SCHOOLGIDS 2013-2014. dewi ling basisschool. Klik op onderstaande links: Inhoudsopgave per onderwerp. Naar de website: www.delinge.

Vergelijkbare documenten
SCHOOLGIDS dewi ling basisschool. Klik op onderstaande links: Inhoudsopgave per onderwerp. Naar de website:

Vakgebieden Methoden Omschrijving Taal Groep 1-2. Schatkist

2. Waar staat de school voor?

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

3 De visie van de Prinses Julianaschool

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

ZORG OP MAAT OMDAT IEDER KIND TELT

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Jaarverslag 2015/2016

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

Inhoudsopgave: Even voorstellen 5. Waar staan we voor 7. Ons onderwijs 7. Boeiend onderwijs: 8. Kwaliteit bewaken 8

1 Hier staan wij voor

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Zorg voor onze kinderen

Schooljaarplan Koning Willem-Alexander

Onderwijskundig Jaarplan ( OKJP) OnderwijsKundig JaarVerslag ( OKJV)

Onderwijskundig jaarplan GBS Het Talent 1

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR

Openbare basisschool De Windhoek Abtslaan SL Terheijden

Basisschool de Drijfveer

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

Schoolprofiel. Algemene Schoolbeschrijving

JAARPROGRAMMA GROEP 7

2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL

Samenwerking. Betrokkenheid

De leerkrachten willen de kinderen het gevoel geven van veiligheid en geborgenheid.

Jaarplan. S a m e n l e r e n, d e n k e n e n b e g r i j p e n NASSAULAAN 5, 9717 CE GRONINGEN

VVE protocol. IKC Juliana. Weth. Rebellaan KA Barneveld

Samenvatting. Totalen

7.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school.

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Basisschool Pius X

Informatie. vakgebieden. Groep 5

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

Algemene informatieavond groep 5-6

Klik op onderstaande links: Inhoudsopgave per onderwerp. SCHOOLGIDS

GROTE OUDER- EN LEERLINGENENQUETE 2010

Identiteit van de Koos Meindertsschool

Wij bieden, op maat, een uitgebreid en intensief begeleidingstraject op de werkplek aan.

Onderwijskundig jaarplan GBS Het Talent 1

Informatie groep 7 schooljaar De groepsleerkrachten Groep 7:Gerda van Dijke en Jolanda Verbiest Klassenouders Groep 7:Sabine Kats

Het Baken: Een school van de Vereniging voor Christelijk Primair Onderwijs.

4. De zorg voor kinderen.

...paspoort naar grenzeloos onderwijs...

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR

Samen leren jezelf te zijn, kansrijk en uniek Wij maken werk van talent!

Mariaschool Reutum tevredenheidsmeting medewerkers

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Hoofdstuk 2 De organisatie van het onderwijs

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

De Vogelveste. speciale school voor basisonderwijs

Jaarplan Jaarplan

Informatie. vakgebieden. Groep 6

GRO TE REIS. Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2

De inrichting van de organisatie, een overzicht van de betrokkenen en een overzicht van de zorgniveaus. De cyclus handelings gericht werken

Ouderbeleidsplan. Sbo de Bonte Vlinder. September 2014

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Plan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen

algemene informatie groep 1/2

Technisch lezen Methode: Lijn 3 - Alle letters kennen. - Van deze letters woorden kunnen maken. - Correct en vlot kunnen lezen van. woorden.

Onze visie. Onze pijlers

Wereldoriëntatie. Wijzer door het verkeer. De kinderen in groep 7 nemen deel aan het verkeersexamen.

Aan de ouders, Vriendelijke groet, team prinses Beatrixschool. Verbeterpunten en acties

GROEP 1/2. Even voorstellen. Extra ondersteuning: Groep 1-2 Berenklas. Groep 1-2b Vlinderklas Sonja Ulehake(ma en di) Ellyan Heirman (wo, do en vr)

Jaarplan - jaarverslag

Tussenschoolse opvang

Agenda onderwijsavond bovenbouw

Informatie. vakgebieden. Groep 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

Klik op onderstaande links: Inhoudsopgave per onderwerp. Naar de website:

Ouderavond 16 november. 7 mei 2007

6. Ondersteuning voor de leerlingen

Strategisch beleidsplan Stichting Promes

Verbeterplan n.a.v. uitslagen enquête onder ouders van obs de Dubbele Punt april 2013

Informatie avond. ouders groep 4 Ichthusschool schooljaar

VERDER IN LEREN STRATEGISCH BELEIDSPLAN PUBLIEKSVERSIE

Jaarplan - jaarverslag

SCHOOLMAGAZINE

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Klik op onderstaande links: > Inhoudsopgave per onderwerp > Naar de website: SCHOOLGIDS

Overgangsprotocollen Van groep 1 naar groep 2 en van groep 2 naar groep 3

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Informatie bovenbouw Donderdag 29 september: uur

Strategische kernen Passend Onderwijs. Sander, groep 8. Belangrijke overgangsmomenten in de ontwikkeling van kinderen

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Basisschool De Arnhorst. Velp

Jaarplan - jaarverslag

7. Hoe werken we op school

JAARVERSLAG VOOR DE OUDERS

De Akkers. Kwaliteitsonderzoek. vroegschoolse educatie

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR

JAARPLAN GROEP 7 SCHOOLJAAR

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'SINT JOZEF'

Ontwikkelvragen scholen SPOLT schooljaar

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken

Schoolondersteuningsprofiel

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

1. Leerlijn taal/spelling implementeren

SCHOOL ONDERSTEUNINGS PROFIEL

Transcriptie:

Klik op onderstaande links: Inhoudsopgave per onderwerp dewi ling basisschool Naar de website: www.delinge.nl SCHOOLGIDS 2013-2014

