Meerjarenbegroting

Vergelijkbare documenten
Financiële positie

2012 actuele begroting op

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013

Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen)

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Programmabegroting

Bestuursrapportage Michel Tromp

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

8 februari Begrotingswijziging

Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5

BIEO Begroting in één oogopslag

Gemeente. Beoordeling begroting Samenvattend overzicht kengetallen. Maak keuze. Begroting. Maak keuze Meerjarenbegroting

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 -

Financiële ontwikkelingen na gereedkomen primitieve begroting

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 10 november 2016

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 26 september 2014

Inhoudsopgave. Aanbieding 3. Programma 1. Burger en Bestuur 4. Programma 2. Openbare orde en Veiligheid 5. Programma 6. Sport recreatie en landschap 6

INFORMATIEFORMULIER TEN BEHOEVE VAN BEGROTINGSBEOORDELING. Begroting 2010 GEMEENTE

Nota Reserves en Voorzieningen

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Financiële begroting 2016

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

Raadsvoorstel. Datum vergadering 25 juni 2014 Nr. 14

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Gemeente Langedijk Kaderbrief Kaderbrief 2018

1 e BESTUURSRAPPORTAGE 2017

Eerste nota van wijziging 2013

Financiële uitgangspunten

Nota reserves en voorzieningen

Raadsvoorstel agendapunt

Bestuurswisseling Financiën

Zaaknummer : Raadsvergadering : Agendapunt : Commissie :

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Financiële kadernota Samen kom je verder! Gemeente Leiderdorp

Voor de grondexploitaties is voor de rentetoepassing de notitie grondexploitaties van de commissie BBV leidend.

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

Notitie Financieel Kader Schiermonnikoog

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2015.

MEERJARENBEGROTING SOLIDE BASIS VOOR VOLGENDE RAADSPERIODE

2012 actuele begroting op

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel

CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016

Onderwerp : Beschikbaar stellen krediet IBAproject

Jaarstukken Versie:

RAADSVOORSTEL. B en W-besluit nr.: Naam programma: Onderwerp: Actualisering specifieke uitkeringen.

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

Wat zijn de argumenten? De financiële rechtmatigheid is een belangrijk criterium bij de beoordeling van de jaarrekening door de accountant.

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Notitie financiële positie gemeente Pekela

INHOUDSOPGAVE. Inleiding 7

Programma 10. Financiën

categotie/ agendanr

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

Regiodagen Gemeentefinanciën 2014

DOEL EN OMVANG RESERVES EN VOORZIENINGEN

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015

Memo Reg.nr.: O-FIN/2014/519 / RIS

BIEO Begroting in één oogopslag

B&W Informatieavond 11 oktober Gericht investeren in de toekomst

Begroting Aanbieding Raad

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Nota reserves en voorzieningen

Onderwerp: Eenmalige bijdrage groot onderhoud Gebouw Irene, Willemstad

Kerngegevens (boekwerk pagina 14, website pagina 4)

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

2e wijziging programmabegroting

BEGROTING BIEO (begroting in één oogopslag)

Onderwerp: Verordeningen gemeentelijke belastingen 2018

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

Kader Dit besluit vloeit over het algemeen voort uit de Financiële Verhoudingswet en heeft specifiek betrekking op het Gemeentefonds.

Collegebesluit. Onderwerp: Decembercirculaire 2014 Reg. Nummer: 2015/ Inleiding

Gemeentefinanciën 403. Middelen. Gemeentefinanciën Personeel Belastingen Stadsdelen Amsterdam in cijfers 2014

Begroting Bedragen x 1.000,00

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA

Besluit Raad Nr. Datum 0 5 JUL 2016

B en W - advies. Bouwen 81 Milieu. Jans Drost en Hettie Tychon. Financiën en Personeel Nummer. Ter bespreking. Ter besluitvorming

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

15 maart Begrotingswijziging

Specificatie wijziging balanspost Overige nog te betalen en vooruitontvangen bedragen : Omschrijving Paginanr. Was Wordt Mutatie

Raadsvoorstel. Aan de raad, De heer J. Franx, wethouder Vaststellen Voortgangsverslag Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013

INHOUDSOPGAVE. Inleiding 4. Programma 7 Raad 51. Toelichting op de kostenplaatsen 55. Financiële positie 6

Algemeen Bestuur SK Dagelijks Bestuur SK Betreft: Kadernota Begroting 2016 en Meerjarenraming Datum: 5 maart 2015

Programmabegroting 2019

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

IBML Financieel technische vragen begroting 2017

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Managementrapportage 2016

Te berikken effekt De raadsvergadering waarin de programmabegroting 2013 wordt vastgesteld wordt niet belast met discussies over kaders.

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder

Programmabegroting

raadsvoorstel Aan de raad,

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

Transcriptie:

Meerjarenbegroting 2015 2018

INHOUDSOPGAVE Inleiding 4 Toelichting op de kostenplaatsen 58 Financiële positie 6 Recapitulatie-overzicht 12 Programma 1 Samenleven in Moerdijk 14 Paragrafen Lokale Heffingen en algemene dekkingsmiddelen 64 Weerstandsvermogen 71 Onderhoud kapitaalgoederen 74 Financiering 79 Bedrijfsvoering 82 Verbonden partijen 86 Grondbeleid 93 Programma 2 Programma 3 Een toekomstbestendige leefomgeving in Moerdijk 24 Economie en bedrijvigheid in Moerdijk 34 Vaststellingsbesluit 101 Bijlage 1. Overzicht incidentele baten en lasten 104 2. Overzicht producten behorend bij ieder programma 107 Programma 4 Veiligheid in Moerdijk 42 Programma 5 Samen werken, samen maken, samen doen in Moerdijk 48

Inleiding

Inleiding Het op 8 mei 2014 vastgestelde uitvoeringsprogramma 2014-2018 vormt het kader waarbinnen het college een vertaling heeft gemaakt naar de beleidsbegroting 2015-2018. De voorliggende begroting hanteert net als het uitvoeringsprogramma een indeling in 5 programma s, t.w.: Programma 1 Samenleven in Moerdijk Programma 2 Een toekomstbestendige leefomgeving in Moerdijk Programma 3 Economie en bedrijvigheid in Moerdijk Programma 4 Veiligheid in Moerdijk Programma 5 Samen werken, samen maken, samen doen in Moerdijk In de beleidsbegroting voor 2015 heeft het college prioritering en verfijning aangebracht ten opzichte van het vastgestelde uitvoeringsprogramma door de gemeenteraad. Waar mogelijk zijn ook indicatoren benoemd die gebruikt kunnen worden als meetinstrument. Voor een aantal indicatoren geldt dat de cijfers ontleend worden aan de uitkomsten van de burgerenquête. Deze cijfers komen pas achteraf beschikbaar, waardoor de kolommen voor de jaren 2014 en 2015 nu nog leeg zijn. Daar waar voor deze jaren wel gegevens staan ingevuld, betreft het streefcijfers. Verder zijn er nieuwe indicatoren opgenomen. Op dit moment is daar nog geen informatie van voorhanden. Wij moeten nog onderzoeken of en op welke wijze wij hier informatie voor beschikbaar krijgen. Dit zullen wij de komende periode verder oppakken en waar mogelijk zullen wij u hierover in de bestuursrapportages in 2015 nader berichten.

