesteld worden dat minimum vijf punten zich zowel onder als boven de MRL bevinden. LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 10/32

2 Lineariteit De kalibratiecurve wordt aangemaakt in de matrix diervoeder. Het diervoeder wordt belast op volgende concentraties: Concentraties voor kalibratiecurve coccidiostatica in diervoeder Kalibratiecurve Concentratie HAL, DICL, MAD (µg/kg product) AMPRO, DECOQ, SEM (µg/kg product) ROB, NIC, DICL, LAS, MON, SAL, NAR (µg/kg product) Level 1 2,5 µg/kg 25 µg/kg 50 µg/kg Level 2 10 µg/kg 100 µg/kg 200 µg/kg Level 3 25 µg/kg 250 µg/kg 500 µg/kg Level 4 50 µg/kg 500 µg/kg 1000 µg/kg Level 5 75 µg/kg 750 µg/kg 1500 µg/kg Level 6 125 µg/kg 1250 µg/kg 2500 µg/kg Level 7 200 µg/kg 2000 µg/kg 4000 µg/kg Drie kalibratiecurven werden geanalyseerd. De bekomen respons ratio s werden onderworpen aan statistische analyse m.b.v. het programma StatGraphics waaruit bleek dat voor alle componenten de curve voldoet aan een kwadratisch model. Daarnaast waren de criteria voor de R² (minimaal 0.98) en het aantal kalibratiepunten (minimaal vijf) voldaan voor alle kalibratiecurven. Ook de percentages afwijking (maximaal 30% voor het laagste kalibratiepunt, maximaal 20% voor het tweede punt en maximaal 15% voor de overige kalibratiepunten) waren voldaan voor alle kalibratiecurven. De statistische analyse toonde ook aan dat voor alle componenten de kalibratiecurve door het nulpunt gaat. Hierdoor is het mogelijk om voor de screeningsmethode te werken met een éénpuntskalibratie op basis van een controlemonster belast op de MRL. Alle monsters met een concentratie boven de helft van de concentratie van het controlemonster worden opnieuw geanalyseerd volgens de bevestigingsmethode waarbij de kwantificatie gebeurt a.d.h.v. de volledige kalibratiecurve. Aangezien de concentraties van de MRL s sterk uiteenlopen, wordt in de praktijk gekozen om in routine het controlemonster niet te spiken op de MRL, maar op de concentratie van level 3. Voor alle coccidiostatica is de concentratie van level 3 lager dan of gelijk aan de MRL, behalve voor diclazuril. Daarom zullen monsters met een concentratie boven 1/4 van de concentratie van het controlemonster (in plaats van de helft) opnieuw geanalyseerd worden volgens de bevestigingsmethode. LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 11/32

Evaluatiecriteria Alle kalibratiecurven voldoen aan: Kalibratiecurven voldoen aan kwadratisch model R² > 0.98 Minimaal vijf kalibratiepunten Percentage afwijking maximaal 30% voor het laagste kalibratiepunt, maximaal 20% voor het tweede punt en maximaal 15% voor de overige kalibratiepunten Kalibratiecurven gaan door het nulpunt => éénpuntskalibratie mogelijk voor screeningsmethode (a.d.h.v. controlemonser belast op het concentratieniveau van level 3) LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 12/32

3 Juistheid Wegens het ontbreken van gecertificeerd referentiemateriaal werd de terugvinding bepaald. De terugvinding werd bepaald op drie niveaus (1/2 MRL, MRL en 3 MRL). Voor elk concentratieniveau werden 20 monsters geanalyseerd. De kwantificatie gebeurde zowel op basis van een éénpuntskalibratie als een volledige kalibratiecurve. In onderstaande tabellen is een overzicht te vinden van de gemiddelde terugvinding. 3.1 Terugvinding volgens éénpuntskalibratie Terugvinding (%) voor concentratieniveau 1/2 MRL (éénpuntskalibratie) 1/2 MRL Toegevoegde Teruggevonden Terugvinding (%) concentratie (µg/kg) concentratie (µg/kg) AMPRO 200 192,50 96 HAL 15 14,25 95 ROB 350 344,89 99 NIC 625 591,64 95 DICL 5 4,71 94 DECOQ 200 189,61 95 SEM 125 132,21 106 LAS 625 596,49 95 MON 625 594,90 95 SAL 350 340,58 97 NAR 350 340,40 97 MAD 25 23,31 93 Terugvinding (%) voor concentratieniveau MRL (éénpuntskalibratie) MRL Toegevoegde Teruggevonden Terugvinding (%) concentratie (µg/kg) concentratie (µg/kg) AMPRO 400 394,96 99 HAL 30 28,10 94 ROB 700 691,09 99 NIC 1250 1181,90 95 DICL 10 9,55 96 DECOQ 400 390,07 98 SEM 250 258,67 103 LAS 1250 1175,20 94 MON 1250 1143,84 92 SAL 700 658,09 94 NAR 700 642,33 92 MAD 50 47,90 96 LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 13/32