Inhoudsopgave (Klik op de hoofdstukken) VOORWOORD 1 DE SCHOOL: WIE ZIJN WIJ? 1.1 Naam, adres, telefoon, fax, e-mail, website 1.2 S choolbeschrijving 1.3 Schoolnaam 1.4 Bestuursvorm en organisatiestructuur 2 WAAR STAAN WIJ VOOR? 2.1 Strategisch beleidsplan De Linge 2.2 Wat betekent dat voor (schoolnaam)? Schoolplan 2012-2016 Terugblik: wat hebben we al gerealiseerd? Evaluatie jaarplan 2011-2012 aarplan 2012-2013: waar gaan we dit jaar aan werken? 3 ONDERWIJS & BEGELEIDING 3.1 HOE ZIET ONS ONDERWIJS ER UIT? 3.1.1 Inschrijving en toelating Aanmelding en toelating nieuwe kinderen Kinderen van andere basisscholen Passend Onderwijs Kinderen met een handicap 3.1.2 De vakken nader bekeken BEGELEIDING VAN ONZE KINDEREN 3.2.1 Sociale veiligheid 3.2.2 De speciale begeleiding van leerlingen met specifieke behoeften 3.2.3 Dyslexievergoeding in de basisverzekering 3.2.4 Leerlingen met leerlinggebonden financiering 3.2.5 Begaafde leerlingen 3.2.6 Spelpraatgroep 3.2.7 Jeugdgezondheidszorg op de basisschool Onderzoek vijf- en zesjarigen Onderzoek tien- en elfjarigen Telefonisch spreekuur 3.2.8 Langdurig zieke leerlingen 3.2.9 Logopedische screening 3.2.10 Dossiervorming14 3.2.11 O vergang naar de volgende groep 3.2.1 2 Naar het voortgezet onderwijs Algemeen Ontwikkelingsperspectief Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) en Praktijkonderwijs (PrO) 3.3 DE MEETBARE RESULTATEN VAN ONS ONDERWIJS 3.3.1 Methodegebonden toetsen 3.3.2 CITO LOVS en Schoolzelfevaluatie 3.3.3 Rapporten 3.3.4 Onze resultaten op de CITO Eindtoets basisonderwijs 3.3.5 Uitstroomgegevens 4 HET TEAM 4.1 De samenstelling van het team 4.2 Vergaderingen 4.3 Ontwikkeling van leerkrachten 4.4 Vervanging 4.5 Arbocoördinator 1 4.6 Bedrijfshulpverlening (BHV) 4.7 Stagiaires 5 OUDERS 5.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders bij onze school 5.2 Informatievoorziening aan ouders Gescheiden ouders 5.3 Inspraak van ouders via (gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad 5.4 Werkgroepen 5.5 Kinderdagopvang en peuterspeelzaal 5.6 Tussenschoolse Opvang (TSO) 5.7 Buitenschoolse Opvang (BSO) 5.8 Ouderhulp 5.9 Leerplicht Gronden voor vrijstelling Verlof buiten de schoolvakanties 5.10 Schorsing en verwijdering 5.11 Wat te doen bij problemen? Algemeen De contactpersoon De klachtenprocedure Vertrouwenspersoon en -inspecteur Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Meldplicht seksueel geweld 6 DIVERSE PRAKTISCHE ZAKEN 6.1 Schooltijden en vakanties Verantwoording onderwijstijd 6.2 Groepsindeling en klassenbezetting 6.3 Groeps- of klassenvertegenwoordigers 6.4 Schoolreisje en kamp 6.5 Buitenschoolse activiteiten 6.6 Afspraken over spelen, binnenkomen, eten en drinken 7 Verjaardagen 6.8 Trakteren en allergieën 6.9 Gymkleding 6.10 Week- en maandviering 6.11 Bibliotheek 6.12 Abonnementen en boeken via school 6.13 Schoolfotograaf 6.14 Schoolverzekering 6.15 Hoofdluis 6.16 Gevonden en verloren voorwerpen 6.17 Sponsoring 6.18 Foto- en video opnamen 6.19 Ziek melden en noodadressen 7 NAMEN & ADRESSEN 7.1 Personeel (schoolnaam) 7.2 Stichting Voorschools en Primair Onderwijs De Linge 7.3 Medezeggenschapsraad (schoolnaam) 7.4 Ouderraad (schoolnaam) 7.5 Jeugdgezondheidszorg 7.6 Inspectie van het onderwijs 7.7 Leerplichtambtenaar 7.8 Externe vertrouwenspersoon 7.9 Schoolverzekering 7.10 Peuterspeelzaal 7.11 Verkeersouder en werkgroep Verkeer 7.12 Contactouder en werkgroep Catechese 7.13 Overblijfgroep (schoolnaam) 7.14 Voor-, tussen- en buitenschoolse opvang 7.15 Contactouder werkgroep hoofdluis 7.16 Overige namen en adressen

VOORWOORD 1 DE SCHOOL: WIE ZIJN WIJ? Deze schoolgids is een praktische handleiding waarin onze visie, de basiselementen van ons aanbod en de afspraken die tussen school en ouders gelden, worden beschreven. Op veel van uw vragen zal hier een antwoord worden gegeven, maar vanzelfsprekend kunt u ook altijd terecht bij de leerkrachten en de directeur, of in deze gids genoemde contactpersonen. In onze schoolgids spreken we steeds over ouders. Met ouders bedoelen we alle volwassenen die de zorg voor leerlingen hebben. 1.1 Naam, adres, telefoon, fax, e-mail, website Naam school: Katholieke Basisschool De Wieling Adres: Kolkweg 5 6685 BC Haalderen Postadres: Postbus 110 6680 AC Bemmel Telefoon: 0481 462172 E-mail: wieling@delinge.nl Website: www.basisschooldewieling.nl 1.2 Schoolbeschrijving Kenmerken van de school De Wieling is een katholieke basisschool in het dorp Haalderen, gemeente Lingewaard. Op onze basisschool zijn alle leerlingen, ongeacht hun godsdienst of levensbeschouwing, welkom. Van niet katholieke leerlingen verwachten wij wel dat ze de grondslag van de school respecteren. Het open karakter van onze school wordt mede ingegeven doordat De Wieling de enige school voor primair onderwijs in Haalderen is. We vinden het belangrijk op onze school ook aandacht te geven aan andere levensbeschouwelijke waarden in onze samenleving. De Wieling neemt een centrale plaats in binnen de dorpsgemeenschap. Er bestaat een grote betrokkenheid van de ouders uit het dorp bij de school. Op allerlei manieren wordt er door de ouders meegewerkt, meegedacht en meegeleefd. De school heeft de beschikking over negen groepslokalen en valt sinds 1998 onder het bevoegd gezag van de Stichting voor Primair Onderwijs De Linge. Het schoolklimaat Uit een onder de ouders gehouden onderzoek bleek dat velen de sfeer waarin een kind opgroeit belangrijk vinden. De Wieling schept een vriendelijk, veilig en ordelijk klimaat. Elk kind kan zich hier optimaal ontwikkelen.

- Onze school is afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerling. Elk kind moet zich naar eigen aanleg, tempo en belangstelling kunnen ontwikkelen. Ieder kind heeft een eigen persoonlijkheid, een eigen identiteit. Binnen de mogelijkheden die er zijn, houden we hier zoveel mogelijk rekening mee door allerlei vormen van differentiatie toe te passen, door de uitgebreide leerlingenzorg en door de individuele waardering van de leerlingen door de leerkrachten. - Het leren beschouwen we als een vanzelfsprekende en plezierige activiteit, met als doel het steeds zelfstandiger worden van de leerlingen. Samen leren, samenwerken en zorg dragen voor elkaar, staan hoog in ons vaandel. - Wij scheppen zo veel mogelijk leersituaties die bijdragen aan een continu ontwikkelingsproces bij kinderen. Alle aspecten van de ontwikkeling, zoals de verstandelijke, sociaalemotionele, zintuiglijke, motorische en creatieve krijgen aandacht. Ze dragen bij aan de ontwikkeling tot zelfstandige en positief kritisch denkende mensen. Schoolorganisatie Onze school werkt volgens het principe van het leerstofjaarklassensysteem. Dit betekent dat alle kinderen van hetzelfde leerjaar in een groep bij elkaar zitten. Soms kiezen we voor het maken van combinatiegroepen, waarin kinderen geplaatst worden in een groep die uit meerdere jaargroepen bestaat. Binnen de jaargroepen volgen de kinderen hetzelfde jaarprogramma. Natuurlijk zijn er individuele verschillen. Daarom vindt differentiatie plaats naar aanleg en tempo van het kind, maar ook naar de aard van de activiteit. We streven ernaar, dat alle kinderen de minimumdoelen bereiken. Een kind dat meer aankan, krijgt verrijkingsstof. Steeds vaker vinden groepsdoorbrekende activiteiten plaats. Kinderen die zich sneller ontwikkelen krijgen ook andere taken aangeboden. Dit geldt uiteraard ook voor die kinderen die zich langzamer ontwikkelen. Op deze wijze krijgen de meeste leerlingen de beste mogelijkheden om de totale leerstof van de basisschool te doorlopen. De kinderen hebben steun aan elkaar, waarbij de leerkracht inspeelt op de specifieke moeilijkheden van het leerjaar. Een uitzondering op het leerstofjaarklassensysteem vormen de groepen 1 en 2. Deze kinderen zitten in een groep van 4 tot en met 6-jarigen, omdat bij de jongere kinderen de totale ontwikkeling dan beter tot zijn recht komt. Wij vinden het belangrijk om een aantal activiteiten gezamenlijk te doen, zoals vieringen, projectwerk en de sportdag. 1.3 Schoolnaam Wieling betekent: kolk of werveling. Die naam staat enerzijds voor onze verbinding met de omgeving en anderzijds voor ons streven om voortdurend in ontwikkeling te zijn.