Financiële positie

Financiële positie Algemeen Voor u ligt de programmabegroting 2015 en de meerjarenprogrammabegroting 2015-2018. De programmabegroting 2015 is de start van het budgetcyclusproces 2015. Later volgen de bestuursrapportages, waarna de jaarrekening en het jaarverslag het sluitstuk vormen. In dit onderdeel van de programmabegroting wordt ingezoomd op de belangrijkste items van de begroting 2015 en de meerjarenbegroting 2015-2018. Ingegaan wordt op de volgende onderdelen: -kadernota 2015-2018 -begrotingspositie 2015-2018 -reëel sluitende begroting -resultaat begroting 2015 voor en na bestemming -rentebeleid -belastingen/retributies -reserves en voorzieningen -vervangingsinvesteringen -grondslagen begroting 2015 Voor de toetsing en bepaling van het toezichtsregime door de provincie is het van belang om te voldoen aan de volgende voorwaarden: -de begroting 2015 is minimaal reëel sluitend of de meerjarenbegroting is in 2018 minimaal reëel sluitend; -de begroting wordt vóór 15 november van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar vastgesteld en toegezonden aan Gedeputeerde Staten; -de jaarrekening 2013 is sluitend of heeft een positief resultaat; -de jaarrekening van het jaar 2013 is vóór 15 juli 2014 vastgesteld en toegezonden aan Gedeputeerde Staten. Reëel sluitend houdt in dat de begroting structureel in evenwicht is. Dit betekent dat jaarlijks terugkerende lasten moeten worden gedekt door jaarlijks terugkerende baten. Eénmalige ruimte binnen de begroting (o.a. grondexploitatie en onderuitputting kapitaallasten) kan ingezet worden om éénmalige uitgaven te bekostigen. De provincie kijkt verder kritisch naar opgenomen stelposten om de begroting sluitend te krijgen. Wil de provincie een dergelijke stelpost accepteren binnen de toets van een reëel sluitende begroting, dan moet deze voldoen aan een aantal eisen (waaronder een voldoende concrete onderbouwing). Kadernota 2015-2018 Het College heeft voor het opstellen van de meerjarenbegroting 2015-2018 de uitgangspunten gehanteerd, zoals deze door uw raad zijn vastgesteld in de Kadernota 2015-2018. De technische doorberekening op basis van deze uitgangspunten in de Kadernota leidde tot het volgende resultaat: (bedragen x 1.000; N = nadeel, V = voordeel) Omschrijving 2015 2016 2017 2018 -totaal structureel en incidenteel 2.652 N 378 V 1.094 V 1.739 N -structurele budgetten 2.281 N 1.658 N 1.698 N 2.324 N -incidentele budgetten: -waarvan: -algemene dienst -grondexploitatie 371 N 347 N 24 N 1.280 V 468.V 812 V 2.792 V 616 V 2.176 V 585 V 616 V 31 N Begrotingspositie 2015-2018 De Kadernota liet voor 2015 een negatief begrotingsresultaat zien van 2.652.000. Dit negatieve resultaat was opgebouwd uit een structureel tekort van 2.281.000 en een nadeel op eenmalige lasten van 371.000. Voor de jaren 2016 tot en met 2018 gaf het structurele beeld eenzelfde tendens, waarbij het negatieve resultaat voor de jaren 2016 en 2017 ongeveer 600.000 lager was. 2018 was nagenoeg gelijk aan 2015. Wat betreft het saldo van de éénmalige lasten en baten gold voor de jaren 2016 tot en met 2018 dat dit een positief resultaat was. Per jaar weken de bedragen echter fors van elkaar af. Dit kwam hoofdzakelijk door effecten binnen de grondexploitatie. Zoals eerder aangegeven is vooral het resultaat van structurele budgetten van belang voor de provinciale toezichthouder. Na het opstellen van de Kadernota is op basis van bestaand beleid nog een aantal reguliere mutaties doorgevoerd. Nadat alle budgetclaims bekend waren voor de jaren 2015 tot en met 2018 zijn alle budgetten vergeleken met de werkelijke uitgaven in de jaren 2011 tot en met 2013. Op grond van deze exercitie zijn een aantal budgetten aangepast. Het

effect hiervan ligt voor de jaren 2015 tot en met 2018 tussen de 700.000 en 800.000. Tot slot zijn de cijfers uit de Kadernota verlaagd met de financiële effecten van de diverse claims voor nieuwe ontwikkelingen. Bij de Kadernota was al aangegeven dat deze claims nog niet waren beoordeeld. Er is voor gekozen om pas ten tijde van de discussie om te komen tot een reëel sluitende begroting ook alle claims tegen het licht te houden en keuzes te maken over het al dan niet honoreren hiervan. In de aanbiedingsbrief bij deze begroting zijn de keuzes toegelicht. Rekening houdend met bovenstaande opmerkingen zijn de belangrijkste mutaties tussen de inschattingen bij de Kadernota en de uitkomsten van de beleidsbegroting 2015-2018 de volgende: (bedragen x 1.000; - = nadeel) Omschrijving 2015 2016 2017 2018 -effecten nieuw beleid (claims) -1.431-991 -956-956 -aanscherping begroting op basis van vergelijking met jaarrekeningen 2011-2013 -804-753 -825-701 -lagere storting MOP-gebouwen 137 137 137 137 -hogere kosten leerlingenvervoer -123-123 -123-123 -hogere rijksbijdrage WWB etc. 494 494 494 494 -lagere kosten WWB inkomen 120 120 120 120 -hogere kosten bijzondere bijstand -221-221 -221-221 -lagere kosten WMOvervoersvoorzieningen, WMOrolstoelvoorzieningen en WMOwoningaanpassingen 279 279 279 279 -hogere subsidie maatschappelijk werk en kinderboerderij -153-153 -153-153 -lager subsidie peuterspeelzaalwerk 191 191 191 191 -hogere kosten vergoeding peuteropvang -49-49 -49-49 -hogere salariskosten ivm nieuwe cao -245-245 -245-245 totaal -1.805-1.314-1.351-1.227 Bij deze tabel moet worden opgemerkt dat het voordeel uit de aanscherping van de begroting op basis van de vergelijking met de jaarrekeningen 2011-2013 ook deels is opgebouwd met aanpassingen van budgetten van de verder in de tabel genoemde onderwerpen. Voor de echte analyse tussen de begroting 2015 met de begroting 2014 wordt u verwezen naar de toelichtingen bij de diverse programma s. Voor de mutaties die na de Kadernota zich nog hebben aangediend geldt dat een deel hiervan niet eerder was te voorzien (b.v. algemene uitkering, loonkosten, bijdrage WVS). Voor andere mutaties geldt dat deze eerder hadden kunnen worden gemeld, zodat ze in de Kadernota al verwerkt hadden kunnen worden. Komende jaren zal hier bij de samenstelling van de Kadernota extra aandacht aan worden besteed. Na verwerking van alle mutaties op de uitkomsten van de Kadernota ontstaat het volgende beeld: (bedragen x 1.000; N = nadeel, V = voordeel) Omschrijving 2015 2016 2017 2018 -totaal structureel en incidenteel 667 N 827 V 1.863 V 735 N -structurele budgetten 480 N 152 N 452 N 1.032 N -incidentele budgetten: -waarvan: -algemene dienst -grondexploitatie 187 N 179 N 8 N 979 V 151 V 828 V 2.315 V 123 V 2.192 V 297 V 312 V 15 N De cijfers van de meerjarenbegroting zijn berekend met als uitgangspunt de volgende basisgegevens: -post onvoorziene uitgaven gebaseerd op 0; -rente- en afschrijvingslasten, voortvloeiend uit reeds beschikbaar gestelde kredieten en de vervangingsinvesteringen voor de jaren 2015 t/m 2018; -gemeentefondsuitkering gebaseerd op de meicirculaire 2014; -de financiële effecten van de decentralisaties jeugdzorg, AWBZ- Wmo en Participatiewet zijn budgettair neutraal verwerkt; -overige mutaties, zoals die thans zijn in te schatten voor een aantal functies (o.a. indexatie onderhoudsbudgetten, aantal uitkeringsgerechtigden, aantal inwoners, ontwikkeling WOZwaarden). Bij het interpreteren van de cijfers van de meerjarenbegroting moet bedacht worden dat deze naarmate het jaar verder af komt te liggen van