Terugvinding (%) voor concentratieniveau 3 MRL (éénpuntskalibratie) 3 MRL Toegevoegde Teruggevonden Terugvinding (%) concentratie (µg/kg) concentratie (µg/kg) AMPRO 1200 1234,45 103 HAL 90 81,52 91 ROB 2100 2111,39 101 NIC 3750 3544,93 95 DICL 30 28,64 95 DECOQ 1200 1090,98 91 SEM 750 751,11 100 LAS 3750 3409,09 91 MON 3750 3891,78 104 SAL 2100 2010,11 96 NAR 2100 2028,21 97 MAD 150 143,04 95 3.2 Terugvinding volgens kalibratiecurve Terugvinding (%) voor concentratieniveau 1/2 MRL (kalibratiecurve) 1/2 MRL Toegevoegde Teruggevonden Terugvinding (%) concentratie (µg/kg) concentratie (µg/kg) AMPRO 200 192,17 96 HAL 15 14,48 97 ROB 350 355,20 101 NIC 625 606,50 97 DICL 5 4,69 94 DECOQ 200 191,56 96 SEM 125 118,29 95 LAS 625 593,56 95 MON 625 613,75 98 SAL 350 335,47 96 NAR 350 339,10 97 MAD 25 23,07 92 Terugvinding (%) voor concentratieniveau MRL (kalibratiecurve) MRL Toegevoegde Teruggevonden Terugvinding (%) concentratie (µg/kg) concentratie (µg/kg) AMPRO 400 396,44 99 HAL 30 28,12 94 ROB 700 710,66 102 NIC 1250 1194,02 96 DICL 10 9,37 94 DECOQ 400 382,93 96 SEM 250 245,97 98 LAS 1250 1207,00 97 MON 1250 1218,23 97 SAL 700 673,74 96 NAR 700 670,09 96 MAD 50 48,31 97 LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 14/32

Terugvinding (%) voor concentratieniveau 3 MRL (kalibratiecurve) 3 MRL Toegevoegde Teruggevonden Terugvinding (%) concentratie (µg/kg) concentratie (µg/kg) AMPRO 1200 1240,92 103 HAL 90 88,46 98 ROB 2100 2211,69 105 NIC 3750 3764,38 100 DICL 30 28,96 97 DECOQ 1200 1071,42 89 SEM 750 732,22 98 LAS 3750 3534,93 94 MON 3750 3658,04 98 SAL 2100 1972,69 94 NAR 2100 2052,53 98 MAD 150 140,92 94 Evaluatiecriteria Alle berekende percentages terugvinding voldoen aan: Terugvinding tussen (volgens Beschikking 2002/657/EG) 70% en 110% voor concentraties > 1 µg/kg en < 10 µg/kg 80% en 110% voor concentraties 10 µg/kg LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 15/32

4 Precisie Wegens het ontbreken van gecertificeerd referentiemateriaal werd de precisie bepaald aan de hand van belaste monsters. De precisie werd bepaald op drie niveaus (1/2 MRL, MRL en 3 MRL). Voor elk concentratieniveau werden 20 monsters geanalyseerd. De kwantificatie gebeurde zowel op basis van een éénpuntskalibratie als een volledige kalibratiecurve. In onderstaande tabellen is een overzicht te vinden van de bekomen waarden voor herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid. 4.1 Precisie volgens éénpuntskalibratie Precisie voor concentratieniveau 1/2 MRL (éénpuntskalibratie) 1/2 MRL Herhaalbaarheid Reproduceerbaarheid Concentratie (µg/kg) %RSD r r [2,8 * s r ] %RSD R R [2,8 * s R ] AMPRO 200 5,19 27,96 7,48 40,34 HAL 15 8,18 3,26 8,26 3,30 ROB 350 3,35 32,32 3,97 38,37 NIC 625 6,63 109,82 8,77 145,26 DICL 5 6,18 0,81 9,39 1,24 DECOQ 200 6,97 37,01 9,66 51,28 SEM 125 2,48 9,18 2,55 9,44 LAS 625 4,61 77,06 9,42 157,26 MON 625 10,12 168,58 10,12 168,58 SAL 350 10,76 102,60 10,76 102,60 NAR 350 7,67 73,09 7,73 73,72 MAD 25 6,34 4,10 6,34 4,10 %RSD r max en %RSD Rw max volgens Horwitz voor concentratieniveau 1/2 MRL (éénpuntskalibratie) 1/2 MRL C Horwitz Concentratie (concentratiepercentage) %RSD r max %RSD Rw max %RSD r? %RSD R? (µg/kg) AMPRO 200 0,0000002 13,6 20,39 OK OK HAL 15 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK ROB 350 0,00000035 12,5 18,74 OK OK NIC 625 0,000000625 11,4 17,17 OK OK DICL 5 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK DECOQ 200 0,0000002 13,6 20,39 OK OK SEM 125 0,000000125 14,6 21,88 OK OK LAS 625 0,000000625 11,4 17,17 OK OK MON 625 0,000000625 11,4 17,17 OK OK SAL 350 0,00000035 12,5 18,74 OK OK NAR 350 0,00000035 12,5 18,74 OK OK MAD 25 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 16/32