1.4 Bestuursvorm en organisatiestructuur Onze school is één van de negen basisscholen die horen bij Stichting Voorschools en Primair Onderwijs De Linge. De volgende scholen in de gemeente Lingewaard maken deel uit van De Linge: De Borgwal te Bemmel, Mikado te Bemmel, Donatushof te Bemmel, Doornick te Doornenburg, Het Drieluik te Huissen, Marang te Angeren, Pius X te Bemmel, De Vonkenmorgen te Gendt en De Wieling te Haalderen. De directeurbestuurder vormt tevens het bevoegd gezag van het peuterspeelzaalwerk in de gemeente, die de volgende peuterspeelzalen beheert voor kinderen vanaf 2 jaar tot 4 jaar: t Blagehöfke te Huissen, Dikkie Dik te Huissen, Gijsje te Doornenburg, Hummelhonk te Bemmel, Het Olifantenbos te Bemmel, Peuterhofje te Haalderen, Pinkeltje te Angeren, De Vlindertuin te Huissen, De Zandkabouter te Huissen. Door inhoudelijke samenwerking tussen voorschoolse voorzieningen en basisonderwijs versterken we de doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen van 2 tot en met 12 jaar. Vanaf 2013 is het Integraal Kind Centrum De Vonkenmorgen in Gendt onderdeel van De Linge als een voorziening voor kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en basisonderwijs voor kinderen van 0-13 jaar van 7 uur tot 18 uur met één pedagogisch klimaat met één leidinggevende en onder één dak. In de toekomst zullen ook andere Lingelocaties zich door ontwikkelen naar Integrale Kind Centra, omdat dit kinderen de beste kansen biedt op een doorgaande lijn in opvang, onderwijs, ontwikkeling, opvoeding en ontspanning. CR = Cliëntenraad PV= Personeelsvergadering GMR = Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad MR= medezeggenschapsraad

Inspraak van ouders via de medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) in het onderwijs is wat de naam zelf al zegt: een orgaan voor medezeggenschap. Voor inspraak dus. Inspraak betekent: meespreken en meebeslissen over de inhoud en de uitvoering van het onderwijs op de school en wat de schoolleiding doet of laat. Door de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) heeft de MR veel inspraakmogelijkheden gekregen. In de MR zijn zowel de ouders als het onderwijzend personeel vertegenwoordigd. De MR overlegt met de directeur over belangrijke schoolzaken, zoals verbeteringen in het onderwijs, de keuze van een lesmethode, het schoolplan en de schoolgids. In de WMS is geregeld of de MR instemming moet geven of alleen advies. De MR draagt bij aan openheid, onderling overleg en gelijke behandeling. De vergaderingen van de MR zijn openbaar. De directeur woont een deel van de vergaderingen bij, maar is geen lid van de MR. De MR van De Wieling bestaat uit drie ouders (Sabine Tates, en Kees Stunnenberg) en twee leden van het onderwijzend personeel ( Fannie Teunissen en Marga Huisman). Naast de MR is er ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). De GMR overlegt met de directeur van Stichting De Linge. De GMR heeft inspraak in zaken die beter op bovenschools niveau (= voor alle scholen binnen Stichting De Linge) geregeld kunnen worden, zoals personeelsbeleid en vakantieplanning. Elke school binnen De Linge heeft verplicht twee vertegenwoordigers bij de GMR, vanuit onze school zijn dat Linda Stevens en (vacature)in hoofdstuk 7 kunt u het email adres van de MR vinden. 2 WAAR STAAN WIJ VOOR? 2.1 Strategisch beleidsplan De Linge Leren kun je altijd, overal en met iedereen. Immers, ieder moment geeft de mogelijkheid een stap vooruit te zetten, iedere situatie biedt de kans een volgende fase van ontwikkeling in te gaan. Dit vraagt een proactieve houding, een voortdurende gerichtheid te willen blijven ontwikkelen en leren. Om dat te realiseren, bieden we maximaal support, hebben we hoge verwachtingen en stellen we hoge doelen aan kinderen en onszelf. Want dat daagt uit om het beste eruit te halen. Peuterspeelzalen en basisscholen van De Linge willen excelleren in de breedste zin. We zien educatie als de sleutel voor kinderen tot groei, welzijn en gezondheid. Ook het bundelen van de krachten is een uitgangspunt dat we in de volle breedte oppakken. Helemaal nu de actuele context van teruglopende leerlingenaantallen als gevolg van krimp om passende antwoorden vraagt. Of het nu gaat om samenwerkend leren van kinderen, inzet en professionalisering van medewerkers of om fusie met partners: daar waar verdergaande samenwerking mogelijk is, doen we dat. De kansen zien en pakken! Het vergroten van de mogelijkheden, zowel binnen onze peuterspeelzalen en basisscholen, en ook met de partners in de wereld om ons heen, binnen ons motto: Samen leren met onderlinge verschillen Ieder kind het passende integrale en brede educatieve aanbod geven dat zijn of haar talenten maximeert. Daarvoor zet iedereen binnen De Linge zich met hart en energie in. De strategische beleidsvoornemens van De Linge voor de periode 2012 2016 zijn kaderstellend geformuleerd. Een open formulering op hoofdlijnen biedt de schoolteams ruimte het aanbod passend bij hun school vorm te geven. Bij het ontwerpen van het plan zijn medewerkers, leerlingen, ouders en externe partners maximaal betrokken. Op www.delinge.nl vindt u een volledige beschrijving van het strategisch beleidsplan Passie voor Leren! 2.2 Wat betekent dat voor De Wieling? Schoolplan 2012-2016 In ons schoolplan voor de beleidsperiode 2012-2016 hebben we het meerschools beleid naar specifiek beleid voor De Wieling vertaald. Hierin werken we de door de school te bereiken resultaten uit. In het voorjaar van 2011 is onder ouders en leerlingen een tevredenheidsonderzoek afgenomen. Bij de samenstelling van het schoolplan is rekening gehouden met aanbevelingen. Terugblik: wat hebben we al gerealiseerd? Evaluatie jaarplan 2012-2013 Het toetsen op inhoud en opbrengst van ontwikkelactiviteiten, begint bij onszelf. Evalueren van eigen handelen is belangrijk, op grond daarvan kan het veranderingsproces starten. Hieronder volgt een rapportage over de geboekte resultaten bij de verschillende projecten vorig schooljaar: In het schooljaar 2012-2013 hebben we de eerste stappen gezet op weg naar de realisering van ons schoolplan. Om het doel : meer integratie van de vakken dichterbij te brengen hebben we dit jaar bij wijze van proef twee schoolbrede projecten opgezet. Bouw je eigen droomhuis en Afrika waren de thema s. De projecten zijn vormgegeven door de leerkrachten. Bij het Afrika project werden we ondersteund door de Stichting Ontwikkelingssamenwerking Lingewaard. De leerkrachten lieten zich bij het formuleren van de opdrachten leiden door de theorie van de Meervoudige Intelligentie. Alle teamleden woonden in het afgelopen schooljaar een scholing bij rondom dit principe. Ook werden 4 leerkrachten geschoold in het integreren van de kunstvakken in de lespraktijk van alledag middels een cursus Voorbij de kaders. Om het doel: de leerling wordt in toenemende mate eigenaar van zijn eigen leerproces te bereiken hebben we de volgende stappen gezet : Alle leerkrachten hebben aandacht besteed aan de wijze waarop ze met kinderen in gesprek gaan. De onderwijskundig begeleider heeft in alle klassen de interactie tussen leerkracht en leerling gefilmd