het begrotingsjaar steeds zachter worden. Het is daarom niet goed om aan deze cijfers absolute waarde toe te kennen. Het betreft niet meer dan een indicatie voor de toekomst. -resultaat ná bestemming -algemene dienst -grondexploitatie 667 N 659 N 8 N Reëel sluitende begroting Om in aanmerking te komen voor het repressieve toezichtsregime van de provincie is het van belang dat de begroting 2015 minimaal reëel sluitend is. Reëel sluitend houdt in dat de begroting structureel in evenwicht is (jaarlijks terugkerende lasten worden gedekt door jaarlijks terugkerende baten). Bovenstaand overzicht laat zien dat de structurele uitkomsten van de algemene dienst voor het meerjarenperspectief als volgt is: 2015 480.000 Nadeel 2016 152.000 Nadeel 2017 452.000 Nadeel 2018 1.032.000 Nadeel In de aanbiedingsbrief behorende bij de meerjarenbegroting 2015-2018 wordt in beeld gebracht met behulp van welke maatregelen de begroting 2015 reëel sluitend wordt. De effecten hiervan worden verwerkt in de 1 e begrotingswijziging, welke een onlosmakelijk onderdeel vormt van de meerjarenbegroting 2015-2018. Resultaat begroting 2015 voor en na bestemming Rekening houdend met de verwerkte aanpassingen zoals deze hiervoor zijn toegelicht, is het totaalresultaat van de gehele begroting 2014 (zowel structureel als éénmalig) 667.000 nadelig. In het geheel van deze cijfers zijn ook de effecten verwerkt van eerder door de gemeenteraad genomen besluiten, waarbij exploitatielasten en baten ten laste en/of ten gunste van reserves worden gebracht. Deze mutaties van reserves heffen het effect van de daarmee samenhangende lasten/ baten binnen het begrotingsjaar 2014 (deels) op. De opbouw van het resultaat voor en na bestemming is als volgt: (x 1.000, V=voordeel en N=nadeel) -resultaat algemene dienst -resultaat grondexploitatie -resultaat vóór bestemming -mutaties reserves 251 N 147 N 398 N 269 N Rentebeleid Vanaf de begroting 2013 gelden de volgende afspraken in dit kader: 1. Hanteren van een vast rentepercentage van 4% m.b.t. investeringen onderwijshuisvesting en rioleringen (t.b.v. het bereiken van een constant lastenniveau) 2. Blijven berekenen van bespaarde rente. Bij afschaffen hiervan zou een negatief rente-omslagpercentage ontstaan. Het percentage is voor 2015 bepaald op 3%. Het rente-omslagpercentage voor 2015 komt uit op 2,3 procent. Belastingen/retributies Met betrekking tot de belastingen en retributies zijn voor 2015 de volgende uitgangspunten gehanteerd: - er is rekening gehouden met autonome ontwikkelingen, zoals nieuwbouw en verbouw; - toepassing prijsindexcijfer van 1,0%. - een verhoging van de OZB met de index van 1,0%. - verhoging van de tarieven toeristenbelasting met de index van 1,0%; - naast een verhoging met de prijsindex van 1% worden de begraafrechten extra verhoogd met 5%. Dit om te komen tot kostendekkende rechten (gebaseerd op raadsbesluit december 2013); - kostendekkendheid afvalstoffenheffing en rioolrechten. Dit leidt tot een verlaging van het tarief voor de afvalstoffenheffing met 2,26% en een stijging van het tarief voor de rioolrechten met 0,24%; - de lokale lastendruk voor een meerpersoonshuishouden (het totaalbedrag dat betaald moet worden aan OZB, afvalstoffenheffing en rioolrechten) komt in 2015 uit op een bedrag van 686,45. Ten opzichte van 2014 ( 689,98) een daling van de lokale lastendruk met 0,51%. In deze berekening is uitgegaan van een (gemiddelde) koopwoning met een waarde van 215.000.

Reserves en voorzieningen Algemene reserve In het bijlagenboek is aangegeven dat de omvang van de algemene reserve per 1 januari 2015 24,4 miljoen bedraagt. Dit is echter gebaseerd op de situatie per 1 mei 2014. Van dit saldo wordt 16 miljoen aangehouden ten behoeve van het weerstandsvermogen en is dus niet inzetbaar voor andere aangelegenheden. Na 1 mei 2014 zijn inmiddels ook nog een aantal besluiten genomen, waarbij middelen zijn toegevoegd aan de algemene reserve. Het zijn allemaal overhevelingen vanuit eerder afgezonderde bestemmingsreserves en het saldo van de jaarrekening 2013. Het gaat hierbij om een bedrag van afgerond 3 miljoen en betreft de volgende onderwerpen: -notitie Reserves en Voorzieningen 2014: 333.000 -afroming middelen nota economisch klimaat 7.000 -afroming reserve gemeentegaranties - 64.000 -afroming reserve risico bodemsanering - 262.000 -batig saldo jaarrekening 2013-2.640.000 Rekening houdend met deze mutaties bedraagt de werkelijke omvang van de algemene reserve per ultimo september 2014 27,4 miljoen. In de Kadernota zijn verder nog enkele claims aangekondigd, waarvoor nog besluitvorming door de gemeenteraad nodig is. Het gaat om de volgende claims: -bodemsanering Oosterstraat Klundert 200.000 -herstructureren Huizersdijk - 2.000.000 -gebiedsontwikkeling Fijnaart en Klundert - 2.500.000 -herontwikkeling Standdaarbuiten - 500.000 -afschalen N285 Zevenbergen - 500.000 Totaal 5.700.000 In september 2014 wordt een besluit genomen over de aanleg van een nieuwe algemene begraafplaats aan de Klundertseweg in Zevenbergen en uitbreiding van de algemene begraafplaats in Klundert. In juni 2013 is besloten om het krediet voor deze investeringen voorlopig ten laste te brengen van de algemene reserve. Het voorstel voor september 2014 houdt o.a. in dat voor de dekking van de investeringslasten geen beroep gedaan wordt op de algemene reserve. Het bedrag van 3,3 miljoen valt bij instemming met dit voorstel vrij. Verder wordt verwacht dat de komende jaren binnen de grondexploitatie vermoedelijk een aantal complexen kan worden afgesloten. In totaal is hier een winstpotentie aanwezig van 2,9 miljoen. In de meerjarenbegroting 2015-2018 is dit bedrag als éénmalige baten opgenomen. Als met bovenstaande informatie (deels gebaseerd op aannames) rekening wordt gehouden, kan de volgende prognose worden gegeven van de algemene reserve: Stand van de reserve medio mei 2014 24,4 mln. af: -omvang weerstandsvermogen 16,0 mln. -claims - 5,7 mln. Bij: -besluiten na mei 2014 3,0 mln. - winstpotentie grondexploitatie - 2,9 mln. -besluit over begraafplaatsen - 3,3 mln. (Toekomstige) vrije ruimte algemene reserve - 21,7 mln. 2,7 mln. - 9,2 mln. 11,9 mln. Bestemmingsreserve Naast de algemene reserve beschikt de gemeente ook over diverse bestemmingsreserves. Deze middelen zijn afgezonderd van de algemene reserve ten behoeve van bepaalde afgesproken activiteiten. Alleen na tussenkomst van de raad kan aan deze afgezonderde gelden een andere bestemming worden gegeven. In het bijlagenboek is aangegeven dat de omvang aan bestemmingsreserves per 1 januari 2014 53,5 miljoen bedraagt. Ook dit is echter gebaseerd op de situatie per 1 mei 2014. Zoals ook bij de algemene reserve het geval was, is na 1 mei 2013 nog een aantal mutaties doorgevoerd. In totaal gaat het om een bedrag van 4,3 miljoen. Tot een bedrag van 3 miljoen betreft het overhevelingen naar de algemene reserve (zie voor een specificatie het onderdeel algemene reserve ). Verder is in juli 2014 besloten een bedrag van 1,2 miljoen over te heven vanuit de bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen

grondexploitaties naar het krediet ten behoeve van het project 153c deellocatie Kasteeltuin/Neerhofstraat. Hiermee rekening houdend is de omvang van de bestemmingsreserve per ultimo september 2014 49,2 miljoen. Voorzieningen Tot slot beschikt de gemeente ook nog over een aantal voorzieningen. Voorzieningen worden aangehouden ter afdekking van kwantificeerbare onzekerheden, b.v. verliesverwachtingen grondexploitatie en om een gelijkmatige verdeling van kosten over een aantal begrotingsjaren te krijgen, b.v. voorziening wegen en voorziening riolering. De omvang van deze voorzieningen bedraagt 25,2 miljoen. Vervangingsinvesteringen In de begroting 2015 en volgende jaren is rekening gehouden met de lasten van de vervangingsinvesteringen. Hiervan kan het volgende overzicht gegeven worden: Omschrijving Investeringen 2015-2018 Jaarlast 2015 Jaarlast 2016 Jaarlast 2017 Jaarlast 2018 Vervanging tractie 411.000 11.100 11.400 29.100 44.800 Apparatuur/gereedschappen 50.500 0 7.500 7.300 7.200 Sport 2.611.000 42.800 111.200 156.800 282.900 Kantoorautomatisering 2.360.000 157.700 314.200 470.600 624.300 Kantoorinventaris 16.000 5.100 0 11.400 0 Rioleringen 11.198.000 209.500 421.700 547.100 659.200 Totaal 16.647.000 426.200 866.000 1.222.300 1.618.400 Financiële structuur -salarissen en sociale lasten: o.b.v. cao juli 2014 -norm opleidingen, vorming en training 2,50% v.d. loonsom -norm vervangingen wegens ziekte 2,00% v.d. loonsom -kostenontwikkeling (m.u.v. beheerplannen) 0,00% -kostenontwikkelng beheerplannen 0,31% -inflatiecorrectie lokale heffingen 1,00% -rente berekend financieringstekort 0,00% -rente eigen financieringsmiddelen 3,00% -renteomslagpercentage bestaande investeringen 2,30% -basisraming uitkering gemeentefonds mei-circulaire 2014 Fysieke structuur -woonruimten 16.068 -oppervlakte in land (in ha.) 15.914 -oppervlakte binnenwater (in ha.) 2.488 Sociale structuur -inwoners 36.819 -inwoners jonger dan 20 jaar 8.279 -inwoners ouder dan 64 jaar 6.996 De jaarlast voor 2015 is verwerkt volgens de voorschriften van de provincie waarbij deze als eenmalige ruimte ingezet kan worden. Een uitgebreid overzicht van de vervangingsinvesteringen is opgenomen in het bijlagenboek bij de begroting 2015. Grondslagen begroting 2015 Bij de samenstelling van de begroting 2015 is uitgegaan van de volgende grondslagen:

Recapitulatie-overzicht

Recapitulatie-overzicht (bedragen x 1.000 ) Nummer Programma Raming begroting 2015 Baten Lasten Saldo Lokale heffingen -4 0-4 Overige baten -7.642 0-7.642 Lasten 43.020 43.020 1 Samenleven in Moerdijk -7.646 43.020 35.374 Lokale heffingen -1.081 0-1.081 Overige baten -670 0-670 Lasten 20.901 20.901 2 Een toekomstbestendige leefomgeving in Moerdijk -1.751 20.901 19.150 Lokale heffingen -446 0-446 Overige baten -5.238 0-5.238 Lasten 11.523 11.523 3 Economie en bedrijvigheid in Moerdijk -5.684 11.523 5.839 Lokale heffingen -45 0-45 Overige baten -134 0-134 Lasten 3.956 3.956 4 Veiligheid in Moerdijk -179 3.956 3.777 Lokale heffingen -22.474 0-22.474 Algemene uitkeringen -22.512 0-22.512 Dividend -34 0-34 Saldo financieringsfunctie -3.442 0-3.442 Overige baten -21.516 0-21.516 Lasten 6.236 6.236 5 Samenwerken, samen maken, samen doen in Moerdijk -69.978 6.236-63.742 Onvoorzien Resultaat voor bestemming -85.238 85.636 398 Toevoegingen/onttrekkingen aan reserves 1 Samenleven in Moerdijk -816 153-663 2 Een toekomstbestendige leefomgeving in Moerdijk -15 568 553 3 Economie en bedrijvigheid in Moerdijk -369 981 612 4 Veiligheid in Moerdijk -95 0-95 5 Samenwerken, samen maken, samen doen in Moerdijk -138 0-138 Sub-totaal mutaties reserves -1.433 1.702 269 Resultaat na bestemming -86.671 87.338 667

Programma s

Programma 1 Samenleven in Moerdijk Doelstelling Bouwen aan een duurzame samenleving die erop is gericht dat burgers niet alleen vandaag de dag, maar ook in de toekomst optimaal kunnen deelnemen aan de maatschappij in harmonie met hun omgeving. Subdoel 1 WONEN Een passende woningvoorraad in de zin van levensloopbestendig, duurzaam en veilig. Als gevolg van vergrijzing en ontgroening en het scheiden van wonen en zorg ligt er een belangrijke opgave. Niet alleen het aantal ouderen neemt toe ook zullen ze langer zelfstandig blijven wonen. Dit geldt ook voor mensen met een beperking. De aandacht ligt op aanpassing van de bestaande voorraad in de zin van levensloopbestendig, duurzaam en veilig. We werken hierin samen met woningcorporaties, zorginstellingen en met particuliere woningeigenaren. arbeidsmigranten gehuisvest worden binnen de gemeente Moerdijk. Uitvoeren van een nieuw woningbehoefteonderzoek in samenwerking met de woningcorporaties. Het percentage scheef wonen wordt hierbij betrokken. De woningcorporaties Bernardus Wonen en Brabantse Waard zullen in het kader van de prestatie-afspraken voor 1 juli 2016 twintig procent van het bestaande woningbezit (tezamen 4.050 huurwoningen) verduurzamen (minimaal Label B) en 15% veiliger maken (Keurmerk Veilig wonen). Het realiseren van 150-175 woningen door middel van woningbouwprojecten Bosselaar-Zuid, Kloosterblokje IV, Rodeborg, Achterstraat (Willemstad) en Stationsstraat (Zevenbergen). Indicatoren 2012 2013 2014 2015 Waardering van woning in woonkern 7,8 7,8 - - Aantal Startersleningen 12 22 - - Wat willen we bereiken? Particuliere woningbezitters nemen verantwoordelijkheid voor het aanpassen van hun woning. Ruimte geven voor maatwerk in de woningvoorraad. Passende huisvesting voor de doelgroepen van beleid (lage en middeninkomens, starters, senioren, mensen met een beperking en arbeidsmigranten). Kwaliteitsimpuls bestaande woningvoorraad. Aantal aanvragen omgevingsvergunning door particulieren Toename aantal woningen met politiekeurmerk Veilig wonen (woningcorporaties) Toename aantal woningen met minimaal energielabel B (woningcorporaties) - - - - - - - - - - - - Uitvoering 2015 Organiseren van een voorlichtingscampagne voor particuliere woningbezitters om eigen woning duurzaam, veilig en levensloopbestendig te maken. Maken van afspraken met zorgaanbieders en woningcorporaties over het realiseren van voldoende woonvormen en vernieuwende woon-zorgconcepten voor senioren en mensen met een beperking. Opstellen plan van aanpak om invulling te geven aan regionale opgave tot 2020 voor huisvesting van arbeidsmigranten. In de periode tot 2020 moeten er 840 Aantal gehuisveste arbeidsmigranten in het kader van regionale opgave n.v.t. - - - Aantal inwoners (per 31-12) 36.618 36.739 - - Aantal nieuwe woningen 107 61 - - Aantal gesloopte woningen 8 0 - -