Precisie voor concentratieniveau MRL (éénpuntskalibratie) MRL Herhaalbaarheid Reproduceerbaarheid Concentratie (µg/kg) %RSD r r [2,8 * s r ] %RSD R R [2,8 * s R ] AMPRO 400 7,05 77,97 7,05 78,02 HAL 30 7,05 5,55 9,46 7,44 ROB 700 2,96 57,27 5,82 112,62 NIC 1250 6,35 210,18 8,97 296,79 DICL 10 7,32 1,96 7,85 2,10 DECOQ 400 7,72 84,26 8,68 94,76 SEM 250 5,11 36,99 6,30 45,61 LAS 1250 4,91 161,43 6,93 228,14 MON 1250 7,13 228,39 7,91 253,24 SAL 700 6,52 120,19 7,60 140,00 NAR 700 6,29 113,21 10,04 180,59 MAD 50 6,16 8,27 8,18 10,97 %RSD r max en %RSD Rw max volgens Horwitz voor concentratieniveau MRL (éénpuntskalibratie) MRL C Horwitz Concentratie (concentratiepercentage) %RSD r max %RSD Rw max %RSD r? %RSD R? (µg/kg) AMPRO 400 0,0000004 12,2 18,37 OK OK HAL 30 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK ROB 700 0,0000007 11,3 16,88 OK OK NIC 1250 0,00000125 10,3 15,47 OK OK DICL 10 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK DECOQ 400 0,0000004 12,2 18,37 OK OK SEM 250 0,00000025 13,1 19,71 OK OK LAS 1250 0,00000125 10,3 15,47 OK OK MON 1250 0,00000125 10,3 15,47 OK OK SAL 700 0,0000007 11,3 16,88 OK OK NAR 700 0,0000007 11,3 16,88 OK OK MAD 50 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 17/32

Precisie voor concentratieniveau 3 MRL (éénpuntskalibratie) 3 MRL Herhaalbaarheid Reproduceerbaarheid Concentratie (µg/kg) %RSD r r [2,8 * s r ] %RSD R R [2,8 * s R ] AMPRO 1200 5,77 199,50 5,77 199,50 HAL 90 4,69 10,71 8,93 20,38 ROB 2100 3,17 187,28 5,77 341,34 NIC 3750 7,52 746,24 10,31 1023,30 DICL 30 6,51 5,22 7,35 5,90 DECOQ 1200 9,38 286,54 9,38 286,54 SEM 750 3,38 71,08 9,16 192,71 LAS 3750 5,99 572,16 8,82 841,65 MON 3750 3,11 338,56 3,79 413,16 SAL 2100 5,16 290,26 9,68 544,59 NAR 2100 3,33 189,01 9,37 532,30 MAD 150 7,31 29,28 8,57 34,31 %RSD r max en %RSD Rw max volgens Horwitz voor concentratieniveau 3 MRL (éénpuntskalibratie) 3 MRL C Horwitz Concentratie (concentratiepercentage) %RSD r max %RSD Rw max %RSD r? %RSD R? (µg/kg) AMPRO 1200 0,0000012 10,4 15,57 OK OK HAL 90 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK ROB 2100 0,0000021 9,5 14,31 OK OK NIC 3750 0,00000375 8,7 13,11 OK OK DICL 30 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK DECOQ 1200 0,0000012 10,4 15,57 OK OK SEM 750 0,00000075 11,1 16,71 OK OK LAS 3750 0,00000375 8,7 13,11 OK OK MON 3750 0,00000375 8,7 13,11 OK OK SAL 2100 0,0000021 9,5 14,31 OK OK NAR 2100 0,0000021 9,5 14,31 OK OK MAD 150 0,00000015 14,2 21,29 OK OK LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 18/32

4.2 Precisie volgens kalibratiecurve Precisie voor concentratieniveau 1/2 MRL (kalibratiecurve) 1/2 MRL Herhaalbaarheid Reproduceerbaarheid Concentratie (µg/kg) %RSD r r [2,8 * s r ] %RSD R R [2,8 * s R ] AMPRO 200 6,89 37,09 11,09 59,65 HAL 15 6,98 2,83 7,66 3,11 ROB 350 3,44 34,24 3,91 38,90 NIC 625 7,73 131,27 9,88 167,79 DICL 5 6,49 0,85 11,94 1,57 DECOQ 200 7,09 38,05 9,17 49,17 SEM 125 7,51 24,87 11,70 38,74 LAS 625 9,39 156,01 9,82 163,21 MON 625 6,57 112,87 8,17 140,32 SAL 350 6,70 62,94 8,34 78,37 NAR 350 6,52 61,86 6,89 65,39 MAD 25 6,82 4,40 10,14 6,55 %RSD r max en %RSD Rw max volgens Horwitz voor concentratieniveau 1/2 MRL (kalibratiecurve) 1/2 MRL C Horwitz Concentratie (concentratiepercentage) %RSD r max %RSD Rw max %RSD r? %RSD R? (µg/kg) AMPRO 200 0,0000002 13,6 20,39 OK OK HAL 15 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK ROB 350 0,00000035 12,5 18,74 OK OK NIC 625 0,000000625 11,4 17,17 OK OK DICL 5 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK DECOQ 200 0,0000002 13,6 20,39 OK OK SEM 125 0,000000125 14,6 21,88 OK OK LAS 625 0,000000625 11,4 17,17 OK OK MON 625 0,000000625 11,4 17,17 OK OK SAL 350 0,00000035 12,5 18,74 OK OK NAR 350 0,00000035 12,5 18,74 OK OK MAD 25 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 19/32