en we hebben deze fragmenten met het hele team besproken. In de groepen 7 en vooral 8 werd veelvuldig projectmatig gewerkt met de leerlingen als regisseur. Om te werken aan het doel : verbeteren van de resultaten van het begrijpend lezen en de woordenschat hebben we hulp gehad van een deskundige van de schoolbegeleidingsdienst. Naast het verzorgen van een tweetal studiebijeenkomsten heeft hij klassenbezoeken afgelegd en alle leerkrachten individueel feed back gegeven op hun les begrijpend lezen of woordenschat. Voor het eerst gaven we dit jaar Engels in alle klassen. Het is ons en de kinderen goed bevallen. Het was ook het eerste jaar van onze eigen moestuin. Zaaien, wieden, oogsten en koken waren een belevenis voor de kinderen. De nieuw aangeschafte methode voor bewegingsonderwijs werd volop gebruikt, tot grote tevredenheid van alle leerkrachten. Beide groepen 6 deden mee aan het project Blazersbende. Een twaalftal instrumentale lessen van professionele muziekdocenten leidde tot een fantastisch concert! Tot slot : natuurlijk behielden we onze inzet op technisch lezen, effectief rekenonderwijs en spelling! Jaarplan 2013-2014: waar gaan we dit jaar aan werken? Ieder schooljaar realiseren we een stukje van onze doelen. In het jaarplan is vastgelegd met welke ontwikkelonderwerpen we in het schooljaar 2013-2014 aan de slag gaan. Verschillende teamleden vormen een projectgroep, die een ontwikkelonderwerp aanpakt. Jaarplan 2013-2014 : Meer integratie van de vakken: Het projectmatige werken krijgt een vervolg. Ook komend jaar gaan we twee projecten uitvoeren, ditmaal op aansluitende middagen. Vanuit het landelijk en provinciaal gesubsidieerde project Cultuur met kwaliteit krijgen we hulp bij de voortgang van de integratie van de kunstvakken in ons onderwijs. Ook de Blazersbende (orkestlessen) kunnen we weer realiseren dit jaar dankzij deze middelen. De leerling wordt in toenemende mate eigenaar van zijn eigen leerproces: Ook in het volgend schooljaar gaan we in alle klassen de interactie tussen leerkracht en leerling filmen en bespreken, ditmaal meer toegespitst op open situaties. Verbetering van de kwaliteit van het vragen stellen is hierbij het doel. In alle groepen continueren we de bevordering van de zelfstandigheid van de leerling. De kwaliteit van de weektaak is daar een belangrijk onderdeel van. Verbeteren van de resultaten van het begrijpend lezen en de woordenschat: De focus ligt het komend schooljaar op de groepsoverzichten en groepsplannen voor begrijpend lezen en woordenschat. Met hulp van onze begeleider van de schoolbegeleidingsdienst proberen we tot verdieping te komen. We experimenteren met nieuwe werkvormen om het woordenschatonderwijs beter aan te laten sluiten bij alle leerlingen. Engels in alle groepen: De roostertijd wordt iets uitgebreid en voor de groepen 1 tot en met 4 schaffen we aanvullende materialen aan. Ons project Children connecting the world pakken we weer voortvarend op. Individuele vaardigheidsgroei monitoren : We gaan structureler aandacht besteden aan het volgen van de individuele vaardigheidsgroei van onze leerlingen. In de groepsbesprekingen en de schoolzelfevaluatie krijgt het bespreken van de vaardigheidsgroei een grotere plek. Buitenterrein: En ons buitenterrein blijft work in progress. 3 ONDERWIJS & BEGELEIDING 3.1 HOE ZIET ONS ONDERWIJS ER UIT? 3.1.1 Inschrijving en toelating Aanmelding en toelating nieuwe kinderen Nieuwe leerlingen kunnen zich het gehele schooljaar aanmelden. In februari / maart kunnen nieuwe ouders kennis maken met onze school. In deze periode zijn er rondleidingen en kunnen ouders zien hoe er op school gewerkt wordt. Inschrijfformulieren zijn op school verkrijgbaar. Na de aanmelding volgt een intakegesprek om verdere informatie uit te wisselen. Kinderen die in de periode tot 1 oktober van het nieuwe schooljaar vier jaar worden, mogen direct bij de start van het schooljaar naar school. In overleg met de leerkracht komen zij hele- of halve dagen om te wennen aan het schoolgebeuren. Kinderen die later in het schooljaar vier jaar worden, krijgen een uitnodiging met daarop de datum waarop ze voor het eerst op school verwacht worden. Voorafgaand aan de week waarin ze vier worden, mogen ze enkele ochtenden meedraaien. Na verloop van tijd, als de kinderen gewend zijn, mogen de ouders een ochtend meedraaien in de groep. Vanaf begin juni worden er geen nieuwe kleuters meer geplaatst. Aan het begin van het nieuwe schooljaar vinden in alle groepen ouderavonden plaats. Hier krijgen ouders informatie over het onderwijsprogramma voor de betreffende groep. Kinderen van andere basisscholen Het komt voor dat kinderen van andere scholen de overstap maken naar onze school, bijvoorbeeld na een verhuizing. Als nieuwe school ontvangen

we -met toestemming van ouders- gegevens en resultaten van de vorige school. Ook informatie van eventuele externen, bijvoorbeeld een logopediste, fysiotherapeut of psycholoog, wordt overgedragen. Overleg vindt plaats tussen de intern begeleiders van beide scholen met uitwisseling van gegevens. De directie neemt de beslissing over plaatsing, waarbij afstemming tussen de vraag van het kind en het aanbod van de school als belangrijkste voorwaarde geldt. Passend Onderwijs Scholen hebben vanaf 1 augustus 2014 een zorgplicht: scholen hebben de verantwoordelijkheid om voor alle leerlingen, ongeacht hun beperking, een passend onderwijsaanbod te realiseren. Wanneer een school dit aanbod niet (volledig) zelf kan verzorgen, moet zij dit binnen hun regionale samenwerkingsverband in overleg met andere scholen/besturen realiseren. Onze school maakt deel uit van Samenwerkingsverband (SWV) Passend Onderwijs 25-06 regio Arnhem e.o. Voor deze regio, bestaande uit de gemeenten Lingewaard, Overbetuwe, Arnhem, Renkum, Rheden en Roozendaal, is met alle besturen en scholen voor primair en speciaal onderwijs dit nieuwe samenwerkingsverband opgericht. Hierin zijn scholen voor regulier en speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in de clusters 3 en 4 vertegenwoordigd. De scholen leggen de afspraken van het samenwerkingsverband eens in de vier jaar vast in een ondersteuningsplan. Hierin vermeldt het samenwerkingsverband onder meer: hoe ze passend onderwijs in hun regio kunnen realiseren; hoe ze het geld voor de extra ondersteuning verdelen en besteden; hoe ze ondersteuning voor leerlingen in het gewone onderwijs toewijzen; hoe de verwijzing naar het speciaal onderwijs gaat verlopen en hoe ze ouders informeren over de manier waarop de ondersteuning voor leerlingen is ingericht. Kinderen met een handicap De Lingescholen bieden dus passende onderwijsondersteuningsarrangementen aan alle leerlingen. Na een aanmelding door ouders, start een gesprek over de verdere procedure. De ouders geven toestemming om gegevens over hun kind elders op te vragen. De intern begeleider en de directie bespreken en analyseren de gegevens, waarbij alle facetten meewegen. Doel is een school te vinden waar het kind tot zijn recht komt. Mochten er nog onduidelijkheden zijn, dan kan de school besluiten tot verder onderzoek. Na toelating van de leerling volgt een gesprek met de ouders. Hierbij worden de afspraken over de begeleiding schriftelijk vastgelegd. Bij niet-plaatsing volgt een gesprek met de ouders, waarbij de school de onderbouwing op schrift zet en met de ouders naar alternatieven zoekt. De intern begeleider begeleidt de ouders bij het vinden van een passende, andere school. 3.1.2 De vakken nader bekeken Groep 1 en 2. De methode Schatkist. Kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar ontwikkelen zich als een totaliteit. Aan al die ontwikkelingen wordt veel aandacht gegeven. Veel van die activiteiten bestaan uit spel. We scheppen zoveel mogelijk een onderwijsleersituatie die het mogelijk maakt een continu ontwikkelingsproces te bewerkstelligen. De methode Schatkist sluit perfect aan bij de ontwikkelingen die een kleuter doormaakt. Met Schatkist bieden we onze kinderen een aantrekkelijk en beredeneerd aanbod op de gebieden mondelinge taal, woordenschat, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, sociaal-emotionele ontwikkeling, wereldoriëntatie, kunstzinnige oriëntatie en motorische ontwikkeling. Elk jaar komen in de kleutergroepen bepaalde thema s aan bod, zoals de seizoenen en de jaarlijkse feestdagen. Daarnaast is er ruimte voor leerkrachten, om zelf thema s te kiezen. De methode Schatkist biedt 4 verschillende ankerpakketten. In elk ankerpakket zitten vier ankers met de daarbij behorende materialen: Pakket 1: Een nieuw schooljaar, Herfst, Dieren, Boeken Pakket 2: Winter, Vriendjes, Feest in december, Een nieuw jaar Pakket 3: Lente, Familie, Vertel r maar, De wereld rond Pakket 4: Zomer, Eropuit, Buiten spelen, Einde schooljaar Schatkist biedt dus in totaal 16 ankers. Een anker is een dieper uitgewerkt thema, wat een ankerverhaal bevat waarmee een betekenisvolle context wordt gecreëerd. Het voorlezen van het ankerverhaal is de kapstok voor activiteiten rondom taal, gecijferdheid, en omgaan met emoties. Het verkennen van het anker en opdoen van ervaringen staan hierbij centraal. De methode Schatkist stimuleert zoals gezegd de brede ontwikkeling van kleuters. De methode richt zich daarbij op de tussendoelen, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, mondelinge taal, woordenschat, sociaal-emotionele ontwikkeling en wereldoriëntatie. In elk anker worden deze centraal gesteld. Schatkist blijft ook verrassen met speelse activiteiten en aanvullende materialen. Zoals de reuzenboeken en vertelplaten, kleuterspellen, en het Li-la-liedjesboek. De pop Pompom speelt de hoofdrol. En via de letter- en cijfermuur, tijdwijzer en computerspelletjes komen beginnende geletterden gecijferdheid volop aan bod.