Subdoel 2 GEZONDHEID Een goede gezondheid draagt bij aan het welzijn van de inwoners. De gemeente zet zich met haar partners in om de gezondheid van haar inwoners te beschermen, te bewaken en te bevorderen. Extra aandacht wordt gegeven om gezondheidsverschillen terug te brengen. De inzet van de gemeente is gericht op preventie en niet op genezen. Door kennis en bewustwording kiezen meer mensen voor een gezonde leefstijl. Wat willen we bereiken? Meer inwoners kiezen voor deelname aan sport en gezonde voeding. Daling alcoholgebruik door jongeren onder de 23 jaar. Gezondheidsproblemen die in toenemende mate bij inwoners voorkomen aanpakken (eenzaamheid en dementie). Uitvoering 2015 In minimaal zes kernen een nieuwe sportactiviteit opzetten en onderbrengen bij een bestaande vereniging/organisatie door inzet van buurtsportcoaches. Huisartsen uitnodigen om inwoners door te verwijzen naar bestaande programma s op het gebied van bewegen en gezonde voeding. Uitvoeren van het Preventie- en Handhavingsplan voor de verstrekking van alcohol dat in 2014 door de raad wordt vastgesteld. Indicatoren 2012 2013 2014 2015 Sportparticipatie volwassenen 1 55% 51% - - Overschrijding aanrijtijden RAV 17,9% 19,5% - - GGD Monitor 12-18 jaar 2007 2011 2015 2019 Sportparticipatie jeugd 2 21% 21% - - Aantal jongeren dat weleens alcohol heeft gedronken 62% 53% - - Aantal binge-drinkers tussen 12-18 jaar 3 4% 5% - - GGD Monitor 65+ 2008 2012 2016 2020 Sportparticipatie 65+ ers 4 62% 73% - - Eenzaamheid 65+ ers n.v.t. 47% - - Subdoel 3 WOONOMGEVING Een goede en veilige woonomgeving op basis van behoefte en draagvlak, waarbij sociale maatschappelijke voorzieningen bijdragen aan sociale structuur. Leefbaar houden van de kernen door het op efficiënte wijze behouden, versterken en veilig bereikbaar houden van noodzakelijke voorzieningen in de woonomgeving. Wat willen we bereiken? Sociaal maatschappelijke voorzieningen en hun accommodaties in de kernen zijn afgestemd op basis van behoefte, draagvlak en budget. Efficiëntere inzet van bestaand budget voor sociaal maatschappelijke voorzieningen via aanpassing van gebruik, beheer en exploitatie. Samen met inwoners invulling geven aan de maatschappelijke functie en de kwaliteit van de voorzieningen. Betere bereikbaarheid tussen de kernen onderling. Uitvoering 2015 Sociaal maatschappelijke voorzieningen Uitvoeren van de raadsopdracht met betrekking tot de zwemvoorziening binnen de gemeente Moerdijk. 1 Minimaal 12 keer per jaar een sport beoefenen. 2 Minimaal 7 dagen per week, 1 uur per dag bewegen. 3 Binge-drinken: drinkt 20 glazen alcohol of meer per week. 4 Minimaal 5 dagen per week, ½ uur bewegen.

Afronden van de bestemmingsplanprocedures en voorbereiden van de uitbreiding van begraafcapaciteit voor de gehele gemeente Moerdijk. Onderzoek doen naar het treffen van duurzaamheidsmaatregelen van maatschappelijk vastgoed. Dit vanwege de voorbeeldfunctie van de gemeente en het verminderen van exploitatiekosten van het maatschappelijk vastgoed. Opstellen eenduidig en transparant huurbeleid gemeentelijke accommodaties. Onderzoek doen naar realisatie van een hoger brandveiligheidsniveau van bestaande (gemeentelijke) accommodaties. Opzetten van een integraal vastgoedbeheersysteem voor de gemeentelijke eigendommen. Opstellen uitvoeringsnotitie facilitering buitensportaccommodaties. Herzien faciliteren van huisvesting heemkunde en scouting. Indicatoren 2012 2013 2014 2015 Waardering sportvoorzieningen 7,5 7,5 - - Waardering voorzieningen voor jongeren 5,6 5,3 - - Waardering van basisonderwijs in buurt 7,5 7,5 - - Kwalitatief goede openbare ruimte Uitvoering geven aan het uitvoeringskader erfgoed dat in 2014 door de raad wordt vastgesteld. Uitvoering beeldkwaliteitsplan openbare ruimte met een continue verbetering van de werkwijze, waarbij gemeente en inwoners gezamenlijk optrekken. In 2015 wordt onder meer de volgende grote werken/ reconstructies uitgevoerd: - Witte Weideweg in Noordhoek; - Pr. Beatrixstraat, Berhardplein, Kon. Julianalaan en Louise De Colignystraat in Helwijk. Uitvoering geven aan het in 2014 geactualiseerde speelruimtebeleid met draagvlak en behoefte van inwoners als uitgangspunt. Indicatoren 2012 2013 2014 2015 Waardering van woonomgeving in woonkern Voelt zich mede verantwoordelijk voor de buurt Tevredenheid over beheer en onderhoud verhardingen Tevredenheid over beheer en onderhoud groen Waardering hoeveelheid groen (perken, plantsoenen en parken) 7,0 7,1 - - 85% 84% - - 5,9 5,9 - - 6,4 6,3 - - 6,9 7,1 - - Waardering speelmogelijkheden 6,5 6,4 - - Goed en veilig bereikbare woning en voorzieningen Opstellen van verkeersveiligheidsplan. Uitvoering geven aan de notitie fasering fiets- en wandelpadennetwerk. Voor 2015 staat het volgende gepland: - Realisatie fietsstraat en fietsstroken tussen Willemstad Klundert; - Voorbereiding aanliggende fietspaden Steenweg (Moerdijk); - Start voorbereiding nieuwe fietsverbindingen (Zwingelspaansedijk Klundertsedijk, Pelgrimsdijk-Lapdijk, Koekoekendijk, Rolleplaatweg) op basis van het in 2014 opgestelde startdocument. Onderzoeken mogelijkheden extra vervoer door middel van kleinschalige mobiliteitsoplossingen. Oplossing uitwerken van bereikbaarheids- en verkeersveiligheidsknelpunten. Hieronder vallen onder meer: - problematiek in Klundert; - problematiek in Moerdijk.