Precisie voor concentratieniveau MRL (kalibratiecurve) MRL Herhaalbaarheid Reproduceerbaarheid Concentratie (µg/kg) %RSD r r [2,8 * s r ] %RSD R R [2,8 * s R ] AMPRO 400 4,59 51,00 10,64 118,10 HAL 30 6,24 4,92 7,41 5,84 ROB 700 3,11 61,90 4,67 92,93 NIC 1250 7,59 253,83 10,34 345,85 DICL 10 5,56 1,46 9,22 2,42 DECOQ 400 7,32 78,53 10,69 114,66 SEM 250 6,18 42,59 12,47 85,86 LAS 1250 6,41 216,73 8,22 277,67 MON 1250 7,33 249,88 8,57 292,45 SAL 700 8,77 165,52 8,85 166,95 NAR 700 6,59 123,61 9,59 180,02 MAD 50 6,71 9,08 11,82 15,99 %RSD r max en %RSD Rw max volgens Horwitz voor concentratieniveau MRL (kalibratiecurve) MRL C Horwitz Concentratie (concentratiepercentage) %RSD r max %RSD Rw max %RSD r? %RSD R? (µg/kg) AMPRO 400 0,0000004 12,2 18,37 OK OK HAL 30 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK ROB 700 0,0000007 11,3 16,88 OK OK NIC 1250 0,00000125 10,3 15,47 OK OK DICL 10 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK DECOQ 400 0,0000004 12,2 18,37 OK OK SEM 250 0,00000025 13,1 19,71 OK OK LAS 1250 0,00000125 10,3 15,47 OK OK MON 1250 0,00000125 10,3 15,47 OK OK SAL 700 0,0000007 11,3 16,88 OK OK NAR 700 0,0000007 11,3 16,88 OK OK MAD 50 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 20/32

Precisie voor concentratieniveau 3 MRL (kalibratiecurve) 3 MRL Herhaalbaarheid Reproduceerbaarheid Concentratie (µg/kg) %RSD r r [2,8 * s r ] %RSD R R [2,8 * s R ] AMPRO 1200 4,51 156,71 5,25 182,25 HAL 90 4,96 12,29 10,05 24,88 ROB 2100 2,64 163,47 3,23 199,85 NIC 3750 5,82 613,83 8,02 845,54 DICL 30 5,83 4,73 9,60 7,79 DECOQ 1200 7,45 223,39 8,01 240,38 SEM 750 3,66 75,12 11,42 234,03 LAS 3750 4,36 431,97 8,43 834,34 MON 3750 3,32 339,60 6,80 696,49 SAL 2100 6,43 355,18 8,57 473,46 NAR 2100 5,47 314,19 8,97 515,32 MAD 150 5,18 20,46 9,45 37,30 %RSD r max en %RSD Rw max volgens Horwitz voor concentratieniveau 3 MRL (kalibratiecurve) 3 MRL C Horwitz Concentratie (concentratiepercentage) %RSD r max %RSD Rw max %RSD r? %RSD R? (µg/kg) AMPRO 1200 0,0000012 10,4 15,57 OK OK HAL 90 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK ROB 2100 0,0000021 9,5 14,31 OK OK NIC 3750 0,00000375 8,7 13,11 OK OK DICL 30 / (< 100 µg/kg) 14,7 22 OK OK DECOQ 1200 0,0000012 10,4 15,57 OK OK SEM 750 0,00000075 11,1 16,71 OK OK LAS 3750 0,00000375 8,7 13,11 OK OK MON 3750 0,00000375 8,7 13,11 OK OK SAL 2100 0,0000021 9,5 14,31 OK OK NAR 2100 0,0000021 9,5 14,31 OK OK MAD 150 0,00000015 14,2 21,29 OK OK LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 21/32

Evaluatiecriteria De waarden voor herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid werden berekend met behulp van template LAB 00 P180 F004. De waarden voor % RSD r max en % RSD R max werden berekend volgens de formule van Horwitz. Voor concentraties die liggen lager dan 100 µg/kg, wordt er uitgegaan van een % RSD R max van 22% (zie Beschikking 2002/657/EG). Formules: % RSD Rw max 2 (1 0.5 logc) 100 % RSD r max 2 (1 0.5 logc) 2/ 3 100 HORRAT R % RSD % RSD % RSD R waargenomen HORRAT r Rw max % r waargenomen RSD r max Alle berekende RSD s voor precisie (herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid) voldoen aan: RSD r RSD r max (of zo laag mogelijk voor concentraties < 100 ppb) voor de concentratieniveaus 1/2 MRL, MRL en 3 MRL (volgens Beschikking 2002/657/EG) RSD R RSD wr max (of zo laag mogelijk voor concentraties < 100 ppb) voor de concentratieniveaus 1/2 MRL, MRL en 3 MRL (volgens Beschikking 2002/657/EG) LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 22/32