Op onze school werken we aan 6 schatkistthema s per jaar. Deze worden vooraf vastgesteld en in de jaarplanning opgenomen. Er is per thema steeds een gezamenlijke activiteit met alle kleutergroepen. Een thema duurt ongeveer 3 á 4 weken. Tijdens niet-schatkistweken worden de structuren, routines en werkvormen die Schatkist biedt vastgehouden. Naast Schatkist maken wij gebruik van de map Fonemisch Bewustzijn, Kijk en Doe, en de map Beginnende Geletterdheid. Taal leesonderwijs. We willen met ons taalonderwijs aansluiten bij de spontane ontwikkeling van geletterdheid van kinderen van groep 1 t/m groep 3. Een rijke taalomgeving zorgt ervoor dat kinderen vooral plezier blijven beleven aan lezen en schrijven. Zo wordt een vloeiende overgang van groep 2 naar groep 3 bewerkstelligd. Op onze school wordt voor het aanvankelijk lezen gebruik gemaakt van de methode Veilig Leren Lezen. Een methode voor kindgericht leesonderwijs, die mogelijkheden biedt voor zelfstandig werken aan de hand van differentiatiematerialen. Er is op school veel zorg en aandacht voor kinderen met leesproblemen. Dit komt tot uitdrukking in ons dyslexieprotocol. We volgen de kinderen nauwlettend en stellen zonodig handelingsplannen op. In de groepen 4 t/m 8 maken wij voor het voortgezet technisch lezen gebruik van de methode Estafette. Deze methode is gericht op gedifferentieerd leesonderwijs en biedt zowel basisinstructie als verlengde instructie. Met uitdagende leermaterialen (ook voor de hogere jaargroepen), leesboeken, omnibussen en werkboeken volgens de nieuwe AVI-richtlijnen en de nieuwe CITO-toets voor technisch lezen is dit een complete methode voor de bovenbouw. Verder maken wij in de groepen 4 tot en met 8 voor het begrijpend en studerend lezen gebruik van de methode Nieuwsbegrip. Dit is een aanpak waarbij leerlingen een tekst lezen over een actueel onderwerp. De achterliggende gedachte van de methode is dat de actualiteit de leerlingen zal motiveren om de tekst te lezen. Aan de actuele tekst zijn woordenschat- en leesbegripoefeningen gekoppeld. Nieuwsbegrip is uitdagend voor alle niveaus. Ook voor een leerling uit groep 8 die al go beroep doen op verschillende intelligenties. Daarnaast gaat het lezen van teksten in een rolwisselende vorm, waarbij kinderen met elkaar en van elkaar leren lezen. De werkvormen zijn iedere week anders, maar herhalen zich om de vijf weken om de leerling strategieën aan te leren bij het lezen en begrijpen van teksten. Voor het vrij lezen zijn er leesboeken in de groepen, die voor een deel regelmatig worden gewisseld in de Bibliotheek. Nederlandse taal Na de zogeheten beginnende geletterdheid in de kleutergroepen en het lees- taalonderwijs in groep 3, wordt in groep 4 de taalmethode Taal in Beeld geïntroduceerd. Taal is voor de mens het belangrijkste communicatiemiddel. Door taal kan hij contacten onderhouden met de ander. Taal wordt echter ook gebruikt om de wereld om ons heen te ordenen en dient tevens als expressiemiddel. We kunnen er onze emoties, bedoelingen en ervaringen mee uitdrukken. Taal in Beeld sluit aan bij deze drie functies van taal. Er worden gevarieerde taalgebruiksituaties gecreëerd, waarbij de kinderen hun communicatieve vaardigheden kunnen oefenen. Oefeningen in ordenen en structuur aanbrengen komen veelvuldig voor.