Indicatoren 2012 2013 2014 2015 Waardering bereikbaarheid van de buurt met auto Waardering parkeergelegenheid in de buurt Waardering toegankelijkheid buurt voor mensen met een beperking 7,9 7,8 - - 6,4 6,5 - - 7,0 7,1 - - Waardering openbaar vervoer 6,3 6,2 - - Waardering fietsmogelijkheden 7,2 7,2 - - Waardering verkeersveiligheid in buurt 6,3 6,4 - - Subdoel 4 SOCIALE STRUCTUUR Een goede sociale structuur is een basis voor levendige kernen en ondersteuning dichtbij. Inwoners maken onderdeel uit van een netwerk en zijn zich bewust van hun eigen verantwoordelijkheid. Inwoners kennen elkaar, zorgen met en voor elkaar en respecteren elkaar. Wat willen we bereiken? Inwoners zetten zich actief in voor elkaar en hun sociale omgeving. Inwoners zijn actief als vrijwilliger en worden daarin ondersteund. Verenigingen en scholen zijn sterke organisaties die een belangrijke rol vervullen in de sociale structuur van een kern/wijk. Uitvoering 2015 Ondersteunen van organisaties bij het aantrekkelijk maken van vrijwillige inzet. Bieden van ondersteuning op maat aan vrijwilligers en nagaan of gemeentelijke dienstverlening aan vrijwilligers aangepast moet worden. Herijken van het subsidiebeleid aan de hand van de doelstellingen uit de paraplunota Maatschappij. In beeld brengen van culturele activiteiten en de ontmoetingsfunctie ter versterking van sociale structuur. Ontwikkeling van 5 scholen tot brede school. Ontwikkelen van een sociaal beter app. Indicatoren 2012 2013 2014 2015 Vrijwillige inzet 32% 34% - - (Mede)verantwoordelijk voelen voor leefbaarheid in de buurt 85% 84% - - Deelnamepercentage vereniging 60 60 - - Aantal gerealiseerde brede scholen 3 11 16 - Subdoel 5 ONDERSTEUNING De gemeente biedt goede zorg voor degenen die dit nodig hebben en waarin zij of hun omgeving niet kunnen voorzien. Hierbij zal de benodigde ondersteuning op elkaar worden afgestemd en zo dichtbij mogelijk worden georganiseerd. De zorgvrager staat hierbij centraal. Wat willen we bereiken? Via onderwijs en arbeidsparticipatie ervoor zorgen dat inwoners zelfstandig zijn. Speciale vormen van ondersteuning vervangen door gewoon leren, werken, wonen en leven. Zo vroeg mogelijk aan de slag met een ondersteuningsvraag. Ondersteuning is op elkaar afgestemd en zo dichtbij als mogelijk. Goed zorgen voor degenen die het nodig hebben.

Uitvoering 2015 Herijken lokale aanpak laaggeletterdheid na de centralisatie van het volwassenenonderwijs naar de arbeidsmarktregio. Onderdeel daarvan is het behoud van 55 cursusplaatsen (41 via regio en 14 uit eigen middelen). Verbeteren aansluiten voor- en vroegschoolse educatie, conform hetgeen is vastgelegd in het convenant resultaatafspraken voor- en vroegschoolse educatie. 50% van de scholen maakt een keuze voor een beredeneerd aanbod van vroegschoolse educatie aan doelgroepkinderen in 2015. Versterken zorgstructuur in en om voorschoolse voorzieningen en scholen, zoals uitgewerkt in de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) 2014-2016. Het inrichten en uitvoeren van een diagnose-methodiek om talenten, competenties en beperkingen van uitkeringsgerechtigden in kaart te brengen. In afspraken met samenwerkingspartners sturen op vervanging van speciale vormen van ondersteuning door reguliere structuren en verenigingsleven hierin ondersteunen. Afspraken maken met zorg en welzijnsaanbieders om dagbesteding dichtbij, in een reguliere omgeving te organiseren. Inrichten van duidelijke toegang dichtbij de burger voor ondersteuningsvragen en eventuele begeleiding naar specifieke zorg (WMO en jeugd) met integrale kijk en op basis van eigen kracht. Borging van eenduidige vroegsignalering van problemen binnen het sociale domein via maken van afspraken met samenwerkingspartners. Waardering en intensivering ondersteunen van mantelzorgers. Actualiseren bijzondere bijstand op basis van (evaluatie) armoedebeleid. Invoeren webshop waarmee klanten producten, voorzieningen en/of diensten aan kunnen schaffen vanuit het toegekende budget voor maatschappelijke participatie. Aanpassen van de verordening leerlingenvervoer naar aanleiding van de invoering Passend Onderwijs. Het aanbieden van collectieve voorzieningen voor ondersteuning voor alle inwoners en vrij toegankelijke ondersteuning voor jeugd & gezin en sturen op het gebruik hiervan. Het aanbieden van niet vrij toegankelijk aanbod jeugdzorg. Uitvoeren van het Regionale Transitie Arrangement (RTA) op niveau van de 9 WBW gemeenten. Maatwerkvoorzieningen WMO verstrekken ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang en toezicht houden op de kwaliteit hiervan. Uitvoeren overgangsregeling transitie AWBZ. Het bieden van cliëntondersteuning voor het hele sociale domein aan alle (kwetsbare) burgers waarbij het belang van de betrokkene uitgangspunt is. Implementeren en uitvoeren participatiewet. Indicatoren 2012 2013 2014 2015 Aantal keukentafelgesprekken n.v.t. 929 - - Aantal meldingen n.v.t. n.v.t. Aantal ondersteuningsvragen n.v.t. n.v.t. - - Aantal oplossingen via eigen kracht, mantelzorg of welzijnsvoorzieningen Aantal verstrekte individuele (nieuwe) voorzieningen Wmo n.v.t. n.v.t. - - 952 760 - - Aantal meldingen toezichthouder WMO n.v.t. n.v.t. - - Aantal gebruikers cliëntondersteuning n.v.t. n.v.t. - - Aantal vragen gesteld bij de toegang voor ondersteuningsvragen n.v.t. n.v.t. - - Aantal voortijdig schoolverlaters 76 57 - -

Baten en lasten programma 1 ( Cijfers x 1.000; V=voordeel, N=nadeel ) Rekening Begroting Begroting Meerjarenbegroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Lasten 1.1 Wonen 1.100 932 985 952 967 927 1.2 Gezondheid 778 903 836 833 849 829 1.3 Woonomgeving 8.497 9.190 8.783 8.560 8.433 8.431 1.4 Sociale structuur 1.933 2.119 1.990 1.961 1.881 1.848 1.5 Ondersteuning 18.405 18.115 30.425 29.757 29.341 29.336 Totaal lasten 30.713 31.259 43.019 42.063 41.471 41.371 Baten 1.1 Wonen 150 135 152 152 152 152 1.2 Gezondheid - - - - - - 1.3 Woonomgeving 697 554 566 568 568 568 1.4 Sociale structuur 115 90 91 86 63 57 1.5 Ondersteuning 6.457 6.164 6.837 6.618 6.618 6.618 Totaal baten 7.419 6.943 7.646 7.424 7.401 7.395 Resultaat voor bestemming 23.294 24.316 35.373 34.639 34.070 33.976 Storting in reserves 3.969 599 153 153 49 49 Onttrekking aan reserves 4.853 1.430 816 713 446 366 Resultaat na bestemming 22.410 23.485 34.710 34.079 33.673 33.659 Verklaring verschillen resultaat voor bestemming Doorbelasting kostenplaatsen Kapitaallasten Overige verschillen Verschil t.o.v. 2014 618 N 332 V 10.772 N 11.057 N