5 Aantoonbaarheidsgrens en bepaalbaarheidsgrens De aantoonbaarheidsgrens en de bepaaldbaarheidsgrens werden niet exact bepaald door voor alle coccidiostatica individueel na te gaan welke concentratie een signaal/ruis-verhouding van minimum 3 (voor de LOD) of minimum 6 (voor de LOQ) oplevert. De rapporteringsgrens komt overeen met het beslissingscriterium om over te gaan tot de bevestigingsmethode, namelijk 1/4 van de concentratie van het controlemonster. De concentratie van het laagste punt van de kalibratiecurve is nog lager dan de rapporteringsgrens. Voor dit punt is de signaal/ruis-verhouding voor alle coccidiostatica groter dan of gelijk aan 6. De bepaalbaarheidsgrens is dus het laagste kalibratiepunt. Rapporteringsgrens en theoretische LOQ voor coccidiostatica in diervoeder Coccidiostatica MRL (µg/kg) Rapporteringsgrens (µg/kg) LOQ (µg/kg) AMPRO 400 µg/kg 62,5 µg/kg 25 µg/kg HAL 30 µg/kg 6,25 µg/kg 2,5 µg/kg ROB 700 µg/kg 125 µg/kg 50 µg/kg NIC 1250 µg/kg 125 µg/kg 50 µg/kg DICL 10 µg/kg 6,25 µg/kg 2,5 µg/kg DECOQ 400 µg/kg 62,5 µg/kg 25 µg/kg SEM 250 µg/kg 62,5 µg/kg 25 µg/kg LAS 1250 µg/kg 125 µg/kg 50 µg/kg MON 1250 µg/kg 125 µg/kg 50 µg/kg SAL 700 µg/kg 125 µg/kg 50 µg/kg NAR 700 µg/kg 125 µg/kg 50 µg/kg MAD 50 µg/kg 6,25 µg/kg 2,5 µg/kg Evaluatiecriteria Alle rapporteringsgrenzen voldoen aan: rapporteringsgrens MRL LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 23/32

6 Selectiviteit / specifiteit De selectiviteit /specificiteit werd nagegaan door 20 blanco-negatief monsters en 20 monsters belast op de MRL te analyseren. Voor alle uitgevoerde analysen kon de conformiteit van het blanco-negatief monster aangetoond worden ten opzichte van het monsters belast op MRL. Bovendien werd ook 1/4 van de respons ratio voor monsters belast op de MRL berekend aangezien dit criterium bij de screeningsmethode gebruikt wordt om te beslissen welke monsters bevestigd dienen te worden. In de onderstaande tabel is een overzicht te vinden van de gemiddelde en de berekende respons ratio s. Respons ratio s voor blanco-negatief, MRL, 1/4 MRL (op basis van MRL) Respons ratio's blanco MRL 1/4 van MRL negatief AMPRO 0,557 3,223 0,806 HALO 0,001 0,070 0,017 ROB 0,019 3,816 0,954 NIC 0,002 4,792 1,198 DICL 0,000 0,087 0,022 DECOQ 0,005 1,689 0,422 SEM 0,001 2,023 0,506 LAS 0,016 8,546 2,137 MON 0,009 7,023 1,756 SAL 0,002 3,042 0,760 NAR 0,005 4,353 1,088 MAD 0,000 0,071 0,018 Evaluatiecriteria Alle blanco-negatief monsters waren conform ten opzichte van de monsters belast op de MRL. Alle respons ratio s voldoen aan de voorwaarde: Respons ratio blanco-negatief < respons ratio MRL Respons ratio blanco-negatief < respons ratio 1/4 MRL (criterium bevestigingsmethode) LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 24/32

7 Identificatiecriteria door middel van massaspectrometrie Ter identificatie van de coccidiostatica worden de ionenverhoudingen van de productionen vergeleken met deze in het controlemonster. De precursor- en productionen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Precursor- en productionen Coccidiostatica Precursorion Productionen AMPRO 243.1 150.3 en 94.6 HALO 415.9 100.4 en 138.3 ROB 334.0 155.0, 138.0 en 111.1 NIC 301.1 137.3 en 107.5 DICL 406.9 336.0 en 337.1 DECOQ 418.3 372.2 en 204.1 SEM 895.5 833.3 en 581.0 LAS 613.3 377.0 en 577.1 MON 693.4 461.1 en 479.2 SAL 773.5 431.0 en 413.0 NAR 787.5 431.0 en 530.8 MAD 939.5 877.0, 433.6 en 895.2 De ionenverhoudingen werden voor drie verschillende concentraties (1/2 MRL, MRL en 3 MRL) berekend en vergeleken met deze van het controlemonster. Evaluatiecriteria Alle ionenverhoudingen voldoen aan: Maximaal toelaatbare marges voor relatieve ionenintensiteiten voor LC-MS (Beschikking 2002/657/EG) Relatieve intensiteit (% van hoofdpiek) Maximaal toelaatbare marge > 50% ± 20% > 20% tot 50% ± 25% > 10% tot 20% ± 30% 10% ± 50% LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 25/32