Tenslotte doet deze methode veel aan expressief taalgebruik. Er wordt veel aandacht besteed aan doelgerichte begeleiding van de individuele leerling. Het leerlingenboek bevat basis- en keuzestof. De keuzelessen en uitloopopdrachten kunnen worden gebruikt als verrijkingsstof, om verschillen in tempo op te vangen en om aan te sluiten bij de individuele belangstelling van de kinderen. Voor het spellingonderwijs wordt Spelling in Beeld gebruikt. In Spelling in Beeld wordt ook weer zoveel mogelijk gezocht naar aansluiting bij de schriftelijke taaluiting van het kind. Beide onderdelen: het taalprogramma en het spellingprogramma, sluiten functioneel op elkaar aan. Schrijven Voordat het kind op de basisschool komt, beheerst het al een deel van de moedertaal. Het kan immers al spreken en luisteren. De taalvaardigheden lezen en schrijven beheerst het kind nog niet. Al in de kleutergroep wordt aan de hand van de methode Schrijfdans gewerkt aan de voorbereidende schrijfoefeningen. Deze schrijfbewegingen worden gedurende de schoolcarrière van het kind consequent volgehouden en niet onderbroken. Verder wordt er door de leerlingen van groep 2 gewerkt in de voorloper van Pennenstreken. Sinds vijf jaar is de methode Pennenstreken ingevoerd. In deze methode wordt de fijne motorische ontwikkeling met behulp van systematische oefeningen gesteund. Dit is gericht op de communicatieve functie van het schrift, waarbij aandacht wordt besteed aan leesbaarheid, schrijfsnelheid en toepassing van het schrift in functionele situaties. Rekenen en wiskunde Voor dit vakgebied werken wij met Wereld in Getallen, een realistische reken- en wiskunde methode. Realistisch wil zeggen dat het rekenen wiskundeonderwijs zijn zin ontleent aan de herkenbaarheid en toepasbaarheid in het dagelijks leven. Kinderen krijgen te maken met situaties uit het leven van alledag en proberen van hieruit zich de begrippen en vaardigheden eigen te maken die ze nodig hebben om praktische problemen op te lossen. Geen trucs en maniertjes, maar inzicht en eigen oplossingsmethoden. Alle kinderen binnen de groep zijn gelijktijdig bezig met rekenen. Belangrijk hierbij is het organisatiemodel. Wanneer de ene groep instructie krijgt (de leerkrachtgebonden les), is de andere groep zelfstandig aan het werk. Wereldoriëntatie Op De Wieling wordt regelmatig met de kinderen gesproken over de wereld waarin wij leven, de onmiddellijke omgeving van het kind, over hoe het vroeger was, nu is en in de toekomst zal zijn. Het liefst trekken wij er met de kinderen op uit (excursies, schoolreisjes) of halen we de wereld in de klas (schrijvers of kunstenaars op school, spreekbeurten, tentoonstellingen). Dit is helaas niet altijd mogelijk. Maar ook met video s, computerprogramma s en schooltelevisie is een heldere kijk op de werkelijkheid mogelijk. Naast de ervaringsgerichte aanpak van wereldoriëntatie in de kleutergroepen, wordt voor de wereldoriënterende vakken vanaf groep 3 een methode gebruikt. Deze bewaken een doorgaande leerlijn en zorgen voor een brede algemene ontwikkeling van de kinderen. We vinden het belangrijk om kinderen al jong vertrouwd te maken met het voorbereiden van presentaties, het houden van een spreekbeurt of het maken van een werkstuk. Vele vaardigheden worden hierbij geoefend, zoals het verzamelen en selecteren van informatie, het verwerken van dit materiaal en het netjes verzorgen ervan (in de bovenbouw met ICT). Deze vaardigheden zijn ook in het voortgezet onderwijs erg belangrijk. Geschiedenis Voor het vakgebied geschiedenis gebruiken wij vanaf groep 4 de methode De Trek. Het uitgangspunt voor De Trek is dat leerlingen geschiedenis leren door deze zelf te beleven, bijvoorbeeld door zich even een echte jager of jonkvrouw te voelen. Vanuit deze beleving krijgen ze een realistisch beeld van de geschiedenis. Die beleving krijgt onder andere vorm door het gebruik van unieke multimediale materialen. Leerlingen gaan op hun eigen niveau met alle materialen actief aan de slag. De Trek is gericht op actief en zelfstandig leren en speelt in op meervoudige intelligentie. Leerlingen leren dus op hun eigen manier en niveau. De Trek biedt leerlingen gereedschap aan in de vorm van onderzoeksvaardigheden. Deze vaardigheden stellen leerlingen in staat om meer zelfstandig te leren en te ontdekken. Aardrijkskunde Wij hebben gekozen voor De Blauwe Planeet, een methode die leerlingen met andere ogen leert te kijken, hun blik op de wereld te verruimen. Verbazing en nieuwsgierigheid zijn daarbij belangrijke ingrediënten. De Blauwe Planeet is opgebouwd rond vier thema s. Elk thema wordt in elke groep twee keer behandeld. Inhoudelijk verschuift het accent van de eigen omgeving, naar dat van de wereld. Kinderen leren leren, ze zoeken achtergrondinformatie, bekijken kaarten en grafieken. Het zijn vaardigheden die kinderen in het dagelijks leven goed kunnen gebruiken. Ze doen bronnenonderzoek, analyseren en interpreteren, alleen of in groepjes. Binnen de Blauwe Planeet is uitgebreide aandacht voor Topografie. Leerlingen leren kaartvaardigheden en omgaan met thematische en topografische kaarten. Natuuronderwijs Voor de inrichting van ons natuuronderwijs gebruiken we de methode Natuniek. Deze methode combineert lessen natuur met lessen techniek. Natuniek is een echte doe methode. Kinderen gaan actief op onderzoek uit in hun eigen omgeving.

Ze kijken, voelen, doen en staan stil bij vanzelfsprekende dingen zoals een warme douche of de versnelling van je fiets. Natuniek is concentrisch opgebouwd rond vier natuur en vier techniek thema s. Tijdens de themalessen maken de leerlingen op een aansprekende manier kennis met begrippen en processen uit de natuur of de techniek. Tijdens de projecten brengen ze deze inzichten vervolgens zelf in de praktijk. In elk thema is er aandacht voor milieu en duurzaamheid. Ook is er ruime aandacht voor gezondheid. Kinderen worden uitgenodigd na te denken over gezonde en ongezonde gedragingen en we laten de kinderen nadenken over verbeterpunten. Verkeersonderwijs Doel van ons verkeersonderwijs is: kennis en vaardigheden bijbrengen alsmede sociaal gedrag aanleren, waardoor een veilige verkeersbeleving bij kinderen bereikt wordt. Om dit te bereiken, werken wij in groep 5 t/m 8 met verkeersbladen: - Op voeten en fietsen voor groep 5 en 6 - De Jeugdverkeerskrant voor groep 7 en 8 De aangeboden verkeerskennis en verkeerssituaties sluiten aan bij het gedrag van het kind als voetganger, speler, passagier en fietser. In de werkboekjes staan opdrachten waarmee leerlingen direct - individueel of in groepjes aan de slag kunnen. In groep 7 doen de kinderen tenslotte mee aan het Nationaal Verkeersexamen. Om de kennis, vaardigheden en houdingen op niveau te houden, wordt er in de bovenbouw verder geoefend. Engelse taal We geven onderricht in de Engelse taal in alle groepen. In groep 1 en 2 in de vorm van liedjes, versjes, prentenboeken en spelletjes. In de groepen 3 t/m 8 gebruiken we de methode Take it easy. De methode maakt gebruik van het digibord en vanaf groep 5 ook van werk- en methodeboekjes. De lessen zijn thematisch van opbouw en er wordt veel gebruik gemaakt van herhaling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Dagelijks zijn we binnen onze school bezig met sociaal-emotionele ontwikkeling. Het omgaan met gevoelens van jezelf of van een ander, het oplossen van conflicten, noem maar op. Een goede sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen staat aan de basis van het welbevinden en leren op school. In ons beleidsplan sociale veiligheid staat het bevorderen van sociaal gedrag, moreel besef (waarden en normen) en een gezonde emotionele ontwikkeling centraal. Onderwerpen als zorg en respect, geweld, pesten, keuzes maken, zorgzaamheid, verdriet, faalangst en blijdschap komen aan bod. Actief burgerschap Lingescholen vinden het belangrijk dat de school zelf ook een gemeenschap is, waar kinderen en volwassenen leren samen te werken en samen te leren. Leerlingen worden serieus genomen en delen mede de verantwoordelijkheid voor een plezierige en veilige omgeving. De school is een open gemeenschap. Leren gebeurt niet alleen op school. Daarom onderhouden de Lingescholen contacten met instanties en organisaties die aan het leren kunnen bijdragen. De school staat midden in de maatschappij en haalt de maatschappij naar binnen. Een meerschools beleidsplan beschrijft de basiswijze waarop de Lingescholen in hun onderwijs aandacht besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Onze school heeft de eigen beginsituatie beschreven en in een projectplan de vervolgstappen bepaald. Bewegingsonderwijs Voor de kleutergroepen zijn spel en beweging dagelijks in het programma opgenomen. Zij maken