Toelichting doorbelasting kostenplaatsen De doorbelasting (saldo lasten en baten) aan de diverse producten in de begroting vanuit de kostenplaatsen vindt plaats op basis van de opgestelde capaciteitsplanningen van de diverse afdelingen. De toelichting op de verschillen in baten en lasten 2015 ten opzichte van 2014 treft u bij de betreffende kostenplaatsen aan. Toelichting kapitaallasten Het voordelig verschil t.o.v. 2014 ad 332.000 is voornamelijk het gevolg van: -lagere kapitaallasten wegens: -vrijval lasten tijdelijke huisvesting Regenboogschool 428.000 -overige onderwijshuisvesting - 42.000 -hogere lasten nieuwe investeringen, t.w.: -begraafplaatsen 132.000 -overige producten - 6.000 Toelichting overige verschillen De overige verschillen bedragen per saldo 10.772.000 nadelig. De belangrijkste verschillen t.o.v. 2014 zijn: - Decentralisatie sociaal domein Jeugd 7.432.000 N De kosten voor de uitvoering van de taken in het kader van de Jeugdwet, worden geraamd op programma 1. De daarmee verband houdende decentralisatie-uitkering van het Rijk wordt verantwoord op programma 5. - Decentralisatie sociaal domein Wet maatschappelijke ondersteuning - 4.582.000 N De kosten voor de uitvoering van de taken in het kader van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning, worden geraamd op programma 1. Die kosten zijn opgenomen tot een bedrag van 4.653.000. Op dat budget zijn de kosten van de adviseur transitie WMO ad 71.000 in mindering gebracht. De met de decentralisatie verband houdende uitkering van het Rijk wordt verantwoord op programma 5. - Huisvesting openbare en bijzondere basisscholen - 220.000 V De kosten huisvesting openbare en bijzondere basisscholen komen in 2015 lager uit omdat op grond van een wetswijziging het onderhoud niet langer door de gemeente wordt bekostigd, maar rechtstreeks aan de scholen wordt vergoed. Hierdoor komt de toevoeging aan de voorziening onderhoud schoolgebouwen te vervallen. In 2014 was die nog 190.000. In de begroting 2014 zijn investeringen opgenomen die in één keer ten laste van de exploitatie zijn uitgevoerd. Het ging om het verwijderen van tijdelijke lokalen en verwijderen van asbest. Hiermee was een bedrag gemoeid van 41.000. In 2015 zijn geen investeringslasten opgenomen. De overige verschillen op dit product zijn per saldo 11.000 nadeliger. - Beroeps- en volwasseneneducatie - 41.000 N De baten en lasten van educatie voor degenen die het volgen van onderwijs niet als hoofdtaak hebben, worden tot en met 2014 verantwoord op het participatiebudget (functie 623) op programma 3. Vanaf 2015 dienen de baten en lasten voor volwasseneneducatie op grond van de voorschriften te worden verantwoord op een nieuwe functie 482. Die functie wordt verantwoord op programma 1

- Leerlingenvervoer - 48.000 N Het leerlingenvervoer wordt grotendeels uitgevoerd door een tweetal vervoerders. Daarnaast zijn er nog toekenningen aan individuele personen. Gebaseerd op de kosten over de eerste vier maanden van 2014 worden de totale kosten aan leerlingenvervoer voor 2015 geraamd op 886.000. Ten opzichte van 2014 betekent dit een stijging van 48.000. - WWB Inkomen - 573.000 V Op grond van het cliëntenbestand over het 1 e kwartaal 2014 wordt het voor 2015 benodigde budget voor Algemene Bestaanskosten aan personen <65 jaar geraamd op 4.668.000. Dat is 120.000 lager dan voor 2014 is geraamd. Daarnaast is de verwachting dat, op basis van de laatst bekende cijfers, de bijdrage van het ministerie van SZW over 2015 494.000 hoger uitvalt dan over 2014 is geraamd. Verder wordt in 2015 een hogere terugontvangst verhaal van uitkering verwacht van 38.000. Tegenover deze voordelige verschillen wordt over 2015 een hogere bijdrage aan het werkplein verwacht van 88.000. Resteert nog een aantal kleinere verschillen op dit product die per saldo in 2015 9.000 voordeliger zijn. - Bijzondere bijstand - 160.000 N In het 1 e kwartaal 2014 was de toename van het aantal aanvragen en toekenningen bijzondere bijstand ten opzichte van het 4 e kwartaal 2013 dusdanig dat de raming voor 2015 160.000 hoger uitkomt dan die voor 2014. - Wmo - 411.000 V De voor 2015 geraamde kosten Wmo komen ten opzichte van 2014 in totaal 411.000 lager uit. Het gaat daarbij om de volgende onderdelen: o Wmo algemeen 101.000 voordeel In 2014 is de subsidie aan HOOM (hulp en ondersteuning op maat) en steunpunt Willemstad nog op dit product geraamd. In 2015 wordt die geraamd op het product maatschappelijk werk. o Wmo thuiszorg 43.000 voordeel In 2015 wordt naar verwachting minder van huishoudelijke hulp gebruik gemaakt; Het verwachte aantal uren zorg in 2015 bedraagt 71.800 uur voor type HbH-1 (uitsluitend huishoudelijke hulp) en 28.700 uur HbH-2 (inclusief extra ondersteuning bij het organiseren van het huishouden). o Persoonsgebonden budget 24.000 voordeel Er is sprake van een lichte daling van het aantal personen dat gebruik maakt van het persoonsgebonden budget. o Wmo vervoersvoorzieningen 87.000 voordeel In dit kader wordt een bijdrage betaald aan de gemeenschappelijke regeling RWB. De raming van het vervoer o.b.v. PGB en de raming voor verstrekkingen in natura, zoals scootmobielen en aangepaste fietsen, kan op basis van de cijfers van de eerste 5 maanden van 2014 worden verlaagd met 87.000. o Gebruik rolstoelen 40.000 voordeel

Op basis van gemaakte afspraken met de leverancier van rolstoelen kan de raming van de kosten van rolstoelen worden verlaagd. o Wmo woningaanpassingen 107.000 voordeel Op grond van de cijfers van de afgelopen jaren kan de raming worden verlaagd met 107.000. Hierbij is geen rekening gehouden met grote woningaanpassingen (kosten hoger dan 22.300). Het aantal aanvragen hiervoor is vanaf 2011 zeer beperkt gebleven en kan eventueel via een bestuursrapportage worden verwerkt. o Overige verschillen op het product Wmo 9.000 voordeel - Maatschappelijk werk 88.000 N In 2014 is de subsidie aan HOOM (hulp en ondersteuning op maat) en steunpunt Willemstad op het product WMO algemeen geraamd. In 2015 wordt die subsidie tot een bedrag van 101.000 geraamd op het product maatschappelijk werk. De kosten van uitvoering van de paraplunota maatschappij worden 13.000 lager geraamd dan in 2014. - Sociaal cultureel werk - 30.000 V In 2014 zijn op dit product de kosten geraamd voor de inhuur van een stagemakelaar. Met ingang van 2015 worden de rijksmiddelen voor deze regeling stopgezet. In overleg met de partners wordt bekeken of de maatschappelijke stage lokaal kan worden voorgezet met eigen budget. Besluitvorming hierover moet nog plaats vinden. - Accommodatiebeleid en gemeenschapshuizen - 65.000 V De garantiestelling voor een bijdrage van 30.000 aan de scouting in het kader van het accommodatiebeleid wordt voor 2015 niet opgenomen. Verder worden exploitatiekosten van de gemeenschapshuizen voor 2015 geraamd op 644.000. In 2014 was dat nog 679.000 - Peuterspeelzaalwerk - 151.000 V In de begroting 2014 is nog de raming opgenomen van de kosten voor de harmonisatie van het peuterspeelzaalwerk. In 2014 is het Project Toekomst Peuterwerk afgerond. In 2015 zijn er vijf voorschoolgroepen die gesubsidieerd worden. Dat levert ten opzichte van 2014 een voordeel op van 191.000. Hiertegenover is in de begroting 2015 een bedrag van 40.000 opgenomen voor peuteropvangtoeslag. - Transitie Jeugdzorg - 96.000 V In de raadsvergadering van 3 juli 2014 is besloten om 65.000 toe te voegen aan het budget ten behoeve van de Invoering van 2 decentralisaties. Dat bedrag is vervolgens als budget geraamd in 2014. In 2015 is geen budget opgenomen zodat op dit product een voordelig verschil ontstaat ten opzichte van 2014. Daarnaast komen de geraamde bijdragen aan professionele instellingen (Thuiszorg West-Brabant) en de bijdrage aan de GGD op grond van de ingediende begrotingen tezamen 31.000 lager uit dan in 2014. Resteert nog een voordelig verschil ter grootte van 33.000. Dit bestaat uit een aantal kleinere mutaties.