8 Robuustheid De robuustheid wordt nagegaan aan de hand van controlekaarten. Tijdens het validatieonderzoek is gebleken dat voor bepaalde coccidiostatica (o.a. decoquinaat) bij de concentratie van 3 MRL erg hoge piekoppervlakten werden bekomen. In bepaalde gevallen kon de software hierdoor geen concentraties berekenen. Daarom werd begin 2014 besloten om de extracten 1/10 te verdunnen. Zowel het onverdunde extract als het 1/10 verdunde extract worden geïnjecteerd. Voor de reeksen die in 2013 werden geanalyseerd werden alle coccidiostatica in het onverdunde extract bepaald. Voor reeksen die in 2014 werden geanalyseerd werden AMPRO, HAL, DICL en SEM in het onverdunde extract bepaald, terwijl ROB, NIC, DECOQ, SEM, LAS, MON, SAL en NAR in het 1/10 verdunde extract werden bepaald. Sommige resultaten zijn dus volledig afkomstig van onverdunde extracten (alle resultaten voor AMPRO, HAL, DICL en SEM) o.w.v. de lage MRL s voor deze coccidiostatica. Sommige resultaten zijn volledig afkomstig van 1/10 verdunde extracten (resultaten voor 3 MRL voor ROB, NIC, DECOQ, SEM, LAS, MON, SAL en NAR) o.w.v. de software-problemen om hoge concentraties in onverdunde extracten te berekenen. Andere resultaten komen gedeeltelijk van onverdunde extracten (resultaten 2013) en gedeeltelijk van 1/10 verdunde extracten (resultaten 2014) (resultaten voor 1/2 MRL en MRL voor ROB, NIC, DECOQ, SEM, LAS, MON, SAL en NAR). In dit laatste geval had het verdunnen van de extracten geen invloed op de teruggevonden concentraties. In routine zal er bij de screeningsmethode enkel gebruik gemaakt worden van onverdunde extracten. Pas wanneer het noodzakelijk is om de bevestigingsmethode toe te passen zullen zowel onverdunde als 1/10 verdunde extracten geanalyseerd worden. LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 26/32

9 Meetonzekerheid De meetonzekerheden werden berekend volgens de procedure LAB P 508 Meetonzekerheid. De kwantificatie van de gebruikte data gebeurde op basis van de data bekomen met een kalibratiecurve (bevestigingsmethode). De meetonzekerheid werd op drie verschillende concentratieniveaus bepaald (1/2 MRL, MRL en 3 MRL). Meetonzekerheid voor drie concentratieniveaus Meetonzekerheid (MO) niveau hoog niveau midden niveau laag % MO concentratiebereik % MO concentratie-bereik % MO concentratiebereik AMPRO 23 > 600 ng/g 27 200-600 ng/g 28 < 200 ng/g HAL 24 > 45 ng/g 24 15-45 ng/g 22 < 15 ng/g ROB 23 > 1050 ng/g 21 350-1050 ng/g 21 < 350 ng/g NIC 24 > 1875 ng/g 28 625-1875 ng/g 27 < 625 ng/g DICL 24 > 15 ng/g 25 5-15 ng/g 28 < 5 ng/g DECOQ 32 > 600 ng/g 28 200-600 ng/g 27 < 200 ng/g SEM 28 > 375 ng/g 29 125-375 ng/g 30 < 125 ng/g LAS 27 > 1875 ng/g 25 625-1875 ng/g 28 < 625 ng/g MON 23 > 1875 ng/g 25 625-1875 ng/g 25 < 625 ng/g SAL 27 > 1050 ng/g 27 350-1050 ng/g 26 < 350 ng/g NAR 25 > 1050 ng/g 27 350-1050 ng/g 24 < 350 ng/g MAD 25 > 75 ng/g 27 25-75 ng/g 28 < 25 ng/g LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 27/32