hiervoor gebruik van de gymzaal of de speelplaats. Behalve de groepen 1 en 2 maken ook de andere groepen gebruik van de gymzaal. In groep 3 tot en met 8 staat tweemaal per week een les van drie kwartier bewegingsonderwijs op het rooster. Bij deze gaan we ervan uit dat bewegen van fundamentele betekenis is voor de totale ontwikkeling van het kind en van wezenlijk belang voor een goede gezondheid. In de lessen worden veel uitnodigende bewegingsmogelijkheden gecreëerd door veel materialen en toestellen te gebruiken. Ook laten we de kinderen vaak op diverse veldjes bewegen, zodat er veel activiteit plaatsvindt. Kunstzinnige en muzikale vorming Op onze school krijgt het vakgebied kunstzinnige en muzikale vorming veel aandacht. In alle leerjaren gebruiken we lesideeën uit de methode Moet je doen, waarin vijf onderdelen worden onderscheiden, te weten: handvaardigheid, tekenen, drama, dans en muziek. Handvaardigheid In de lessen handvaardigheid worden diverse materialen en technieken behandeld, vaak aan de hand van impressie- en voorbeeldplaten. Alle beeldaspecten (compositie, licht, lijn, kleur, ruimte, vlakvulling en vorm) komen hierbij aan bod. De kinderen leren naast het vervaardigen van driedimensionale werkstukken er ook op te reflecteren. Tekenen De opbouw van deze leerlijn is analoog aan die van handvaardigheid, maar dan in het platte vlak. Drama Er komen drie basisspelvormen vanuit taal, beweging en dramatisch spel in verschillende soorten spelen aan bod. De kinderen leren de expressieve mogelijkheden van stem, taal, houding, beweging en mimiek kennen en toepassen. De kinderen werken samen en leren op elkaar in te spelen. Ze leren bewuster omgaan met hun eigen gedrag en dat van anderen. Dans Het gaat hier om verschillende aspecten van dans, te weten: dansexpressie, kinderdans en dansbeschouwing. Er wordt eenvoudig gestart en de opbouw vindt plaats aan de hand van uitleg, illustraties, muziek en videofragmenten. Muziek De methode werkt volgens het klank-vormbetekenismodel: een les is altijd toegespitst op een van deze drie aspecten van muziek. In de lessen wordt muziek gemaakt, naar muziek geluisterd, over muziek gesproken, op muziek bewogen en muziek vastgelegd. Naast de basislessen uit Moet je doen, mag de leerkracht voor een deel de lessen kunstzinnige en muzikale vorming naar eigen inzicht invullen. We besteden in de bovengenoemde lessen ruime aandacht aan zowel het proces als het product. De producten worden dikwijls gebruikt in de vieringen op onze school, waardoor zij functioneel worden gemaakt en door een groot publiek worden gewaardeerd. Naast de reguliere lessen zijn er op school dikwijls kunstzinnige en muzikale projecten en bezoekt iedere groep jaarlijks een voorstelling en/of film. Dit laatste gebeurt in samenwerking met de Open Academie. Computeronderwijs Ontwikkelingen op het gebied van ICT blijven ook de komende jaren onze aandacht vragen. In de samenleving speelt ICT een steeds grotere rol. Wij kiezen ervoor deze ontwikkeling te volgen. ICT ondersteunt zowel het managementproces als het onderwijsleerproces. De computer biedt vele mogelijkheden tot het scheppen van een krachtige leeromgeving en in het kader van adaptief onderwijs vergroot het de mogelijkheden om aan te sluiten bij het niveau en de belevingswereld van de individuele leerling. Het gebruik maken van ICT bevordert de verbetering van de actualiteit, kwaliteit, effectiviteit en attractiviteit van het onderwijs. Het gebruik van de computer in de school is geen doel op zich. ICT is een hulpmiddel om onze onderwijsdoelstellingen te bereiken. Wij willen een geïntegreerd gebruik van de computer in het onderwijs. Hierbij denken we aan de volgende mogelijkheden om ICT in te zetten: - ICT als leermiddel in het reguliere onderwijs: ICT kan gebruikt worden als onderwijsinhoudelijke ondersteuning. We denken hierbij met name aan het gebruik van methodegebonden software, maar ook aan niet methodegebonden software en ICT kan ingezet worden bij de ondersteuning van het leerproces (dat gericht is op zelfstandig werken) - ICT als leermiddel in de zorgverbreding: Binnen het adaptief onderwijs kan ICT op diverse manieren ingezet worden, bijvoorbeeld remediërend of specifiek ter ondersteuning van hoogbegaafden. - ICT bij de bedrijfsvoering van de school: De vele mogelijkheden van ICT biedt De Wieling ondersteuning bij de administratie, communicatie en promotie. Ons beleid is erop gericht om voorwaarden te scheppen om goed ICT onderwijs te ontwikkelen en te borgen in ons onderwijs. Daarnaast speelt ICT een grote rol bij het moderniseren van ons onderwijs. 3.2 BEGELEIDING VAN ONZE KINDEREN 3.2.1 Sociale veiligheid Wij gaan er vanuit dat een kind zich op school prettig en geborgen voelt. Wij streven ernaar dat een kind graag naar school gaat. Een goed leefklimaat op school, waarbij een kind zich veilig en geborgen voelt, is van enorm belang. Zo kan een kind zich ontwikkelen tot een verdraagzaam mens met zelfrespect en respect voor anderen, zelfvertrouwen en de durf om verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen doen en laten. Op school gaan leerkrachten en kinderen op een plezierige en respectvolle manier met elkaar om.

Ongewenst gedrag wordt zoveel mogelijk voorkomen door een goed schoolklimaat. Daarnaast wordt dit binnen de groep en school altijd bespreekbaar gemaakt. We streven naar een open schoolgebouw waarin lesgegeven wordt volgens onze visie op het kind, het herkennen en erkennen van verschillen. Dit alles tezamen levert de bouwstenen voor een prettige ongedwongen sfeer, waarin met wederzijds respect en bewondering voor elkaar een pedagogisch klimaat gecreëerd wordt. Dit willen we op de volgende manieren bereiken: - We zijn een kindvriendelijke school. Dat blijkt uit het feit dat alle kinderen hier welkom zijn, ook kinderen met een bijzondere zorg. - Kinderen moeten met plezier naar school gaan. Dit houdt in: een open houding in het contact met ouders en leerlingen. We scheppen een prettige sfeer op school, waarbij positieve aandacht voorop staat. - Ouders worden serieus genomen, hun mening over schoolzaken telt mee. We zijn een laagdrempelige school, waarbij we open staan voor zowel leer- als overige problemen. - Leerlingen moeten zich in- en rondom de school veilig voelen. Letterlijk veilig, dankzij duidelijke afspraken die zowel in- als buiten de school gelden. Ook toezicht op het schoolplein en een veilig gebouw dragen daartoe bij. Persoonlijke veiligheid is er door kinderen het vertrouwen te geven dat ze altijd bij de leerkrachten terecht kunnen. - Kinderen worden binnen al hun mogelijkheden gestimuleerd, gecomplimenteerd en uitgedaagd. Waarbij rekening gehouden wordt met verschillen in leren, interesses en capaciteiten. Regels en afspraken In de maatschappij komt de nadruk steeds meer te liggen op het individu, zelfstandigheid en opkomen voor jezelf. Dat is een groot goed, maar tegelijk kunnen een grote vrijheid, lossere omgangsvormen en het vervagen van normen en waarden ons sociale klimaat niet bevorderen. De Wieling vindt het sociaalpedagogisch klimaat heel belangrijk. Een prettige sfeer en een veilige, respectvolle omgeving zijn de basisingrediënten. Maar die bereiken we niet vanzelf! We moeten duidelijk aangeven hoe we met elkaar omgaan. Goede afspraken en regels zullen alles in goede banen leiden. De zorg voor de veiligheid van onze kinderen is gewaarborgd in het plan sociale veiligheid, zodat gewaarborgd is dat alle kinderen zorg dragen voor een zo veilig mogelijke school waar iedereen zich prettig en geborgen voelt. 3.2.2 De speciale begeleiding van leerlingen met specifieke behoeften Bij het begeleiden van leerlingen binnen een school is het hele team betrokken. Mensen hebben echter wel verschillende rollen hierin. We kunnen de begeleiding die geboden wordt, uiteen zetten in een aantal stappen: 1. Onderwijs en begeleiding op maat binnen de - groep 2. Probleemsignalering/extra hulp 3. Begeleiding door interne consultatie 4. Externe begeleiding/aanvullend onderzoek 5. Permanente Commissie Leerlingenzorg/ Commissie van Indicatiestelling 6. Speciale school voor basisonderwijs/speciaal onderwijs Stap 1: Onderwijs en begeleiding op maat binnen de groep De basis van begeleiding ligt in de dagelijkse onderwijspraktijk. Het is onze opdracht om kinderen in staat te stellen zich individueel te ontwikkelen en te werken aan de binnen de school gestelde doelen: het passend onderwijs. Leerkrachten geven les aan leerlingen met verschillende vaardigheden en mogelijkheden. Het is een uitdaging hier goed mee om te gaan. Binnen de groep creëert de leerkracht mogelijkheden om kinderen in kleinere groepen te laten werken; op verschillend niveau, elk kind in zijn eigen tempo. Aan het einde van het schooljaar vindt een overdrachtgesprek plaats tussen de leerkracht en de leerkracht van de nieuwe groep. Begeleiding die al ingezet is, loopt direct door in het nieuwe schooljaar. Stap 2: Probleemsignalering/extra hulp Wij werken volgens de planmatige cyclus van handelings- en opbrengstgericht begeleiden: Signaleren: De groepsleerkracht signaleert een probleem bij één of meerdere kinderen op didactisch of sociaalemotioneel gebied. Dit kan zijn via observaties, via de methodes, of op basis van de gegevens van het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS). Ook voor signalen van ouders is de groepsleerkracht eerste aanspreekpunt. Probleemverkenning: Als een leerkracht een probleem signaleert bij een leerling of een groepje kinderen, brengt hij / zij dit in tijdens een groeps- of leerlingbespreking met de intern begeleider. Kerntaak van de intern begeleider is de organisatie en coördinatie van de leerlingbegeleiding. De actuele leerlingbegeleidings- en/of onderwijsontwikkelingen worden naar schoolniveau vertaald. De leerkracht legt de tijdens de groeps- of leerlingbespreking afgesproken acties vast in een groeps- of handelingsplan. In dit plan staat concreet beschreven wat de beginsituatie is, welke doelen bereikt moeten worden en op welke manier dit precies vormgegeven en geëvalueerd wordt. De leerkracht gaat hierover in gesprek met de ouders. Diagnosticering: Om een goed beeld te krijgen, is soms meer informatie nodig. De leerkracht of de intern begeleider verkrijgen deze informatie door een observatie in de groep. Ook kan verder onderzoek met behulp van materialen uit de orthotheek van de school worden verricht.