Mutaties reserves Onderstaand een opsomming van de mutaties 2015 m.b.t. diverse reserves die het uiteindelijk resultaat beïnvloeden (afgerond op duizendtallen). Financieel-technisch worden deze mutaties verwerkt binnen programma 5. Een vergelijking met 2014 is niet zinvol omdat de activiteiten per jaar (gedeeltelijk) verschillend zijn. Stortingen: 153.000 - Storting in reserve maatschappelijk nut t.b.v. sport en bewegen in de buurt 104.000 - Storting in reserve maatschappelijk nut t.b.v. vervangingen beheerplan speelvoorzieningen - 49.000 Onttrekkingen: 816.000 - Onttrekking aan de reserve huisvesting onderwijs - 433.000 - Onttrekking bruto reserve t.b.v. afschrijvingslast investering groot onderhoud De Niervaert - 19.000 - Onttrekking bruto reserve t.b.v. afschrijvingslast investering aansluiting Bosselaar op riolering - 2.000 - Onttrekking bruto reserve t.b.v. afschrijvingslast investeringen buitensportaccommodaties - 37.000 - Onttrekking bruto reserve t.b.v. afschrijvingslast investering multifunctioneel centrum Fijnaart - 88.000 - Onttrekking bruto reserve t.b.v. afschrijvingslast investering restauratie Fort Sabina - 20.000 - Onttrekking aan reserve maatschappelijk nut i.v.m. voortzetting combinatiefuncties - 78.000 - Onttrekking aan reserve maatschappelijk nut i.v.m. besluitvormingsnotitie werkorganisatie W&I - 139.000

Programma 2 Een toekomstbestendige leefomgeving in Moerdijk Doelstelling Binnen een toekomstbestendige leefomgeving passen ambities voor bodem, water, lucht, grondstoffen en natuur. Hierbij zoeken wij samenwerking met bedrijven, organisaties en inwoners. Inwoners en bedrijven stellen eisen aan de omgeving, die te vertalen zijn in de kernwaarden schoon, veilig, natuurrijk, gezond, vrij van hinder en toekomstbestendig. Subdoel 1 RIJKE ONDERGROND Het toepassen van de wet- en regelgeving ten aanzien van de bodem en de handhaving daarvan behoort tot de reguliere taken van gemeente. Dit houdt onder andere in het uitvoeren van saneringen, beheer van stortplaatsen en toezien op de naleving van de regels. De gemeente wil gezamenlijk met burgers en bedrijven de buitenruimte schoon houden. Dit gebeurt door gezamenlijke opruimacties, voorlichting op scholen en het uitvoeren van burgerschouwen. Het beheer van de buitenruimte is op basis van de in het beeldkwaliteit afgesproken uitgangswaarden voor de diverse gebieden. Het streven is ook om binnen de randvoorwaarden van een duurzaam bodembeheer gebruik te maken van kansen die de bodem biedt, bijvoorbeeld door het stimuleren van warmte-en koudeopslag. Wat willen we bereiken? Effectief ruimtegebruik door afstemming bodemeigenschappen en functie bij toekomstige plannen. Instandhouden en waar mogelijk verbeteren van de bodemkwaliteit. Minder gebruik primaire grondstoffen door verruiming van de mogelijkheden van hergebruik van vrijkomende grond. Aanpak van de openbare ruimte op basis van de elementen gebruik, inrichting en beheer. Door bewustwording en betrokkenheid van de burgers en bedrijven op preventieve wijze komen tot minimaal behoud en waar mogelijk verbetering van de huidige beeldkwaliteit. Uitvoering 2015 Het bodemloket ontsluiten via internet, zodat de beschikbare informatie beter en gemakkelijker bereikbaar is voor burgers en bedrijven. Hergebruik vrijkomende grond op basis van bodemkwaliteitskaart. Uitvoeren bewonersschouw ( 1x per jaar per kern, 1x per jaar jeugdschouw). Uitvoeren technische schouw ( 2 x per jaar incl. verzorgende schouw). Direct omwonenden betrekken bij de uitvoering van verbeteringen in de openbare ruimte en waar nodig evalueren van de participatie (bij reconstructies, herinrichtingen van hun straat e.d., worden bewoners aan de voorkant betrokken bij de inrichting). Verbeteringen doorvoeren bij regulier onderhoud en bij nieuwe projecten (voor openbare ruimte, gebouwen), mede op basis van signalen van bewoners. Analyse van alle meldingen over de openbare ruimte. Dit kan input geven om het onderhoud anders uit te voeren. Bij vervanging van bomen wordt het totaal aantal zoveel mogelijk in stand gehouden. Daar waar dit niet kan (ontbreken van fysieke ruimte boven en/of ondergronds) worden deze in de nabije omgeving gecompenseerd. Zwerfvuilacties en andere (school)projecten ondersteunen om burgers, bedrijven en organisaties worden betrokken bij een schone woon- en werkomgeving. Voorkomen en ontmoedigen van vervuiling door voorzieningen in de buitenruimte (b.v. plaatsen afvalbakken). Indicatoren 2012 2013 2014 2015 Gebruik bodemloket - - - - Aantal overtredingen regelgeving bodem - - - - Aantal ingediende suggesties ter verbetering openbare ruimte tijdens informatie avonden van herinrichtingen of andere werken in de openbare ruimte - - - -

Aantal meldingen t.a.v. openbare ruimte - - - - Tevredenheid inrichting en beheer openbare ruimte, d.m.v. burgerschouw en burger enquête Subdoel 2 HELDER WATER - - - - Om het draagvlak voor maatregelen en de betrokkenheid voor wateraangelegenheden te vergroten, wordt onderzocht of het Moerdijks waterloket kan worden uitgebreid tot een regionaal loket. Aanvullend wordt proactief over water geïnformeerd en gecommuniceerd. Met name door klimaatverandering kan de wateroverlast (lokaal) toenemen. Samen met het waterschap werken we aan een plan van aanpak voor probleemlocaties. Om deze problematiek in de toekomst te voorkomen wordt bij planvorming de watertoetsprocedure toegepast, wat betekent dat water als ordenend principe wordt meegenomen. Water en natuur zijn in Moerdijk nauw met elkaar verbonden. Wat willen we bereiken? Aandacht voor water vergroten. In 2015 voldoet het watersysteem aan de normen conform de kwaliteitsopgave waterbeleid in de 21 e eeuw (WB21) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Kwalitatief goed water in 2015 conform de Europese Kaderrichtlijn Water. Bij alle (her)inrichtings- en reconstructieplannen is water mede ordenend. Geen overlast van grondwater. Waterbeheer- en onderhoud afgestemd op de verschillende functies. Uitvoering 2015 Het realiseren van de ecologische verbindingszones (EVZ): Steenbergse Vliet/Tonnekreek. De maatregelen in de buitengorzen in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water worden uitgevoerd. Mede uitvoeren Deltaprogramma in het kader van waterveiligheid en zoetwatermaatregelen. Bijdragen aan het versterken (verhogen en/of verbreden) van de waterkeringen langs de grote en Brabantse rivieren. Maatregelen ter compensatie van verzilting van het achterland van het Volkerak. Uitvoering geven aan Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2019. Indicatoren 2012 2013 2014 2015 Aantal m2 gerealiseerde evz s (zie gevarieerde natuur) Aantal en mate van overschrijding van wettelijke normen ten aanzien van waterkwaliteit Het analyseren van het aantal meldingen wat betreft wateroverlast versus beschikbare berging Subdoel 3 SCHONE LUCHT - - - - - - - - - - - - Het voldoen aan de grenswaarden luchtkwaliteit wordt veelal op landelijk niveau geregeld. Om de uitstoot van CO2 te beperken werkt de gemeente samen met andere betrokkenen aan het realiseren van een netwerk voor hergebruik van CO2 dat op het Zeehaven- en Industrieterrein Moerdijk vrijkomt. Ook indirect wordt de uitstoot teruggebracht door het stimuleren van het gebruik van duurzame energie. Geur- en geluidoverlast wordt per kern aangepakt. Wat willen we bereiken? De luchtkwaliteit voldoet minimaal aan de Europese normen. 40% Minder CO 2 -uitstoot (exclusief het Zeehaven- en Industrieterrein Moerdijk).