10 Bijlagen 10.1 Overzicht MRL s voor coccidiostatica Halofuginon: Toleranties voor niet-doeldieren mg/kg Voedermiddelen 0,03 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor legpluimvee 0,03 richtlijn 2002/32/EG opfokleghennen kalkoenen (ouder dan 12 weken) Mengvoeders voor (Eindvoeders) mestkippen 0,03 richtlijn 2002/32/EG kalkoenen (tot 12 weken) Mengvoeders voor andere dieren dan opfokleghennen (tot 16 weken) 0,09 richtlijn 2002/32/EG Voormengsels voor gebruik in diervoeders waarin het gebruik van halofuginon niet toegestaan is Het maximumgehalte van de stof in het voormengsel is de concentratie waarbij, indien het voormengsel volgens de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, het gehalte van de stof in het diervoeder niet meer dan 50% van het voor dat diervoeder geldende maximumgehalte is. richtlijn 2002/32/EG Definitie Eindvoeders: gedurende de periode voorafgaande aan de slacht waarin het gebruik van halofuginon verboden is (eindvoeders) Robenidine: Toleranties voor niet-doeldieren mg/kg Voedermiddelen 0,7 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor legpluimvee 0,7 richtlijn 2002/32/EG opfokleghennen (ouder dan 16 weken) Mengvoeders voor (Eindvoeders) mestkippen 0,7 richtlijn 2002/32/EG mestkonijnen fokkonijnen kalkoenen Mengvoeders voor andere diersoorten 2,1 richtlijn 2002/32/EG Voormengsels voor gebruik in diervoeders waarin het gebruik van robenidine niet toegestaan is Het maximumgehalte van de stof in het voormengsel is de concentratie waarbij, indien het voormengsel volgens de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, het gehalte van de stof in het diervoeder niet meer dan 50% van het voor dat diervoeder geldende maximumgehalte is. richtlijn 2002/32/EG Definitie Eindvoeders: gedurende de periode voorafgaande aan de slacht waarin het gebruik van robenidine verboden is (eindvoeders) Nicarbazin: Toleranties voor niet-doeldieren mg/kg Voedermiddelen 1,25 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor paardachtigen 1,25 richtlijn 2002/32/EG legpluimvee opfokleghennen (ouder dan 16 weken) Mengvoeders voor (Eindvoeders) geschrapt / richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor andere diersoorten 3,75 richtlijn 2002/32/EG Voormengsels voor gebruik in diervoeders waarin het gebruik van nicarbazin niet toegestaan is Het maximumgehalte van de stof in het voormengsel is de concentratie waarbij, indien het voormengsel volgens de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, het gehalte van de stof in het diervoeder niet meer dan 50% van het voor dat diervoeder geldende maximumgehalte is. richtlijn 2002/32/EG Definitie Eindvoeders: gedurende de periode voorafgaande aan de slacht waarin het gebruik van nicarbazin verboden is (eindvoeders) LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 28/32

Diclazuril: Toleranties voor niet-doeldieren mg/kg Voedermiddelen 0,01 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor legpluimvee 0,01 richtlijn 2002/32/EG opfokleghennen (ouder dan 16 weken) Mengvoeders voor (Eindvoeders) mestkonijnen 0,01 richtlijn 2002/32/EG fokkonijnen Mengvoeders voor andere diersoorten dan opfokleghennen (tot 16 0,03 richtlijn 2002/32/EG weken), mestkippen, parelhoenders en mestkalkoenen (tot 12 weken) Voormengsels voor gebruik in diervoeders waarin het gebruik van diclazuril niet toegestaan is Het maximumgehalte van de stof in het voormengsel is de concentratie waarbij, indien het voormengsel volgens de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, het gehalte van de stof in het diervoeder niet meer dan 50% van het voor dat diervoeder geldende maximumgehalte is. richtlijn 2002/32/EG Definitie Eindvoeders: gedurende de periode voorafgaande aan de slacht waarin het gebruik van diclazuril verboden is (eindvoeders) Decoquinaat: Toleranties voor niet-doeldieren mg/kg Voedermiddelen 0,4 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor legpluimvee 0,4 richtlijn 2002/32/EG opfokleghennen (ouder dan 16 weken) Mengvoeders voor (Eindvoeders) mestkippen 0,4 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor andere diersoorten 1,2 richtlijn 2002/32/EG Voormengsels voor gebruik in diervoeders waarin het gebruik van decoquinaat niet toegestaan is Het maximumgehalte van de stof in het voormengsel is de concentratie waarbij, indien het voormengsel volgens de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, het gehalte van de stof in het diervoeder niet meer dan 50% van het voor dat diervoeder geldende maximumgehalte is. richtlijn 2002/32/EG Definitie Eindvoeders: gedurende de periode voorafgaande aan de slacht waarin het gebruik van decoquinaat verboden is (eindvoeders) Semduramycine: Toleranties voor niet-doeldieren mg/kg Voedermiddelen 0,25 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor legpluimvee 0,25 richtlijn 2002/32/EG opfokleghennen (ouder dan 16 weken) Mengvoeders voor (Eindvoeders) mestkippen 0,25 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor andere diersoorten 0,75 richtlijn 2002/32/EG Voormengsels voor gebruik in diervoeders waarin het gebruik van semduramycine niet toegestaan is Het maximumgehalte van de stof in het voormengsel is de concentratie waarbij, indien het voormengsel volgens de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, het gehalte van de stof in het diervoeder niet meer dan 50% van het voor dat diervoeder geldende maximumgehalte is. richtlijn 2002/32/EG Definitie Eindvoeders: gedurende de periode voorafgaande aan de slacht waarin het gebruik van semduramicine verboden is (eindvoeders) Lasalocid-natrium: Toleranties voor niet-doeldieren mg/kg Voedermiddelen 1,25 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor honden 1,25 richtlijn 2002/32/EG kalveren konijnen paardachtigen melkvee legpluimvee kalkoenen (ouder dan 16 weken) opfokleghennen (ouder dan 16 weken) Mengvoeders voor (Eindvoeders) mestkippen, en 1,25 richtlijn 2002/32/EG kalkoenen (tot 16 weken) opfokleghennen (tot 16 weken) Mengvoeders voor (Eindvoeders) fazanten 1,25 richtlijn 2002/32/EG parelhoenders kwartels patrijzen (met uitzondering van legvogels) Mengvoeders voor andere diersoorten 3,75 richtlijn 2002/32/EG Voormengsels voor gebruik in diervoeders waarin het gebruik van lasalocide-natrium niet toegestaan is Het maximumgehalte van de stof in het voormengsel is de concentratie waarbij, indien het voormengsel volgens de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, het gehalte van de stof in het diervoeder niet meer dan 50% van het voor dat diervoeder geldende maximumgehalte is. richtlijn 2002/32/EG Definitie Eindvoeders: gedurende de periode voorafgaande aan de slacht waarin het gebruik van lasalocide-natrium verboden is (eindvoeders) LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 29/32