Begeleiden: De wijze van de begeleiding is afhankelijk van de vastgestelde behoefte van de leerling. We streven naar het bieden van begeleiding binnen de groep door de eigen leerkracht. Evaluatie: De leerkracht evalueert ieder handelingsplan/ groepsplan door de vraag te beantwoorden of het gewenste doel bereikt is. Is dat niet het geval, dan geeft de leerkracht aan wat de oorzaak kan zijn. Samen met de intern begeleider bespreekt hij/zij wat nu nodig is. Stap 3: Interne consultatie Wanneer de genomen maatregelen onvoldoende effect hebben, kan de intern begeleider de leerling inbrengen tijdens een bespreking met een andere intern begeleider van De Linge. De leerkracht informeert de ouders over dit gesprek en de uitkomsten hiervan. Samen met de leerkracht stellen de intern begeleiders een nieuw plan op voor in de groep. Stap 4: Externe begeleiding/aanvullend onderzoek Wanneer tijdens het consultatieve gesprek tussen intern begeleiders blijkt dat aanvullend onderzoek nodig is, worden externe en interne dienstverleners ingeschakeld. De school heeft een directe samenwerking met onderwijsbegeleidingsdienst Marant. Verder hoort onze school samen met 38 basisscholen en één speciale school voor basisonderwijs bij het samenwerkingsverband Overbetuwe (SVOB). Ook hebben we contact met de jeugdarts (ofwel vanuit haar screening, ofwel vanuit onze behoefte), de logopedist (vanuit haar screening/behandeling of vanuit onze behoefte), het KleinCasusOverleg (KCO - multidisciplinair team dat adviseert bestaande uit intern begeleider, jeugdarts en maatschappelijk werker), ZorgAdviesTeam (ZAT - multidisciplinair team dat adviseert bestaande uit intern begeleider, politie, leerplichtambtenaar, maatschappelijk werk, jeugdarts, wijkverpleegkundige en Bureau Jeugdzorg), en Centrum Jeugd en Gezin Lingewaard. Soms adviseert de school ouders een externe specialist in te schakelen, bijvoorbeeld een fysiotherapeut, kinderarts, jeugdhulpverlening of psycholoog. Uiteraard kunnen ouders ook zelf een externe specialist inschakelen. In het belang van uw kind adviseren we vooraf contact op te nemen met de school om tot een gezamenlijke onderzoeksvraag te komen. Na het onderzoek kan dan worden bekeken welke adviezen en werkpunten uit het onderzoek bruikbaar en/of haalbaar zijn voor de school. Stap 5: Permanente Commissie Leerlingenzorg/Commissie voor Indicatiestelling Onze school biedt ieder kind de begeleiding die het nodig heeft. Soms heeft een kind echter baat bij specialistische hulp, een kleinere groep en/of meer individuele aandacht. Wij overwegen dan of er een andere school is, die deze begeleiding beter kan bieden. Het kan gaan om een reguliere school voor basisonderwijs, maar ook om een speciale school voor basisonderwijs of speciaal onderwijs. Vanzelfsprekend worden deze stappen in nauw overleg met de ouders gezet. Stap 6: Speciale school voor basisonderwijs/speciaal onderwijs Er zijn op dit moment zes mogelijkheden als een kind verwezen wordt naar een andere dan een reguliere school voor basisonderwijs. Ieder type heeft een eigen commissie die bepaalt of de leerling inderdaad gebaat is bij de specifieke vorm van onderwijs. - Jonge Risico Kind. Voor kinderen t/m 6 jaar. Verbonden aan De Vlinderboom in Bemmel. - Speciaal Basisonderwijs. Kleinere groepen, meer individuele hulp mogelijk, meer expertise met name gericht op didactische problemen. Voorbeeld: De Vlinderboom in Bemmel. - Speciaal onderwijs REC 1. Cluster 1 school voor blinde en slechtziende kinderen. Voorbeeld: Sensis in Grave. - Speciaal onderwijs REC 2. Cluster 2 school voor kinderen met ernstige taal- spraak en/ of gehoorproblemen. Voorbeeld: Dr Bosschool in Arnhem en Martinus van Beek in Nijmegen. - Speciaal onderwijs REC 3. Cluster 3 school voor kinderen met een lichamelijke handicap en/of zeer moeilijk lerende kinderen of langdurig zieke kinderen (epilepsie, lage intelligentie, astma, kind in een rolstoel). Voorbeeld:St. Maartenschool te Nijmegen, SG Mariëndael te Arnhem. - Speciaal onderwijs REC 4. Cluster 4 school voor kinderen met gedragsproblemen (ADHD, autisme, opstandig gedrag). Voorbeeld: Buitenschool in Arnhem, PI-school in Nijmegen. De REC scholen bieden tevens de mogelijkheid voor ambulante begeleiding, waarbij een leerkracht van het speciaal onderwijs naar de school komt om een leerling te begeleiden. De leerling heeft dan een rugzak. Dit betekent dat de school gelden krijgt voor extra begeleiding en lesmateriaal, ofwel: leerlinggebonden financiering. Zie verder in paragraaf 3.2.4. Ook de scholen voor het speciaal onderwijs gaan deelnemen in de regionale samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs. Binnen de samenwerkingsverbanden spreken de scholen af welke leerlingen kunnen worden doorverwezen naar het (voortgezet) speciaal onderwijs. Voor leerlingen die worden doorverwezen, geeft het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring af. Daarmee komt de indicatiestelling zoals beschreven in stap 5 te vervallen.