Monensin-natrium: Toleranties voor niet-doeldieren mg/kg Voedermiddelen 1,25 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor paardachtigen 1,25 richtlijn 2002/32/EG honden kleine herkauwers (schapen en geiten) eenden runderen melkvee legpluimvee opfokleghennen (ouder dan 16 weken) kalkoenen (ouder dan 16 weken) Mengvoeders voor (Eindvoeders) mestkippen 1,25 richtlijn 2002/32/EG opfokleghennen (tot 16 weken) kalkoenen (tot 16 weken) Mengvoeders voor andere diersoorten 3,75 richtlijn 2002/32/EG Voormengsels voor gebruik in diervoeders waarin het gebruik van monensin-natrium niet toegestaan is Het maximumgehalte van de stof in het voormengsel is de concentratie waarbij, indien het voormengsel volgens de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, het gehalte van de stof in het diervoeder niet meer dan 50% van het voor dat diervoeder geldende maximumgehalte is. richtlijn 2002/32/EG Definitie Eindvoeders: gedurende de periode voorafgaande aan de slacht waarin het gebruik van monensin-natrium verboden is (eindvoeders) Salinomycine-natrium: Toleranties voor niet-doeldieren mg/kg Voedermiddelen 0,7 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor paardachtigen 0,7 richtlijn 2002/32/EG kalkoenen legpluimvee opfokleghennen (ouder dan 12 weken) Mengvoeders voor (Eindvoeders) mestkippen 0,7 richtlijn 2002/32/EG opfokleghennen (tot 12 weken) mestkonijnen Mengvoeders voor andere diersoorten 2,1 richtlijn 2002/32/EG Voormengsels voor gebruik in diervoeders waarin het gebruik van salinomycine-natrium niet toegestaan is Het maximumgehalte van de stof in het voormengsel is de concentratie waarbij, indien het voormengsel volgens de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, het gehalte van de stof in het diervoeder niet meer dan 50% van het voor dat diervoeder geldende maximumgehalte is. richtlijn 2002/32/EG Definitie Eindvoeders: gedurende de periode voorafgaande aan de slacht waarin het gebruik van salinomycine-natrium verboden is (eindvoeders) Narasin: Toleranties voor niet-doeldieren mg/kg Voedermiddelen 0,7 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor kalkoenen 0,7 richtlijn 2002/32/EG konijnen paardachtigen legpluimvee opfokleghennen (ouder dan 16 weken) Mengvoeders voor (Eindvoeders) geschrapt / richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor andere diersoorten 2,1 richtlijn 2002/32/EG Voormengsels voor gebruik in diervoeders waarin het gebruik van narasin niet toegestaan is Het maximumgehalte van de stof in het voormengsel is de concentratie waarbij, indien het voormengsel volgens de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, het gehalte van de stof in het diervoeder niet meer dan 50% van het voor dat diervoeder geldende maximumgehalte is. richtlijn 2002/32/EG Definitie Eindvoeder: gedurende de periode voorafgaande aan de slacht waarin het gebruik van narasin verboden is Maduramicine: Toleranties voor niet-doeldieren mg/kg Voedermiddelen 0,05 richtlijn 2002/32/EG Mengvoeders voor paardachtigen 0,05 richtlijn 2002/32/EG konijnen kalkoenen (ouder dan 16 weken) legpluimvee opfokleghennen (ouder dan 16 weken) Mengvoeders voor (Eindvoeders) mestkippen 0,05 richtlijn 2002/32/EG kalkoenen (tot 16 weken) Mengvoeders voor andere diersoorten 0,15 richtlijn 2002/32/EG Voormengsels voor gebruik in diervoeders waarin het gebruik van maduramicine niet toegestaan is Het maximumgehalte van de stof in het voormengsel is de concentratie waarbij, indien het voormengsel volgens de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, het gehalte van de stof in het diervoeder niet meer dan 50% van het voor dat diervoeder geldende maximumgehalte is. richtlijn 2002/32/EG Definitie Eindvoeders: gedurende de periode voorafgaande aan de slacht waarin het gebruik van maduramicine verboden is (eindvoeders) LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 30/32

10.2 Foto s Foto 1: Extractie van coccidiostatica uit diervoeder met behulp van methanol. Foto 2: Decanteren over papieren filter LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 31/32

Foto 3: Indampen van extract LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v.01 2012-03-15 32/32